TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 441 of 646

4. Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer
uit. Controleer of de
bandenspanningsmeter de
voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de
spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste
spanning is bereikt.
Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
• Vervang de bandenspanningssensor
en -zender.
• Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat
mogelijk het waarschuwingslampje
lage bandenspanning
branden/knipperen.
WAARSCHUWING!
Bij het repareren van een lekke band
• Parkeer de auto op een veilige plaats
en een vlakke ondergrond.
• Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan. Nadat met de
auto is gereden, zijn de wielen en het
gedeelte rond de remmen mogelijk
zeer heet. Wanneer u deze delen met
uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit
leiden tot brandwonden.
• Sluit de slang stevig aan op het
ventiel terwijl het wiel aan de auto
bevestigd is. Als de slang niet goed
op het ventiel is aangesloten, kan er
lekkage van lucht optreden waarbij
bandenreparatievloeistof naar
buiten spuit.
• Als de slang tijdens het vullen
loskomt van het ventiel, is het
mogelijk dat de slang abrupte
bewegingen maakt vanwege de
luchtdruk.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt
losgemaakt of wanneer u lucht uit de
band laat ontsnappen.
• Volg voor het repareren van de band
de volgende procedure. Als u de
procedures niet volgt, kan de
bandenreparatievloeistof naar
buiten spuiten.
• Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar
van de compressor direct uit als u
ziet dat de band scheurtjes vertoont
of vervormt.
• De reparatieset kan oververhit raken
als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de
reparatieset niet langer dan
40 minuten achter elkaar.
• Delen van de reparatieset worden
tijdens het gebruik heet. Behandel de
reparatieset voor en na gebruik
voorzichtig. Raak het metalen deel
rond de verbinding tussen de fles en
de compressor niet aan. Dit is
namelijk zeer heet.
• Plak de waarschuwingssticker voor
de rijsnelheid alleen op de
aangegeven plaats. Als de sticker
wordt aangebracht op een plaats
waar zich een airbag bevindt, zoals
op het stuurwielkussen, werkt de
airbag mogelijk niet goed meer.
Rijden om de
bandenreparatievloeistof gelijkmatig
te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te
beperken de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht
over het stuur verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
439
7
Bij problemen

Page 442 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
• Breng de auto tot stilstand wanneer
de auto niet rechtuit wil rijden of als
u voelt dat er aan het stuurwiel wordt
getrokken en controleer het
volgende.
– Toestand van de band. De band kan
van de velg zijn afgelopen.
– Bandenspanning. Als de
bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm
2of bar, 19 psi) of lager is,
is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
• Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de beschadiging is
veroorzaakt door perforatie van het
loopvlak door een scherp voorwerp,
zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat
groter worden waardoor de band niet
meer tijdelijk gerepareerd kan
worden.
• De reparatieset is niet
waterbestendig. Zorg dat de
bandenreparatieset niet in aanraking
komt met water, bijvoorbeeld bij
gebruik tijdens regen.
• Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand
of in de berm. Als de reparatieset stof
e.d. opzuigt, kunnen er storingen
optreden.
• Plaats de bandenreparatieset
verticaal. De bandenreparatieset
werkt anders niet.
OPMERKING(Vervolg)
Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
• De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de
reparatieset niet aan op andere
voedingsbronnen.
• Als er brandstofdruppels op de
reparatieset terechtkomen, kan de set
beschadigd raken. Zorg dat de set niet
met brandstof in aanraking kan
komen.
• Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
• Berg de reparatieset op in de
bagageruimte, buiten bereik van
kinderen.
• Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de
bandenspanningsmeter niet bloot aan
schokken. Hierdoor kunnen storingen
optreden.
Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met
bandenspanningswa-
arschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met
bandenreparatievloeistof, werken de
bandenspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer
bandenreparatievloeistof is gebruikt zo
snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender
wanneer de band wordt gerepareerd of
vervangen. (→Blz. 386)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
440

