TOYOTA RAV4 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 361 of 706

3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer deze functie is ingescha-
keld en het systeem in de afstands-
regelmodus (→Blz. 355) werkt en
een verkeersbord met een snel-
heidslimiet wordt gesignaleerd,
wordt de herkende snelheidslimiet
weergegeven met een pijl
omhoog/omlaag. De ingestelde
snelheid kan tot de herkende snel-
heidslimiet worden verhoogd/ver-
laagd door de schakelaar +RES/-
SET ingedrukt te houden.
 Wanneer de op dat moment
ingestelde snelheid lager is dan
de herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment
ingestelde snelheid hoger is dan
de herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist
inschakelen/uitschakelen via het
scherm op het multi-informatie-
display. ( →Blz. 134)
■De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden
ingesteld wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt inge-
steld terwijl de rijsnelheid lager is dan
ongeveer 30 km/h, wordt de snelheid
ingesteld op ongeveer 30 km/h.)
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 360 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 362 of 706

361
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Accelereren na het instellen van de
rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelere-
ren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
Als de afstandsregelmodus is ingescha-
keld, neemt de rijsnelheid echter moge-
lijk af tot onder de ingestelde snelheid,
zodat de afstand to t de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met
de volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te druk-
ken terwijl de voorli gger stopt, wordt,
als de voorligger begint te rijden, bin-
nen ongeveer 3 seconden nadat op
de schakelaar is gedrukt het rijden
met de volgregeling hervat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden
nadat uw auto is gestopt begint te rij-
den, wordt het rijden met de volgrege-
ling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automa-
tisch uitgeschakeld in de volgende situa-
ties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren
omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geacti-
veerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stil-
gezet op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilge-
zet, wordt het volgen van de voorlig-
ger in de volgende gevallen niet
hervat:
• De bestuurder draagt geen veilig- heidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stil-
gestaan.
Als de afstandsre gelmodus om een
andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld
wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Automatisch uitschakelen van de
constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus
wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan
ongeveer 16 km/h onder de inge-
stelde rijsnelheid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder
ongeveer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●Pre Crash Brake-fu nctie is geacti-
veerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus
om een andere d an de hierboven
genoemde redenen aut omatisch uitge-
schakeld wordt, kan er een storing in het
systeem aanwezig zijn. Neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 361 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 363 of 706

3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■De Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (auto's met
RSA) werkt mogelijk niet goed wan-
neer
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed in situaties waarbij de RSA moge-
lijk niet goed werkt of niet goed signa-
leert ( →Blz. 350). Controleer daarom,
wanneer u deze functie gebruikt, het
weergegeven verkeersbord met de snel-
heidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewij-
zigd in de herkende snelheidslimiet door
het ingedrukt houden van de schakelaar
+RES/-SET:
●Als er geen informa tie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidsli-
miet gelijk is aan de ingestelde snel-
heid
●Wanneer de herkende snelheidsli-
miet buiten het snelheidsbereik van
het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid v an de remmen hoor-
baar zijn en de reactie van het rempe-
daal kan veranderen, maar dit duidt niet
op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers voor de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te
informeren dat hij tijdens het rijden extra
moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzin-
gen op. ( →Blz. 320, 616)
■Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de
juiste manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en
afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal wanneer het systeem onvol-
doende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden
geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wel-
licht niet op de juist
e manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaar-
schuwing ( →Blz. 358) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rij-
den
●Voertuigen met een relatief kleine
achterzijde (aanh angwagens zonder
lading, enz.)
●Motorfietsen d ie op dezelfde rijstrook
rijden
●Als door omringend verkeer opgewor-
pen water of sneeuw de signalering
door de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver
ingezakt is (omdat er zware lading in
de bagageruimte vervoerd wordt,
enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 362 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 364 of 706

363
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande
gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie , het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk
niet op de juiste manier signaleert, werkt
het systeem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstro-
ken erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet
uitvoeren of frequent van rijstrook wis-
selt
●Als uw voorligger plotseling decele-
reert
●Als u op een weg rijdt die wordt omge-
ven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de inge-
stelde snelheid na acceleratie van de
auto door intrappe n van het gaspe-
daal.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 363 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 365 of 706

3644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneelMulti-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Indicatoren
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise
Control*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accele-
reert en decelereert de auto
automatisch overeenkomstig
de veranderingen in snelheid
van de voorligger, zelfs wan-
neer het gaspeda al niet wordt
ingetrapt. In de constante-
snelheidsregelmodus rijdt de
auto met een constante snel-
heid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control op autowegen
en snelwegen.
 Afstandsregelmodus
(→ Blz. 366)
 Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 370)
Systeemonderdelen
A
B
C
:$$56&+8:,1*
■Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de
bestuurder verantwoordelijk. Ver-
trouw niet alleen op het systeem en
rijd voorzichtig door altijd goed op
de omgeving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem biedt ondersteuning bij het
rijden om de bestuurder te ontlas-
ten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit syst eem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de
juiste manier signaleert: →Blz. 373
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 374
A
B
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 364 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 366 of 706

