Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 271 of 320

Verzorging en onderhoud
de carrosserie gespoten bumpers. Hoe klei-
ner de afs
t
and van de sproeikop tot het op-
pervlak is, des te meer er wordt gevergd van
het materiaal. Af fabriek gemonteerde kleeffolie
De volgende aanwijzingen moeten gevolgd
wor
den om s

chade aan de kleeffolie te voor-
komen:
● Niet wassen met hogedrukapparaten.
● Geen glas- of ijsschraper gebruiken om de
fo lie

vrij te maken van ijs of sneeuw.
● De kleeffolie niet polijsten.
● Geen vuile doeken of sponzen gebruiken.
● Bij voorkeur wassen met een zachte spons
en zac
hte, neutrale zeep.
Sensoren en cameralenzen ●
Sneeuw met een handveger verwijderen en
ij s
b

ij voorkeur met een ontdooispray.
● Reinig de sensoren met producten die vrij
zijn v
an oplosmiddelen en een schone, droge
doek.
● Maak de cameralens met een normaal in
de handel
verkrijgbaar glasreinigingsmiddel
op basis van alcohol nat en veeg de lens met
een droge doek schoon. VOORZICHTIG
● Als

u de wagen wast met een hogedrukrei-
niger:
–houd dan voldoende afstand tot de sen-
soren in de voor- en achterbumpers.
– Reinig niet de cameralenzen of het ge-
bied daaromheen met de hogedrukreini-
ger.
● Gebruik nooit warm of heet water om snee-
uw en ijs
te verwijderen van de lens van de
achteruitrijcamera, omdat deze daardoor kan
scheuren.
● Bij het schoonmaken van de lens nooit een
onderhoudsmiddel
met een schurende werk-
ing gebruiken. Conservering van de wagenlak
Het regelmatig aanbrengen van conserve-
rin
g
s

producten beschermt de lak van de wa-
gen.
Wanneer op de schone lak het water geen
duidelijke ronde druppels meer vormt, moet
er een conserveringsproduct worden aange-
bracht.
Een goede vaste was kunt u bij elke Erkende
Seat Werkplaats verkrijgen.
Regelmatig in de was zetten beschermt de
wagenlak langdurig tegen schadelijke milieu-
invloeden ›››
pag. 266. De conservering be- schermt zelfs enigszins tegen mechanische
invloeden.
Ook al

s in de automatische wasinstallatie re-
gelmatig een vloeibare was wordt gebruikt,
is het aan te bevelen de lak ten minste twee-
maal per jaar met vaste was te beschermen.
Wagenlak polijsten Alleen als de lak van uw wagen dof is gewor-
den en als
u met

conserveringsmiddelen
geen glans meer kunt verkrijgen, is polijsten
nodig. Polijstmiddel is verkrijgbaar bij de Er-
kende Seat Werkplaats.
Wanneer de aangebrachte polish geen con-
serverende componenten bevat moet de lak
onmiddellijk met was behandeld worden
››› pag. 269, Conservering van de wagenlak . VOORZICHTIG
Om de wagenlak niet te beschadigen: ● Behandelt u mat gelakte delen of kunststof
delen niet met

polijstmiddelen of vaste was.
● De wagenlak niet in een zanderige of stoffi-
ge omg
eving polijsten. Kunststof delen verzorgen
Wanneer normaal wassen niet voldoende is,
mog
en k
u

nststof delen ook met speciale, »
269
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 272 of 320

Aanwijzingen
goedgekeurde op lo
smid delvrije kunststofrei-
nigings- en conserveringsmiddelen worden
behandeld. VOORZICHTIG
● Het g e

bruik van vloeibare luchtverfrissers,
die rechtstreeks op de ventilatieroosters van
de wagen geplaatst worden kunnen de plastic
onderdelen beschadigen, indien hier per on-
geluk vloeistof op geknoeid wordt.
● Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel
tas
ten het materiaal aan. Ruiten en buitenspiegels schoonma-
k
en Ruiten schoonmaken
– Ruiten met universele glasreinigingsmidde-
len op alc
oho

lbasis schoonmaken.
– Ruiten met een schone zeem of met een lap
zonder plui

sjes drogen.
Sneeuw verwijderen – Sneeuw van ruiten en spiegels met een ve-
ger v

