Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)

Page 61 of 376

door contact met chemische pro-
ducten. De schaafwonden zijn niet
blijvend en genezen normaal ge-
sproken snel. Als uw schaafwonden
echter na enkele dagen nog niet zijn
genezen of als u last hebt van bla-
ren, ga dan onmiddellijk naar uwhuisarts.
 Terwijl de airbags leeglopen ziet u misschien rondvliegende stofdeel-
tjes die op rook lijken. Dit stof is een
normaal bijproduct van het active-
ringsproces voor het niet-giftige op-
blaasgas. Deze rondzwevende stof-
deeltjes kunnen de huid, ogen, neus
of keel irriteren. Spoel met koud
water als u last hebt van geïrri­
teerde ogen of huid. Zorg voor
frisse lucht bij neus- of keelirrita-
ties. Raadpleeg uw huisarts als de
irritatie zich blijft voordoen. Als
deze deeltjes op uw kleding terecht-
komen, volg dan de gebruikelijke
wasvoorschriften van de kledingfa-
brikant om de kleding te reinigen. Rijd niet in uw auto nadat de airbags
opgeblazen zijn geweest. Als u op-
nieuw bij een aanrijding betrokken
raakt, zullen de airbags geen enkele
bescherming bieden.
WAARSCHUWING!
Eenmaal geactiveerde airbags en
gordelspanners hebben geen enkel
effect bij een volgende aanrijding.
Laat de airbags, gordelspanners en
rolautomaat van de veiligheidsgor-
dels voorin onmiddellijk vervangen
door een erkende dealer. U moet ook
het ORC-systeem laten nakijken.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
 Wijzigingen aan delen van het air-
bagsysteem kunnen tot gevolg
hebben dat het systeem bij een
aanrijding niet functioneert. U
kunt gewond raken doordat de
airbag niet werkt en u niet be-
schermt. Breng geen wijzigingen
aan de onderdelen of bedrading
aan en plak nooit emblemen of
stickers op het afdekpaneel op het
stuur of aan de rechterzijde van
het instrumentenpaneel. Breng
geen wijzigingen aan op de voor-
bumper of de carrosseriestructuur
en monteer geen los verkrijgbare
treeplanken.
 Het is gevaarlijk zelf onderdelen
van het airbagsysteem te repare-
ren. Waarschuw iedereen die aan
uw auto werkt dat de auto is uit-
gerust met airbags.
(Vervolgd)
55

Page 62 of 376

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
 Probeer geen enkel onderdeel van
het airbagsysteem te wijzigen. De
airbag kan per ongeluk worden
opgeblazen of werkt mogelijk niet
goed meer als deze wordt gewij-
zigd. Breng de auto naar een er-
kende dealer voor onderhoud aan
het airbagsysteem. Breng de auto
naar een erkende dealer als onder-
houd nodig is aan de autostoel,
waaronder het afdekpaneel en het
kussen (ook voor het verwijderen
of losser/strakker maken van de
bevestigingsbouten). Er mogen
alleen door de fabrikant goedge-
keurde stoelaccessoires worden
gebruikt. Neem contact op met
een erkende dealer als het airbag-
systeem moet worden aangepast
voor personen met een handicap.
Waarschuwingslampje voor hetairbagsysteem De airbags moeten bedrijfs-
klaar zijn om bij een aanrij-
ding onmiddellijk op te bla-
zen en u te beschermen. Het
waarschuwingslampje voor het air- bagsysteem controleert de interne cir-
cuits en de bedrading verbonden met
elektrische componenten van het air-
bagsysteem. Het airbagsysteem is on-
derhoudsvrij. Laat het systeem echter
onmiddellijk controleren door een er-
kende dealer als zich het volgende
voordoet.
 Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem gaat niet vier tot
acht seconden branden nadat u de
contactschakelaar de eerste keer in
de stand ON/RUN hebt gezet.
 Het waarschuwingslampje voor het airbagsysteem blijft branden na de
periode van vier tot acht seconden.
 Het waarschuwingslampje voor het airbagsysteem gaat af en toe bran-
den of blijft branden tijdens hetrijden.
OPMERKING:
Als de snelheidsmeter, toerenteller
of andere meters voor motorfunc-
ties niet werken, is het mogelijk
dat het beschermingssysteem voor
de inzittenden ook niet werkt. Het
kan zijn dat de airbags niet gereed
zijn om u te beschermen. Contro- leer onmiddellijk de zekeringen
op doorgeslagen zekeringen.
Raadpleeg het label aan de bin-
nenkant van het deksel van het ze-
keringenblok voor de juiste air-
bagzekeringen. Laat uw erkende
dealer controleren of de zekering
nog goed is.
GEBEURTENISRECORDER (EDR)
Deze auto is uitgerust met een gebeur-
tenisrecorder (EDR). De belangrijkste
taak van de EDR is het registreren van
gegevens die duidelijk maken hoe een
voertuigsysteem zich heeft gedragen
in bepaalde ongevals- of gelijksoor-
tige situaties, zoals de activering van
een airbag of een botsing tegen een
obstakel. De EDR is ontworpen om
kortstondig, meestal 30 seconden of
minder, gegevens te registreren die
verband houden met de dynamiek en
veiligheidssystemen van de auto. De
EDR in deze auto is ontworpen om
onder andere de volgende gegevens te
registreren:
 Hoe hebben diverse systemen in uw
auto zich gedragen?56

