Hyundai Santa Fe 2005 Handleiding (in Dutch)
Page 131 of 244
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 7
C050B01S-GXT NORMALE STARTPROCEDURE
1. Breng de contactsleutel aan en gesp de veiligheidsgordel om.
2. Zet de versnellingshandel in neutraal
(handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehandel in stand P (automatische transmissie).
3. Controleer of de controlelampen en de instrumenten goed werken nadatde contactsleutel in de stand "ON"is gedraaid.
4. Draai, bij voertuigen met een controlelamp voor het voorgloeien, de contactsleutel in de stand "ON". Eerst zal de controlelamp oplichtenen daarna doven, hetgeen betekent dat het voorgloeien heeft plaatsgevonden en de motor kanworden gestart.
Gele lamp "OFF"
Gele lamp "ON"
C050B01HP
N.B.: De groene verlichting zal na een
bepaalde tijd vanzelf doven. Het voorgloeien wordt dan beëindigdom de accu niet onnodig te belasten.
Om de motor te kunnen starten
wanneer de groene verlichting reeds is gedoofd, moet de sleuteleerst weer in de stand "LOCK" worden gedraaid en daarna opnieuw in de stand "ON" zodat degloeibougies op temperatuur worden gebracht. WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de koppeling volledig is ingetrapt als de motor bij een handgeschakelde auto gestart wordt.Anders bestaat de mogelijkheid dater in of buiten de auto iemandschade oploopt ten gevolge van de voor-of achteruitbeweging van de auto als de koppeling niet geheelis ingetrapt tijdens het starten.
5. Draai de contactsleutel in de stand "START" en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
!
Page 132 of 244
2- 8 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
C070A02A-AXT HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Uw Hyundai is voorzien van een versnellingsbak met conventioneel schakelpatroon. Dit schakelpatroon isop de knop van de versnellingshandel aangebracht. De versnellingsbak is geheel gesynchroniseerd voor allevooruitversnellingen hetgeen het schakelen naar een hogere of lagere versnelling vergemakkelijkt. N.B:
o Voor het inschakelen van de achteruitversnelling moet deversnellingshandel tenminste 3seconden in de neutraalstand staan nadat de wagen tot stilstand is gebracht. Schakel hierna deachteruitversnelling in.
o Bij lage temperaturen kan het schakelen wat zwaarder gaan tot de versnellingsbakolie is opgewarmd. Dit is normaal enniet schadelijk voor de versnellingsbak.
o Als de eerste of de achteruitversnelling moeilijk kanworden ingeschakeld, zet de versnellingshendel dan inneutraal en laat het koppelingspedaal opkomen. Druk het pedaal vervolgens opnieuwin en schakel de eerste/ achteruitversnelling in.
o Laat uw hand tijdens het rijden niet op de versnellingshendel rusten, omdat dit voortijdigeslijtage van de schakelvorken tot gevolg kan hebben.
C070A01O
!
C055B01B-GXT STARTEN EN AFZETTEN VAN EEN MOTOR METTURBOCOMPRESSOR ENINTERCOOLER (Dieselmotor)
(1)Laat de motor direct na de start niet snel draaien en geef niet plotseling gas. Als de motor koud is moet hij enkele secondenstationair draaien voordat wordt weggereden, zodat een voldoende smering van de turbocompressorgewaarborgd is.
(2)Na gereden te hebben met een zware motorbelasting (hoge snelheid, met aanhanger rijden, in bergen rijden c.q.klimmen e.d.),moet de motor alvorens deze afgezet wordt, ca 1 minuut stationair draaien om de turbo af telaten koelen.
WAARSCHUWING:
Zet de motor niet direct af nadat hij
zwaar belast is. Hierdoor kanernstige schade aan de motor of de turbocompressor ontstaan.
Page 133 of 244
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 9
!WAARSCHUWING:
Wanneer men terugschakelt van de vijfde naar de vierde versnelling,dient men er goed op te letten dat men niet abusievelijk de versnellingshendel zover opzij duwtdat men naar de tweede versnelling schakelt. Zo'n drastische terugschakeling kan ervoor zorgendat het motortoerental oploopt tot het punt dat de toerenteller de rode zone ingaat. Zo'n hoog toerentalkan beschadiging aan de motor veroorzaken. ZC090B1-AXHet gebruik van de koppeling Bij het schakelen moet het
koppelingpedaal geheel worden ingedrukt. Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaalrusten. Dit heeft onnodige slijtage tot gevolg. Laat de koppeling niet slippen. Houd het koppelingspedaal nietgedeeltelijk ingedrukt om de wagen op een helling stil te houden. Dit heeft onnodige slijtage tot gevolg. Gebruikde handrem om de wagen op een helling te blokkeren. C070E02A-GXTAANBEVOLEN SCHAKELSNELHEDEN
Versnelling1-2 2-3 3-4 4-5
Aanbevolen
snelheid km/u 20 40 55 75
De hierboven aangegeven schakelpunten worden aanbevolen voor een optimaal brandstofverbruik en voor optimale prestaties.
Page 134 of 244
2- 10 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
o Als bij hogere snelheden de
macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans op omkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen ende bestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de weg terug te komen.
o Als de auto naast de weg raakt,
moet niet scherp wordenteruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om deauto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
Druk voor het inschakelen van deachteruitversnelling het koppelingspedaal geheel in, zet deversnellingshandel in neutraal en schakel vervolgens de achteruit in.
o Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden op een glad wegdek. Dit geldt vooral bij het remmen,optrekken of het schakelen. Op een glad wegdek en bij het abrupt wijzigen van het motortoerentalkunnen de aangedreven wielen de grip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt.
WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoals plotseling van rijbaan veranderen of snelle scherpe bochten.
o Draag altijd veiligheidsgordels.
Bij een ongeval heeft eeninzittende die geen veiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstigletsel dan iemand die wel een veiligheidsgordel gebruikt.
C070D02O-AXTDe juiste rijstijl
o Plaats de versnellingshandel nooit
in neutraal bij het bergafwaarts rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk. Laat altijd een versnellingingeschakeld.
o Laat uw voet niet op het rempedaal
rusten. Hierdoor kunnen de remmen te heet worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren. Neembij het bergafwaarts rijden uw voet van het gaspedaal en schakel tijdig een lagere versnelling in. Hierdoorremt de wagen op de motor af en vermindert de rijsnelheid.
o Neem gas terug alvorens een lagere versnelling wordt ingeschakeld.Hierdoor wordt voorkomen dat de motor met een te hoogmotortoerental draait hetgeen schade tot gevolg kan hebben.
o Neem gas terug bij zijwind. Hierdoor heeft u meer controle over de wagen.
o Let er op dat de wagen geheel stil staat voordat de achteruitversnellingwordt ingeschakeld, anders kan deversnellingsbak worden beschadigd.
Page 135 of 244
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 11
HSM3022
De hoogwaardige Hyundai
automatische transmissie heeft vier versnellingen vooruit, en 1 achteruit. De afzonderlijke versnellingen worden automatisch geselecteerd, afhankelijkvan de stand van het keuzehandel. Het keuzehandel heeft 2 schakelvlakken, het automatischevlak en het handmatige vlak.
N.B.: Raadpleeg "Sportstand" voor
informatie over de werking van de handmatige bediening. C090A01O-GXT AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Het keuzehandel heeft in het hoofdvlak
4 standen en is voorzien van een vergrendelingsknop om ongewensteselecties te voorkomen.
N.B.: Druk bij het inschakelen het rempedaal en de vergrende- lingsknop in.Druk bij het schakelen devergrendelingsknop in. De keuzehandel kan vrij worden verplaatst.
De eerste schakelingen bij een nieuwe
auto of nadat de accu is losgenomen en aangesloten, kunnen enigszins abrupt zijn. Dit is normaal en de schakelprocedure wordt normaal zodraenkele schakelingen door de TCM (Transmission Control Module = com- puter transmissieregeling) zijnuitgevoerd.LET OP:
Schakel nooit de standen "R" of "P" in terwijl de wagen nog rijdt.!
De controlelampen in het instrumentenpaneel geven bij aangezetcontact de standen van de keuzehandel aan. In de stand "D" geeft een groene lamp deingeschakelde versnelling aan. HSM3022-1
Page 136 of 244
2- 12 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
C090F01O-GXT Sportstand Zowel bij stilstaande als rijdende auto
kan de sportstand worden geselecteerd door de keuzehandel van de stand "D" in de handmatige vlak te drukken. Om terug te keren tot destand "D", moet de keuzehandel in het hoofdvlak worden teruggedrukt.
Door de keuzehandel in de sportstand
achteruit of vooruit te bewegen, wordtsnel en eenvoudig geschakeld. In tegenstelling tot een handgeschakeldeversnellingsbak, kan in de sportstand worden geschakeld terwijl het gaspedaal ingedrukt wordt gehouden. C090F01O
ZC110E1-AX
o D (Rijstand) Dit is de normale rijstand. De
transmissie schakelt automatisch op de meest gunstige en economische momenten de juiste versnelling in. ZC110C1-AX
o R (Achteruit) Deze stand mag uitsluitend bij geheel
stilstaande wagen worden gekozen.
