CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014Pages: 269, PDF Size: 13.34 MB
Page 41 of 269

2
   Cockpit   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
39
VOORDAT u GAAT RIJDEN
  Nulstelling  dagteller 
 Als u na deze handeling de accu 
wilt loskoppelen, vergrendel 
dan de auto en wacht minimaal 
vijf minuten. Het resetten van de 
onderhoudsindicator zal anders niet 
worden  opgeslagen.  
  Op  0  zetten 
 Het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats zet 
de onderhoudsindicator na elke 
onderhoudscontrole weer op 0. 
 Als u zelf de onderhoudscontrole 
van uw auto hebt uitgevoerd, kan de 
onderhoudsindicator op de volgende 
wijze op 0 gezet worden: 
   -   zet  het  contact  af, 
  -   druk op de resetknop van de  dagteller en houd deze ingedrukt, 
  -   zet  het  contact  aan.  
 De kilometerteller begint terug te tellen. 
 Laat de knop los als de 
onderhoudsindicator   "=0"   aangeeft; 
de sleutel verdwijnt. 
  Motorolieniveaumeter 
 Bij het aanzetten van het contact 
wordt eerst de onderhoudsindicator 
weergegeven en vervolgens 
gedurende enkele seconden het 
motorolieniveau.    Olieniveau  correct  
  Te  weinig  olie 
 Als de aanduiding 
  "OIL"  knippert in 
combinatie met het 
verklikkerlampje 
service, een geluidssignaal en 
een melding op het display, is het 
motorolieniveau te laag, waardoor 
ernstige motorschade kan ontstaan. 
 Controleer het olieniveau met de 
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te 
laag is, moet olie worden bijgevuld.  
  Storing 
motorolieniveaumeter 
 Als de aanduiding 
  "OIL--"   knippert, 
duidt dit op een 
storing in de motorolieniveaumeter. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats 
  Een controle van het olieniveau 
is alleen betrouwbaar als de 
auto op een vlakke, horizontale 
ondergrond staat en de motor 
minstens 30 minuten niet heeft 
gedraaid.     Oliepeilstok 
  A
  = maxi, het oliepeil mag nooit 
boven dit niveau uitkomen. Een 
te hoog oliepeil kan schade aan 
de motor veroorzaken. 
 Raadpleeg in dat geval zo 
snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde 
werkplaats. 
  B   = mini, als het oliepeil niet 
boven dit niveau uitkomt, moet 
het voor de motor van uw auto 
voorgeschreven type motorolie 
worden bijgevuld via de vuldop.   
  Dimmer  dashboardverlichting 
 Druk, terwijl het contact 
aan is, de knop in tot de 
nullen  verschijnen.  
 Druk, tijdens het branden 
van de verlichting, op de 
knop om de sterkte van 
de dashboardverlichting 
te veranderen. Als de 
verlichting de zwakste (of 
felste) stand heeft bereikt, laat dan 
de knop los en druk deze vervolgens 
opnieuw in om de verlichting weer 
feller (of zwakker) te maken. 
 Laat de knop los zodra de gewenste 
lichtsterkte is bereikt.   
Page 42 of 269

   Versnellingsbak  en  stuurwiel   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
40
 VERSNELLINGSBAK  
  Vijfversnellingsbak  -  achteruit   
   
