TOYOTA AURIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 541 of 640

5418-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
Verwijder de afdekmat en het vak. (Blz. 415)
Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
Verwijderen van het reservewiel
1
Auto's met een compact
reservewielAuto's met volwaardig
reservewiel
2
WAARSCHUWING
■ Bij het opbergen van de reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reser-
vewiel en de carrosserie bekneld raken.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 541 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 542 of 640

5428-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Leg blokken voor de wielen.
Auto's met stalen velgen: Ver-
wijder de wieldop met een sleu-
tel.
Plaats, om de wieldop te bescher-
men, een doek tussen de sleutel
en de wieldop.
Draai de wielmoeren iets los
(één slag).
Vervangen van wiel met een lekke band
1
Lekke bandPositie wielblok
VoorLinksAchter het rechter achterwiel
RechtsAchter het linker achterwiel
AchterLinksVoor het rechter voorwiel
RechtsVoor het linker voorwiel
2
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 542 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 543 of 640

5438-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
Draai deel A van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in
de kop van de krik in contact
komt met het krikpunt.
De aanduidingen van de kriksteun-
punten bevinden zich onder de
dorpel. Deze duiden de kriksteun-
punten aan.
Draai de krik vervolgens verder omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
Verwijder alle wielmoeren en
het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen
op de velg te voorkomen.
4
5
Auto's met een compact
reservewielAuto's met volwaardig
reservewiel
6
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 543 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 544 of 640

5448-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het con-
tactvlak van de velg.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielmoeren los
lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
WAARSCHUWING
■Vervangen van wiel met een lekke band
● Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen niet aan direct nadat met
de auto is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer deze delen met handen, voeten of
andere lichaamsdelen worden aangeraakt tijdens het verwisselen van een
wiel, kan dit leiden tot brandwonden.
● Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel van de auto af kan lopen, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
• Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren. Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Bovendien kunnen door gebruik van olie of vet de wielbouten of wiel-
moeren loslopen, waardoor het wiel los kan raken en een ernstig onge-
val kan ontstaan. Verwijder olie of vet van de wielbouten of wielmoeren.
• Laat na het verwisselen van een wiel de wielmoeren zo snel mogelijk met een momentsleutel vastdraaien met 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf).
• Plaats een beschadigde naafdop niet opnieuw, omdat deze tijdens het
rijden los kan raken.
• Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn ontworpen voor het desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of bout- gaten van het wiel, dient de auto te worden gecontroleerd door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe.
(Blz. 479)
Plaatsen van het reservewiel
1
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 544 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 545 of 640

5458-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
Plaats het wiel en draai elke wielmoer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai bij het vervangen van een
wiel met een stalen velg (inclu-
sief een compact reservewiel)
de wielmoeren verder tot het
tapse gedeelte aan ligt tegen
de velg.
Draai bij het vervangen van een
wiel met een lichtmetalen velg
door een wiel met een stalen
velg (incl. een compact reser-
vewiel) de wielmoeren verder
tot het tapse gedeelte aan ligt
tegen de velg.
Laat de auto zakken.2
Taps gedeelteVe l g
Taps gedeelte
Ve l g
3
Auto's met een compact
reservewielAuto's met volwaardig
reservewiel
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 545 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 546 of 640

5468-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het volwaardige reservewiel
●Bij auto's met een bandenspanningswaarschuwingssysteem heeft het vol-
waardige reservewiel een aanduiding TEMPORARY USE ONLY (alleen
voor tijdelijk gebruik) op de buitenzijde van het wiel.
Gebruik het volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
● Controleer de bandenspanning van het volwaardige reservewiel.
(Blz. 603)
■ Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(Blz. 603)
■ Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
4
5
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 546 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 547 of 640

5478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
■Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
■ Monteren wieldop (auto's met stalen velgen)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn
met het ventieldopje zoals aangegeven in
de afbeelding.
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 547 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 548 of 640

5488-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Verklaring voor de krik
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 548 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 549 of 640

5498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige reservewiel (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Bij gebruik van het compacte reservewiel
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
■ Snelheidsbeperking bij gebrui k van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem
(indien aanwezig) • Cruise control (indien aanwezig)
•EPS
• PCS (indien aanwezig)
• LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 549 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 550 of 640

5508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (aut o's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band ook de bandenspanningssensor en -zender. ( Blz. 467)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 550 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page:   < prev 1-10 ... 501-510 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 581-590 ... 640 next >