PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 101 of 404

99
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
Druk op de toets van het menu
Airconditioning om de pagina
met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven. 1.
Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3. Temperatuurregeling aan
bestuurderszijde.
4. Temperatuurregeling aan
passagierszijde.
5. Regeling luchtverdeling.
6. Regeling luchtopbrengst.
7. Uitschakelen van het systeem.
8. Airconditioning A AN/UIT.
9. Automatisch comfortprogramma AAN/UIT.
10. Maximumstand airconditioning.
11. Toegang tot de secundaire pagina.
12 . Selectie van de instellingen voor het
automatische comfortprogramma
(Langzaam/Normaal/Snel).
13. Functie "AQS (Air Quality System)" (met
vervuilingssensor).
14 . Centrale regeling/Gescheiden regeling.
15. Functie "REAR" (afhankelijk van de
uitvoering).
Het airconditioningssysteem werkt bij draaiende
motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties
werken ook bij ingeschakeld contact.
Het inschakelen van de airconditioning,
de temperatuur, de luchtopbrengst en
de luchtverdeling in het interieur worden
automatisch geregeld.
Temperatuurregeling
Automatisch
comfortprogramma
F Druk op deze toets om het automatische programma van
de airconditioning in of uit te
schakelen.
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk en naar eigen wens
instellen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op
een bepaald comfortniveau en niet op een
exacte temperatuur.
F
D
ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verhogen.
F
D
ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verlagen.
Het is raadzaam het verschil tussen de instellingen
links en rechts niet meer dan 3 °C te laten
bedragen.
Als het lampje van de toets brandt, werkt
het airconditioningssysteem automatisch:
afhankelijk van het comfortniveau dat u hebt
geselecteerd, zorgt het systeem voor een
optimale temperatuur, luchtopbrengst en
luchtverdeling in het interieur.
3
Ergonomie en comfort

Page 102 of 404

100
$872
)$67
$872
1250$/
62)7
$872
De intensiteit van het automatische
comfortprogramma kan worden ingesteld
door op de secundaire pagina een van de
instellingen te selecteren. Deze pagina kan
worden geopend via de toets "OPTIES".
Druk om de door het desbetreffende lampje
aangegeven instelling te wijzigen meerdere
keren op deze toets tot de gewenste instelling
wordt weergegeven:
"Normaal ": voor het
beste compromis tussen
thermisch comfort en
een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
" Snel ": voor een doeltreffende
en dynamische luchttoevoer.
Gebruik de instelling " Normaal" of "Snel " om het comfort
te waarborgen van de passagiers op de achterstoelen.
Deze instelling kan uitsluitend samen met de
automatische stand worden gebruikt. Als de stand AUTO
echter wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de
geselecteerde instelling branden.
Als de instelling wordt gewijzigd ter wijl de stand AUTO
is uitgeschakeld, wordt de stand AUTO hierdoor niet
ingeschakeld.
Om bij koud weer en koude motor de
toevoer van koude lucht in het interieur
te beperken, wordt de luchtopbrengst
geleidelijk vergroot tot de gewenste
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij het
instappen veel lager of hoger is dan
de ingestelde waarde, heeft het geen
zin om voor een optimale temperatuur
de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch en zo
snel mogelijk het temperatuurverschil.
Automatisch programma
"Zicht"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit .
Functie "Air Quality
System" (AQS)
Met behulp van een luchtkwaliteitssensor
schakelt deze functie automatisch de
recirculatie van de interieurlucht in als een
bepaalde grenswaarde voor de ver vuiling van
de buitenlucht wordt bereikt.
Als de luchtkwaliteit weer voldoende is,
wordt de recirculatie van de interieurlucht
automatisch uitgeschakeld. U kunt deze functie in- en uitschakelen op de
secundaire pagina die u kunt openen met de
toets "
OPTIES ".
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl
de overige functies door het systeem geregeld
blijven:
-


luchtopbrengstregeling,
-


luchtverdeling.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje
van de toets " AUTO" uit.
F
D

ruk nogmaals op deze
toets om het automatische
comfortprogramma weer in te
schakelen.
Luchtopbrengstregeling
F Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te
verhogen of te verlagen.
"
Langzaam ": voor een
aangenaam comfort en een zo
laag mogelijk geluidsniveau,
aangezien de aanjagersnelheid
beperkt wordt. Deze functie is niet in staat om ver velende
geurtjes te detecteren.
De recirculatie wordt automatisch ingeschakeld
als de ruitensproeiers vóór worden gebruikt of
de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De functie werkt niet als de buitentemperatuur
lager is dan 5 °C om te voorkomen dat de
voorruit en zijruiten gaan beslaan.
Ergonomie en comfort