erwijderen.
IJs verwijderen
– Een spray om ijs te verwijderen gebruiken.
Voor het dr
ogen van de ruiten gebruikt u een
schone lap of een zeem. Op een zeem waar- mee de lak is afgenomen, blijven vette resten
conser

veringsmiddel achter. Daarmee zou-
den de ruiten vuil gemaakt worden.
Gebruik bij voorkeur een ontdooispray voor
het verwijderen van ijs. Wanneer u een ijs-
krabber gebruikt, deze niet heen en weer be-
wegen, maar slechts in één richting schui-
ven.
Rubber-, olie-, vet- of kitresten kunt u met
een ruitenreiniger of siliconenverwijderaar
verwijderen.
Wasresten kunnen alleen met een speciale
reiniger worden verwijderd die verkrijgbaar is
bij de Erkende Seat Werkplaatsen. Door res-
ten was op de voorruit kunnen de ruitenwis-
sers gaan bobberen. Door het gebruik van
een ruitenreiniger met wasoplossende eigen-
schappen kan het produceren van bijgelui-
den worden verholpen, deze kunnen de was-
resten echter niet volledig verwijderen. VOORZICHTIG
● Nooit s neeu

w of ijs van de ruiten en spie-
gels met warm of heet water verwijderen - ge-
vaar voor scheurvorming in het glas!
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde
van de achterruit. Om beschadigin-
gen te voorkomen mogen er geen stickers op
de verwarmingsdraden worden geplakt. Ruitenwisserbladen schoonmaken
Schone ruitenwisserbladen zorgen voor hel-
der z
ic

ht.
1. Met een zachte doek stof en vuil van de ruitenw
isserbladen verwijderen.
2. De ruitenwisserbladen met een ruitenreini- ger sc
hoonmaken. Bij sterke vervuiling
een spons of een doek gebruiken.
Afdichtrubbers onderhouden Goed onderhouden afdichtrubbers vriezen
niet

z

o snel vast.
1. Met een zachte doek stof en vuil van de af- dichtrubbers
verwijderen.
2. Afdichtrubbers met een onderhoudsmid- del v
oor rubber behandelen.
De afdichtrubbers van portieren, ruiten enz.
blijven soepel en gaan langer mee als deze
af en toe met een conserveringsmiddel voor
rubber (bijv. siliconenspray) worden behan-
deld.
Hiermee wordt een voortijdige slijtage van de
afdichtrubbers voorkomen. De portieren kun-
nen gemakkelijker worden geopend. Goed
onderhouden afdichtrubbers vriezen 's win-
ters niet zo gemakkelijk vast.
270

Page 273 of 320

Verzorging en onderhoud
Slotcilinder van het portier Portierslotcilinders kunnen in de winter be-
vriezen.
Om de s
lot
cilinder van het portier te ontdooi-
en wordt geadviseerd een spray met smeren-
de en roestwerende eigenschappen te ge-
bruiken.
Chromen delen schoonmaken 1. Chromen delen met een vochtige doek
sc
hoonm

aken.
2. Chromen delen met een zachte, droge doek polij
sten.
Wanneer dat niet voldoende is, kunt u een
goede chroomreiniger gebruiken. Met deze
chroomreiniger verwijdert u ook vlekken of
aanslag op het oppervlak. VOORZICHTIG
Om ervoor te zorgen dat een chroomopper-
vlak g

een krassen krijgt:
● Bij het onderhoud van het chroom in geen
geva
l een reinigingsmiddel met een schuren-
de werking gebruiken.
● Het oppervlak van de chromen delen niet in
een zanderig
e of stoffige omgeving schoon-
maken of polijsten. stalen velgen