Page 63 of 376

 Waren de veiligheidsgordels van debestuurder en passagier vastge- gespt?
 Hoe ver (indien van toepassing) trapte de bestuurder het gas- en/of
rempedaal in?
 Hoe snel reed de auto?
Deze gegevens kunnen bijdragen tot
een beter inzicht in de omstandighe-
den waarin botsingen en letsel ont-staan. OPMERKING:
De EDR-gegevens worden uitslui-
tend tijdens extreme ongevalsitua-
ties geregistreerd. Onder normale
rijomstandigheden registreert de
EDR geen privé­ of overige gege-
vens, zoals naam, geslacht, leeftijd
en ongevallocatie. Het is echter wel
mogelijk dat anderen, bijvoor-
beeld de politie, de EDR-gegevens
combineren met de persoonsgege-
vens die standaard worden opge-
vraagd na ongevallen.
Voor het uitlezen van de geregis-
treerde EDR-gegevens is zowel toe-
gang tot de auto als speciale appara-
tuur nodig. Naast de fabrikant van de auto kunnen ook anderen die over
deze speciale apparatuur beschikken,
zoals de politie, de EDR-gegevens le-
zen indien zij toegang hebben tot de
auto of de EDR.
AUTOGORDELS VOOR KINDEREN
Elke inzittende van uw auto moet al-
tijd de autogordels op de juiste wijze
dragen, ook baby's en kinderen.
Kinderen van 12 jaar en jonger moe-
ten op de achterbank de autogordels
op de juiste wijze dragen. Statistieken
tonen aan dat kinderen veiliger zijn
wanneer ze op de achterste zitplaat-
sen zijn vastgegespt (en niet op devoorstoelen).
WAARSCHUWING!
 “Zeer gevaarlijk! Plaats nooit een
kinderzitje achterstevoren op een
stoel die is beveiligd door een
voor-airbag!" Zie de informaties-
ticker op de zonneklep.
 Bij een aanrijding kan een niet-
vastgegespt kind of zelfs een baby
als een projectiel naar voren wor-
den geslingerd. Bij een aanrijding
kan zoveel kracht nodig zijn om
een baby op uw schoot te houden
dat u het kind onmogelijk kunt
vasthouden, hoe sterk u ook bent.
De baby en andere inzittenden
kunnen zo ernstig gewond raken.
Voor elk kind in uw auto moet u
het bijbehorende kinderzitje ge-
bruiken, overeenkomend met de
grootte van het kind.
57

