FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019 Instructieboek (in Dutch)

Page 201 of 316

1.4 16V 95 pk E4 versie
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok
6. Motorolie dop/vulopening
202P09026J002
199

Page 202 of 316

1.4 T-Jet 120 pk versie
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4.
Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
203P1030198-000-000
200
ONDERHOUD EN ZORG

Page 203 of 316

1.4 T-Jet 120 pk LPG versie
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4.
Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
204PGL000021
201

Page 204 of 316

1.6 E.Torq E6 versie
(indien aanwezig)
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
20509026J0004EM
202
ONDERHOUD EN ZORG

Page 205 of 316

1.6 E.Torq E4 versie
(indien aanwezig)
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
206P09026J001
203

Page 206 of 316

1.6 16V Multijet / 1.6 16V Multijet ECO zonder UREUM
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
20709026J0003EM
204
ONDERHOUD EN ZORG

Page 207 of 316

1.6 16V Multijet / 1.6 16V Multijet ECO-versie met UREUM
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
20809026J0006EM
205

Page 208 of 316

1.3 Multijet 95 pk versie
1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof
5. Motoroliepeilstok 6. Motorolie dop/vulopening
20909026J0002EM
206
ONDERHOUD EN ZORG

Page 209 of 316

MOTOROLIE
167)
73)
Controleer ongeveer 5 minuten na het
uitzetten van de motor het oliepeil met
het voertuig op een horizontale
ondergrond.
Controleer of het oliepeil tussen de
referentietekens MIN en MAX op de
peilstok staat.
Als het oliepeil vlakbij of onder het
MIN-teken staat, olie toevoegen via de
vulopening totdat het MAX-teken wordt
bereikt.
Trek de oliepeilstok naar buiten, maak
hem schoon met een niet-pluizende
doek en zet hem terug. Neem de
peilstok weer uit en controleer of het
peil zich tussen het MIN- en MAX-teken
op de peilstok bevindt.Motorolieverbruik
74)
3)
Gewoonlijk ligt het maximale
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km. Tijdens de eerste
gebruiksperiode van de auto moet de
motor worden ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de
eerste 5000 - 6000 km.
BELANGRIJKLaat na het bijvullen of het
verversen van de motorolie de motor
enkele seconden draaien alvorens hem uit
te zetten en wacht enkele minuten
alvorens het oliepeil te controleren.
MOTORKOELVLOEISTOF
168)
75)
Draai, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 4 los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS /
ACHTERRUITSPROEIER
169) 170)
Verwijder, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 3 en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
REMVLOEISTOF
171) 172)
76)
Controleer of de vloeistof op het
maximumniveau staat.
Draai, als het vloeistofniveau te laag is,
de reservoirdop 1 los en vul de vloeistof
bij zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
BELANGRIJK Reinig zorgvuldig de
reservoirdop en het omliggende
oppervlak van de vulopening. Zorg er
goed voor dat er geen verontreinigingen
in het reservoir terechtkomen als de
dop geopend wordt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een
trechter met fijne zeef van maximaal
0,12 mm.
BELANGRIJK Remvloeistof is
hygroscopisch (d.w.z. trekt water aan).
Daarom moet bij overwegend gebruik
van het voertuig in gebieden met grote
luchtvochtigheid, de vloeistof vaker
worden vervangen dan is aangegeven
in het “Geprogrammeerd
onderhoudsschema”.210P2000167
207

Page 210 of 316

OLIE VOOR
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE /
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE MET
DUBBELE KOPPELING
(waar aanwezig)
4)
Het oliepeil van de versnellingsbak mag
uitsluitend gecontroleerd worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.
ACCU
173) 174) 175)
76)
5)
Het elektrolyt van de accu hoeft niet te
worden bijgevuld met gedestilleerd
water.
Een periodieke controle bij het Fiat
Servicenetwerk is echter noodzakelijk
om de efficiëntie te verifiëren.
De accu vervangen
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant van de accu voor het
onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Nuttig advies om de levensduur van
de accu te verlengen
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting
blijft branden;
schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatische
uitschakeling van de interieurverlichting;
houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, enz.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is
uitgezet;
maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op
de accu los.Als men na aanschaf van het voertuig
elektrische accessoires wil monteren
die constante voeding vereisen (alarm
enz.), of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met
het Fiat Servicenetwerk; het
gekwalificeerde personeel zal dan het
totale stroomverbruik beoordelen.
78)
BELANGRIJK Als de accu werd
losgekoppeld moet de
stuurbekrachtiging worden
geïnitialiseerd. Het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel gaat branden (of
het symbool verschijnt op het display)
om dit aan te geven. Ga hiervoor als
volgt te werk: draai het stuurwiel van
het ene uiteinde naar het andere terwijl
op een rechtlijnig traject van ongeveer
honderd meter wordt gereden.
BELANGRIJK
Als het laadniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen. De accu
is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen
van -10°C gebeuren). Als het voertuig
langere tijd niet gebruikt wordt, zie dan
"Langdurige stilstand van het voertuig” in
het hoofdstuk "Starten en rijden".
208
ONDERHOUD EN ZORG

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 320 next >