De stalen velgen regelmatig met een aparte
spon s

schoonmaken.
Hardnekkig remslijpsel kan met een indu-
striereiniger worden verwijderd. Beschadigin-
gen aan de lak van de velgen moeten worden
verholpen voordat er roest kan ontstaan. ATTENTIE
● Banden nooit met

rondstraalsproeikoppen
schoonmaken. Zelfs wanneer de spuitafstand
betrekkelijk groot is en er kort gespoten
wordt, kunnen de banden hierdoor bescha-
digd worden. Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
De remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 180, Remwerking en remweg. Lichtmetalen velgen
Om de 2 weken
– Strooizout en remslijpsel van de lichtmeta-
len
v

elgen wassen.
– Wielen met een zuurvrij reinigingsmiddel
behandelen. Om de 3 m

aanden
– Wielen met harde was grondig inwrijven.
Reg
elmatig onderhoud is nodig, opdat de
lichtmetalen velgen er lang goed uit blijven
zien. Als strooizout en remslijpsel niet regel-
matig worden afgespoeld, wordt het alumini-
um aangetast.
Als reinigingsmiddel een zuurvrij reinigings-
middel voor lichtmetalen velgen gebruiken.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in stalen vel-
gen op p ag. 271
in acht nemen. Bodembescherming
De onderzijde van de wagen is tegen chemi-
s
c
he en mec

hanische invloeden beschermd.
Tijdens het rijden kan de beschermende laag
worden beschadigd. Daarom adviseren wij u
om de beschermende laag aan de onderzijde
van de wagen en van het onderstel vóór en
na het koude jaargetijde te controleren en zo
nodig te laten bijwerken. »
271
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 274 of 320

Aanwijzingen
Wij adviseren reparatiewerkzaamheden en
e xtr
a be
schermingsmaatregelen tegen corro-
sie te laten uitvoeren door uw Erkende Seat
Werkplaats. ATTENTIE
Gebruik nooit een bodembeschermingslaag
of c orr

osiewerende middelen voor uitlaten,
katalysatoren of warmtewerende platen. Door
een heet uitlaatsysteem of door hete motor-
delen kunnen deze stoffen vlam vatten.
Brandgevaar! Motorruimte schoonmaken
Neem extra voorzorgsmaatregelen voor het
s
c
hoonm

aken van de motorruimte.
Corrosiewerende laag
De motorruimte en het oppervlak van de mo-
tor zijn af fabriek met een corrosiewerende
laag behandeld.
Vooral in de winter, wanneer u vaak op met
zout bestrooide wegen rijdt, is een goede be-
scherming tegen corrosie heel belangrijk.
Opdat het zout geen schade kan aanrichten,
moet de motorruimte voor en na de strooipe-
riode grondig worden schoongemaakt.
De Erkende Seat Werkplaats beschikt over de
juiste schoonmaak- en conserveringsmidde-
len en de benodigde gereedschappen. Daar- om adviseren wij u om deze werkzaamheden
daar te l

aten uitvoeren.
Wanneer de motorruimte met vetoplossende
middelen wordt schoongemaakt of wanneer
de motor wordt gewassen, wordt de corrosie-
werende laag bijna altijd verwijderd. Daarna
beslist alle vlakken, groeven, naden en alle
componenten in de motorruimte laten con-
serveren. ATTENTIE
● Let

vóór alle werkzaamheden in het motor-
compartiment op de waarschuwingen ››› pag.
278.
● Motor uitschakelen, handrem aantrekken
en altijd de cont
actsleutel uit het contactslot
trekken, voordat u de motorkap opent.
● Motor laten afkoelen, voordat u de motor-
ruimte sc
hoonmaakt.
● Handen en armen tegen metalen delen met
scherpe k
anten beschermen, als u bijvoor-
beeld de onderkant van de wagen, de binnen-
zijde van de wielkasten of de wieldoppen
schoonmaakt. Gevaar voor verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
● Nooit het koelsysteem aanraken. Deze
wordt
afhankelijk van de temperatuur gere-
geld en kan automatisch worden ingescha-
keld – ook bij uit het contact getrokken con-
tactsleutel! Milieu-aanwijzing
Omdat bij het wassen van een motor resten
brand s

tof, vet en olie kunnen worden afge-
spoeld, het vervuilde water door een olie-af-
scheider schoonmaken. Daarom mag de mo-
tor alleen worden schoongespoten in een ge-
specialiseerde werkplaats of bij een daartoe
uitgerust tankstation. Verzorging van de wagen, bin-
nenz
ijde
Di

splay van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
i

aalzaken verkrijgbare "beeld-
schermreiniger". Om het display schoon te
maken, de doek licht bevochtigen met de rei-
nigingsvloeistof.
Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
systeem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Geadviseerd
wordt om daarna het bedieningspaneel van
het Easy Connect-systeem* schoon te maken
met een vochtige doek en vaatwasmiddel.
272