Page 103 of 404

101
Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld.
Naast de ventilator wordt "OFF" weergegeven.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager - Kans op beslaan van de ruiten
en vermindering van de luchtkwaliteit!
Regeling luchtverdeling
Met deze drie toetsen kunt u de luchtverdeling
in het interieur regelen.
Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Het symbool van de luchtopbrengst
(ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde
aanjagersnelheid geleidelijk opgevuld.
Voetenruimte.
Bij het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
Het
lampje brandt als de functie is
ingeschakeld. Voor een gelijkmatige verdeling
van de lucht over het interieur kunnen de drie
toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd. In de stand AUTO
zijn de lampjes van deze drie
toetsen gedoofd.
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-

d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-

i
n de winter bij temperaturen boven 3 °C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
aanjager is uitgeschakeld.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit.
Maximale stand van de airconditioning
In deze stand wordt de lucht in het interieur
sneller gekoeld.
Het systeem stelt automatisch de temperatuur
in op het laagste comfortniveau, verdeelt de
lucht over de middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters en schakelt de maximale
aanjagersnelheid en de recirculatie van de
interieurlucht in.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan van
d e r ui te n).
F Druk op deze toets om de functie in te schakelen; het verklikkerlampje
van de toets gaat branden.
F Druk nogmaals op deze toets om de functie uit te schakelen en de vorige instellingen
weer te gebruiken; het verklikkerlampje van
de toets gaat uit.
Centrale regeling/gescheiden
regeling
De temperatuurinstelling aan voorpassagierszijde
kan worden afgestemd op de instelling aan
bestuurderszijde (functie centrale regeling).
U kunt deze functie inschakelen op de secundaire
pagina die u kunt openen via de toets " OPTIES".
F

D
ruk op deze toets om de
functie " MONO" (centrale
regeling) in te schakelen; de
functie krijgt de status " ON".
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
als de passagier de toetsen voor de
temperatuurregeling aan zijn zijde bedient
(functie gescheiden regeling).
3
Ergonomie en comfort

Page 104 of 404

102
De functie "REAR"Ventilatie bij aangezet
contact
Bij ingeschakeld contact kunt u het
ventilatiesysteem gebruiken om de
luchtopbrengst en de luchtverdeling in
het interieur te regelen afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Bij deze functie wordt de airconditioning niet
ingeschakeld.
Uitschakelen van het
systeem
F Druk op deze toets.
Het verklikkerlampje van de toets
gaat branden en alle andere
verklikkerlampjes van het systeem
gaan uit.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager of een uitgeschakeld
systeem om te voorkomen dat de ruiten
beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Door op een willekeurige toets te drukken
wordt het systeem weer ingeschakeld waarbij
de instellingen van vóór het uitschakelen
weer worden gebruikt.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd, wordt
de achterste aanjager ingeschakeld. Zo kunnen
de achterpassagiers de luchtstroom uit deze
ventilatieroosters regelen onafhankelijk van
de luchtopbrengstregeling voor de voorste
ventilatieroosters.
Wanneer deze functie wordt gedeactiveerd,
wordt de maximale luchtstroom uit de
achterste ventilatieroosters begrensd door
de luchtopbrengstinstelling voor de voorste
ventilatieroosters.
U kunt deze functie inschakelen op de
secundaire pagina die u kunt openen via de
toets "OPTIES ".
F

D
ruk op deze toets om de
functie " REAR" te activeren; de
functie krijgt de status " ON". F
D

ruk op de knop "grote
ventilator " of "kleine ventilator "
om de luchtopbrengst te
verhogen of te verlagen.
De desbetreffende lampjes gaan
branden.
Als alle verklikkerlampjes uit zijn, blijft er door
de rijwind nog wel een kleine luchtstroom
gehandhaafd. Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Tijdens het rijden blijft er een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Ergonomie en comfort

Page 105 of 404

103
Recirculatie van de
interieurlucht
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.
Deze functie kan ook worden gebruikt om
sneller de gewenste temperatuur in het
interieur te bereiken.F

