PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 81 of 404

79
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
De hoofdsteun staat in de juiste stand als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Een hoofdsteun verwijderen
F Beweeg de hoofdsteun omhoog tot tegen de aanslag.
F
D
ruk ver volgens de pal A in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en beweeg hem
helemaal omhoog.
F
B
erg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun aanbrengen
F Steek de pennen van de hoofdsteun in de geleiders van de desbetreffende rugleuning.
F
D
uw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
F
D
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag.
F
S
tel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
ver wijderd. Deze moeten zijn aangebracht
en correct zijn afgesteld voor de
desbetreffende inzittende.
Omhoog:
F
t
rek de hoofdsteun omhoog tot de
gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
Omlaag:
F
d
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste hoogte.
Elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel
Voor het elektrisch verstellen van de stoel
het contact inschakelen, of, wanneer de
eco-mode actief is, de motor starten.
De stoel kan tot ongeveer één minuut na
het openen van het bestuurdersportier
elektrisch worden versteld.
De
verstelfuncties worden ongeveer een
minuut na het afzetten van het contact
gedeactiveerd.
3
Ergonomie en comfort
Page 82 of 404

80
1. Verstelling van de hoek en hoogte van de
zitting/Verstelling in lengterichting van de stoel
F
B
eweeg het voorste deel van de schakelaar
omhoog of omlaag tot de gewenste hoek
van de zitting is bereikt.
F
B
eweeg het achterste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag om de zitting
in hoogte te verstellen.
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2. Hellingshoek rugleuning verstellen
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek van de
rugleuning is bereikt.
3. De hoogte van de hoofdsteun afstellen
Zie de desbetreffende rubriek.
4. Verstelling van de lengte van de zitting
F
T
rek de handgreep naar voren om de zitting
te ontgrendelen en beweeg vervolgens het
voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
5. Lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de mate
van steun voor de lendenen te vergroten of
te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun
te verhogen of te verlagen.
Ergonomie en comfort
Page 83 of 404

81
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de
stoel niet wordt verhinderd door personen
of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de
stoel als grote voor werpen op de vloer
achter de stoel zijn geplaatst.
Zitposities in het geheugen
opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare stoel
wordt ook die van de buitenspiegels opgeslagen.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M/1/2
F N eem plaats op de bestuurdersstoel.
F
Z
et het contact aan.
F
Z
et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de knop M en vervolgens binnen
4
seconden op de knop 1 of 2 .
Een geluidssignaal geeft aan dat de zitpositie
is
opgeslagen.Het opslaan van een andere stand
annuleert de vorige, in het geheugen
opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F D ruk op de knop 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de huidige beweging onderbreken
door te drukken op knop M , 1 of 2 of door
een stoelschakelaar te gebruiken.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens
het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot ongeveer 45 seconden na
het afzetten van het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
Inschakelen
F Druk op de toets voor uw stoel.
F E lke keer dat u op de toets drukt, wijzigt
de sterkte van de ver warming; het
bijbehorende aantal verklikkerlampjes gaat
branden:
•
1 v
erklikkerlampje = zwak.
•
2 v
erklikkerlampjes = gemiddeld.
•
3 v
erklikkerlampjes = sterk.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op de toets tot alle verklikkerlampjes uit zijn.
De status van de functie wordt niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Zet de stoelver warming zo snel mogelijk
in een lagere stand.
U kunt de functie uitschakelen zodra
de temperatuur van de stoelen en
in het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.
3
Ergonomie en comfort
Page 84 of 404

