PEUGEOT 5008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2016Pages: 364, PDF Size: 13.07 MB
Page 171 of 364

169
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog
en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Schakel de achteruitversnelling alleen
in als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
F
B
eweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5
e of de
6e versnelling in te schakelen.
Als dit advies niet wordt nageleefd, kan de
versnellingsbak onherstelbaar beschadigd
raken (per ongeluk inschakelen van de 3
e of
4e versnelling).
8
Rijden
Page 172 of 364

170
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
Selectiehendel
R. Achteruit.
F T rap het rempedaal in en beweeg de
selectiehendel naar voren om deze stand
te selecteren.
N.
N
eutraalstand.
F
T
rap het rempedaal in en selecteer deze
stand om de motor te kunnen starten.
A.
A
utomatische stand.
F
B
eweeg de selectiehendel omlaag om
deze stand te selecteren.
Bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak
kunt u kiezen tussen automatische bediening
en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft drie
gebruiksmogelijkheden:
-
een
automatische stand om automatisch
te schakelen,
-
een
handmatige stand om zelf te
schakelen,
-
een
auto-sequentiële stand , waarmee u
in de automatische stand op ieder moment
zelf kunt schakelen, bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre.
In de automatische en de handmatige stand is
een programma Sport beschikbaar, waarin een
meer dynamische rijstijl mogelijk is. M. + / - H
andmatig schakelen.
F B eweeg de selectiehendel omlaag en
vervolgens naar links om deze stand te
selecteren en:
-
b
eweeg de selectiehendel kort naar
voren om op te schakelen,
-
o
f beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
S.
P
rogramma Sport.
F
D
ruk op deze toets om dit programma in of
uit te schakelen.
Rijden
Page 173 of 364

171
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Stuurbediening
+. Opschakelen (rechts van het stuur wiel).
F D ruk op de achterzijde van de
stuurbediening "+" om op te schakelen.
-.
T
erugschakelen (links van het stuurwiel).
F
D
ruk op de achterzijde van de
stuurbediening "-" om terug te schakelen.
Met de stuurbediening is het niet
mogelijk om de neutraalstand of de
achteruitversnelling te selecteren.
Weergave op het instrumentenpaneel
Standen van de selectiehendel
Als u de selectiehendel bedient, wordt de
ingeschakelde stand met een verklikkerlampje
weergegeven op het instrumentenpaneel.
N. Neutral (neutraalstand)R. Reverse (achteruitversnelling)1, 2, 3, 4, 5, 6. Versnellingen in de
handgeschakelde stand
AUTO. Verschijnt bij de selectie van de
automatische stand en verdwijnt weer als
de handbediende stand wordt geselecteerd
.S. Sport (programma Sport)
F Trap het rempedaal in als
dit pictogram verschijnt (bijv.:
starten van de motor).
Starten van de auto
F Selecteer de stand N .
F H oud het rempedaal ingetrapt.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt, zet de
selectiehendel in de stand A of M om
vooruit te rijden of in R om achteruit te
rijden.
F
N
eem uw voet van het rempedaal en geef
gas.
F
D
e elektrische parkeerrem wordt
automatisch vrijgezet. Als dit niet het geval
is, moet deze handmatig worden vrijgezet.
Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling klinkt een geluidssignaal.
Als de motor niet aanslaat:
- Z et als de aanduiding N knippert
op het instrumentenpaneel de
selectiehendel in de stand A en
vervolgens in de stand N .
-
A
ls de melding " Rempedaal
intrappen " verschijnt, trap dan het
rempedaal steviger in.
8
Rijden
Page 174 of 364