ZC110D1-AX
o N (Neutraalstand) In deze stand vindt geen aandrijving
plaats. De motor kan worden gestart bij deze stand van de keuzehandel. Dit is echter niet raadzaam tenzij demotor afslaat en de wagen nog rijdt.
ZC110B1-AX Standen van de keuzehandel:
o P (Parkeerstand): Plaats de keuzehandel in stand "P"
voor het parkeren of het starten van de motor. Bij het parkeren moet bovendien de handrem wordenaangetrokken.
! LET OP:
Plaats de keuzehandel nooit in
stand "P" als de wagen nog rijdt. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben.
Page 137 of 244
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 13
OMHOOG (+) : Druk de handel
eenmaal naar voren om één versnelling opte schakelen.
OMLAAG (-) : Trek de handel
eenmaal naar achteren om één versnelling terug teschakelen.
OVERSLAAN : Beweeg de handel
snel achterelkaartweemaal voor- of achteruit; hierdoor wordt één versnellingovergeslagen en. d.w.z. 1e naar 3e of 3e naar 1e. LET OP:
o Het opschakelen geschiedt in de sportstand niet automatisch. Debestuurder moet opschakelen inovereenstemming met de heersende omstandigheden en moet voorkomen dat hetmotortoerental in het rode gebied komt.
o Door de keuzehandel snel achterelkaar tweemaal naarachteren (-) te bewegen, kan één versnelling worden overgeslagen,d.w.z. 3e naar 1e, 4e naar 2e. Omdat door abrupt afremmen op de motor de grip verloren kangaan, moet voorzichtig en in overeenstemming met de snelheid wordenteruggeschakeld.
! N.B.:
o In de sportstand kunnen alleen de vier vooruitversnellingen worden geselecteerd. Omachteruit te rijden of te parkeren moet de keuzehandel in de stand "R" respectievelijk "P" wordengeplaatst.
o In de sportstand wordt bij afnemende snelheid automatisch teruggeschakeld. Zodra de auto stilstaat wordt de 1e versnellingautomatisch ingeschakeld.
o Om het vereiste prestatieniveau
van de auto en de veiligheid tewaarborgen, zorgt het systeem ervoor dat bij het bedienen van de keuzehandel bepaaldeschakelingen niet worden uitgevoerd.
o Om op een glad wegdek weg te rijden moet het keuzehandel in de richting + (OMHOOG) wordengedrukt. Hierdoor schakelt de transmissie over naar de 2e versnelling waardoor op een gladwegdek soepeler kan worden weggereden. Om terug te schakelen naar de 1e versnellingmoet de handel in de richting -(OMLAAG) worden gedrukt.
Page 138 of 244
2- 14 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
C090N03O-AXT Een goede rijstijl
o Plaats bij ingedrukt gaspedaal de keuzehandel vanuit een rijstandnooit in stand "P" of "N".
o Plaats de keuzehandel nooit in stand "P" wanneer de wagen rijdt.
o Zorg er voor dat de wagen stil staat voordat stand "R" wordtingeschakeld.
o Zet de keuzehandel nooit in stand "N" tijdens het bergafwaarts rijden. Dit is uiterst gevaarlijk. Laat dekeuzehandel altijd in een rijstand staan.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Hierdoor kunnen de remmente warm worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren. Neembij het bergafwaarts rijden tijdig gas terug en schakel een lagere versnelling in. Hierdoor remt dewagen op de motor af waardoor de rijsnelheid wordt verminderd.
o Neem gas terug voordat u een lagere versnelling inschakelt. Anders is het mogelijk dat de lagereversnelling niet in aangrijping komt.
C090I02L-GXT
!
LET OP:
o Schakel alleen naar de stand "R" en "P" als de auto volledig stilstaat.
o Met ingedrukt rempedaal de motor niet met een hoog toerentallaten draaien als de achteruit- ofeen vooruitversnelling is ingeschakeld.
