PEUGEOT 5008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 151 of 364
149
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Wacht tot dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel dooft en activeer
vervolgens de startmotor door de sleutel
in de stand 3
t
e houden tot de motor is
aangeslagen. Geef hierbij geen gas.
Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Starten van de motor
In bepaalde gevallen is veel kracht
nodig bij het draaien aan het stuur wiel
(bijvoorbeeld als de wielen niet rechtuit
st a a n).
F
A
uto's met een benzinemotor: activeer de
startmotor door de sleutel in de stand 3
te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor draait.
F
A
uto's met een dieselmotor: draai de
sleutel in de stand 2
(aanzetten van het
contact) om de motor te laten voorgloeien. Laat de motor nooit draaien in een
onvoldoende geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren
stoten gevaarlijke gassen, zoals
koolmonoxide, uit. Kans op vergiftiging
met dodelijke afloop.
Laat onder extreem koude
omstandigheden (temperaturen lager
dan -23°C) de motor gedurende
4
minuten stationair draaien alvorens
weg te rijden. Deze handelswijze komt
de goede werking en de duurzaamheid
van de mechanische onderdelen van
de auto, motor en versnellingsbak ten
goede.
Onder winterse omstandigheden blijft
het verklikkerlampje langer branden.
Als de motor warm is, gaat het
verklikkerlampje niet branden.
Handrem aangetrokken, versnellingsbak in de
neutraalstand of selectiehendel in de stand N
of P:
F
t
rap het koppelingspedaal volledig in
(handgeschakelde versnellingsbak),
of
F
t
rap het rempedaal volledig in (elektronisch
gestuurde versnellingsbak of automatische
transmissie),
F
s
teek de sleutel in het contactslot; het
systeem herkent de code,
F
o
ntgrendel het stuurslot door tegelijkertijd
aan het stuur wiel en aan de contactsleutel
te draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af. Wacht even alvorens opnieuw
te starten. Als de motor ook na een
aantal pogingen niet aanslaat, probeer
dan niet langer de motor te starten:
de startmotor en de motor zouden
beschadigd kunnen raken. Neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de motor bij gematigde
temperaturen niet stationair warmdraaien,
maar rijd zo snel mogelijk weg zonder de
motor veel toeren te laten draaien.
8
Rijden
Page 152 of 364
150
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Sleutel vergeten
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact) van het contactslot blijft
staan, zal het contact na een uur
automatisch worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1
(Stop)
en vervolgens opnieuw in de stand 2
(Contact) om het contact weer aan te
zetten. Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken. Raadpleeg voor meer informatie
de rubriek "Praktische informatie",
paragraaf "Eco-mode".
Afzetten van de motor
Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1- Stop )
kunt u nog gedurende maximaal dertig minuten
gebruikmaken van een aantal functies,
zoals het audio- en telematicasysteem, de
ruitenwissers, het dimlicht en de plafonniers.
Zet de voor wielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van
het stuurslot.
F
C
ontroleer of de handrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op
een helling staat. Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als
de motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over
de auto kunnen verliezen.
Als u de auto verlaat, neem dan de
sleutel mee en vergrendel de auto.
F
B
reng de auto tot stilstand.
F
D
raai, ter wijl de motor stationair draait, de
sleutel in de stand 1 .
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuur wiel tot het blokkeert.
Rijden
Page 153 of 364
151
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden,
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet door het
bedienen van de hendel A .
Elektrische parkeerrem
Uitschakelen van de
automatische werking
Via het configuratiemenu van
de auto kan de automatische
werking worden in- en
uitgeschakeld (deze functie is
standaard ingeschakeld).
Het uitschakelen wordt
bevestigd door het branden
van dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel in combinatie
met de weergave van een melding.
Als de automatische werking is uitgeschakeld,
dient u de parkeerrem handmatig te bedienen.
Het uitschakelen wordt aanbevolen bij
zeer lage temperaturen (vorst) en bij
het trekken van een aanhanger (slepen,
caravan, enz.). Als de automatische
werking niet kan worden uitgeschakeld,
raadpleeg dan de paragraaf "Parkeren
van de auto, parkeerrem vrijgezet".