172
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Handbediende stand
De aanduiding AUTO verdwijnt en
de ingeschakelde versnellingen
verschijnen achtereenvolgend op
het display.
Het schakelen naar een andere versnelling is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en
het motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen
het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnelling
is geselecteerd op het moment dat u het
gaspedaal weer intrapt. F
B
eweeg na het starten van de auto de
selectiehendel in de stand M om de
handbediende stand in te schakelen.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidingen AUTO
en 1
of R
.
Als bij stapvoets rijden de
achteruitversnelling wordt geselecteerd,
wordt deze pas ingeschakeld als de auto
volledig tot stilstand is gekomen. De
aanduiding voet op het rempedaal kan
gaan knipperen op het instrumentenpaneel
om aan te geven dat u moet remmen.
Als de achteruitversnelling bij hoge
snelheid wordt geselecteerd, knippert
het verklikkerlampje
N en gaat de
versnellingsbak automatisch over in de
neutraalstand. Beweeg de selectiehendel
terug in de stand A of M om weer in een
versnelling verder te rijden.
Bij krachtig accelereren wordt de hoogste
versnelling niet ingeschakeld zonder
tussenkomst van de bestuurder met behulp
van de selectiehendel of de stuurbediening.
Selecteer de neutraalstand N nooit tijdens
het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R )
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en
de voet op het rempedaal wordt gehouden.
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R ,
A of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt. Laat bij draaiende
motor daarom geen kinderen alleen
in de auto achter. Trek de parkeerrem
aan en selecteer de stand N indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Rijden
Page 175 of 364

173
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
-
de
rijstijl,
-
h
et profiel van de weg. Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTO
en de
ingeschakelde versnelling.
Automatische stand Auto-sequentiële stand
F Selecteer vanuit de handbediende stand
de stand A om terug te keren naar de
automatische stand.
Na het afzetten van het contact wordt
automatisch de normale stand weer
ingeschakeld.
Trap om krachtig te accelereren
(bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met
kracht in, tot voorbij het zware punt.
Programma Sport
F Druk na het selecteren van de
handbediende of auto-sequentiële stand
op de toets S om het programma Sport te
activeren, waarin een meer dynamische
rijstijl mogelijk is.
De aanduiding S verschijnt
naast de ingeschakelde
versnelling op het display van het
instrumentenpaneel.
F
D
ruk nogmaals op de toets S om het
programma uit te schakelen.
De aanduiding S verdwijnt van het display van
het instrumentenpaneel.
In de automatische stand kunt u, bijvoorbeeld
voor een inhaalmanoeuvre, op ieder moment
de functies van de handbediende stand
gebruiken.
F
D
ruk op de stuurbediening "+" of "-".
De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, als de
snelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan. De aanduiding AUTO blijft op het
display staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer
gebruikt wordt, gaat de transmissie weer over
op de automatische stand.
8
Rijden
Page 176 of 364

174
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Stilzetten van de autoStoring
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden
en de aanduiding AUTO gaat
knipperen in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display,
duidt dit op een storing in de versnellingsbak.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Voordat u de motor afzet, kunt u:
-
d
e selectiehendel in de stand N bewegen
om de neutraalstand te selecteren,
-
e
en versnelling ingeschakeld laten. In dat
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen altijd de parkeerrem
aan om de auto volledig stil te zetten (als de
parkeerrem niet in de automatische stand staat
ingesteld).
Selecteer wanneer u de auto met
draaiende motor stilzet altijd de
neutraalstand N .
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
selectiehendel in de neutraalstand
N
staat en de parkeerrem is
aangetrokken. Houd bij het starten van de motor altijd
het rempedaal ingetrapt.
Trek altijd de parkeerrem aan om de
auto volledig stil te zetten.
Rijd stapvoets als u op een
overstroomde weg rijdt.
Rijden
Page 177 of 364

