CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 11 of 269
3
3
7
3
4952151
53,
160
9
1
IN EEN OOGOPSLAG
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
 Verlichting  uitgeschakeld. 
 Parkeerlichten.   Grootlicht  (blauw).  
Dimlicht (groen).   2    hoge  snelheid.  
1   normale snelheid.  
I    interval.  
0    uit.  
      één keer wissen. 
 AUTO, duw de schakelaar één 
keer naar beneden. Als het 
contact langer dan een minuut 
uitgeschakeld is geweest, 
dient de functie opnieuw 
ingeschakeld te 
worden.  
 AUTO,  automatische 
inschakeling verlichting. 
  ZICHT 
  Functie snelweg:  door middel van 
één beweging omhoog of omlaag 
knipperen de richtingaanwijzers aan de 
desbetreffende zijde driemaal.     Lichtschakelaar 
  Schakelaar  ruitenwissers   Lampen  vervangen 
 Let er bij slechte of winterse 
weersomstandigheden op dat de 
verlichtingsunits niet worden bedekt 
door  modder  of  sneeuw.    
  Service-stand van de ruitenwissers 
voor 
 Wanneer binnen een minuut 
na afzetten van het contact de 
ruitenwissers worden bediend, komen 
deze langs de voorruitstijlen te staan.   
Page 12 of 269
3
2
3
9 9
4
5448
57 9.1
9.3,
9.63
108
10
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  Snelheidsregelaar 
 De snelheid van de auto moet hoger 
zijn dan 40 km/h en minimaal de 
4e versnelling moet 
ingeschakeld  zijn.    Als u het rempedaal loslaat, hebt u 
ongeveer 2 seconden de tijd om weg te 
rijden, zonder dat de auto achteruitrolt 
of u de handrem hoeft te gebruiken.  
 RIJDEN 
 De te programmeren snelheid van de 
auto moet hoger zijn dan 30 km/h.     Urgence-  en  Assistance-oproep 
  Hill  Start  Assist 
  Autoradio  
  Grip  control 
  Snelheidsbegrenzer   Via deze on-board functie 
kunt u een noodhulpoproep 
of een pechhulpoproep laten 
uitgaan naar de helpdesk van 
CITROËN.  
 ESC (normale stand). 
 Sneeuw. 
 Modder. 
 Zand. 
 ESC  OFF.    
Page 13 of 269
3
3
99.42,
9.7067 87,
89
11
1
IN EEN OOGOPSLAG
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  Armsteun    Modutop  dak,  parfumeur 
 INTERIEUR  
 Het multifunctionele dak verlengt de standaard dakconsole. 
 De parfumeur werkt via de luchtroosters in de dakconsole.  
  USB-speler  
 Verwijder de armsteun of de extra uitneembare console om 
de passagiersstoel neer te kunnen klappen in de tafelstand.    
Page 14 of 269
3
3
3
3
71
74 94
98
12
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  Bagagescherm,  5  zitplaatsen  
  Achterstoelen,  5  zitplaatsen  
 VOORZIENINGEN  ACHTERIN  
  Maximale  belasting 
 Dakconsole: 5 kg. 
 Modutop  dak: 
   -   opbergvakken  middelste  gedeelte: 
6 kg, 
  -   opbergruimte:  10  kg, 
  -   dakdragers  in  lengte-  of  breedterichting: 35 kg.  
 Dwarsdragers:  75  kg.    
  Bagagescherm,  7  zitplaatsen  
  Achterstoelen,  7  zitplaatsen   
Page 15 of 269
3
3
4
4
4126
102101
11 7
11 6
13
1
IN EEN OOGOPSLAG
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  Antiklemvoorziening     Uitschakelen  airbag    Kinderzitjes   
  Kinderbeveiliging  schuifdeur     Spiegel  naar  achterpassagiers  
 KINDEREN IN DE AUTO  
Page 16 of 269
3
3
3
364
60
62
60
14
   Interieur   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  VENTILATIE 
   Tips voor het instellen van de handbediende airconditioning   
 Voor een optimale werking van het systeem is het raadzaam de volgende ins\
tellingen te gebruiken: 
   Gewenste 
werking      Luchtverdeling       Temperatuur      Luchtopbrengst       Luchtrecirculatie       A/C   
   Warm     - 
   Koud   
   Ontdooien      
   Ontwasemen      
 Bij de automatische airconditioning is het raadzaam de stand AUTO te 
gebruiken, ongeacht de gewenste werking. 
    Schakel deze uit zodra de luchtkwaliteit in de auto naar wens is. 
  Verwarming  
  Airconditioning  
  Automatische  airconditioning   
Page 17 of 269
15
1
IN EEN OOGOPSLAG
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
                                       ECO-RIJDEN 
 Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt\
 u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van 
uw auto verminderen. 
  Maak optimaal gebruik van de 
versnellingsbak 
  Als uw auto is voorzien van een 
handgeschakelde versnellingsbak, rijd 
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk 
de tweede versnelling in en schakel bij 
het accelereren bij voorkeur relatief snel 
over naar een hogere versnelling.  
  Als uw auto is voorzien van een 
automatische transmissie of een 
elektronisch gestuurde versnellingsbak, 
gebruik dan bij voorkeur de 
automatische stand en trap het 
gaspedaal niet bruusk of diep in.  
  Gebruik op slimme wijze de 
elektrische voorzieningen 
  Als bij het instappen blijkt dat de 
temperatuur in de auto hoog is 
opgelopen, open dan alle ruiten en 
de ventilatieroosters alvorens de 
airconditioning in te schakelen. 
 Sluit vanaf een snelheid van 
50 km/h de ruiten, maar laat de 
ventilatieroosters geopend. 
 Gebruik de voorzieningen in het interieur 
die de temperatuurstijging kunnen 
beperken (blinderingspaneel van het 
panoramadak, zonneschermen, enz.).    Schakel de verlichting en de 
mistlampen uit als het zicht 
voldoende  is.  
  Laat de motor vooral 's winters na het 
starten niet stationair warmdraaien, 
maar rijd zo snel mogelijk weg: uw 
auto warmt sneller op als u rijdt.  
  Kies voor een soepele rijstijl 
  Houd afstand van de auto's voor 
u, rem bij voorkeur af op de motor 
in plaats van het rempedaal te 
gebruiken en trap het gaspedaal 
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen 
naleeft, neemt het brandstofverbruik 
en de CO
2-uitstoot af en wordt de 
geluidsoverlast door het verkeer 
beperkt.  
  Als het verkeer goed doorstroomt, 
gebruik dan vanaf een snelheid 
van ongeveer 40 km/h de 
snelheidsregelaar  (indien  aanwezig).   
  Sluit als passagier zo min mogelijk 
multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3-speler, spelcomputer, 
enz.) op de auto aan om het 
elektriciteitsverbruik, en dus het 
brandstofverbruik, te beperken. 
 Koppel externe apparatuur los als u 
de  auto  verlaat.     Schakel de airconditioning uit 
zodra de gewenste temperatuur is 
bereikt (behalve bij auto's met een 
automatische airconditioning). 
 Schakel de achterruitverwarming 
en de ontwaseming uit zodra deze 
niet meer nodig zijn als deze niet 
automatisch worden aangestuurd. 
 Schakel de stoelverwarming zo snel 
mogelijk  uit.  
  De schakelindicator adviseert u 
de versnelling in te schakelen 
die het best geschikt is voor de 
rijomstandigheden: volg het op het 
instrumentenpaneel weergegeven 
schakeladvies zo snel mogelijk op. 
 Bij auto's met een elektronisch 
gestuurde versnellingsbak of een 
automatische transmissie wordt de 
opschakelindicator uitsluitend in de 
handmatige  stand  weergegeven.    
Page 18 of 269
16
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap01_Prise en Main_ed01-2014
  Beperk de oorzaken van een 
hoger brandstofverbruik 
  Verdeel het gewicht evenwichtig 
over de auto: plaats de zwaarste 
voorwerpen in de bagageruimte, zo 
dicht mogelijk bij de achterbank. 
 Beperk de belading en de 
luchtweerstand (dakdragers, 
imperiaal, fi etsendrager, aanhanger, 
enz.) van uw auto. Gebruik liever een 
dakkoffer. 
 Verwijder na gebruik de dakdragers 
en het imperiaal.  
  Vervang na de winter zo snel 
mogelijk de winterbanden door 
zomerbanden.   
  Houd u aan de 
onderhoudsvoorschriften 
  Controleer  regelmatig  de 
bandenspanning (bij koude banden), 
houd u daarbij aan de bandenspanning 
die staat vermeld op de sticker op de 
portiersponning aan bestuurderszijde. 
 Controleer de bandenspanning met 
name: 
   -   voor  een  lange  rit, 
  -   bij de wisseling van de seizoenen, 
  -   als de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.  
 Vergeet niet de bandenspanning van 
het reservewiel en van de wielen 
van de aanhanger of de caravan te 
controleren.  