Page 64 of 376

GewichtsklasseStoelstand (of andere plaats)
Voorstoel passa- gierszijde Achter buitenzijde Achter midden Tweede zitrij
buitenzijde Tweede zitrij
midden
Groep 0 - tot 10 kg X U U U X
Groep 0+ - tot 13 kg X U U U X
Groep 1 - 9 tot 18 kg X U U U X
Groep II - 15 tot 25 kg X U U U X
Groep III - 22 tot 36 kg X U U U X
Legenda voor letters in het schema hierboven:
U = Geschikt voor "universele" kin-
derzitjes, goedgekeurd voor gebruik
in deze leeftijdsgroep/gewichtsklasse.
UF = Geschikt voor in voorwaartse
richting geplaatste universele kinder-
zitjes, goedgekeurd voor deze ge-wichtsklasse.
L = Geschikt voor speciale kinderzit-
jes, vermeld in de bijgevoegde lijst.
Deze kinderzitjes kunnen behoren tot
de categorieën "specifiek voertuig",
"beperkt gebruik" of "semi-universeel".
B = Ingebouwd kinderzitje goedge-
keurd voor leeftijdsgroep/gewichtsklasse. X = Zitpositie niet geschikt voor kin-
deren in deze leeftijdsgroep/gewichtsklasse.
58

Page 65 of 376

Tabel ISOFIX-posities voor het voertuig
Gewichtsklasse Grootte-
klasse Bevestiging Voorstoel
passagiers- zijde Achter bui-
tenzijde Achter mid-
den Tweede
zitrij bui- tenzijde SSnG Tweede
zitrij mid- den LUX. Quad Andere
plaatsen
Draagbare wieg F ISO/L1 X X X IUF * IUF X
G ISO/L2 X X IUF** IUF * IUF X (1) X X X X X X
0 — tot 10 kg E ISO/R1 X X IUF** IUF IUF X
(1) X X X X X X
0+ — tot 13 kg E ISO/R1 X X IUF** IUF IUF X
D ISO/R2 X X IUF** IUF IUF X C ISO/R3 X X IUF** IUF IUF X
(1) X X X X X X
I – 9 tot 18 kg D ISO/R2 X X IUF** IUF IUF X
C ISO/R3 X X IUF** IUF IUF X B ISO/F2 X X IUF** IUF IUF X
B1 ISO/F2X X X IUF** IUF IUF X A ISO/F3 X X IUF** IUF IUF X (1) X X X X X X
II – 15 tot
25 kg (1) X X X X X X
III – 22 tot 36 kg (1) X X X X X X
Legenda voor letters in het schema hierboven:
(1) Voor de CRS die geen ISO/XX
-identificatie hebben (A tot G) voor de
geldende gewichtsklasse moet de au-
tofabrikant het beschermingssysteem voor kinderen van ISOFIX dat speci-
fiek voor dat voertuig is bedoeld aan-
bevelen voor elke positie.
IUF = Geschikt voor voorwaarts ge-
richte ISOFIX-beschermingssyste-
men voor kinderen van de "univer-sele" klasse die zijn goedgekeurd voor
gebruik bij deze gewichtsklasse.
IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
beschermingssystemen voor kinde-
ren, zoals vermeld in de bijgevoegde
59

