PEUGEOT 206 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 206, Model: PEUGEOT 206 2002Pages: 155, PDF Size: 2.08 MB
Page 31 of 155

17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN31
Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bijingeschakeld contact, de bestuurderzijn veiligheidsgordel niet heeft vast-gemaakt. Verklikkerlampje airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van hetcontact branden en gaat na enkele secondenuit. Als het lampje bij draaiende motor gaat bran- den in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele display,wijst dit op een storing in het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op:
Ð een storing in het laadcircuit,
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem,
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
Gaat bij het aanzetten van het contactbranden. Als het lampje bij draaiende motor gaat branden, wijst dit op een defect in hetinjectie-/ontstekingssysteem of in deemissieregeling. De katalysator kan danbeschadigd raken (alleen benzinemotor).
Raadpleeg een PEUGEOT-service punt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje water in brandstoffilter(diesel)*
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem.
Verklikkerlampje uitschakeling airbagpassagier*
Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Airbag passagier
uitgeschakeld" op het multifunctionele display.
Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeldis, gaat het verklikkerlampje branden als hetcontact wordt aangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert
uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve
Op het moment dat dit lampje gaatbranden bedraagt de actieradius nogminimaal 50 km (tankinhoud: ca.
50 liter).
Voorgloeien (diesel)
Wacht met het starten van de motortot dit lampje uit is. Als de temperatuur al hoog genoeg is gaat het lampje gedurende minderdan 1 seconde branden en kunt u demotor direct starten.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð wijzer in zone (A): temperatuur is in
orde,
- als de wijzer in zone (B)staat, is de
temperatuur te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Page 32 of 155

17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN
32
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum Controleer het olieniveau met de peilstok.
Te veel olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te hoog is, neemdan zo spoedig mogelijk contact op met een
PEUGEOT-servicepunt. Minimum Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleenbetrouwbaar als de auto op een vlakke, hori-zontale ondergrond staat en de motor minstens10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motorolieaan:
Ð wijzer in zone
C, de olietempera-
tuur is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietempera-
tuur is te hoog. Verminder uw snel- heid om de olietemperatuur telaten dalen.
Page 33 of 155

17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN
32
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum Controleer het olieniveau met de peilstok.
Te veel olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te hoog is, neemdan zo spoedig mogelijk contact op met een
PEUGEOT-servicepunt. Minimum Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleenbetrouwbaar als de auto op een vlakke, hori-zontale ondergrond staat en de motor minstens10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motorolieaan:
Ð wijzer in zone
C, de olietempera-
tuur is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietempera-
tuur is te hoog. Verminder uw snel- heid om de olietemperatuur telaten dalen.
Page 34 of 155