  Laat uw auto regelmatig onderhouden 
(olie verversen, oliefi lter, luchtfi lter en 
interieurfi lter vervangen, enz.) en houd 
u daarbij aan het in het garantie- en 
onderhoudsboekje voorgeschreven 
interval.       Laat bij het tanken het vulpistool 
niet meer dan drie keer afslaan; zo 
voorkomt u dat brandstof uit de tank 
stroomt.  
  U zult bij een nieuwe auto merken 
dat pas na 3000 km het gemiddelde 
brandstofverbruik  zich  stabiliseert.    
Page 19 of 269
17
   Toegang  tot  de  auto   
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
 SLEUTEL 
 Met de sleutel kunt u de sloten van de 
auto vergrendelen en ontgrendelen, de 
tankdop openen en sluiten en de motor 
starten en afzetten. 
  TOEGANG  TOT  DE  AUTO   AFSTANDSBEDIENING 
  Centrale  ontgrendeling 
  Centrale  vergrendeling 
 Druk op deze knop om uw 
auto te vergrendelen. 
 Dit wordt bevestigd door het één keer 
knipperen van de richtingaanwijzers. 
 Als één van de portieren of deuren is 
geopend of niet goed is gesloten, werkt 
de centrale vergrendeling niet.  
  Supervergrendeling 
 Door binnen vijf seconden na het 
inschakelen van de vergrendeling 
  nogmaals  op het gesloten hangslot te 
drukken wordt de supervergrendeling 
ingeschakeld. 
 Dit wordt bevestigd door het 
gedurende ongeveer twee seconden 
branden van de richtingaanwijzers. 
 De supervergrendeling blokkeert 
het van binnenuit en van buitenaf 
openen van de portieren. Laat daarom 
niemand in de auto achter als de 
supervergrendeling is ingeschakeld. 
 Als de supervergrendeling van 
binnenuit is ingeschakeld met de 
afstandsbediening, wordt zodra 
de auto wordt gestart de normale 
vergrendeling weer ingeschakeld.  
 Druk op deze knop om uw 
auto te ontgrendelen. 
 Dit wordt bevestigd door het twee keer 
knipperen van de richtingaanwijzers.   
Page 20 of 269
18
   Toegang  tot  de  auto   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
  Gebruiksvoorschrift 
 Houd de afstandsbediening vrij van 
vet, stof en vocht. 
 Een zwaar voorwerp dat aan de sleutel 
hangt terwijl deze in het contactslot 
zit (sleutelhanger,...), kan storingen 
veroorzaken.  
 AFSTANDSBEDIENING 
  Synchroniseren  van  de 
afstandsbediening 
 Na het vervangen van de batterij of 
het losnemen van de accukabels kan 
het zijn dat de afstandsbediening 
gesynchroniseerd moet worden. 
 Wacht ten minste 1 minuut voordat u 
de afstandsbediening gebruikt. 
 Steek de sleutel in het contactslot 
met de knoppen (hangslot) van de 
afstandsbediening naar u toe. 
 Zet het contact aan. 
 Druk binnen 10 seconden op de 
vergrendelknop (gesloten hangslot) 
en houd deze ten minste 5 seconden 
ingedrukt. 
 Zet het contact af. 
 Wacht ten minste 1 minuut voordat u 
de afstandsbediening gebruikt. 
 De afstandsbediening werkt nu weer.  
 Gebruik uitsluitend batterijen van 
hetzelfde type als de oorspronkelijke 
batterijen of de door het CITROËN-
netwerk voorgeschreven batterijen. 
 Gooi de batterij van de 
afstandsbediening niet weg: de batterij 
bevat metalen die schadelijk zijn voor 
het milieu. 
 Lever de batterij in bij het CITROËN-
netwerk of een speciaal verzamelpunt.  
  Uitklappen/inklappen van de sleutel 
  Batterij  vervangen 
 Batterij: CR 1620 / 3 V 
 Als de batterij leeg is, verschijnt een 
melding op het display in combinatie 
met een geluidssignaal. 
 Wip dan het huis met een muntstuk bij 
het oog los om bij de batterij te komen. 
 Als de afstandsbediening na het 
vervangen van de batterij niet werkt, 
moet deze opnieuw gesynchroniseerd 
worden. 
 Als de batterij niet wordt vervangen 
door een batterij van hetzelfde type, kan 
de afstandsbediening defect raken.   Druk op deze knop om de 
sleutel uit te klappen. 
 Druk om de sleutel in 
te klappen op deze 
verchroomde knop en duw de 
sleutel in de houder. Wanneer u bij het 
inklappen niet op de knop drukt, kan 
het mechanisme beschadigd raken.