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld.
Sticker op portierpaneel
Controleer voordat u de auto
verlaat of het verklikkerlampje
"parkeerrem aangetrokken" op het
instrumentenpaneel brandt. Plaats geen voor werpen (pakjes
sigaretten, telefoons, enz.) achter de
hendel van de elektrische parkeerrem.
8
Rijden
Page 154 of 364
152
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u de hendel A naar u toe.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
h
et branden van het
verklikkerlampje "parkeerrem
aangetrokken",
-
h
et branden van het
controlelampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem aangetrokken".
Handmatig vrijzetten
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal of het gaspedaal in, trekt u aan de
hendel A en laat u deze vervolgens weer los .
-
h
et doven van het
verklikkerlampje "parkeerrem
aangetrokken",
-
h
et doven van het controlelampje
P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem vrijgezet".
Handmatig aantrekken
Controleer voordat u de auto
verlaat of het verklikkerlampje
"parkeerrem aangetrokken" op
het instrumentenpaneel en het
controlelampje P op de hendel A
branden.
Wanneer u het bestuurdersportier
opent bij draaiende motor ter wijl de
parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er
een geluidssignaal en verschijnt er een
melding op het display (behalve, bij auto's
met automatische transmissie, als de
selectiehendel in de stand P (Park) staat). Als u aan de hendel A trekt
zonder het rempedaal in te
trappen wordt de parkeerrem niet vrijgezet
en gaat een lampje branden op het
instrumentenpaneel.
Wanneer u het bestuurdersportier opent
om uit te stappen ter wijl de parkeerrem
niet is aangetrokken, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een
melding op het display (behalve, bij auto's
met automatische transmissie, als de
selectiehendel in de stand P
(Park) staat). De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Parkeerrem aantrekken,
bij draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto beslist tegen wegrollen te
beveiligen door de parkeerrem handmatig
aan
te trekken. Trek daarvoor aan de hendel A .
-
h
et branden van het
verklikkerlampje "parkeerrem
aangetrokken",
-
h
et branden van het
controlelampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem aangetrokken".
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Rijden
Page 155 of 364
153
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken.
-
h
et branden van het
verklikkerlampje "parkeerrem
aangetrokken",
-
h
et branden van het
controlelampje P op de hendel A ,
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden :
F
H
andgeschakelde versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal geheel
ingetrapt en schakel de 1
e versnelling of de
achteruitversnelling in. Trap vervolgens het
gaspedaal in terwijl u het koppelingspedaal
laat opkomen.
F
El
ektronisch gestuurde
versnellingsbak: zet de selectiehendel in
de stand A , M of R en geef gas.
F
A
utomatische transmissie: zet de
selectiehendel in de stand D , M of R en
geef gas,
-
h
et doven van het
verklikkerlampje "parkeerrem
aangetrokken",
-
h
et doven van het controlelampje
P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem aangetrokken".
Het aantrekken van de elektrische parkeerrem
gaat gepaard met een geluid. De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Geef, wanneer de auto stilstaat met
draaiende motor, niet onnodig gas,
omdat u dan het risico loopt dat de
parkeerrem wordt vrijgezet.
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje parkeerrem op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet: ze
zouden de parkeerrem kunnen vrijzetten.
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen
is of op een steile helling staat, dient u
bij het parkeren de voor wielen naar de
stoeprand te sturen en een versnelling
in te schakelen.
Extra stevig aantrekken
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem aangetrokken" op het display
verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is
of op een steile helling staat, dient u de
parkeerrem extra stevig aan te trekken,
bij het parkeren de voor wielen naar de
stoeprand te sturen en een versnelling
in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet. -
d
e melding "Parkeerrem vrijgezet".
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
8
Rijden
Page 156 of 364
154
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (onwel worden van de
bestuurder, ...), kan de auto worden gestopt
door aan de hendel A te trekken en deze
vast te houden.
De dynamische stabiliteitscontrole (ESP) zorgt
ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt een van de
volgende meldingen:
-
"
Parkeerrem defect".
