stop start CITROEN JUMPER SPACETOURER 2020 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2020, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2020Pages: 324, PDF Size: 11 MB
Page 5 of 324
3
.
.
Rijadviezen 138
Starten/afzetten van de motor 1 40
Parkeerrem
144
Hill Start Assist
1
44
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
45
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
45
Schakelindicator
1
46
Automatische transmissie
1
46
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
1
50
Stop & Start
1
52
Bandenspanningscontrolesysteem
154
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene
adviezen
15 6
Head-up display
1
58
Snelheden opslaan
1
59
snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
160
Snelheidsbegrenzer
162
Snelheidsregelaar - specifieke adviezen
1
64
Snelheidsregelaar
1
65
adaptieve cruise control
1
67
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
1
71
Lane Departure Warning System
1
74
Vermoeidheidsherkenningssysteem
175
dodehoekbewaking
176
Parkeerhulp
178
Achteruitrijcamera, binnenspiegel
1
80
Top Rear Vision
1
80Compatibiliteit van brandstoffen 1
85
Ta n k e n 18 5
Tankbeveiliging diesel
1
87
Sneeuwkettingen
187
Trekhaak
188
Ec o - mode
189
Allesdragers/Imperiaal
189
Motorkap
19
0
Motor
191
Niveaus controleren
1
91
Controles
1
94
AdBlue
® (BlueHDi) 1 96
Onderhoudstips 1 99
Gevarendriehoek
200
Brandstoftank leeg (diesel)
20
0
Gereedschapskist
201
Bandenreparatieset
202
Reservewiel
20
6
Een lamp vervangen
2
11
Een zekering vervangen
2
17
12V- ac c u
219
Slepen
2
22Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
224
Afmetingen
2
28
Identificatie
23
1
Rijden
Praktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
bit.ly/helpPSA
Audio en telematica
Bluetooth-audiosysteem
CITROËN Connect Radio
CITROËN Connect Nav
.
Inhoudsopgave
Page 6 of 324
4
Poste de conduite
Selon l'équipement du véhicule, les
rangements peuvent être ouverts ou
fermés. Cette configuration est donnée à
titre d’exemple.
Commandes au volant
1.Boîte à gants
Neutralisation de l'airbag frontal passager
(à l'intérieur de la boîte à gants)
2. Prises accessoires 12 V (120 W)
Bien respecter la puissance sous peine
d'abîmer l'accessoire 3.
Prise USB
4. Prise JACK
5. Combiné
6. Rangements
Porte-gobelet/canette
7. Vide-poches réfrigérable (si le véhicule
en est équipé)
Par une buse de ventilation, si elle
est ouverte, moteur tournant et air
conditionné en marche
8. Vide-poches supérieur
9. Prise accessoires 220 V (150 W, si le
véhicule en est équipé)
Bien respecter la puissance sous peine
d'abîmer l'accessoire
10. Avertisseur sonore
11. Plafonnier
Afficheur des témoins de ceintures et
d'airbag frontal passager
Rétroviseur intérieur
Miroir de surveillance
Boutons d'appel d'urgence ou
d'assistance
12 . Chauffage
Air conditionné manuel
Air conditionné automatique bizone
Désembuage
- Dégivrage avant
Désembuage
- Dégivrage de la lunette
arrière
13. Bouton "START/STOP"
14 . Boîte de vitesses 15.
Écran monochrome avec autoradio
Écran tactile avec CITROËN Connect
Radio ou CITROËN Connect Nav
16. Ouverture capot
17. Fusibles planche de bord
18. Affichage tête haute
1. Commandes d'éclairage extérieur /
Indicateurs de direction
2. Commandes d'essuie-vitre / Lave-vitre /
Ordinateur de bord
3. Commandes de réglage du système
audio (selon version)
Vue d’ensemble
Page 7 of 324
5
4.Commandes du Limiteur de vitesse /
Régulateur de vitesse / Régulateur de
vitesse adaptatif
5. Molette de sélection du mode d'affichage
du combiné
6. Commande de la synthèse vocale (selon
ve r s i o n)
Réglage du volume sonore (selon
ve r s i o n)
7. Commandes de réglage du système
audio (selon version)
Barrette de commandes centrale
1.Verrouillage / déverrouillage de l'intérieur
2. Porte latérale coulissante électrique
gauche
3. Sécurité enfants électrique
4. Porte latérale coulissante électrique
droite
5. Sélectivité cabine / zone de chargement
6. Signal de détresse
7. Système CDS/ASR
8. Détection de sous-gonflage
9. Stop & Start
10. Pare-brise chauffant
Barette de commandes latérale
1.Grip control
2. Affichage tête haute
3. Aide au stationnement
4. Chauffage / Ventilation additionnel
5. Alarme
6. Réglage manuel du site des projecteurs
7. Alerte de franchissement involontaire de
ligne
8. Système de surveillance d'angle mort
9. Commutation automatique feux de route
Étiquettes
Rubrique Portes battantes arrière .
Rubrique Moduwork .
.
Vue d’ensemble
Page 22 of 324
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op de
koppeling Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Groene verklikkerlampjes
Automatische
ruitenwissers
Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
+
of Autom. dimmen
grootlicht
Permanent.
Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden / Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Voet op het
rempedaal
Brandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 324
21
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Verklikkerlampje
knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
DodehoekbewakingPermanent.
De functie is geactiveerd.
Waarschuwing
verlaten rijstrook Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering
aan de rechterzijde (of linkerzijde)
overschreden. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
RichtingaanwijzersKnippert, met
geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 324
28
Met touchscreen
De helderheid kan verschillend worden
ingesteld voor de dag en de nacht.
F
S
electeer in het menu Instellingen
de optie
" Lichtsterkte ".
Of selecteer " OPTIES",
" Schermconfiguratie " en ver volgens
" Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de schuif te verplaatsen.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Weergave van de informatie
Doe het volgende om achtereenvolgens de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven:
Met de toetsen op het stuurwiel
F Druk op de rolknop op het stuurwiel .
F
D
ruk op deze knop aan het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Op het instrumentenpaneel
F Druk op deze toets. De volgende actuele informatie zal worden
weergegeven:
-
d
e actieradius,
-
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e tijdteller van het Stop & Start-systeem.
-
t
raject "
1" gevolgd door traject " 2"
(afhankelijk van de uitvoering); gemiddelde
snelheid, gemiddeld brandstofverbruik en
de afgelegde afstand tijdens ieder traject.
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Traject resetten
De reset wordt uitgevoerd als het traject wordt
weergegeven.
F
D
ruk langer dan twee seconden op
deze toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Instrumentenpaneel
Page 31 of 324
29
F Druk langer dan 2 seconden op deze toets. F
D
ruk langer dan twee seconden op de knop
op het stuurwiel .
Enkele definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt afleggen (afhankelijk van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers). Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in plaats
van waarden worden weergegeven, neem dan
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
rijstijl of het rijden op een helling, waardoor
het actuele brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens .
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 324
32
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of losgekoppeld,
...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
T
rek aan de knop 1 om de sleutel 2 uit de
Als het inbraakalarm is geactiveerd,
zal het geluidssignaal dat klinkt bij
het met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een
portier, bij het aanzetten van het contact
stoppen.
Keyless entrée and start met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied " A".
De functie handsfree-toegang werkt
niet en de portieren kunnen niet worden
geopend als het contact A AN (stand
Accessoires) is gezet met de knop
"START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entrée
and star t en in het bijzonder de stand
"contact aan".
Lokaliseren van de auto
behuizing te verwijderen. Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren zonder de auto te ontgrendelen.
F
D
ruk op deze knop.
De plafonniers worden ingeschakeld en de
richtingaanwijzers knipperen ca. 10 seconden.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van de auto. Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in
te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 39 of 324
37
Met de Keyless Entry and
Start-afstandsbediening op
zak
Voor vergrendelen van de auto met de
afstandsbediening in detectiegebied A.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Als u de Keyless entrée and start-
afstandsbediening op zak hebt, drukt
u op het merkteken van een van de
voorportiergrepen om de auto volledig te
vergrendelen.
Met achterklep
F Als u de Keyless entrée and start- afstandsbediening op zak hebt, drukt u op
de vergrendelknop van de achterklep om de
auto te vergrendelen.
Als u een van de
vergrendelknoppen ingedrukt
houdt, worden de ruiten gesloten
(afhankelijk van de uitvoering).
De ruit stopt zodra de knop wordt
losgelaten.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruiten
niet kunnen bezeren.Supervergrendeling
F Als u de auto wilt vergrendelen, drukt u op de merktekens van een van
de portiergrepen (voorportier(en),
handbediende schuifdeur(en) of linker
achterdeur). De supervergrendeling schakelt de buiten-
en binnenportiergrepen uit en de knop
voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
De claxon blijft werken.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier naar de achterzijde van
de auto om de super vergrendeling in te
schakelen.
F
Draai binnen vijf seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de supervergrendeling in te
schakelen.
F
Druk binnen 5 seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop.
Als de auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd
ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen de auto
nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder
de afstandsbediening mee te nemen.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
2
Toegang tot de auto
Page 43 of 324
41
Zonder Keyless entry and start
Met Keyless entry and start
F Zet het contact aan door op de knop "START/STOP " te drukken.
F
Z
et bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie stand
P
en trap ver volgens het rempedaal
stevig in.
F
S
electeer bij een auto met
een elektronisch gestuurde
versnellingsbak stand N en trap
ver volgens het rempedaal stevig in.
Neem als de storing na het synchroniseren
niet is verholpen zo snel mogelijk contact op
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
Z
et het contact af.
F
D
raai de sleutel terug in de stand 2
(contact A AN) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
de knop met het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig. F
S
teek de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in
het slot om de auto te ver- of ontgrendelen.
F
H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot het
contact aan wordt gezet.
Centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Handmatig
F Druk op deze toets om de centrale vergrendeling van de auto (portieren,
achterklep en achterdeuren) vanuit het
interieur te bedienen. Het lampje van de
toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de auto
volledig te ontgrendelen. Het lampje in de
toets gaat uit.
Dit lampje gaat ook uit als één of meer
te openen carrosseriedelen afzonderlijk
worden ontgrendeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
2
Toegang tot de auto