Page 275 of 320

Verzorging en onderhoud
VOORZICHTIG
● Om kr a
ssen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat
er geen vocht in het bedieningspaneel
van Easy Connect-systeem* komt. Kunststof delen en het dashboard
sc
hoonm

aken–
Een schone, niet-pluizende doek met water
bev oc
htig

en en de kunststof delen en het
dashboard schoonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende mocht zijn, ge-
bruikt u een spec

iaal oplosmiddelvrij
kunststofreinigings- en onderhoudsmiddel. ATTENTIE
Maak nooit het dashboard en het oppervlak
van de airb agmodu

les schoon met reinigings-
middelen die oplosmiddelen bevatten. Door
schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen
wordt het oppervlak poreus. Bij het activeren
van de airbag kan dit tot verwondingen lei-
den als gevolg van losschietende kunststof
deeltjes. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m

ateriaal aan. Houten sierelementen schoonmaken*

Een schone doek met water bevochtigen en
het hout s

choonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende is, mild zeep-
sop ge
bruiken. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m

ateriaal aan. Schoonmaken weefsels en stoffen be-
k
l
edin

g Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierp
anel
en en

z.) moeten regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof ge-
wreven kunnen worden. Stoomreinigers mo-
gen niet worden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd. Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met

een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het
schuim wordt met een zachte spons op het
oppervlak van textiel verdeeld en licht inge-
wreven. Het doornat maken van het textiel
moet echter worden voorkomen. Aansluitend
wordt het schuim met absorberende, droge
doeken (bijv. microvezeldoeken) afgedept en
nadat het schuim volledig is gedroogd, weg-
gezogen.
Vlekken verwijderen
Vlekken van dranken (koffie, vruchtensap
enz.) kunnen met een fijnwasmiddel-oplos-
sing worden behandeld. Deze oplossing
wordt aangebracht met een spons. Bij hard-
nekkige vlekken kan een waspasta direct op
de plaats van de vlek worden aangebracht en
ingewreven. Daarna is een nabehandeling
met schoon water noodzakelijk om de was-
middelresten te verwijderen. Daartoe wordt
water met een vochtige doek of een spons
aangebracht en met absorberende droge
doeken afgedept.
Vlekken van chocolade of make-up worden
met een waspasta (bijv. ossengalzeep) inge-
wreven. Daarna wordt de zeep met water
(vochtige spons) verwijderd.
Voor de behandeling van vet, olie, lippenstift
of balpeninkt kan spiritus worden gebruikt.
Opgeloste vet- of kleurstofdeeltjes moeten
met absorberend materiaal worden afgedept. »
273
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 276 of 320

Aanwijzingen
Eventueel kan een nabehandeling met een
w a
s
pasta en water noodzakelijk zijn.
Bij sterke vervuiling van de bekleding advise-
ren wij u een gespecialiseerd bedrijf in te
schakelen om de bekleding en delen van tex-
tiel te laten reinigen met shampoo en be-
sproeiing. Let op
Open klittenbandsluitingen aan uw kleding
ku nnen de s

toelbekleding beschadigen. Zorg
ervoor dat ze gesloten zijn. Leer schoonmaken*
Normaal schoonmaken
– Verontreinigd leer met een licht vochtige
kat
oenen of

wollen doek schoonmaken.
Hardnekkige vlekken verwijderen
– Sterk vervuilde plekken schoonmaken met
een doek en een mil

de zeepoplossing
(twee eetlepels neutrale zeep op een liter
water).
– Let erop dat het leer nergens te nat wordt
en dat er g

een water in de naden sijpelt.
– Vervolgens met een zachte, droge lap
droogwrij

ven. Onderhoud van het leer
– Het leer elk half jaar met een bij de techni-
sche dien

st verkrijgbaar leeronderhouds-
middel behandelen.
– Leeronderhoudsmiddel uiterst dun aan-
breng