 Trap om soepel te kunnen schakelen 
het koppelingspedaal altijd volledig in. 
 Om te voorkomen dat de werking van 
het pedaal wordt gehinderd: 
   -   controleer of de mat goed op zijn  plaats ligt en goed op de vloer 
bevestigd is, 
  -   leg nooit meerdere matten boven  op  elkaar.  
 Laat tijdens het rijden uw hand niet 
op de versnellingspook rusten. Zelfs 
een lichte belasting op de pook kan 
na verloop van tijd slijtage aan de 
onderdelen in de versnellingsbak 
veroorzaken.  
  Inschakelen van de 5 e   versnelling. 
 Duw de versnellingspook helemaal 
naar rechts om de 5e versnelling op de 
juiste manier in te schakelen.      Bij  een  elektronisch  gestuurde 
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend 
actief in de handgeschakelde stand.   
       SCHAKELINDICATOR 
 Dit systeem geeft aan welke 
versnelling moet worden ingeschakeld 
om het brandstofverbruik te reduceren. 
  Inschakelen  van  de 
achteruitversnelling 
 Wacht tot de auto volledig tot stilstand 
is gekomen, duw de versnellingspook 
naar rechts en vervolgens omlaag om 
de achteruitversnelling in te schakelen. 
 Zet de pook met beleid in de 
achteruitversnelling om bijgeluiden te 
beperken.  
  Werking 
 Afhankelijk van de rijomstandigheden 
en de uitrusting van uw auto kan het 
systeem u adviseren één of meer 
versnellingen op te schakelen. U kunt 
deze aanwijzingen opvolgen zonder 
de tussenliggende versnellingen in te 
hoeven schakelen. 
 Het is niet verplicht om de aanbevolen 
versnellingen ook daadwerkelijk in te 
schakelen. De keuze van de optimale 
versnelling hangt namelijk altijd af van 
de situatie op de weg, de verkeersdrukte 
en de veiligheid. De bestuurder blijft 
derhalve altijd zelf verantwoordelijk 
voor het al dan niet opvolgen van een 
schakeladvies van het systeem. 
 De functie kan niet worden 
uitgeschakeld.    
Page 43 of 269

2
   Versnellingsbak  en  stuurwiel   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
41
VOORDAT u GAAT RIJDEN
     EGS  6-VERSNELLINGSBAK 
   -   geautomatiseerde  stand: selectiehendel in stand   A . 
  -   handbediende  stand:  selectiehendel in stand   M .   
  Voor  de  veiligheid: 
 De stand   N  kan alleen worden 
ingeschakeld bij ingetrapt rempedaal. 
 Het verplaatsen van de 
selectiehendel van stand   A  (rijden in 
geautomatiseerde stand) naar stand   M  
(rijden in handbediende stand) 
of omgekeerd is op elk moment 
mogelijk. Controlelampje   A  op het 
instrumentenpaneel  dooft.  
  Selecteren van de stand 
  De informatie wordt in 
de vorm van een pijl op 
het instrumentenpaneel 
weergegeven.  
  Het systeem past het 
schakeladvies aan de 
rijomstandigheden (helling, 
belading van de auto, ...) en de rijstijl 
van de bestuurder (veel vermogen 
nodig, accelereren, remmen, ...) aan. 
 Het systeem zal u nooit adviseren om: 
   -   de  eerste  versnelling  in  te  schakelen, 
  -   de  achteruitversnelling  in  te  schakelen.     
Page 44 of 269

   Versnellingsbak  en  stuurwiel   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
42
  Starten van de motor 
   -   Om de motor te kunnen starten moet de selectiehendel zich in 
stand   N   bevinden. 
  -   Trap het rempedaal krachtig in. 
  -   Bedien  de  startmotor. 
  -   Plaats bij een draaiende motor de  selectiehendel in stand   R ,   A  of  M . 
  -   Laat het rempedaal los en geef  gas.  
 Als de selectiehendel niet in stand   N  
staat en/of het rempedaal niet is 
ingetrapt, kan de motor niet worden 
gestart. Herhaal de hierboven 
beschreven procedure. 
  Achteruitversnelling 
  Inschakelen van de 
achteruitversnelling  
 Plaats de selectiehendel in stand   R . 
  Schakel de achteruitversnelling pas 
in als de auto stilstaat.   
  Neutraalstand 
  Inschakelen van de 
neutraalstand  
 Plaats de selectiehendel in stand   N . 
Selecteer deze stand niet als de auto 
rijdt, zelfs niet voor een moment.     Handbediende  stand 
  Inschakelen van de 
handbediende stand  
 Plaats de selectiehendel in stand   M .   
  Geautomatiseerde  stand 
  Inschakelen van de 
geautomatiseerde stand  
 Plaats de selectiehendel in stand   A . 
 De versnellingsbak werkt nu in de 
geautomatiseerde stand, zonder dat u 
zelf hoeft te schakelen. 
 De versnellingsbak selecteert zelf de 
versnelling die het best past bij de 
volgende factoren: 
   -   rijstijl, 
  -   wegdek, 
  -   optimaal  brandstofverbruik.    
Page 45 of 269