365
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Stel de geschikte snelheid in op
basis van de snel
heidslimiet, de
verkeersintensiteit, de wegcondi-
ties, de weersomstandigheden,
enz. De bestuurder is verantwoor-
delijk voor het controleren van de
ingestelde snelheid.
●Zelfs als het sys teem normaal
werkt, kan de door het systeem
gesignaleerde status van de voor-
ligger afwijken van de door de
bestuurder waargenomen status.
Daarom moet de bes tuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke
situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig vertrouw en op het systeem
of aannemen dat het systeem de
veiligheid garandeert tijdens het rij-
den kan leiden tot een ongeval met
ernstig letsel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise
Control uit met de cruise control-
hoofdschakelaar als deze niet
wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrek-
king tot de ondersteunende sys-
temen
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem gebo-
den ondersteuning. Als u dat niet
doet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernst ig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten
van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control
dient alleen ter ondersteuning van de
bestuurder bij het bepalen van de
volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voor ligger. Het systeem
is niet bedoeld om zorgeloos of roe-
keloos rijgedrag te rechtvaardigen en
kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzake lijk dat de bestuur-
der zelf de omgeving van de auto
goed in de gaten houdt.
●De bestuurder hel pen bij het bepa-
len van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control
bepaalt of de vol gafstand tussen de
eigen auto en een bepaalde voorlig-
ger binnen een vastgelegd bereik ligt.
Het systeem kan geen andere beoor-
delingen maken. Het is daarom strikt
noodzakelijk dat u zelf alert blijft en
inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
●De bestuurder hel pen bij het bedie-
nen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control
heeft geen functies om aanrijdingen
met een voorligger te voorkomen of
vermijden. Daarom dient u wanneer
er gevaar dreigt direct de controle
over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle
betrokkenen te garanderen.
■Situaties die ni et geschikt zijn
voor gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control niet in de v olgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid
mogelijk niet goed geregeld, waar-
door een ongeval met ernstig letsel
kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fiet-
sers, enz.
●In druk verkeer
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 365 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 367 of 706

3664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor
u een voertuig rijdt. Deze sens or wordt tevens gebruikt om de a fstand tus-
sen uw auto en d e voorligger te berekenen en een geschikte afstand tus-
sen uw auto en de v oorligger te handhaven. De gewenste tussenaf stand
kan tevens met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
WAARSCHUWING
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of
sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of
op afwisselend sterk dalende en
sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een steile helling
kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Op invoegstroken van autowegen
en snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist,
sneeuw, zandstorm, zware regen-
val, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de
voorzijde van de radar of de
camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en dece-
lereren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwa-
gen* of tijdens het slepen in een
noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kun- nen trekken. ( →Blz. 262)
●Als er vaak een naderingswaar-
schuwing hoorbaar is
Rijden in de afstandsregelmodus
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 366 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 368 of 706

367
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid d
ie door de bestuurder is ingeste ld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt ges ignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snel-
heid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduce erd, schakelt het
systeem het remsysteem in (de re mlichten gaan dan branden). Het systeem regelt
de snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de
voorligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen
om een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswaar-
schuwing.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger
een rijstrook naar links opschui ft (auto's met linkse besturing) of een rijstrook naar
rechts opschuift (auto's met rec htse besturing), zal de auto snel accelereren zodat
het voertuig op de rijstrook naa st u sneller kan worden ingehaa ld.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de i ngestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constan te snelheid.
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book Page 367 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 369 of 706

3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Druk op de cruis e control-hoofd-
schakelaar om de cruise control
in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Druk nog-
maals op de schakelaar om de cruise
control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar
gedurende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt wordt gehouden, schakelt het
systeem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( →Blz. 370)
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (onge-
veer 30 km/h of hoger) en druk
op de schakelaar -SET om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de ingestelde snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te
wijzigen, op de schakelaar +RES of
-SET totdat de gewenste snelheid
wordt weergegeven.
1
Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar
ingedrukt om de snelheid te wijzigen en
laat hem los als de gewenste snelheid
is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Europa
Fijnafstelling: 5 km/h*1 of 5 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 368 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 370 of 706

369
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Ruime afstelling: Wordt in stappen van
5 km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of ver-
laagd zolang de schakelaar ingedrukt
wordt gehouden
Behalve Europa
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van
5 km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of ver-
laagd zolang de schakelaar ingedrukt
wordt gehouden
In de constante-s nelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 370) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd
of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden, wordt de
snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd: 1
Lang
2 Gemiddeld
3 Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
Lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het
symbool voor een voorligger ook
weergegeven.
Selecteer een afst and in de onder-
staande tabel. Houd er rekening
mee dat de aangegeven afstanden
overeenkomen met een rijsnelheid
van 80 km/h. De tussenafstand is
afhankelijk van de rijsnelheid.
Wijzigen van de
tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m (160 ft.)
GemiddeldOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m
A
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 369 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page:   < prev 1-10 ... 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 ... 710 next >