CITROEN JUMPER SPACETOURER 2020 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 324

129
UFZitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, met het
"gezicht in de rijrichting".
X Zitplaats die niet geschikt is voor
een kinderzitje voor de aangegeven
gewichtscategorie.
ISOFIX-bevestigingenDe auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen.
Als uw auto is uitgerust met ISOFIX-
bevestigingspunten worden deze met labels
aangegeven.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
-
T

wee bevestigingsringen A vóór, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zitplaats bevinden en zijn voorzien van de
aanduiding "ISOFIX",
-

A
fhankelijk van de uitrusting van uw auto
één bevestigingsring B achter, die zich
achter de zitplaats van de auto bevindt en
de Top Tether wordt genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem. Deze
ring is voorzien van de aanduiding "Top
Tether".
Aan de Top Tether kan de bovenste riem van
een kinderzitje (indien aanwezig) worden
vastgemaakt. Dit systeem voorkomt dat het
kinderzitje naar voren kantelt bij een frontale
aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd. Raadpleeg het overzicht voor de
bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes geschikt zijn.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
vóór kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring


B
a c h t e r.
Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens het kinderzitje op deze plaats te
bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun
weer aan te brengen nadat u het kinderzitje
hebt verwijderd),
- v oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
-

b
evestig de haak van de bovenste riem aan
de achterste ring B ,
-

s
pan de bovenste riem.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in
de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
5
Veiligheid

Page 132 of 324

130
Aanbevolen ISOFIX-
kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
montage-instructies van de fabrikant.
Overzicht voor het
bevestigen van ISOFIX-
kinderzitjes
Conform de Europese wetgeving geeft het
overzicht de mogelijkheden aan voor het
bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op
een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-
bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-
kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het
kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven
met een letter (A t /m G).
“RÖMER Baby- Safe Plus met ISOFIX-
basis”
(lengtecategorie: E )
Categorie 0+: vanaf geboor te tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd. "
RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1 )
Groep 1: 9 - 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en met de bovenste riem, de TOP TETHER, aan de ring B.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Veiligheid

Page 133 of 324

131
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10 kg
(groep 0) Tot ca.
6


maanden < 10 kg
(groep 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 - 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswiegrug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Zitrij 1
Individuele passagiersstoel of achterbank met 2 zitplaatsen met passagiersairbag
uitgeschakeld &#34; OFF” of
ingeschakeld &#34; ON&#34; Geen ISOFIX
2e zitrij met achterbank met 2 zittingen op 1e zitrij (vaste achterbank)*
Buitenste zitplaatsen XIUF
Middelste zitplaats Geen ISOFIX
2e zitrij met tweezitsbank op 1e zitrij (vaste achterbank)* Buitenste zitplaatsenIL IL (6)IL IL (6)IL IUF
Middelste zitplaats Geen ISOFIX
*

D

e neerklapbare achterbank is in behandeling om goedgekeurd te worden.
5
Veiligheid

Page 134 of 324

132
CombiGewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10 kg
(groep 0) Tot ca. 6
maanden < 10 kg
(groep 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 - 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a)
Individuele passagiersstoel of achterbank met 2 zitplaatsen met passagiersairbag
uitgeschakeld &#34; OFF” of
ingeschakeld &#34; ON&#34; Geen ISOFIX
Zitrij 2 Buitenste en middelste zitplaatsen (b) X
IL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Zitrij 3 Zitting en vaste achterbank,
buitenste en middelste zittingen (b) X
I U F, I L
Vaste eendelige achterbank,
buitenste en middelste zittingen (b) X
Veiligheid

Page 135 of 324

133
REKENAARGewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10 kg
(groep 0) Tot ca. 6
maanden < 10 kg
(groep 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 - 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a)
Individuele passagiersstoel of achterbank met 2 zitplaatsen met passagiersairbag
uitgeschakeld &#34; OFF” of
ingeschakeld &#34; ON&#34; Geen ISOFIX
Zitrij 2 Stoelen, achter XIL

(1- 3) IL
(2) IL IL (2) I U F, I L
Zitrij 3 Zitting en vaste achterbank, zittingen achter X
I U F, I L
Vaste eendelige bank, zittingen achter X
5
Veiligheid