2
   Versnellingsbak  en  stuurwiel   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
43
VOORDAT u GAAT RIJDEN
 STUURWIEL  VERSTELLEN 
 Ontgrendel het stuurwiel, alleen bij 
stilstaande auto, door aan de hendel te 
trekken. 
 Stel het stuurwiel in de gewenste stand 
en zet dan de hendel weer goed vast. 
  Accelereren 
 Om optimaal te accelereren 
(bijvoorbeeld als u wilt inhalen) hoeft 
u slechts het gaspedaal voorbij de 
weerstand in te trappen.  
  Stilstaande auto met draaiende 
motor 
 Als de auto langere tijd met 
draaiende motor stilstaat, schakelt 
de versnellingsbak automatisch 
neutraalstand  N   in.  
  Afzetten van de motor 
 Voordat u de motor afzet, moet u de 
selectiehendel in de stand   N   zetten: 
 In alle gevallen moet echter altijd de 
handrem worden bediend. Controleer 
of het controlelampje voor de handrem 
op het instrumentenpaneel brandt.  
  Controleer  alvorens 
werkzaamheden in de motorruimte 
uit te voeren of de selectiehendel 
in de neutraalstand   N   staat.  
  Schakelen 
  Bij  een  EGS-versnellingsbak 
kan bij hoge motortoerentallen 
(felle acceleraties) een hogere 
versnelling uitsluitend handmatig door 
de bestuurder worden ingeschakeld.    Trek de fl ipper " 
+ " 
naar u toe om op te 
schakelen. 
 Trek de fl ipper "  - " 
naar u toe om terug te 
schakelen. 
   -   Bij het stoppen van de auto of bij  lage snelheden (naderen van een 
verkeerslicht bijvoorbeeld) schakelt 
de versnellingsbak automatisch 
terug tot in de 1 
e   versnelling. 
  -   U hoeft het gaspedaal tijdens het  schakelen niet volledig los te laten. 
  -   Het schakelen is alleen mogelijk als  het motortoerental dit toestaat. 
  -   In verband met de veiligheid kan  het terugschakelen afhankelijk van 
het motortoerental automatisch 
plaatsvinden.    
Page 46 of 269

   Stop  &  Start   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
44
         STOP  &  START 
 Het Stop & Start-systeem zet de motor 
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt 
(bij rood licht, opstoppingen enz.). 
De motor wordt automatisch gestart 
(START-stand) als u weer weg wilt 
rijden. Het starten gebeurt direct, snel 
en stil. 
 Het Stop & Start-systeem zorgt voor 
een lager brandstofverbruik, minder 
uitstoot van schadelijke stoffen en een 
aangename rust in het interieur tijdens 
het wachten. 
  Werking 
  Motor in STOP-stand zetten  Het controlelampje   "ECO"   op 
het instrumentenpaneel gaat 
branden en de motor komt in 
een standby-stand: 
   -    bij een handgeschakelde  versnellingsbak,  bij snelheden 
beneden 20 km/h, wanneer u de 
versnellingsbak in zijn vrij zet en u 
de koppeling loslaat, 
  -    bij een EGS 6-versnellingsbak,   bij snelheden beneden 8 km/h, 
wanneer u op het rempedaal trapt 
of wanneer u de selectiehendel in 
stand   N   zet.    Als uw auto is uitgerust met een teller, 
wordt de duur van de momenten dat de 
motor in de STOP-stand geschakeld 
wordt, opgeteld en weergegeven. Elke 
keer als u het contact opnieuw aanzet, 
wordt deze teller op 0 gezet. 
 Is uw auto uitgerust met een EGS-
versnellingsbak en u parkeert uw 
auto, dan is - ten behoeve van 
uw eigen comfort - de STOP-stand de 
eerste seconden na het inschakelen 
van de achteruit niet beschikbaar. 
 Als de STOP-stand geactiveerd is, 
blijven alle andere componenten zoals 
de remmen en de stuurbekrachtiging 
enz. normaal functioneren. 
 Tank nooit als de motor door het 
Stop&Start-systeem is afgezet; zet 
in dat geval altijd het contact af en 
neem de sleutel uit het contactslot.     Bijzonderheden:  STOP-functie  niet 
beschikbaar 
 De STOP-functie wordt niet 
geactiveerd als: 
   -   het  bestuurderportier  geopend  is, 
  -   de  veiligheidsgordel  van  de 
bestuurder los is, 
  -   de auto sinds de laatste start met  de sleutel niet harder dan 10 km/h 
heeft gereden, 
  -   de  parkeerrem  wordt/is  aangetrokken, 
  -   de klimaatregeling in het interieur  dat niet toelaat, 
  -   de  ruitontwaseming  is  ingeschakeld, 
  -   bepaalde  bijzondere  omstandigheden (laadtoestand 
accu, motortemperatuur, 
rembekrachtiging, 
buitentemperatuur enz.) dat niet 
toelaten.  
 In dat geval knippert de 
signalering   "ECO"   enkele 
seconden en gaat vervolgens 
uit. 
  Dit is volkomen normaal.    
Page 47 of 269