D
ruk op deze toets om de
functie in te schakelen; het
verklikkerlampje van de toets
gaat branden.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in - Kans op beslaan
van de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
Het systeem wordt automatisch
geactiveerd wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om de functie
uit te schakelen; het verklikkerlampje van de
toets gaat uit.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Met handbediende
airconditioning
F Zet de temperatuur op de hoogste stand (rood).
F Z et de aanjager op de hoogste stand; alle
lampjes gaan branden.
F
Z

et de luchtverdeling in de stand " Voorruit"; het
desbetreffende lampje gaat branden
F
C

ontroleer of de luchtrecirculatie is uitgeschakeld;
het desbetreffende lampje moet uit zijn.
F
S

chakel de airconditioning in door de toets A/C
in te drukken; het desbetreffende lampje gaat
branden.
Als bij auto's met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en de
aanjager zijn ingeschakeld, is de STOP-
stand niet beschikbaar.
Met semi-automatische en
automatische airconditioning
Automatisch programma "Zicht"
F Druk op deze toets om de voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Het lampje van de toets gaat
branden. Het systeem regelt automatisch de
airconditioning (afhankelijk van de uitvoering),
de luchtopbrengst en de luchttoevoer en stelt
de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en
de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om het
programma uit te schakelen. Het lampje van
de toets gaat uit.
De luchtopbrengst kan handmatig worden
gewijzigd zonder dat het automatische
programma "Zicht" wordt uitgeschakeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
Verwijder in winterse omstandigheden
alle sneeuw of ijs van de camera op de
voorruit voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur
van het camerasysteem worden
aangetast.
3
Ergonomie en comfort

Page 106 of 404

104
VoorruitverwarmingInschakelen
Uitschakelen
Druk nogmaals op deze toets om
de functie weer uit te schakelen; het
lampje van de toets gaat uit.
Achterruitverwarming
Inschakelen
F Druk op deze toets om de achterruit en, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels te
ontwasemen.
Het lampje van de toets gaat branden.
Bij koud weer ver warmt deze functie de
onderzijde van de voorruit en het gedeelte
langs de voorruitstijlen.
Zonder dat u daar voor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie er voor dat de ruitenwisserbladen
sneller loskomen van de voorruit als ze zijn
vastgevroren en dat opeenhoping van sneeuw
door de werking van de ruitenwissers wordt
voorkomen.
Druk bij draaiende motor op deze
toets; het lampje van de toets gaat
branden.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0

°C.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als
de motor wordt afgezet. De achterruitverwarming werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
Ergonomie en comfort

Page 107 of 404

105
Uitschakelen
De achterruitver warming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.F

U k
unt de achterruitver warming
ook eerder uitschakelen
door nogmaals op de toets te
drukken.
Het lampje van de toets gaat dan weer uit.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
Programmeerbare
verwarming
De programmeerbare ver warming werkt
onafhankelijk van de motor.
Bij uitgeschakelde motor wordt het
koelcircuit voor ver warmd tot de optimale
motorbedrijfstemperatuur zodra de verwarming
wordt ingeschakeld.
De programmeerbare verwarming wordt
ingeschakeld met de afstandsbediening met
groot bereik. Het inschakelen gebeurt direct of
uitgesteld, met de programmeringsfunctie. Schakel de programmeerbare verwarming
altijd uit tijdens het tanken om elk risico
van brand of explosie te vermijden.
De programmeerbare ver warming werkt
op brandstof uit de brandstoftank van
de auto. Controleer vóór gebruik of er
voldoende brandstof in de tank aanwezig
is. Wanneer het minimumbrandstofniveau
is bereikt, adviseren wij u nadrukkelijk de
verwarming niet te gebruiken.
Om het risico van vergiftiging of
verstikking te vermijden, mag de
programmeerbare verwarming niet
worden gebruikt, ook niet voor korte
perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats zonder een
uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren,
papier enz.). - Brandgevaar!
3
Ergonomie en comfort