Page 66 of 376

lijst. Deze ISOFIX-kinderzitjes vallen
onder de categorieën van "bepaald
voertuig", "beperkt" of "semi-universeel".
X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-beschermingssystemen voor
kinderen in deze gewichtsklasse en/of
deze grootteklasse.
* = Zowel de linker- als de rechter-
stoel op de tweede zitrij moet in de
gebruiksstand staan. (De zitplaatsen
mogen niet neergeklapt zijn).
** = De binnenste gesp voor de linker
zitplaats moet zich altijd achter
ISOFIX-kinderzitjes bevinden.
Baby's en kleine kinderen
Veiligheidsdeskundigen raden aan
kinderen tot twee jaar, of totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het kin-
derzitje hebben bereikt, achterstevo-
ren in de auto te vervoeren. Er kunnen
twee soorten kinderzitjes achterstevo-
ren worden gebruikt: babydraagzitjes
en aanpasbare kinderzitjes.
Het babydraagzitje mag u uitsluitend
achterstevoren in de auto plaatsen.
Dit wordt aanbevolen voor kinderen
vanaf hun geboorte totdat ze delengte- of gewichtslimiet van het ba-
bydraagzitje hebben bereikt. Aanpas-
bare kinderzitjes kunnen ofwel ach-
terstevoren of voorwaarts gericht
worden gebruikt in de auto. Aanpas-
bare kinderzitjes hebben meestal een
hogere gewichtslimiet voor de richting
achterstevoren dan babydraagzitjes
en kunnen dus achterstevoren worden
gebruikt bij kinderen die hun draag-
zitje zijn ontgroeid maar nog geen
twee jaar zijn. Kinderen moeten ach-
terstevoren in de auto worden ver-
voerd totdat ze het toegestane maxi-
male gewicht of lengte voor het
aanpasbare kinderzitje bereikt heb-
ben. Beide typen kinderzitjes worden
in de auto bevestigd met een drie-
puntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Zie "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-jes".
WAARSCHUWING!
 Een achterstevoren te bevestigen
kinderzitje mag u NOOIT op de
voorstoel gebruiken als uw auto is
uitgerust met een frontairbag aan
passagierszijde. Bij opblazen kan
de airbag anders ernstig en zelfs
dodelijk letsel toebrengen aan de
baby.
Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die twee jaar zijn of het ach-
terstevoren geplaatste aanpasbare
kinderzitje ontgroeid, kunnen voor-
waarts gericht in de auto rijden. Voor-
waarts gerichte kinderzitjes en voor-
waarts geplaatste aanpasbare
kinderzitjes zijn bedoeld voor kinde-
ren die ouder zijn dan twee jaar of
zwaarder of langer zijn dan de
gewichts- of lengtelimiet van het ach-
terstevoren geplaatste aanpasbare
kinderzitje. Kinderen moeten zo lang
mogelijk in een voorwaarts geplaatst
kinderzitje met gordel worden ver-
voerd totdat ze het toegestane maxi-
male gewicht of lengte voor het kin-
derzitje hebben bereikt. Deze typen
kinderzitjes worden tevens in de auto
60

Page 67 of 376

bevestigd met een driepuntsgordel of
het ISOFIX-bevestigingssysteem van
het kinderzitje. Zie "ISOFIX — Be-
vestigingssysteem voor kinderzitjes".
Kinderen die zwaarder of langer zijn
dan de limiet voor het voorwaarts ge-
plaatste kinderzitje, moeten een zit-
verhoger met gordelbevestiging ge-
bruiken totdat de autogordels goed
passen. Als het kind met de rug tegen
de rugleuning op de zitting zit en de
knieën niet kan buigen om de benen te
laten afhangen, moet het kind een
zitverhoger met gordelbevestiging ge-
bruiken. Het kind en de zitverhoger
met gordelbevestiging worden beves-
tigd met behulp van de driepuntsgor-del.
Kinderen die te groot zijn voor
een zitverhoger
Grote kinderen die gemakkelijk een
schoudergordel dragen en zulke lange
benen hebben dat deze vanaf de knie
omlaag hangen als ze met de rug tegen
de rugleuning steunen, moeten de
driepuntsgordels gebruiken en op de
achterbank plaatsnemen. Zorg dat het kind rechtop in de
stoel zit.
 Leg de heupgordel laag over de heupen en trek de gordel zo strak
mogelijk aan.
 Controleer regelmatig of de auto- gordel goed past. Door de bewegin-
gen van het kind kan de autogordel
een foutieve positie aannemen.
 Als de schoudergordel het gezicht of de hals raakt, plaats het kind dan
verder naar het midden van de auto
toe. Als dit niet helpt, kunt u het
kind middenin op de achterbank
zetten en vastgespen met zowel het
heup- als het schoudergedeelte van
de gordel. Sta nooit toe dat een kind
de schoudergordel onder de arm
door of achter de rug langs draagt.
WAARSCHUWING!
 Een foutief aangebracht kinder-of babyzitje kan op het kritieke
ogenblik dienst weigeren. Het kan
losschieten bij een aanrijding. Het
kind kan zo ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen. Volg daarom
bij de bevestiging van een kinder-
zitje de aanwijzingen van de fa-
brikant nauwgezet op.
 Een achterstevoren te bevestigen
kinderzitje mag u alleen gebrui-
ken op de achterbank. In een ach-
terstevoren geplaatst kinderzitje
op de voorstoel kan een baby of
kind ernstig of zelfs dodelijk ge-
wond raken wanneer de passa-
giersairbag wordt opgeblazen.
Enkele tips om uw kinderzitje op-
timaal te gebruiken:
 Controleer voor de aanschaf van een kinderzitje of op een sticker is
vermeld dat het zitje voldoet aan
alle van toepassing zijnde veilig-
heidsnormen. LANCIA raadt u ook
aan voor aanschaf te controleren of
61

Page 68 of 376

het kinderzitje goed te bevestigen is
in de auto waarin u het gaat gebrui-ken.
 Het kinderzitje moet zijn afgestemd op het gewicht en de lengte van uw
kind. Controleer de sticker op het
zitje en let op de grenswaarden voor
gewicht en lengte.
 Volg nauwkeurig de instructies op van de fabrikant wanneer u een
kinderzitje installeert. Als u het
zitje niet op de juiste wijze instal-
leert, functioneert het misschien
niet juist wanneer dat nodig is.
 De autogordels voor passagiers zijn uitgerust met een automatische rol-
vergrendeling (ALR) die het heup-
gordelgedeelte strak om het kinder-
zitje gespannen houdt, zodat u geen
speciale vergrendelclip hoeft te ge-
bruiken. In zitplaatsen die zijn
voorzien van automatische rolver-
grendeling (ALR), is een ratelend
geluid hoorbaar wanneer de gordel-
band volledig is uitgetrokken en
wordt losgelaten om terug te rollen.
Raadpleeg "Automatische rolver-
grendeling" voor meer informatie.  Op de achterbank is het soms lastig
om de driepuntsgordel strak om het
kinderzitje aan te trekken, doordat
de gesp of de gespsluiting zich te
dicht bij de gordeldoorvoer aan het
zitje bevindt. Maak dan de gesp los
uit de gespsluiting en draai het
korte gordelgedeelte aan de slui-
tingzijde een paar keer rond om dit
gedeelte korter te maken. Zet de
gesp weer vast, met de ontgrendel-
knop naar buiten gericht.
 Als u de gordel nog steeds niet ste- vig kunt bevestigen of als door trek-
ken en duwen aan het kinderzitje
de gordel loskomt, maak dan de
gesp los uit de sluiting. Draai ver-
volgens de sluiting om en steek de
gesp opnieuw in de sluiting. Als het
kinderzitje dan nog steeds niet ste-
vig is vastgezet, kunt u beter een
andere zitpositie proberen.
 Gesp het kind in het zitje vast vol- gens de aanwijzingen van de fabri-
kant van het zitje.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het baby- of kinderzitje
niet gebruikt, zet dit dan vast met de
autogordel of verwijder het uit de
auto. Laat het zitje nooit los in de
auto liggen. Bij een noodstop of on-
geval kan het zitje de inzittenden of
de stoelrugleuningen raken en ern-
stig letsel veroorzaken.
ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes Alle auto's, behalve bestel-
wagens voor commercieel
gebruik, zijn uitgerust met
het ISOFIX-bevestigings-
systeem voor kinderzitjes. Er zijn
twee ISOFIX-bevestigingssystemen
voor kinderzitjes geïnstalleerd op alle
zitplaatsen op de tweede rij en in het
midden op alle neerklapbare zitplaat-
sen op de derde rij. Zitplaatsen op de
tweede rij hebben ook bevestigings-
banden aan de achterkant van de rug-
leuning. Verder zijn alle neerklapbare
zitplaatsen op de derde rij uitgerust
met een bevestigingsverankering voor
de zitplaats in het midden.
62

Page 69 of 376

OPMERKING:
 Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem gebruikt
om een kinderzitje te installe-
ren, moet u ervoor zorgen dat
alle veiligheidsgordels die op
dat moment niet worden ge-
bruikt, buiten het bereik van
kinderen worden gehouden. Het
is raadzaam voordat het kinder-
zitje wordt aangebracht de vei-
ligheidsgordel achter het zitje
om vast te gespen, buiten bereik
van het kind. Als de vastgegespte
veiligheidsgordel in de weg zit
bij de installatie van het kinder-
zitje, leidt u de veiligheidsgordel
door de gordelopening van het
kinderzitje en gespt u deze ver-
volgens vast, in plaats van de
veiligheidsgordel achter het zitje
te leiden. Hierdoor blijft de vei-
ligheidsgordel buiten bereik van
een nieuwsgierig kind. Wijs alle
kinderen in de auto erop dat een
veiligheidsgordel geen speel-
goed is, en dat ze er niet mee mogen spelen. Laat kinderen
nooit zonder begeleiding achter
in de auto.
 Als het kinderzitje niet compati- bel is met het ISOFIX-
bevestigingssysteem, bevestigt u
het zitje met behulp van de au-togordels.
Onderste bevestigingen aanbrengen:
1. De onderste bevestigingspunten in
de auto zijn ronde stangen, die tussen
de rugleuning en de zitting zijn aan-gebracht.
2. Maak het stelmechanisme aan de
onderste banden van het kinderzitje
los (raadpleeg de aanwijzingen bij het
kinderzitje) om het plaatsen te verge-makkelijken. OPMERKING:
Het is raadzaam de bovenste an-
kerband los te maken en losjes in
positie te brengen alvorens de on-
derste ankerpunten vast te zetten,
zodat de bovenste band niet klem
komt te zitten tussen de autostoel
en het kinderzitje. 3. Bevestig de onderste banden van
het kinderzitje aan de onderste veran-
keringsstangen van de auto. Contro-
leer of de onderste bevestigingsband
stevig is aangetrokken en de haak vei-
lig vastzit.
4. Trek de onderste bevestigingsband
strak terwijl u het kinderzitje stevig
naar achteren en omlaag tegen de au-
tostoel drukt. Zorg dat de onderste
bevestigingsbanden op alle punten
strak zijn getrokken. Raadpleeg de
instructies bij het kinderzitje voor in-
formatie over het strak trekken van debanden.
ISOFIX-ankerpunten (afbeelding van
de ankerpunten op de tweede zitrij)
63

Page 70 of 376

Bovenste ankerband aanbrengen
(met onderste bevestigingspunten ofautogordel):
1. Leid de bovenste ankerband tus-
sen de stalen stangen onder de verstel-
bare hoofdsteun.
2. Zorg dat er voldoende speling is
(raadpleeg de instructies bij het kin-
derzitje) om de bovenste ankerband
te bevestigen aan het ankerpunt bij de
onderzijde van de rugleuning.
3. Klik de ankerbandhaak vast in het
ankerpunt. Controleer of de haak ste-
vig en veilig is vergrendeld.4. Trek de riemen strak en zet de
bovenste riem vast volgens de instruc-
ties van de fabrikant van het kinder-zitje. OPMERKING:
De bovenste ankerband moet al-
tijd zijn vergrendeld, ongeacht of
het kinderzitje is vastgezet met de
onderste ankerpunten of met de
veiligheidsgordel van de auto.
WAARSCHUWING!
Door een verkeerd vastgemaakte an-
kerband zal het kind het hoofd mis-
schien te veel kunnen bewegen en
kan het kind letsel oplopen. Gebruik
alleen de ankerpunten pal achter het
kinderzitje om de ankerband voor
het kinderzitje vast te maken.
OPMERKING:
Als het kinderzitje niet compatibel
is met het ISOFIX-bevestigings-
systeem, bevestigt u het zitje met
behulp van de autogordels.
Omdat onderste ankerpunten op per-
sonenauto’s worden geïntroduceerd
in de loop van een paar jaar, blijven
ISOFIX-ankerpunten (afbeelding van de ankerpunten in de derde 60/40-zitrij)
Montage van ankerband op de
achterstoel (afbeelding van het ankerpunt op de tweede zitrij)
ISOFIX-ankerpunten (afbeelding van het ankerpunt op de derde 60/40-zitrij)
64

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 380 next >