en.
– Met een zachte lap droogwrijven.
SEAT s
treeft ernaar de bijzondere eigen-
schappen van dit natuurproduct intact te
houden. Vanwege de exclusiviteit van de ge-
bruikte leersoorten en de karakteristieke ei-
genschappen (zoals gevoeligheid voor olie,
vet en vervuiling) moet het leer voorzichtig
worden behandeld, zowel bij het dagelijks
gebruik als bij het uitvoeren van onder-
houdswerkzaamheden.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon
staat, het leer tegen direct zonlicht bescher-
men om verbleken te voorkomen. Lichte
kleurwijzigingen door het gebruik van het
hoogwaardige natuurleer zijn normaal. VOORZICHTIG
● Het l eer m

ag in geen geval met oplosmid-
delen, boenwas, schoenpoets, vlekkenverwij-
deraar en dergelijke worden behandeld.
● Hardnekkige vlekken door een gespeciali-
seerde werkp
laats laten verwijderen om be-
schadigingen te vermijden. Alcantara bekleding reinigen*
Stof en vuil verwijderen
– Een doek licht
bevochtigen en de bekle-
ding schoonmaken.
Vlekken verwijderen
– Een doek met lauw water of spiritu
s vochtig
maken.
– De vlek naar het midden toe deppen.
– Schoongemaakte plek met een zachte doek
droogmak

en.
Geen leerverzorgingsmiddel op bekleding
van Alcantara gebruiken.
Bij stof en vuil kunt u ook een verzorgende
shampoo gebruiken.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon stil-
staat, de Alcantara-bekleding tegen direct
zonlicht beschermen om verbleken te voorko-
men. Lichte verkleuringen door het gebruik
zijn normaal. VOORZICHTIG
● Alc ant

ara mag niet met oplosmiddelen,
boenwas, schoenpoets, vlekkenverwijderaar,
leeronderhoudsmiddel en dergelijke worden
behandeld. 274

Page 277 of 320

Controleren en bijvullen

Laat h ar
dnekkige vlekken in een gespecia-
liseerde werkplaats verwijderen om bescha-
digingen te voorkomen.
● Voor het schoonmaken in geen geval bor-
stel
s, harde sponzen, enz., gebruiken. Veiligheidsgordels schoonmaken
Een vervuilde veiligheidsgordel kan de werk-
ing
v

an de veiligheidsgordel negatief beïn-
vloeden. Houd veiligheidsgordels schoon en
controleer regelmatig de toestand van alle
gordels.
Veiligheidsgordels schoonmaken
– De vervuilde veiligheidsgordel volledig uit-
trekk en en de g

ordelband uitgerold laten.
– Vuile veiligheidsgordels met mild zeepsop
s
choonmaken.
– Het behandelde gordelweefsel laten dro-
gen.
– Vei

ligheidsgordel pas oprollen, wanneer
deze droog i
s.
Als er grote vlekken in de gordel komen, zal
de oprolautomaat niet meer correct werken. ATTENTIE
● De v

eiligheidsgordels mogen niet chemisch
worden gereinigd, omdat zulke reinigings- middelen de sterkte van het weefsel kunnen
aanta
s

ten. De veiligheidsgordels mogen ook
niet met etsende vloeistoffen in aanraking
komen.
● Regelmatig de toestand van alle veilig-
heidsgor
dels controleren. Als beschadigin-
gen van het weefsel, de gordelverbindingen,
de gordelautomaat of het slotgedeelte wor-
den vastgesteld, moet de betreffende veilig-
heidsgordel door een gespecialiseerde werk-
plaats worden vervangen.
● Nooit proberen om de veiligheidsgordels
zelf t
e repareren. De veiligheidsgordels mo-
gen nooit op een of andere wijze worden ver-
anderd of door u worden uitgebouwd. VOORZICHTIG
Schoongemaakte veiligheidsgordels moeten
vóór het opr o

llen volledig droog zijn, omdat
vocht de gordeloprolautomaat kan beschadi-
gen. Controleren en bijvullen
T ank
en
T

anken Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›

 pag. 55
Zodra het volgens de voorschriften bediende
vulpistool voor de eerste keer afslaat, is de
brandstoftank "vol". Er dient niet verder te
worden getankt, omdat anders de expansie-
ruimte in de tank ook gevuld wordt. Bij ver-
hitting zou er brandstof uit kunnen lopen.
De juiste brandstofsoort voor de wagen staat
op een sticker aan de binnenzijde van de
tankklep. ATTENTIE
● Brand s

