PEUGEOT 206 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 155
17-06-2002
RDS Gebruik van RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of
CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie.Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken; de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 206 IN DETAIL
48
Page 52 of 155
17-06-2002
PTY-functie: autoradio RD3
Met behulp van deze functie kunnen zenders met een specifieke programmering (info, cultuur, sport, pop...) beluisterd worden.Houd, als FMis geselecteerd, de toets "TA"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te
schakelen. Zoeken van een PTY-programmering:
- schakel de PTY-functie in,
- druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom een overzicht met de verschillende programma-
types weer te geven.
- als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan ŽŽn van de toetsen Lof N
langer dan twee seconden ingedrukt om automatisch af te stemmen (na het afstemmen wordt de PTY -functie weer uitgeschakeld).
In de stand PTYkunnen de verschillende programmatypes worden opgeslagen. Houd daarvoor de voorkeuzetoetsen "1"
t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Een bepaalde programmering kan nu worden opgeroepen door de desbetref-
fende toets kort in te drukken. EON: autoradio RD3 Dit systeem maakt koppelingen tussen zenders in hetzelfde gebied. Bij dit systeem is het mogelijk om automatisch naar andere zenders binnen het gebied over te schakelen die verkeersinformatie of een PTY-programmering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de functie TAof PTY is ingeschakeld.
UW 206 IN DETAIL 49
Page 53 of 155
17-06-2002
CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Lom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Lof Nlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Qlanger dan 2 seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw langer dan 2 seconden in om
weer op normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt gedeactiveerd als de radio wordt uitgezet.
UW 206 IN DETAIL 51
Het gebruik van "recordable" CD's kan storingen veroorzaken.
Page 54 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL53
CD-wisselaar
Deze is aan de linkerzijde in de bagageruimte aangebracht en kan maximaal 6 CD's bevatten.
Een CD in de CD-wisselaar plaatsen:
Ð open de schuifklep
A,
Ð druk op de toets Bom het magazijn Cuit de CD-wisselaar te nemen,
Ð trek aan de lip Dom een van de 6 sledes van het magazijn te openen,
Ð plaats de CD met de bedrukte zijde naar boven in het magazijn en sluit dit ,
Ð plaats het magazijn in de CD-wisselaar in de richting van de pijl,
Ð sluit de schuifklep A.
Page 55 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
54
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de pijltjes- toetsen "omhoog" en "omlaag" de lichtsterkte vanhet scherm worden ingesteld. Door tijdens het navigeren op de pijltjestoets "links" of "rechts" te drukken wordt tijdelijk de volledigenaam van de straat weergegeven als deze gedeel-telijk buiten het scherm valt.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot het
hoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenstmoment worden ingedrukt.
esc : escape-toets
Kort indrukken: annuleren van de actuele hande-ling en terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar beginmenu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : mode-toets
Kort indrukken: wisselen tussen weergave vandatum, navigeren en de radio.
val : bevestigingstoets
Bevestigen van de geselecteerde functie.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type LR03.
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door middel van beeld en geluid om debestemming van uw keuze te berei-ken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global PositioningSystem). Dit systeem bepaalt uwpositie met behulp van een aantalsatellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening,
Ð het display,
Ð de computer,
Ð de schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht,
Ð de CD-rom,
Ð de multifunctionele antenne. De afstandsbedieningDoor de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dash-boardkastje worden opgeborgen.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte CD-rom of het land van bestemming.
Page 56 of 155
17-06-2002
Het display De functies van de verschillende menu's verschijnen aan de onderkant van het scherm: 1.Gekozen functie.
2. Functie niet beschikbaar in deze situatie.
3. Functie beschikbaar.
N.B.: In de optie "List"kunnen maximaal 80 adressen wor-
den opgeslagen.
UW 206 IN DETAIL 55
Tijdens het navigeren geeft het scherm verschillende soor- ten informatie afhankelijk van de uit te voeren manoeuvres. 1.
Afstand tot de volgende manoeuvre.
2. Volgende manoeuvre.
3. Volgende afslag.
4. Tijd.
5. Buitentemperatuur.
6. Huidige weg.
7. Afstand tot de eindbestemming.
8. Uit te voeren manoeuvre.
123
12
875
3
64
Page 57 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
56
De computer Deze bevindt zich in het dashboardkastje. 1.
Toets voor het uitwerpen van de CD-rom.
2. CD-romspeler.
3. Controlelampje ON. Dit lampje geeft aan dat de com-
puter AAN is.