Page 136 of 324

134
FeelGewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10 kg
(groep 0) Tot ca.
6


maanden< 10 kg
(groep 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 - 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a)
Passagiersstoel met
passagiersairbag uitgeschakeld &#34;OFF ” of ingeschakeld &#34; ON&#34; Geen ISOFIX
Zitrij 2 Stoelen, achter ILI U F, I L
Zitrij 3 Stoelen, achter IL (1- 4) XIL (4) XIL (4) I U F, I L
Veiligheid

Page 137 of 324

135
Shine, Business Lounge
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10 kg
(groep 0) Tot ca. 6
maanden < 10 kg
(groep 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 - 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a)
Passagiersstoel met
passagiersairbag uitgeschakeld &#34;OFF ” of ingeschakeld &#34; ON&#34; Geen ISOFIX
Zitrij 2 Zitplaats achter de bestuurder of de passagier X
IL(5) IL IL (5)IL I U F, I L
Middelste zitplaats (b) XIL(5) IL IL (5)IL I U F, I L
Stoelen, achter IL (1- 5) ILILI U F, I L
Zitrij 3 Buitenste zitplaatsen XIL (4) IL IL (4) I U F, I L
Middelste zitplaats (b) XIL (4) IL IL (4) I U F, I L
Stoelen, achter IL (1- 4) XIL (4) XIL (4) I U F, I L
5
Veiligheid

Page 138 of 324

136
(a)Raadpleeg de wettelijke bepalingen
van het land waar u rijdt alvorens een
kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(b) Als een kinderzitje op de middelste
zitplaats is bevestigd, kunnen de buitenste
zitplaatsen niet worden gebruikt.
IUF Zitplaats geschikt voor de bevestiging
met behulp van de bovenste riem van een
universeel ISOFIX-kinderzitje &#34;met het
gezicht in de rijrichting&#34;.
IL Zitplaats geschikt voor van een semi-
universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje:
-

&#34;
met de rug in de rijrichting&#34;, bevestigd
met behulp van een bovenste riem of
een steun,
-

&#34;
met het gezicht in de rijrichting&#34;,
bevestigd met behulp van een steun,
-

e
en reiswieg voorzien van een
bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de bevestiging
van de bovenste riem met de ISOFIX-
bevestigingen .
X Zitplaats die niet geschikt is voor een
ISOFIX-kinderzitje of -reiswieg voor de
aangegeven gewichtscategorie. (3)
Uitsluitend geschikt voor bevestiging
achter de bestuurdersstoel bij uitvoeringen
met individuele passagiersstoel.
(4) De zitplaats van de tweede zitrij moet zo
zijn afgesteld dat het kind op de derde
zitrij de zitplaats er voor niet raakt.
(5) De voorstoel moet zo zijn afgesteld dat
het kind op de tweede zitrij de stoel er voor
niet raakt.
(6) De voorstoel moet zo zijn afgesteld dat
het kind op zitrij 2 de stoel niet raakt en de
stoel er voor (met de voorstoel afgesteld
op de 2 inkepingen in het midden van de
schuif).
(1) Als een reiswieg op deze zitplaats is
bevestigd, kunnen één of beide andere
zitplaatsen van dezelfde zitrij mogelijk niet
meer worden gebruikt.
(2) Uitsluitend geschikt voor bevestiging
achter de bestuurdersstoel.
Mechanisch kinderslot
Beide schuifdeuren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
Vergrendelen/ontgrendelen
F Draai de knop op de zijkant van de
schuifdeur omhoog om deze te
vergrendelen en omlaag om deze te
ontgrendelen .
Elektrisch bediend
kinderslot
De elektrische kinderbeveiliging,
die met de afstandsbediening
kan worden ingeschakeld,
voorkomt dat de deuren achter
(schuifdeur(en), achterdeuren of
achterklep) (afhankelijk van de
uitvoering) van binnenuit worden
geopend.
Inschakelen/uitschakelen
Met het contact aan:
F
D ruk op deze toets: zolang de
kinderbeveiliging is ingeschakeld, blijft
het lampje van de toets branden. Het
inschakelen wordt bevestigd door een
melding.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf
te openen.
Veiligheid

Page 139 of 324

137
F Druk opnieuw op deze toets: het lampje blijft uit zolang de kinderbeveiliging is
uitgeschakeld. Het uitschakelen wordt
bevestigd door een melding.
Bij een ernstige aanrijding wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de
centrale vergrendeling; gebruik het nooit
in plaats daarvan.
Ga niet rijden als de schuifdeur is
geopend.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
Ver wijder bij het verlaten van de auto altijd
de contactsleutel, zelfs wanneer dit voor
korte duur is.Kinderbeveiliging van de
ruitbediening achter
Met dit mechanische systeem
kan het openen van de zijruit
links en/of rechts achter worden
voorkomen.
F

V

ergrendel/ontgrendel het systeem met de
afstandsbediening of de noodsleutel van het
Keyless entry en start-systeem.
5
Veiligheid

Page 140 of 324

138
Rijadviezen
F Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op.
F

R
icht uw aandacht op het verkeer en houd
uw handen op het stuur wiel, zodat u snel
kunt reageren op onver wachte situaties.
F

K
ies voor een soepele rijstijl, anticipeer op
situaties waarbij u moet remmen en houd
afstand van de auto&#39;s voor u, vooral bij
slecht weer.
F

V
oer handelingen die veel aandacht vergen
(bijvoorbeeld verstellen of afstellen) altijd bij
stilstaande auto uit.
F

B
ij lange ritten is het raadzaam om elke
twee uur pauze te nemen.
Voor een lange levensduur van uw auto en
voor uw eigen veiligheid is het raadzaam om de
volgende voorzorgsmaatregelen te nemen bij
het gebruik van de auto:
Manoeuvreer voorzichtig en met
lage snelheid
De afmetingen van deze auto, in de breedte,
hoogte en lengte, verschillen sterk van
een personenauto. Daardoor zijn bepaalde
obstakels lastig te zien.
Rijd langzaam tijdens het manoeuvreren.
Controleer alvorens te draaien of er zich
halver wege de hoogte van de auto geen
obstakels bevinden naast de auto.
Controleer alvorens achteruit te rijden
met name of er zich geen hoog geplaatste
obstakels bevinden achter de auto.
Wees erop bedacht dat bijvoorbeeld ladders de
buitenmaten van de auto vergroten.
Rijd voorzichtig en efficiënt
Neem bochten met lage snelheid.
Houd rekening met een langere remweg, met
name op nat of glad wegdek.
Wees bedacht op zijwind.
Wees voorzichtig.
De banden moeten minimaal de op de sticker
aangegeven spanning hebben; op lange ritten
is het raadzaam de bandenspanning met 0,2 -
0,3 bar te verhogen.
Belangrijk!
Laat de motor nooit stationair
draaien in een slecht geventileerde,
afgesloten ruimte. Verbrandingsmotoren
stoten giftige uitlaatgassen uit, zoals
koolmonoxide. Kans op vergiftiging met
dodelijke afloop!
Laat bij winterse omstandigheden
(temperaturen onder -23 °C) de motor
gedurende 4 minuten stationair draaien
voordat u wegrijdt. Dit is belangrijk voor de
goede werking en de levensduur van de
mechanische onderdelen van uw auto (de
motor en de transmissie). Rijd nooit met aangetrokken
parkeerrem
. Kans op over verhitting en
beschadiging van het remsysteem!
Parkeer de auto niet of laat de motor
niet draaien op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren,
papier enz.). Het uitlaatsysteem van uw
auto wordt erg warm en blijft ook na het
afzetten van de motor nog enkele minuten
warm. Brandgevaar!
Laat de auto nooit onbewaakt met
draaiende motor achter. Als u uw auto
met draaiende motor moet verlaten,
trek dan de handrem aan en zet de
versnellingsbak in de neutraalstand of in
de stand N of P , afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in
de auto achter.
Rijden op een
overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo
veel mogelijk te vermijden, want het water kan
de motor, versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Rijden

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 330 next >