tof is gemakkelijk ontvlambaar en
kan tot zware verbrandingen en andere ver-
wondingen leiden.
–Bij het vullen van de tank of van een jer-
rycan met brandstof mag niet worden ge-
rookt en mag er geen contact zijn met
vonken. Brandgevaar!
– De wettelijke voorschriften over het ge-
bruik van jerrycans in acht nemen.
– Wij adviseren u om veiligheidsredenen
geen jerrycan met brandstof mee te ne-
men. In geval van een aanrijding kan de » 275
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 278 of 320

Aanwijzingen
jerrycan beschadigd worden en kan er
brand
s
tof uit lekken.
● Wanneer u in uitzonderlijke gevallen brand-
stof
in een jerrycan moet vervoeren, let dan
op het volgende:
–Nooit de jerrycan met brandstof vullen,
wanneer deze in of op de wagen staat.
Tijdens het vullen ontstaan er elektrosta-
tische ladingen die de brandstofdampen
kunnen laten ontvlammen. Ontploffings-
gevaar! De jerrycan altijd op de grond
zetten wanneer u deze vult.
– Het vulpistool zo ver mogelijk in de vul-
mond van de jerrycan steken.
– Bij jerrycans van metaal moet het vulpis-
tool contact met de jerrycan hebben, ter-
wijl u de jerrycans met brandstof vult.
Hierdoor wordt statische oplading verme-
den.
– Nooit brandstof in de wagen of in de ba-
gageruimte morsen. Brandstofdampen
kunnen ontploffen. Er bestaat levensge-
vaar. VOORZICHTIG
● We g

gelekte brandstof direct van de wagen-
lak verwijderen.
● Nooit de brandstoftank helemaal leegrij-
den! De onre
gelmatige brandstofvoorziening
kan tot overslaan van de ontsteking leiden.
Daardoor komt er onverbrande brandstof in
de uitlaat - gevaar voor beschadiging van de
katalysator! ●
Als

bij een wagen met dieselmotor de
brandstoftank volledig is leeggereden, moet
na het tanken gedurende ten minste 30 se-
conden het contact worden ingeschakeld zon-
der de motor te starten. Als u daarna start,
kan het langer duren dan normaal - tot maxi-
maal een minuut -, voordat de motor aan-
slaat. Dat komt doordat het brandstofsys-
teem tijdens het starten eerst moet worden
ontlucht. Milieu-aanwijzing
De brandstoftank nooit de vol tanken, omdat
b ij v

erhitting er brandstof kan gaan lekken. Let op
Bevat geen enkel noodmechanisme om de
tankk l

ep te ontgrendelen. Roep indien nodig
de hulp in van gespecialiseerd personeel. Brandstof
B en z

inesoorten Welke benzinesoort voor uw wagen geschikt
i
s, s
t

aat aan de binnenzijde van de tankklep.
De wagen is met een katalysator uitgerust en
mag alleen op loodvrije benzine rijden. De
benzine moet voldoen aan de Europese norm
EN 228 resp. de Duitse norm DIN 51626-1 en
moet loodvrij zijn. U mag brandstoffen tan- ken die maximaal 10% ethanol (E10) bevat-
ten. De div

erse typen benzine verschillen qua
octaangetal (RON) .
De volgende benamingen komen overeen
met die op de sticker op de tankklep:
Loodvrij super met octaangetal 95 of loodvrij
normaal met octaangetal van min. 91
Geadviseerd wordt om loodvrij super met oc-
taangetal 95 te tanken. Indien niet beschik-
baar: tank dan loodvrij normaal met een oc-
taangetal van 91, maar houd dan wel reke-
ning met een lichte reductie in vermogen.
Loodvrij super met octaangetal van min. 95
U moet loodvrij super met een octaangetal
van min. 95 gebruiken.
Als er geen loodvrije super beschikbaar is,
kunt u ook in geval van nood loodvrij nor-
maal met octaangetal 91 tanken. In dat geval
mag u echter alleen met gemiddelde toeren-
tallen en geringe motorbelasting rijden. Tank
loodvrij super bij de eerst komende gelegen-
heid die zich voordoet.
Loodvrij super met octaangetal 98 of loodvrij
super met octaangetal van min. 95
Geadviseerd wordt om loodvrij super met oc-
taangetal 98 te tanken. Indien niet beschik-
baar: tank dan super met een octaangetal
van 95, maar houd wel rekening met een
licht verlies van vermogen.
276