82
Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waarvan de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen
brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken als
materiaal met isolerende eigenschappen
zoals kussens of stoelhoezen wordt gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
-
a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al
s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om breken van het verwarmingselement in
de stoel te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op de
stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
g
ebruik geen vloeibare producten om de
stoel te reinigen,
-
g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen/instellen
Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
De functie kan rechtstreeks worden
ingeschakeld met de schakelaar van de
voorstoel of door een persoonlijke ambiance
van de functie i-Cockpit Amplify te activeren.
Met de schakelaar van de voorstoel: F
D
ruk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden.
De functie wordt onmiddellijk geactiveerd waarbij
de laatst opgeslagen instellingen worden gebruikt.
Bovendien wordt de pagina voor het wijzigen van
de instellingen geopend op het touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u
niets te doen en zal deze pagina automatisch
weer sluiten.
De meerkeuzemassagefunctie wordt
ook aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify .
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie i-Cockpit Amplify .
Als u de instellingen wilt wijzigen:
F
se
lecteer een andere soort massage; u hebt
de keuze uit vijf soorten,
F
S
electeer een massage-intensiteit uit de
drie verschillende niveaus: " 1" (Zacht), " 2"
(Normaal) of " 3" (Hard).
De wijzigingen in de parameters worden direct
doorgevoerd.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt
een één uur durende massagecyclus gestart,
bestaande uit sessies van 6 minuten massage
en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het
verklikkerlampje van de schakelaar gaat uit.
Ergonomie en comfort
Page 85 of 404

83
Stuurwielverstelling
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
F
Trek
bij stilstaande auto aan de hendel om
het verstelmechanisme van het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
D
uw tegen de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Spiegels
Buitenspiegels
Ontwaseming/ontdooiing
Als uw auto is voorzien van
spiegelver warming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming .
Instellingen
Stel om veiligheidsredenen de buitenspiegels
goed af om de "dode hoek" zo klein mogelijk
te maken.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt
voor het parkeren in een smalle straat. F
B
eweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel
te selecteren.
F D uw de knop B in een van de vier richtingen
om de spiegel af te stellen.
F
Ze
t de schakelaar A weer in het midden.
3
Ergonomie en comfort
Page 86 of 404

84
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A , worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren. Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels met de afstandsbediening
kan worden uitgeschakeld door
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Automatisch kantelen buitenspiegels
bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Zodra bij draaiende motor de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
-
e
nkele seconden nadat uit de
achteruitversnelling is geschakeld,
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd via het tabblad Overige
instellingen in het menu Auto/Rijden
van het touchscreen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Inklappen
Afstellen
F
S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal zicht
naar achteren.
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Ergonomie en comfort
Page 87 of 404

85
Stoelen van de tweede
zitrij
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
b
eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F
d
ruk ver volgens de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en beweeg hem helemaal omhoog.
F
b
erg de hoofdsteun op.
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
F s teek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
F
d
uw de hoofdsteun omlaag tot aan de
aanslag,
F
d
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.Stoelen verstellen
De hoofdsteunen hebben twee standen:
- de hoge stand (gebruiksstand):
F
b
eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
-
de lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is:
F
d
ruk de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
Op de 2e zitrij bevinden zich drie even grote
individuele stoelen. De rugleuning van deze
stoelen kan worden neergeklapt om de
bagageruimte te vergroten.
A. Verstelling in lengterichting
B. De hoek van de rugleuning verstellen of
de rugleuning neerklappen
C. De rugleuning vanuit de bagageruimte
neerklappen en nooduitstapfunctie voor
de passagiers op de 3e zitrij
D. Toegang tot de 3e zitrij (uitvoeringen met
7 zitplaatsen)
3
Ergonomie en comfort
Page 88 of 404

86
De hoek van de rugleuning
verstellenBuitenste ztplaatsen
F Trek de hendel B1
omhoog en beweeg de
rugleuning naar achteren of naar voren,
beweeg indien nodig uw lichaam met de
rugleuning mee.
F
L
aat de hendel los en controleer of de
rugleuning goed is vergrendeld in de
gewenste stand.
Middelste zitplaats
F Trek aan de lus B2 en beweeg de
rugleuning naar achteren of naar voren,
beweeg indien nodig uw lichaam met de
rugleuning mee.
F
L
aat de lus los en controleer of de
rugleuning goed is vergrendeld in de
gewenste stand.
Vlakke laadvloer
Neerklappen van de rugleuningen
F Controleer of de uitklaptafeltjes op de rugleuning van de voorstoelen volledig zijn
ingeklapt.
F
Z
et de stoelen op de 2e zitrij zo ver mogelijk
naar achteren.
Zorg er voor dat tijdens uw handelingen
met de stoelen de handen en voeten van
passagiers (met name kinderen) uit te
buurt blijven van de bewegende delen
(scharnieren, rails enz.) - Kans op ernstig
letsel!
Neerklappen van buitenaf
Verstelling in lengterichting
F Trek de beugel A omhoog en schuif de stoel
in de gewenste stand.
F
L
aat de beugel los en controleer of de stoel
goed is vergrendeld.
F
T
rek aan de hendel B1 of de lus B2 tot de
rugleuning volledig naar achteren is bewogen.
F
L
aat de hendel of lus los.
F
D
uw de rugleuning iets naar voren zodat hij
naar voren kantelt en het zitkussen tegen de
vloer wordt geklapt.
Ergonomie en comfort
Page 89 of 404