-
"
Bediening parkeerrem defect". Bij een defect aan het ESP,
aangegeven door het branden
van dit verklikkerlampje, kan de
stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.
Bijzondere
omstandigheden
Parkeren van de auto met
vrijgezette parkeerrem
Vrijzetten van de parkeerrem:
F Z et het contact aan zonder de
motor te starten.
F
T
rap het rempedaal in en zet de
parkeerrem vrij door aan de hendel
A te trekken en deze vervolgens
los te laten .
Als de parkeerrem volledig is vrijgezet,
doven het controlelampje op de
hendel A en het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel, en wordt
de melding "Parkeerrem vrijgezet"
weergegeven. De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Rijden
Page 157 of 364
155
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Hill Start Assist
Werking
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt deze even
op zijn plaats gehouden wanneer u het rempedaal
loslaat:
-
a
ls bij de handgeschakelde versnellingsbak de eerste
versnelling of de neutraalstand is ingeschakeld,
-
a
ls bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak de
stand A of M is ingeschakeld,
-
a
ls bij de automatische transmissie de stand D of M
is ingeschakeld.Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Storing
Bij een storing in de Hill Start Assist gaan deze
verklikkerlampjes branden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren.
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2
seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
b
ij bepaalde hellingcondities,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem en
het lampje P op de hendel (elektrische
parkeerrem) permanent branden.
8
Rijden
Page 158 of 364
156
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrisch bediende handrem gaat branden in combinatie met een of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan
op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding " Storing handrem"
en de volgende verklikkerlampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Holder is niet beschikbaar.
-
D
e elektrisch bediende handrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing handrem"
en de volgende verklikkerlampjes: -
D
e elektrisch bediende handrem kan alleen worden vrijgezet door het rempedaal in te trappen
en de hendel los te laten.
-
D
e Hill Holder is niet beschikbaar.
-
D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de handrem blijven mogelijk.
Weergave van de melding " Storing handrem"
en de volgende verklikkerlampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Holder is niet beschikbaar.
Om de elektrisch bediende handrem aan te trekken:
F
P
arkeer de auto en zet het contact uit.
F
T
rek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de handrem is aangetrokken.
F
Z
et het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de elektrisch bediende
handrem gaan branden.
Het aantrekken van de handrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrisch bediende handrem vrij te zetten:
F
Z
et het contact aan.
F
T
rek aan de hendel, houd deze ongeveer 3
seconden uitgetrokken en laat de hendel weer los.
Als het verklikkerlampje van de elektrisch bediende handrem knippert of als de
verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze procedures
niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperen
Rijden
Page 159 of 364
157
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding " Storing handrem -
automatische stand geactiveerd " en de
volgende verklikkerlampjes: -
A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en automatisch
vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrisch bediende handrem is niet mogelijk en
de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
en/of
knipperen
Storing accu -
A
ls het verklikkerlampje laden accu gaat branden, moet u de auto direct stoppen (rekening
houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen beveiligen (plaats indien nodig en
afhankelijk van de uitvoering het wielblok onder een van de wielen).
-
T
rek de elektrisch bediende handrem aan alvorens de motor af te zetten.
8
Rijden
Page 160 of 364
158
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Systeem dat bepaalde informatie op een
doorzichtig scherm projecteert, in het directe
gezichtsveld van de bestuurder zodat deze zijn
ogen niet van de weg hoeft af te wenden.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en de
instellingen worden opgeslagen bij het afzetten
van het contact.
Head-up display
1. Inschakelen/uitschakelen head-up display.
2. Regeling lichtsterkte.
3.
H
oogteverstelling weergave. Als het head-up display is ingeschakeld, geeft
het de volgende informatie weer:
A.
D
e snelheid van uw auto.
B.
D
e informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.
Tuimelschakelaars Informatie op het head-up
display
C. De informatie van de "Distance alert"
(volgens uitvoering).
D.
D
e aanwijzingen van het navigatiesysteem
(volgens uitvoering).
R
aadpleeg voor meer informatie over het
navigatiesysteem de rubriek "Audio en
telematica".
Door één van de schakelaars in te
drukken wordt het projectiescherm
uitgeklapt.
Rijden