2
   Stop  &  Start   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
45
VOORDAT u GAAT RIJDEN
  Motor in START-stand zetten  Het controlelampje   "ECO"  
gaat uit en de motor wordt 
gestart: 
   -    bij een handgeschakelde  versnellingsbak  trapt u het 
koppelingspedaal helemaal in, 
  -    bij een EGS 6-versnellingsbak :     ●   met de selectiehendel in stand   A  
of   M , wanneer u het rempedaal 
loslaat. 
  ●   of met de selectiehendel in  stand   N  en het rempedaal los, 
wanneer u de selectiehendel in 
stand   A  of  M   zet, 
  ●   of wanneer u de  achteruitversnelling  inschakelt.       Bijzonderheden:  automatisch 
activeren van de START-stand 
 De START-functie wordt automatisch 
geactiveerd als: 
   -   u  het  bestuurderportier  opent, 
  -   de  veiligheidsgordel  van  de 
bestuurder los wordt gemaakt, 
  -   de snelheid van de auto  hoger is dan 25 km/h bij een 
handgeschakelde versnellingsbak 
en hoger dan 11 km/h bij EGS 
6-versnellingsbak, 
  -   de  parkeerrem  wordt  aangetrokken, 
  -   bepaalde  bijzondere  omstandigheden (laadtoestand 
accu, motortemperatuur, 
rembekrachtiging, 
buitentemperatuur enz.) dit niet 
toelaten.  
 In dat geval knippert het 
lampje   "ECO"   enkele 
seconden en gaat vervolgens 
uit. 
  Dit is volkomen normaal.  
 Als u bij een auto met een 
handgeschakelde versnellingsbak in de 
STOP-stand een versnelling inschakelt 
maar daarbij het koppelingspedaal niet 
helemaal intrapt, lgaat er een lampje 
branden of verschijnt er een bericht 
met het verzoek het koppelingspedaal 
helemaal in te trappen, omdat anders 
de motor niet gestart kan worden.     Uitschakelen 
 U kunt deze functie op 
elk willekeurig moment 
uitschakelen door de schakelaar 
  "ECO OFF"  in te drukken. 
 Het controlelampje in de schakelaar 
gaat branden en er verschijnt een 
bericht op het display. 
 Als u het systeem met de motor in de 
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de 
motor direct weer gestart.   
Page 48 of 269

   Stop  &  Start   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
46
  Opnieuw  inschakelen 
 Druk nogmaals op de schakelaar 
  "ECO OFF" . 
 Het systeem is dan opnieuw actief; het 
controlelampje in de schakelaar gaat 
uit en er verschijnt een melding op het 
instrumentenpaneel.  Het systeem wordt automatisch 
opnieuw ingeschakeld zodra u het 
contact weer aanzet.  
  Storingen 
 Bij een storing in het systeem 
gaat het controlelampje in 
de schakelaar   "ECO OFF"  
eerst knipperen en brandt 
vervolgens permanent. 
 Laat dit controleren door het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats. 
 Als er in de STOP-stand een storing 
zou optreden, kan het zijn dat de motor 
niet meer wil aanslaan of direct afslaat. 
Zet in dat geval het contact af en start 
de auto met behulp van de sleutel.  
  Onderhoud 
 Schakel het Stop & Start-systeem 
altijd uit als u handelingen onder 
de motorkap wilt verrichten, om 
letsel door het automatisch activeren 
van de START-stand te voorkomen. 
 Dit systeem heeft specifi eke 
kenmerken en maakt gebruik van een 
speciale accu (raadpleeg voor meer 
informatie het CITROËN-netwerk) of 
een gekwalifi ceerde werkplaats. 
 Het gebruik van een andere dan de 
door CITROËN voorgeschreven accu's 
kan leiden tot storingen in het systeem. 
 Het Stop & Start-systeem maakt 
gebruik van geavanceerde 
technologie. Laat eventuele 
werkzaamheden aan dit type accu 
uitsluitend uitvoeren door een 
offi ciële CITROËN-dealer of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.   
Page 49 of 269