87
Neerklappen vanuit de bagageruimteIn de oorspronkelijke stand terugzetten van de stoel
Controleer voordat u handelingen
uitvoert met de achterstoelen of de
veiligheidsgordels goed zijn gespannen,
om beschadiging er van te voorkomen.
De
middelste veiligheidsgordel moet in
de
hemelbekleding worden opgeborgen.
Aansluitpanelen
Bijvoorbeeld voor het vervoer van lange voorwerpen,
of vanaf de 3e zitrij:
F
T
rek aan de lus C van de gewenste stoel om
deze te ontgrendelen en duw de rugleuning iets
naar voren.F Leg de aansluitpanelen van de 2e zitrij weer tegen de rugleuningen.
F
Z
et de rugleuning rechtop tot hij wordt
vergrendeld. Elke stoel is voorzien van een aansluitpaneel
aan de onderzijde van de rugleuning dat
eenmaal uitgeklapt:
-
z
orgt voor een volledig vlakke laadvloer van
de bagageruimte, ongeacht de stand van de
stoelen,
-
v
oorkomt dat er voor werpen onder de
stoelen op de 2e zitrij terechtkomen.
Deze aansluitpanelen zijn niet ontworpen
om een gewicht van meer dan 30 kg te
dragen.
De aansluitpanelen worden met een magneet
tegen de rugleuningen aan gehouden.
Controleer voordat u de aansluitpanelen
uitklapt of de stoelen van de 2e zitrij zo ver
mogelijk naar achteren zijn gezet.
3
Ergonomie en comfort
Page 90 of 404

88
Toegang tot de 3e zitrijStoelen van de derde zitrij
De 3e zitrij is toegankelijk via de 2e zitrij.
Van buitenaf of vanaf de 3e zitrij:
F
C
ontroleer of de uitklaptafeltjes op de
rugleuning van de voorstoelen volledig
zijn
ingeklapt.
F
T
rek aan de hendel D , beweeg de
rugleuning naar voren om deze te
kantelen
en schuif de stoel naar voren.
De stoel weer terugzetten in de normale positie:
F
Z
et de rugleuning rechtop tot de stoel wordt
vergrendeld.
Ongeacht de oorspronkelijke stand van de
stoel wordt deze automatisch op 1/3 van het
bereik van de verstelling in lengterichting gezet
om voldoende ruimte over te houden voor de
passagiers op de 3e zitrij. In het geval dat dit systeem niet werkt (met
hendel D
) kunnen de passagiers op de 3e
zitrij ook uitstappen door de rugleuning
van de stoelen op de 2e zitrij neer te
klappen met behulp van de lus C .
Laat kinderen de stoelen niet bedienen
zonder toezicht van volwassenen. De twee stoelen van de derde zitrij zijn
in opgevouwen positie opgeborgen in de
bagageruimte. Elke stoel wordt afgedekt
door een harmonicapaneel dat aan de auto
is
bevestigd.Laat kinderen de stoelen niet bedienen
zonder toezicht van volwassenen.
Elk harmonicapaneel kan een gewicht van
100
kg dragen als de stoelen van de derde
zitrij
zijn weggeklapt.
Als de stoelen van de derde zitrij zijn verwijderd,
kunnen de geplaatste harmonicapanelen een
gewicht van maximaal 40 kg dragen.
Ergonomie en comfort