C090H01L-GXTN.B.:
o Voor een soepele en veilige
werking, moet bij het inschakelen van een voor- of achteruitversnelling vanuit de stand "Neutral" of "Park", hetrempedaal worden ingedrukt.
o Het contact moet zijn aangezet
en het rempedaal ingedrukt omde keuzehandel vanuit de stand "P" (Park) naar een van de andere standen te kunnen schakelen.
o Het is altijd mogelijk om vanuit
de stand "R", "N" of "D", naar destand "P" te schakelen. Om schade aan de transmissie te vo orkomen moet de auto hierbijstilstaan. o Houd het rempedaal altijd
ingedrukt als van stand "P" of "N" naar "R" of "D" wordt geschakeld.
o Gebruik stand "P" (Park) niet in
plaats van de parkeerrem. Bediende parkeerrem, zet de transmissie in de stand "P" (P ark) en zet het contact af voordat de auto, ook
voor korte tijd, wordt verlaten. Laat de auto met draaiende mo- tor niet onbeheerd achter.
o Bij het vanuit stilstand accelereren op een steile hellingkan de auto de neiging hebbenom achteruit te rollen. Door de selectiehendel in stand 2 (tweede versnelling) te zetten terwijl desportstand is ingeschakeld, voorkomt u dat de auto achteruit gaat rollen.
o Controleer regelmatig het vloeistofpeil in de automatischetransmissie en vul zonodig vloeistof bij.
Page 139 of 244
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 15
!
o Plaats de keuzehandel niet alleen
in stand "P" om de auto in stilstand te houden, maar trek altijd dehandrem aan.
o Wees uiterst voorzichtig bij het
rijden op een glad wegdek. Wees vooral voorzichtig bij het remmen, het gas geven en het schakelen.Op een glad wegdek en bij een abrupte wijziging van het motortoerental kunnen deaangedreven wielen hun grip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt.
WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoalsplotseling van rijbaan veranderen of snelle scherpe bochten.
o Draag altijd veiligheidsgordels. Bij een ongeval heeft een inzittende die geen veiligheidsgordel gebruiktduidelijk meer kans op ernstig letsel dan iemand die wel een veiligheidsgordel gebruikt.o Als bij hogere snelheden de
macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans op omkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de wegterug te komen.
o Als de auto naast de weg raakt, moet niet scherp wordenteruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om de auto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
o Veel gas geven als de auto is vastgereden, bijv. in modder ofsneeuw, etc, kan ernstige schadeaan de eindaandrijving veroorzaken. Laat de auto zo nodig vrij trekken. C120A02A-AXT ANTIBLOKKEERSYSTEEM Het antiblokkersysteem (abs) is ontworpen om, tijdens plotseling remmen of bij gevaarlijke wegomstandigheden, het blokkerenvan een wiel te voorkomen.Een regeleenheid registreert desnelheid van het wiel en controleert de druk naar iedere rem. Op deze wijze zal, in een noodsituatie of bijeen glad wegdek het anti- blokkeersysteem de controle over het voertuig tijdens het remmenverbeteren. N.B.: Indien het antiblokkeersysteem in werking treedt, kan in het rempedaal een lichte reactie gevoeldworden, tijdens het remmen.Ook is een klikkend geluid in hetmotorcompartiment onder hetrijden waarneembaar.Dit zijn normale verschijnselen tenteken dat uw antiblokkeersysteem goed functioneert.
Page 140 of 244
2- 16 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
C300A01O-GXT REM-/ AANDRIJFREGELSYSTEEM(BTCS) (Indien gemonteerd) Op een glad wegdek voorkomt het
aandrijfregelsysteem (TCS = traction control system) dat de aangedreven wielen doorslippen waardoor de gripvan de wielen wordt verbeterd. Het systeem zorgt ook voor een verbeterde aandrijfkracht enstuureigenschappen bij het accelereren in bochten.
ANTI SLIP Control Voorkomt het doorslippen van de
aangedreven wielen bij het wegrijden en het rijden door bochten op gladwegdek, zodat wordt voorkomen dat de aandrijfkracht van de voorwielen niet wordt overgebracht.
Tips voor het rijden Het TCS-systeem bedient de remmen
niet. Zorg er altijd voor dat met gematigde snelheid in bochten wordtgereden.Op deze wegen moet met verminderde snelheid worden gereden. De veiligheidsvoorzienin- gen van een auto met ABS mogenniet worden uitgeprobeerd bij hoge snelheid of in bochten. Hierdoor kan de veiligheid van uzelf of vananderen in gevaar komen.!WAARSCHUWING:
Het ABS voorkomt geen ongelukken als gevolg van onjuist en gevaarlijkrijgedrag. Zelfs al is de beheersing van de auto tijdens noodremmingen verbeterd, toch moet altijd eenveilige afstand worden aangehouden. Onder extreme wegomstandigheden moet de snelheid altijd worden verminderd. Onder de volgende
omstandigheden kan de remweg voor auto's met ABS zelfs langer zijn dan voor auto's zonder ABS.
o Op wegen met een ruwe wegdek of als ze zijn bedekt met grind of sneeuw.
o Bij het rijden met sneeuwkettingen.
o Op wegen waar kuilen in het
wegdek aanwezig zijn of waar dehoogte van het wegdek ongelijk is.