Page 279 of 320

Controleren en bijvullen
Als er geen loodvrije super beschikbaar is,
k u
nt
u ook in geval van nood loodvrij nor-
maal met octaangetal 91 tanken. In dat geval
mag u echter alleen met gemiddelde toeren-
tallen en geringe motorbelasting rijden. Tank
loodvrij super bij de eerst komende gelegen-
heid die zich voordoet.
Benzinetoevoegingen
De brandstofkwaliteit beïnvloedt het soepel
draaien van de motor, het vermogen en de le-
vensduur van de motor. Daarom moet me-
taalvrije kwaliteitsbenzine getankt worden
met geschikte additieven, reeds toegevoegd
door de aardolie-industrie. Deze toevoegin-
gen beschermen tegen corrosie, reinigen het
brandstofsysteem en voorkomen aanslag in
de motor.
Wanneer er geen kwaliteitsbenzine met me-
taalvrije additieven beschikbaar is of er mo-
torstoringen voorkomen, moet u de noodza-
kelijke additieven bij het tanken toevoegen
››› .
Het i
s

gebleken dat niet alle benzine-additie-
ven goed werken. Het gebruik van ongeschik-
te additieven voor de benzine kan aanzienlij-
ke schade veroorzaken aan de motor en de
katalysator beschadigen. Gebruik nooit me-
taalhoudende additieven voor de benzine!
De metaalhoudende additieven kunnen ook
in de benzine-additieven zitten om de klop-
vastheid te verbeteren en het octaangehalte
te verhogen ››› . SEAT raadt de "Originele additieven van de
gr
oep
V

olkswagen voor benzinemotoren"
aan. Bij de SEAT-specialisten kan u deze ad-
ditieven kopen en informatie inwinnen be-
treffende het gebruik. VOORZICHTIG
● Tank niet

als op de pomp aangegeven staat
dat de brandstof metaal bevat. LVB-brand-
stoffen (loodvervangende benzine) bevatten
metaalhoudende additieven in hoge concen-
traties. Het gebruik hiervan kan de motor be-
schadigen!
● U mag geen brandstoffen tanken die een
grote hoev
eelheid ethanol (bijv. E50, E85) be-
vatten. Dit leidt tot schade aan het brandstof-
systeem.
● Eén keer tanken van loodhoudende brand-
stof
of ander metaaltoevoegingen leidt al tot
een blijvende afname van het rendement van
de katalysator.
● U mag uitsluitend additieven voor benzine
gebruik
en die zijn goedgekeurd door SEAT.
Additieven die het octaangetal verhogen of
de klopvastheid verbeteren, kunnen metaal-
deeltjes bevatten die de motor en katalysator
flink kunnen beschadigen. Dergelijke additie-
ven mogen niet worden gebruikt.
● Bij benzine met een laag octaangehalte
kunnen hog
e toerentallen of een sterke mo-
torbelasting tot schade aan de motor leiden. Let op
● U ku nt

benzine tanken met een hoger oc-
taangehalte dan de motor van uw wagen no-
dig heeft.
● In landen waar geen loodvrije benzine be-
schik
baar is, kunt u benzine met een laag
loodgehalte tanken. Dieselbrandstof
Let op de informatie aan de binnenzijde van
de t
ankk
l

ep.
Het wordt aanbevolen dieselbrandstof te ge-
bruiken volgens de Europese norm EN 590.
Indien geen diesel volgens de Europese
norm EN 590 beschikbaar is, moet het ce-
taangetal (CN) minstens 51 zijn. Indien de
motor is voorzien van een roetfilter, moet het
zwavelgehalte van de brandstof onder 50
deeltjes per miljoen liggen.
Winterdiesel
Zomerdiesel wordt dik in de winter, hetgeen
ertoe leidt dat uw wagen moeilijker start.
Daarom wordt in de winter bij de tankstations
diesel met betere visco-elasticiteit bij kou
(winterdiesel) aangeboden. »
277
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 280 of 320