Page 443 of 646

7.2.7 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reservewiel.
De lekke band kan worden vervangen
door het reservewiel. Meer informatie
over banden:→blz. 384
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig
beschadigd worden dat reparatie niet
meer mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.Voor het opkrikken van de auto (auto's
met krik en gereedschap)
• Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
• Activeer de parkeerrem.
• Zet de selectiehendel in stand P
(auto's met automatische transmissie
of Multidrive CVT) of R (auto's met
handgeschakelde transmissie).
• Schakel de inbraaksensor en
hellingsensor uit (indien aanwezig)
(→blz. 63)
• Zet de motor af.
• Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 412)
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Schakel de elektrisch
bedienbare achterklep uit.
(→Blz. 134)
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
AKrik
BGereedschapstas
CKrikslinger
DWielmoersleutel
ESleepoog
FSchroevendraaier, tang en sleutels
(indien aanwezig)
GReservewiel
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
441
7
Bij problemen

Page 444 of 646

WAARSCHUWING!
Gebruik van de krik
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe
leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
• Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel of de
montage en het verwijderen van
sneeuwkettingen.
• De meegeleverde krik kan alleen voor
uw auto worden gebruikt. Gebruik
hem niet voor andere auto's.
• Gebruik ook geen krik van een andere
auto voor uw auto.
• Zet de krik op de juiste wijze onder
het kriksteunpunt.
• Zorg ervoor dat er zich geen
lichaamsdelen bevinden onder een
auto die alleen door een krik wordt
ondersteund.
• Start de motor niet en ga niet met de
auto rijden als deze door de krik
wordt ondersteund.
• Krik de auto niet op als er nog iemand
in de auto aanwezig is.
• Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
• Krik de auto niet verder op dan voor
het verwisselen van het wiel
noodzakelijk is.
• Plaats de auto op bokken als u onder
de auto moet zijn.
• Parkeer de auto op een vaste vlakke
ondergrond, activeer de parkeerrem
en zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie of
Multidrive CVT) of in stand R
WAARSCHUWING!(Vervolg)
(handgeschakelde transmissie).
Plaats, indien nodig, een wielblok
voor of achter het wiel dat zich
schuin tegenover het wiel met de
lekke band bevindt.
• Zorg wanneer u de auto laat zakken
dat er niemand onder komt. Breng
mensen in de buurt op de hoogte
van het laten zakken.
Verwijderen van de krik
1. Auto's zonder volwaardig reservewiel:
open de afdekplaat. (→Blz. 351)
Auto's met volwaardig reservewiel;
verwijder de afdekplaat.
2. Haal de krik eruit.
Raak het schroefdraadgedeelte van de
krik niet aan omdat hier vet op
aanwezig is.
Uitnemen van de gereedschapstas
Neem de gereedschapstas eruit.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
442

Page 445 of 646

Verwijderen van het reservewiel
1. Verwijder de krikhouder.
2. Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
WAARSCHUWING!
Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of
andere lichaamsdelen tussen het
reservewiel en de carrosserie bekneld
raken.
Vervangen van een wiel met een lekke
band
1. Plaats wielblokken.
Lekke band Positie wielblok
Links voorAchter het rechter
achterwiel
Rechts voorAchter het linker
achterwiel
Links achterVoor het rechter
voorwiel
Rechts achterVoor het linker
voorwiel
2. Auto's met full-coverwieldoppen:
Verwijder de wieldop met een sleutel.
Plaats, om de wieldop te beschermen,
een doek tussen de sleutel en de
wieldop.
3. Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
4. Draai deel
Avan de krik met de hand
aan totdat de uitsparing in de kop van
de krik in contact komt met het
kriksteunpunt.
Draai na het verwijderen van de krik
uit de krikhouder het krikgedeelte
Ain tegengestelde richting om de
krik te laten zakken en stel de positie
voor het plaatsen van de krik in.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
443
7
Bij problemen