175
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Automatische transmissie met "TipTronic"-systeem
Selectiehendel
P. Parkeerstand.
-
S tilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
-
S
tarten van de motor.
R.
A
chteruitversnelling.
-
A
chteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
N
eutraalstand.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.
-
S
tarten van de motor.
D.
A
utomatische werking.
M+ / - .
Z
elf schakelen tussen de zes
versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P.
P
arking (parkeerstand).
R.
R
everse (achteruitversnelling).
N.
N
eutral (neutraalstand).
D.
D
rive (automatisch schakelen).
S.
P
rogramma Sport .
T .
P
rogramma Sneeuw .
1
t /m 6.
In
geschakelde versnellingen bij
handmatig schakelen.
-.
O
ngeldige waarde bij handmatig
schakelen.
Schakelpatroon
1. Selectiehendel.
2. T o e t s "S" (Spor t) .
3.
T
o e t s " T" (Sneeuw) .
Bij de 6 -traps automaat kunt u kiezen uit
automatische bediening, aangevuld met de
programma's Sport en Sneeuw. U kunt met de
selectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
-
p
rogramma Sport
: dit schakelprogramma
maakt een meer dynamische rijstijl
mogelijk,
-
p
rogramma Sneeuw
: dit
schakelprogramma vereenvoudigt het
rijden op een ondergrond met weinig grip,
-
h
andmatig schakelen
: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
8
Rijden
Page 178 of 364

176
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Wegrijden
F Selecteer de stand D om automatisch te
laten schakelen tussen de zes versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg
en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de
stand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak
schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingsbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Automatisch
schakelprogramma
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R ,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor. Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
P of R als de auto niet volledig stilstaat.
F
T
rap het rempedaal in en selecteer de
stand P of N .
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het multifunctionele
display.
F
T
rap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
Z
et de handrem vrij als deze niet in de
automatische stand staat.
F
S
electeer de stand R , D of M,
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Er wordt een melding weergegeven als
u de selectiehendel vanuit de stand P
in een andere stand probeert te zetten
zonder dat het rempedaal is ingetrapt.
Rijden
Page 179 of 364

177
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Op het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding T.
Programma Sneeuw "T"
F Druk op de toets " T" als de motor is
gestart.
De versnellingsbak past zich aan voor het
rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u
gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip. Op het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding S
.
Programma Sport "S"
F Druk op de toets "S" als de motor is
gestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een dynamische rijstijl mogelijk.
Programma's Sport en Sneeuw
Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.
Terugkeren naar het
automatische programma
F Om terug te keren naar het automatische programma kunt u het programma Sport
of Sneeuw op elk gewenst moment
uitschakelen door opnieuw op de
desbetreffende toets te drukken.
Handmatig schakelen
F Selecteer de stand M om sequentieel te
schakelen in de zes versnellingen.
F
D
uw de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen.
F
T
rek de selectiehendel naar het symbool -
om één versnelling terug te schakelen.
Op het instrumentenpaneel
verdwijnt de aanduiding D en
verschijnen achtereenvolgens de
ingeschakelde versnellingen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto en
het toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening. Er kan elk moment van de stand D (rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
versnellingsbak automatisch de stand M1
.
De programma's Sport en Sneeuw kunnen
niet worden ingeschakeld in de handbediende
stand. Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
8
Rijden
Page 180 of 364

178
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N bewegen om
de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto te blokkeren (als de handrem niet in de
automatische stand staat).
Storing
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het
multifunctionele display, duidt dit op
een storing in de versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met een
noodprogramma en blijft de 3
e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Wend u tot het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dit verklikkerlampje kan ook gaan branden bij
het openen van een portier.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in). De automatische versnellingsbak kan
beschadigd raken:
-
a
ls u het gaspedaal en het
rempedaal gelijktijdig intrapt,
-
a
ls u, indien de accu geen stroom
levert, de selectiehendel vanuit
de stand P geforceerd naar een
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens
langdurig stilstaan met draaiende motor
(file...) te beperken, de selectiehendel
in de stand N en trek de handrem aan,
behalve als deze in de automatische
stand staat.
Als de selectiehendel niet in de stand
P staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer
45
seconden een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand
P ; het geluidssignaal stopt en de
melding verdwijnt.
Rijden