Page 108 of 404

106
Door het instellen van de
programmeerbare ver warming kunt u
deze functie gebruiken om het interieur
van uw auto vooraf te ver warmen.
Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Presentatie
AfstandsbedieningVerklikkerlampje werking
Weergave functies
De bewegingsdetector van de
interieurbeveiliging werkt mogelijk minder
goed door de luchtstroming die de in werking
zijnde programmeerbare verwarming creëert.
Om een ongewenste activering van het
alarm te voorkomen tijdens het gebruik
van de programmeerbare verwarming, is
het raadzaam de interieurbeveiliging uit te
schakelen.
1. Toetsen voor de functies van het
dropdown-menu.
2. Functiesymbolen:
klok, temperatuur, werkingstijd,
geprogrammeerde tijd, werking
verwarming, regeling verwarming.
3. Digitale weergave:
tijd, temperatuur, werkingstijd,
geprogrammeerde tijd of
verwarmingsniveau.
4. To e t s U I T.
5. To e t s A A N . brandt: uitgestelde starttijd
geprogrammeerd.
knippert: verwarming A AN.
uit: verwarming UIT.
F

D
ruk meerdere keren op de toetsen "1" om
de functies weer te geven.
Ergonomie en comfort

Page 109 of 404

107
De informatie over de interieurtemperatuur is
alleen beschikbaar als de motor is afgezet.
Instellen van de tijd
F Stel de tijd in met de toetsen 1.
F D ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om
de
ingestelde tijd op te slaan.
Direct inschakelen
Wanneer de eerste keer op de linker of rechter
toets wordt gedrukt, wordt de tijd weergegeven.
Ver volgens kan de linker toets worden
gebruikt om naar de geprogrammeerde tijd
en vervolgens naar het verwarmingsniveau te
gaan (" C1" tot en met " C5").
De rechter toets kan worden gebruikt om naar
de interieurtemperatuur en ver volgens naar de
werkingstijd van de ver warming te gaan, als
deze direct is aangezet.
F

D
ruk, nadat de tijd is weergegeven met de
toetsen 1 , binnen 10 seconden gelijktijdig
op de toetsen 4 en 5 .
Dit symbool knippert. Dit symbool wordt weergegeven.
F

D
ruk op de toets 5 tot de melding "OK"
verschijnt. Als het signaal is ontvangen, worden de
melding " OK" en de werkingstijd van de
verwarming weergegeven. F
V oor uitschakelen van de functie drukt u op
de toets 4 tot de melding " OK" verschijnt.
Als tijdens deze handelingen de melding
" FA I L " verschijnt, is het signaal niet
ontvangen. Herhaal de procedure nadat
u
de positie hebt gewijzigd.
Instellen van de werkingstijd
F Druk op toets 1 om de werkingstijd weer te geven.
De ver warming wordt ingeschakeld
en dit symbool wordt weergegeven.
Dit verklikkerlampje knippert als de
verwarming in werking is. Dit symbool verdwijnt en het
verklikkerlampje gaat uit.
Dit symbool zal verschijnen.
3
Ergonomie en comfort

Page 110 of 404

108
F Druk, zodra de werkingstijd wordt getoond, binnen 10 seconden gelijktijdig op de
toetsen 4 en 5 .
F

S
tel de tijd in met toets 1 : in stappen
van 10
minuten met een maximum van
30


minuten.
F

D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om de
werkingstijd op te slaan.
In de fabriek is een waarde van
30


minuten ingesteld.Uitgesteld inschakelen
U moet een vertrektijd programmeren zodat het
systeem automatisch de optimale inschakeltijd
van de verwarming kan berekenen.
Programmeren van de vertrektijd
F Druk op toets 1 om de werkingstijd weer te geven.
Dit symbool gaat knipperen. F

S
tel de tijd in door op toets 1 te drukken.
F
D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om de
tijd op te slaan.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk, zodra de geprogrammeerde tijd wordt getoond na drukken op toets 1 , op de toets
5 tot de melding " OK" verschijnt.
HTM: Heat Thermo Management
(verwarmingsregeling).
Dit symbool gaat knipperen.
Dit symbool zal verschijnen. Dit symbool zal verschijnen.
F

D

ruk zodra de geprogrammeerde tijd wordt
getoond binnen 10 seconden gelijktijdig op
de toetsen 4 en 5 . Dit symbool zal verschijnen.
Als het signaal is ontvangen, worden
de melding " OK" en dit symbool
weergegeven.
Dit verklikkerlampje brandt tot de
verwarming in werking treedt.
Dit symbool verschijnt als de
verwarming in werking treedt.
Ergonomie en comfort

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 410 next >