Aanwijzingen
VOORZICHTIG
● De w ag
en is niet geconstrueerd voor het
gebruik van FAME-brandstof (biodiesel). Het
brandstofsysteem wordt beschadigd, indien
op deze brandstof wordt gereden.
● Brandstoftoevoegingen, zogenaamde
"vloeiverbeter
aars", benzine of dergelijke
middelen mogen niet aan de dieselolie wor-
den toegevoegd.
● Bij slechte kwaliteit van de diesel kan het
nodig zijn het
brandstoffilter te ontwateren
tussen de in het Serviceplan vermelde inter-
vallen door. Geadviseerd wordt om dit in een
gespecialiseerde werkplaats te laten uitvoe-
ren. Een ophoping van water in het filter kan
tot motorstoringen leiden. Werkzaamheden in de motor-
ruimt
e
V ei

ligheidsaanwijzingen voor werk-
zaamheden in de motorruimte Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›


 pag. 17
Voor alle werkzaamheden aan de motor of in
de motorruimte:
1. Motor uitschakelen en de sleutel uit het contacts
lot trekken.
2. Handrem aantrekken. 3. Versnellingshendel in neutraal resp. de
keuzehendel
in stand P zetten.
4. Motor laten afkoelen.
5. Kinderen ver van de wagen houden.
6. Motorkap openen ›››
pag. 279.
Werkzaamheden in de motorruimte alleen
zelf uitvoeren, wanneer u met de noodzakelij-
ke handelingen vertrouwd bent en over ge-
schikt gereedschap beschikt! Anders de
werkzaamheden bij een gespecialiseerde
werkplaats uit laten voeren.
Alle vloeistoffen en bedrijfsmiddelen, zoals
koelvloeistof en motorolie, maar ook bougies
en accu's worden voortdurend verder ontwik-
keld. De Erkende Seat Werkplaatsen worden
door SEAT constant op de hoogte gehouden
over wijzigingen. Wij adviseren u daarom be-
drijfsvloeistoffen en bedrijfsmiddelen door
een Erkende Seat Werkplaats te laten vervan-
gen. Let ook op de aanwijzingen ››› pag. 265.
De motorruimte van de wagen is een gevaar-
lijke ruimte ››› .
ATTENTIE
Bij alle handelingen aan de motor of in de
motorruimt e - b

ijv. bij controleren en bijvullen
van vloeistoffen - kunnen verwondingen,
brandwonden en ander gevaar voor een onge-
val of brand ontstaan!
● Nooit de motorkap openen als u ziet dat er
stoom of
koelvloeistof uitkomt. Gevaar voor brandwonden! Wachten tot er geen damp of
koelvloei
s

tof meer naar buiten komt. De mo-
tor vóór het openen van de motorkap laten af-
koelen.
● Motor uitschakelen en de contactsleutel uit
het cont
actslot trekken.
● Trek de handrem aan en zet de versnel-
lingshendel
in de stand neutraal of de keuze-
hendel in de stand P.
● Kinderen ver van de wagen houden.
● Geen hete motordelen aanraken. Gevaar
voor brandw
onden!
● Geen vloeistof op de motor of op het uit-
laatsy
steem knoeien als deze nog heet zijn.
Brandgevaar!
● Kortsluiting voorkomen in de elektrische
inst
allatie, vooral op de starthulpaansluitin-
gen ›››
 pag. 69. De accu kan exploderen!
● Nooit het koelsysteem aanraken. Deze
wordt
afhankelijk van de temperatuur gere-
geld en kan automatisch worden ingescha-
keld – ook bij uitgeschakeld contact of uit het
contact getrokken contactsleutel!
● Bedek de motor nooit met extra isolatiema-
teria
len zoals een deken. Brandgevaar!
● Nooit de vuldop van het koelvloeistofreser-
voir openen z
olang de motor warm is. Door de
hete koelvloeistof staat het koelsysteem on-
der druk!
● Vuldop bij het openen met een grote, dikke
lap afdekk
en om gezicht, handen en armen
tegen hete damp of hete koelvloeistof te be-
schermen. 278

Page:   < prev 1-10 ... 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 ... 320 next >