2
   Starten  en  stoppen   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
47
VOORDAT u GAAT RIJDEN
  Gebruiksvoorschrift:  stoppen    Gebruiksvoorschrift:  starten 
  Verklikkerlampje 
voorgloeien dieselmotor 
 Als de motor voldoende 
op temperatuur is, gaat 
het lampje na minder dan 
1 seconde uit en kunt u de 
motor direct starten. 
 Wacht bij koud weer tot dit lampje 
uitgaat en zet vervolgens de startmotor 
in werking (stand "Starten") tot de 
motor  aanslaat.   
  Verklikkerlampje  geopend  portier 
 Controleer als dit lampje brandt 
of de portieren, achterdeuren, 
schuifdeuren en de motorkap 
goed zijn gesloten!  
  Ontzien van de motor en de 
versnellingsbak 
 Laat de motor voordat u het contact 
afzet enkele seconden draaien om 
het toerental van de turbocompressor 
(dieselmotor) te laten dalen. 
 Geef geen gas bij het afzetten van het 
contact. 
 Het inschakelen van alleen een 
versnelling bij het parkeren van de 
auto is niet afdoende.   
 STARTEN EN STOPPEN 
  Stand "AAN" en "Accessoires".  
 Verdraai terwijl u de contactsleutel 
omdraait het stuurwiel iets (zonder 
te forceren) om het stuurslot te 
ontgrendelen. In deze stand kunnen 
verschillende accessoires functioneren. 
  Stand "Starten".  
 De startmotor wordt in werking gezet. 
Laat de sleutel los zodra de motor is 
aangeslagen. 
  Stand STOP:   stuurslot. 
 Het contact is afgezet. Draai het 
stuurwiel tot het stuurslot wordt 
vergrendeld. Haal de sleutel uit het 
contact.  
Page 50 of 269

   Starten  en  stoppen   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
48
 HILL  START  ASSIST 
 Deze aan het ESC gekoppelde functie 
vereenvoudigt het wegrijden op een 
helling. Het systeem en wordt geactiveerd 
onder de volgende omstandigheden: 
   -   de auto moet stilstaan met draaiende motor en het rempedaal ingetrapt, 
  -   de helling moet steiler zijn dan 5%, 
  -   bij het omhoog rijden op een helling  moet de versnellingsbak in de 
neutraalstand staan of moet een 
versnelling zijn ingeschakeld, maar 
niet de achteruitversnelling, 
  -   bij het afdalen van een helling  moet de achteruitversnelling zijn 
ingeschakeld.  
 De Hill Holder of hulp bij het wegrijden 
op een helling is een voorziening om 
het rijcomfort te vergroten en kan 
niet gebruikt worden als elektrisch 
bediende handrem. 
  Werking 
 Als u het rempedaal en het 
koppelingspedaal hebt ingetrapt, 
hebt u zodra u het rempedaal loslaat 
ongeveer 2 seconden de tijd om, 
zonder dat de auto de helling af begint 
te rollen, gas te geven en weg te rijden. 
 Bij het wegrijden wordt de functie 
automatisch gedeactiveerd door de 
remdruk geleidelijk te laten afnemen. 
Gedurende deze fase is het mogelijk 
dat de remmen hoorbaar zijn, het 
teken dat de auto in beweging komt. 
  Storing 
 De Hill Holder wordt gedeactiveerd 
onder de volgende omstandigheden: 
   -   als  u  het  koppelingspedaal  laat  opkomen, 
  -   als  de  handrem  wordt  aangetrokken, 
  -   als de motor wordt afgezet, 
  -   als  de  motor  afslaat.   
 In het geval van een storing 
in het systeem gaat dit 
verklikkerlampje branden 
in combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding ter bevestiging op het display. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats om 
het systeem te laten nakijken.