Page 446 of 646

De aanduidingen van de
kriksteunpunten bevinden zich onder
de dorpel. Deze duiden de
kriksteunpunten aan.
5. Monteer de krikslinger en de
wielmoersleutel zoals aangegeven in
de afbeelding.
6. Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
7. Verwijder alle wielmoeren en het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen op
de velg te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Vervangen van wiel met een lekke
band
• Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen niet aan direct nadat
met de auto is gereden. Nadat met
de auto is gereden, zijn de wielen en
het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen tijdens het verwisselen van
een wiel, enz. met uw handen,
voeten of andere lichaamsdelen
aanraakt, kan dit leiden tot
brandwonden.
• Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoe
leiden dat de wielmoeren losraken,
waardoor het wiel van de auto af kan
lopen, wat kan leiden tot dodelijk of
ernstig letsel.
– Laat zo spoedig mogelijk na het
vervangen van een wiel de moeren
met een aanhaalmoment van
103 Nm(10,5 kgm, 76 ftlbf )
vastzetten.
– Plaats een beschadigde wieldop
niet opnieuw, omdat deze tijdens
het rijden los kan raken.
– Gebruik bij het aanbrengen van
een wiel uitsluitend wielmoeren
die speciaal zijn ontworpen voor
het desbetreffende wiel.
– Bij gescheurde of vervormde
bouten, schroefdraad van moeren
of boutgaten van het wiel, dient de
auto te worden gecontroleerd door
een erkende Toyota-dealer of
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
444

Page 447 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
– Plaats de wielmoeren met de
schuine kant naar het wiel toe.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Schakel het systeem van
de elektrisch bedienbare achterklep
uit wanneer u banden gaat
vervangen o.i.d. (→blz. 134). Als u
dit niet doet, kan de achterklep
onbedoeld in werking treden als de
schakelaar elektrisch bedienbare
achterklep per ongeluk wordt
aangeraakt, waardoor
lichaamsdelen bekneld kunnen
raken en letsel kan optreden.
Plaatsen van het reservewiel
1. Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielmoeren los
lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
2. Plaats het reservewiel en draai de
wielmoeren met de hand allemaal
ongeveer even ver op de wielbout.
Draai bij het vervangen van een wiel
met stalen velg de wielmoeren verder
totdat het tapse gedeelte
Ategen
de zitting van de velg
Baan ligt.Draai bij het vervangen van een wiel
met lichtmetalen velg door een wiel
met een stalen velg de wielmoeren
verder tot het tapse gedeelte
Ategen de zitting van de velg
Baan ligt.
Draai bij het vervangen van een wiel
met lichtmetalen velg door een wiel
met een lichtmetalen velg de
wielmoeren tot de sluitringen
Acontact maken met de velgB.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
445
7
Bij problemen

Page 448 of 646

3. Laat de auto zakken.
4. Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeelding
is aangeven.
Aanhaalmoment: 103 Nm(10,5 kgm,
76 ftlbf )
5. Auto's met full-coverwieldop: Plaats
de wieldop wanneer u een origineel
wiel terugplaatst of een volwaardig
reservewiel (indien aanwezig)
plaatst
*.
Breng de uitsparing in de wieldop in
lijn met het ventieldopje zoals
aangegeven.
*De wieldop kan niet worden
gemonteerd op het compacte
reservewiel.
6. Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
Het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
• Op de band van het compacte
reservewiel staat aan de zijkant de
aanduiding TEMPORARY USE ONLY
(alleen voor tijdelijk gebruik). Gebruik
het compacte reservewiel alleen
tijdelijk en alleen in noodgevallen.
• Controleer de bandenspanning van
het compacte reservewiel.
(→Blz. 471)
Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet
voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning
hiervan niet wordt aangegeven door het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Verder zal, als u het compacte
reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage
bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het
compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de
standaardbanden.
Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw
of ijs (auto's met een compact
reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel.
Voer onderstaande stappen uit en
monteer sneeuwkettingen op de
voorwielen:
1. Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446

Page 449 of 646

2. Vervang het wiel met de lekke
voorband door het wiel dat van de
achterzijde afkomstig is.
3. Monteer sneeuwkettingen op de
voorwielen.
Opbergen van de krik
Stel voor het opbergen van de krik de
hoogte van de krik af totdat deze
overeenkomt met de vorm van de
krikhouder.
Verklaring voor de krik
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
447
7
Bij problemen

Page 450 of 646

7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
448

Page:   < prev 1-10 ... 401-410 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 ... 650 next >