17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN33
Kilometerteller Druk op de knop 1om over te
schakelen van kilometerteller naar dagteller en terug. Druk, als de dagteller is ingescha- keld, langer dan 3 seconden op deknop om de dagteller op nul te zetten.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwij-zers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Dimmer dashboardverlichting Druk, bij brandende verlichting, op de knop om de sterkte van de dash-boardverlichting en de lichtsterktevan het multifunctionele display te
veranderen. Als de verlichting dezwakste (of felste) stand heeftbereikt, laat dan de knop los en drukdeze vervolgens opnieuw in om deverlichting weer feller (of zwakker) telaten branden. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 35 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL35
DISPLAY A Dit display kan de volgende infor- matie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij
kans op gladheid),
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren (bijv.: "portier links voor geo- pend",...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbedieningleeg") en de status van de functies
van de auto (bijv.: "spaarstandactief"), kort weergegeven. Instellen van de parameters Houd de knop
1gedurende twee seconden ingedrukt om de gegevens in te stel-
len. Zodra een gegeven knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indrukken van de knop 1in onderstaande volgorde
de verschillende gegevens geselecteerd worden:
Ð taal,
Ð uren (12 of 24 uur),
Ð minuten,
Ð jaar,
Ð maand,
Ð dag,
Ð temperatuureenheden (graden Celcius of Fahrenheit).Door de knop 2in te drukken kan de waarde van het geselecteerde gegeven
aangepast worden. Houd de knop ingedrukt om de instelling in een hoger tempo te wijzigen (terug naar het begin na de laatste waarde). Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het basisscherm weer en zijn de gewijzigde gegevens opgeslagen. Opmerking: Druk kort op de knop 2om gedurende enkele seconden de buiten-
temperatuur weer te geven.
Page 36 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
36
Instellen van de gegevens Houd de knop 1gedurende 2 seconden ingedrukt om de gegevens in te stellen.
Zodra een gegeven knippert, kan het worden veranderd.
Vervolgens kunnen door het indrukken van knop 1in onderstaande volgorde de
verschillende gegevens geselecteerd worden:
- taal,
- snelheidseenheden (km of mijl),
- temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- uren,
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.Door het indrukken van knop 2kan het geselecteerde gegeven worden gewij-
zigd. Houd de knop ingedrukt om de gegevens in een hoger tempo in te stellen.Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het basisscherm weer en zijn de wijzigingen opgeslagen.
DISPLAY B Dit display kan de volgende informa- tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:"brandstofniveau laag") die tijde-lijk worden weergegeven, kunnenworden gewist door op knop 1of
2 te drukken,
- de boordcomputer.
Page 37 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL37
DISPLAY C Dit display kan de volgende informa- tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is, - waarschuwingen die tijdelijk worden weergegeven (bijv.: "brandstofniveau
laag") kunnen worden gewist met behulp van de afstandsbediening,
- de boordcomputer (zie desbetreffende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbetreffende hoofdstuk). Instellen van parameters Met behulp van de afstandsbediening kunnen de parameters ingesteld worden. De toegang tot de verschillende menu's is bij het navigatiesysteem beschreven.
Page 38 of 155

17-06-2002
AUTORADIO RB3
UW 206 IN DETAIL
40
Hendel
Functie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio)
Volgende nummer selecteren (CD)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio)
Vorige nummer selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken W ijzigen van de geluidsbron (radio/cassette/CD-wisselaar)
6 - Draaien Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio)
(rechtsom) Selecteren van volgende CD
7 - Draaien Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio)
(linksom) Selecteren van vorige CD
Page 39 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL41
Toets
Functie
A AAN/UIT-schakelaar radio.
B-Verlagen van volume.
C+Verhogen van volume.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de regionale functie.
ETAVoorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
F Lang indrukken: snel terugspoelen van cassette.
G Lang indrukken: snel vooruitspoelen van cassette.
F+G jk Kort indrukken: omkeren afspeelrichting van de cassette.
jj kk Lang indrukken: uitwerpen van de cassette.
H Bassen/hoge tonen hoger instellen.
I Bassen/hoge tonen lager instellen.
J Instelling van bassen, hoge tonen, loudness, balans en automatische volumeregeling.
K SRC Selecteren van radiofunctie: radio, cassette of CD-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen CD.
L kk Handmatig zoeken van zenders in oplopende frequentie.
Volgende nummer van CD selecteren en selecteren volgende PTY (radio).
M MAN
Handmatige/automatische functie van de toetsen Len Nvoor de radio.
N jj Handmatig zoeken van zenders in aflopende frequentie.
Vorige nummer van CD selecteren en selecteren volgende PTY (radio).
O BND Selectie van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
ASTLanger dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuzezenders (autostore).
1 t/m 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
Selecteren van CD in CD-wisselaar.
Page 40 of 155

17-06-2002
ALGEMENE FUNCTIESAan / uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop Aom de radio aan of uit te
schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets Com het volume te verhogen en op de toets Bom het te verlagen.
Druk lang op de toets Bof Com het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets Jom achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loud-
ness-functie (LOUD), de fader (FAD), de balans (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te
kiezen. Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets J na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment
ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, cassette (RB3), CD (RD3) of CD-wisselaar
verschillend worden ingesteld.
UW 206 IN DETAIL
44