4. Controlelampje CD. Dit lampje geeft aan dat er een CD-rom in de speler steekt.
5. Opbergvak voor de afstandsbediening.De schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht
Als de knop op het uiteindevan de ruitenwisserschake-laar ŽŽn keer wordt inge-drukt, wordt het laatste ge-sproken bericht herhaald ofeventueel een nauwkeurige-
re kaart weergegeven in combinatie met een gesprokenbericht. De CD-rom
Deze bevat alle cartogra- fische gegevens. De CD-rom moet met de bedrukte zijde naar boven inde speler worden gestoken.
Gebruik alleen door PEUGEOT goedgekeurde CD-roms.
Het gebruik van "recordable" CD's kan storingen veroorzaken.
Page 58 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL57
Hoofdmenu
Zet het contact AAN. Druk op de toets
"Menu"om het hoofdmenu op te roepen.
Kies met behulp van de pijltjestoetsen een functie en bevestig uw keuze (toets "VAL").
Na het selecteren van het menu "Navigation/Guidance"ver-
schijnt een scherm met aanwijzingen voor het gebruik van het navigatiesysteem. Houd u aan de gegeven aanwijzingen engebruik de afstandsbediening niet tijdens het rijden. Druk op de toets "VAL"om naar het volgende scherm te
gaan. Het menu "Navigation/Guidance" biedt verschillende
mogelijkheden tot navigeren:
Ð Door invoer van het adres van de bestemming.
Ð Door het kiezen van een dienst (hotel, restaurant, vlieg- veld...) in een plaats.
Ð Door het kiezen van een adres uit het geheugen.
Ð Door een onderbroken navigatie-opdracht opnieuw op te roepen of door een navigatie-opdracht die uitgevoerd
wordt, te onderbreken. Afhankelijk van de voorgaandeacties kunnen er 2 berichten verschijnen: "Resume gui-
dance" of "Stop guidance" .
Ð Als het navigatiesysteem gebruikt wordt, kunnen de audiofuncties niet gebruikt worden.
Navigatie
Page 59 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
58
Voer de naam van de straat in. Kies de functie
"Validate"
en druk dan op de toets "VAL".
Opmerking: Het navigeren kan beginnen zodra een naam
van een plaats is ingevoerd, zonder een straatnaam of een huisnummer in te geven. Kies daarvoor de functie "City
centre" .
Voer het nummer van de straat in. Kies de functie
"Validate" en druk dan op de toets "VAL".
Opmerking: Het navigeren kan beginnen zodra een naam
van een plaats en een straatnaam is ingevoerd, zonder eenhuisnummer in te geven. Kies daarvoor de functie
"Validate" .
De laatst ingevoerde plaats wordt weergegeven. Kies een nieuwe plaats door met behulp van de pijltjestoet- sen de verschillende letters te selecteren en deze steeds tebevestigen (toets "VAL").
Bij een fout kan met behulp van de functie "Correction"de
laatst ingevoerde letter worden gewist. De functie "List"geeft, voor zover de naam is ingevoerd,
een lijst met namen die met de invoer overeenkomen. Als er niet meer dan 5 namen op deze lijst voorkomen, wordenalle namen automatisch weergegeven. Kies een plaats enbevestig uw keuze (toets "VAL").
Met de functie "Change"kan de naam van de ingevoerde
plaats gewist worden. Als de complete naam wordt weergegeven, kies dan de functie "Validate" en druk op de toets "VAL".
Opmerking: Na het bevestigen van een letter worden
alleen die letters die een bestaande naam kunnen vormen,weergegeven.
Een nieuwe bestemming invoeren
Page 60 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL59
De complete bestemming wordt weergegeven. Kies de functie
"Validate" en druk dan op de toets "VAL".
Opmerking: U kunt de bestemming wijzigen of opslaan in
ŽŽn van beide geheugens (zie het hoofdstuk over het opslaan van een adres in het geheugen).Kies een nieuw criterium uit de lijst en bevestig uw keuze (toets "VAL" ). Als het gewenste criterium is geselecteerd,
kies dan de functie "Validate"en druk op de toets "VAL".
Het navigeren begint, volg de aanwijzingen.
Het laatst gebruikte criterium wordt weergegeven. Het navigeren begint automatisch volgens dit criterium als er binnen 5 seconden geen enkele actie plaatsvindt of alsde functie "NO"wordt geselecteerd.
Volg de aanwijzingen. Als u een navigatiecriterium wilt wijzigen, kies de functie "YES" en druk dan op de toets "VAL".