Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
Page 211 of 319
BELANGRIJK
Alvorens een zekering te vervangen,
moet men controleren of de
contactsleutel uit het slot is genomen en of
alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Als een hoofdzekering voor
veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan
contact op met het Lancia Servicenetwerk.TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN
Zekeringenkast in de motorruimte
Deze zekeringenkast bevindt zich naast de accu
fig. 154: ga voor toegang tot de zekeringen als
volgt te werk:
❒plaats het deksel A fig. 152 opzij;
❒draai schroef A fig. 153los, maak de lipjes B los
en verwijder deksel C door het naar boven te
trekken.
fig. 152L0F0170
207
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 212 of 319
Op het deksel zijn de identificatienummers van de
elektrische onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven. Zorg na vervanging
van de zekering voor een correcte montage van het
deksel C op de zekeringenkast.Als de motorruimte moet worden
schoongewassen, voorkom dan dat de
waterstraal van de spuit rechtstreeks
op de zekeringenkast in de motorruimte komt.
fig. 153L0F0094
208
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 213 of 319
fig. 154L0F0249
209
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 214 of 319
ekeringenkast op het dashboard
De regeleenheid bevindt zich aan de linkerkant
van de stuurkolom en de zekeringen zijn
makkelijk bereikbaar via het onderste deel van het
dashboard.
De zekeringen bevinden zich in de zekeringenkast
getoond in fig. 155.
fig. 155L0F0248
210
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Z
Page 215 of 319
Zekeringenkast in de bagageruimte
De zekeringenkast bevindt zich links in de
bagageruimte onder het deksel aan de zijkant A
fig. 156.
De zekeringen bevinden zich in de zekeringenkast
getoond in fig. 157.
fig. 156L0F0128fig. 157L0F0212
211
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 216 of 319
AANSLUITKAST IN MOTORRUIMTE
fig. 154
APPARATEN ZEKERING AMPERE
Mistlichten F08 15
Claxons F10 15
Grootlicht F14 15
Opendakmotor F15 20
Ventilator inzittendenruimte F82 40
Stopcontact voor (met of zonder aansteker) F85 15
212
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 217 of 319
ZEKERINGENKAST INSTRUMENTENPANEEL
fig. 155
APPARATEN ZEKERING AMPERE
+15 Hoogteregeling koplampen F13 5
+15 bediening via ingeschakeld contactslot met
blokkering tijdens starten van motorF31 5
+30 Klimaatregeleenheid, Blue&Me
TM-regeleenheid,
EOBD-aansluiting, radio-inbouwvoorbereidingF36 10
+15 schakelaar op rempedaal (NO) F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
+15 Schuifdak, stoelverwarming, regen-/
schemersensor, bediening elektrische spiegels,
bedieningsverlichting, AUX-aansluitingF49 7,5
+15 Radio-inbouwvoorbereiding,
klimaatregeleenheid, schuifdak,
parkeerregeleenheid, rempedaalschakelaar (NC),
koppelingspedaalschakelaar (NC),
achteruitrijlichten, koplampsproeierbobineF51 5
+30 Instrumentenpaneel F53 7,5
+15 = plusklem vanaf contactsleutel
+30 = directe plusklem accu (niet vanaf
contactsleutel)
213
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 218 of 319
AANSLUITKAST IN BAGAGERUIMTE
fig. 157
APPARATEN ZEKERING AMPERE
BOSE HI-FI systeem F60 20
Beschikbaar F61 -
Stoelverwarming F62 15
Elektrische ruitbediening rechtsachter F63 20
Elektrische ruitbediening linksachter F64 20
Voeding inbouwvoorbereiding alarm F65 7,5
214
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 219 of 319
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen
van de accu geldt slechts ter informatie.
Raadpleeg bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Nadat de contactsleutel naar STOP
is gedraaid en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut wachten voordat u de
elektrische voeding van de accu loskoppelt en
vervolgens weer aansluit.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende ongeveer 24
uur op te laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.VERSIES ZONDER Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de
accupolen; let daarbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit
alvorens de accu los te koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
215
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 220 of 319
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 158 van de accusensor
C op de minklem D van de accu los;
❒sluit de pluskabel van de acculader aan op de
plusklem E van de accu en de minkabel op de
klem van de sensor D zoals aangegeven in
de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na het opladen
de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben afgekoppeld de
stekker A fig. 158 terug op de sensor C aan
zoals aangegeven in de figuur.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen.
Het opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed verluchte ruimte, ver
van open vuur en vonken: brand- en
ontploffingsgevaar.
fig. 158L0F0229
216
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER