display TOYOTA RAV4 HYBRID 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 341 of 622

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Het systeem herkent witte (gele) rij- strookmarkeringen of een rijbaan
*2.
(Wanneer slechts aan één zijde een
witte [gele] markering of een rijbaan
*2
wordt herkend, werkt het systeem uit-
sluitend voor de herkende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend. (Auto's met Blind Spot
Monitor: Behalve wanneer een ander
voertuig zich op de rijstrook bevindt aan
de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen
gesignaleerd. ( →Blz. 342)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen
aan alle werkingsvoorwaarden voor de
Lane Departure Alert-functie wordt vol-
daan, maar ook aan alle onderstaande
voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist”
(stuurassistentie) op het scherm
van het multi-informatiedisplay is aan.
(→ Blz. 143)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecele-
reerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het
veranderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven.
(→ Blz. 341)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waarschuwing voor slingeren) in
van het multi-informatiedisplay is ON
(aan). (
→Blz. 143)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen
gesignaleerd. ( →Blz. 342)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) en “Lane Center”
(midden rijstrook) in van het multi-
informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 143)
• Deze functie herkent witte (gele) rij- strookmarkeringen of de positie van een
voorligger (behalve bij kleine voorlig-
gers, zoals een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik werkt in de
afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer
3 - 4 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen
gesignaleerd. ( →Blz. 342)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecele-
reerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het
veranderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven.
(→ Blz. 341)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in wer- king.
■Tijdelijk uitschakelen van functies●Als niet langer aan de werkingsvoor-
waarden wordt voldaan, wordt een func-
tie mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 340 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 342 of 622

341
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
echter weer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt de werking
van de functie automatisch hervat.
(→
Blz. 339)
●Als niet langer aan de werkingsvoor-
waarden ( →Blz. 339) wordt voldaan ter-
wijl de Lane Centering-functie in werking
is, klinkt er mogelijk een zoemer om aan
te geven dat de functie tijdelijk is uitge-
schakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Cente-
ring-functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situa-
tie rondom het verlaten van de rijstrook,
de wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuur-
regeling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Werking Lane Departure Alert●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van bui-
ten, afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk
of niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met Blind Spot Monitor: Het sys-
teem kan mogelijk niet vaststellen of er
een gevaar bestaat voor een aanrijding
met een voertuig op een aangrenzende
rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de
Lane Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van
de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan
te sporen het stuurwiel vast te houden.
Tevens wordt het in de afbeelding weerge-
geven symbool op het multi-informatiedis-
play weergegeven. De waarschuwing
stopt zodra het systeem signaleert dat de
bestuurder het stuurwiel vasthoudt. Houd
uw handen altijd aan het stuurwiel wan-
neer u dit systeem gebruikt, ongeacht
eventuele waarschuwingen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel
vast te houden terwijl het systeem in
werking is
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden, klinkt de zoemer,
wordt de bestuurder gewaarschuwd en
wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld.
Deze waarschuwing werkt op dezelfde
wijze als de bestuurder het stuurwiel licht
blijft vasthouden.
●Wanneer bij een bocht het systeem
vaststelt dat de auto niet de bocht in
wordt gestuurd maar in plaats daarvan
de rijstrook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk
geen waarschuwing gegeven. Bovendien
wordt, als het systeem signaleert dat de
auto in een bocht rijdt, de bestuurder eer-
der gewaarschuwd dan bij het rijden op
een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel
vast te houden terwijl de stuurassisten-
tie in werking is.
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden en de stuurassisten-
tie in werking is, klinkt de zoemer en wordt
de bestuurder gewaarschuwd. Elke keer
dat de zoemer klinkt, houdt het geluid hier-
van langer aan.
■Waarschuwingsfunctie slingeren
auto
Als het systeem oordeel t dat de auto slin-
gert terwijl de waarschuwingsfunctie voor
het slingeren van de auto in werking is,
klinkt er een zoemer en wordt er een waar-
schuwingsmelding weergegeven om de
bestuurder aan te sporen rust te nemen.
Tegelijkertijd wordt het in de afbeelding
weergegeven symbool op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 341 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 343 of 622

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Afhankelijk van de auto en de conditie van
de weg, wordt er mogelijk geen waarschu-
wing gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay en het controlelampje LTA
oranje brandt, volg dan de desbetreffende
storingzoekprocedure. Volg de instructies
die op het scherm worden weergegeven
als er een andere waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt m ogelijk niet goed.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschik-
baar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sen-
sor dan de camera voor. Schakel het LTA-
systeem uit, wacht een poosje en schakel
het LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed”
(LTA niet beschikbaar bij huidige snel-
heid)
De functie kan niet worden gebruikt als de
rijsnelheid hoger is dan het werkingsbereik
van het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie wor-
den gewijzigd. ( →Blz. 149)
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent
bepaalde verkeersborden door
gebruik te maken van de camera
voor en het navigatiesysteem
(als er gegevens beschikbaar
zijn) en voorziet de bestuurder
via het display van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de
snelheidslimiet wordt overschre-
den, of wanneer er bijvoorbeeld
verboden acties ten opzichte
van de herkende verkeersbor-
den worden uit gevoerd, wordt
de bestuurder door middel van
een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer gewaar-
schuwd.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-
systeem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen
vervanging van het eigen inzicht en de
oplettendheid van de bestuurder. Rijd
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 342 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 344 of 622

343
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de camera voor een ver-
keersbord herkent of er informatie
over een verkeersbord beschikbaar is
via het navigatiesysteem, wordt het
bord weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.

Wanneer de weergave van infor-
matie van het ondersteunende
systeem wordt geselecteerd, kun-
nen er maximaal 3 verkeersborden
worden weergegeven. ( →Blz. 143)
 Wanneer een ander tabblad dan
dat van het ondersteunende sys-
teem is geselecteerd, wordt alleen
een herkend verkeersbord met de
snelheidslimiet, een verkeersbord
voor verboden in te rijden (indien
een melding nodig is), een ver-
keersbord “autosnelweg”, een ver-
keersbord “autoweg” of een
verkeersbord “erf” weergegeven.
(→Blz. 143)
Er wordt geen verkeersbord voor een
inhaalverbod of met de snelheidslimiet
met een aanvullend teken weergegeven.
Als er echter andere verkeersborden dan
die met de maximaal toegestane snelheid
worden herkend, worden deze trapsge-
wijs weergegeven onder het verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid.
De volgende soorten verkeersbor-
den, inclusief elektronische verkeers-
borden en knipperende
verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntro-
duceerde verkeersborden worden moge-
lijk niet herkend.
 Verkeersborden snelheidslimiet
 Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie
*
Weergave op het
multi-informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
Begin autosnelweg
Einde autosnelweg
Begin autoweg
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 343 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 346 of 622

345
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden

Wanneer de rijsnelheid de drem-
pelwaarde voor de snelheidswaar-
schuwing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal
toegestane snelheid overschrijdt,
wordt het verkeersbord duidelijker
zichtbaar gemaakt en klinkt er een
zoemer.
 Als het RSA-systeem een ver-
keersbord voor verboden in te rij-
den herkent en signaleert dat de
bestuurder het inrijverbod negeert
op basis van de kaartinformatie
van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in
te rijden en klinkt er een zoemer.
 Als wordt gesignaleerd dat uw
auto een ander voertuig inhaalt
terwijl er een verkeersbord voor
een inhaalverbod wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay,
gaat het verkeersbord knipperen
en klinkt er een zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de
verkeerssituatie (richting en snelheid
van het verkeer en hoeveelheid ver-
keer) mogelijk niet goed gesignaleerd
en werkt de waarschuwing mogelijk
niet goed.
■Instellen
→ Blz. 149
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of
meer verkeersborden automatisch uitge-
schakeld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een
bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden w aaronder de func-
tie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden moge-
lijk niet herkend, worden onjuiste verkeers-
borden weergegeven, enz. Dit duidt echter
niet op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld
aan hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera
voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd,
gekanteld of krom of, in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast
is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of
gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd
zichtbaar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van
toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord
wel direct na een vertakking van de
snelweg of bij een aangrenzende rij-
strook net voordat rijstroken samenko-
men.
●Er zitten stickers op de achterzijde van
de voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat
lijkt op een verkeersbord dat compatibel
is met het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer
deze in het zicht van de camera voor
staan) terwijl de auto op de hoofdweg
rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor
afslagen van rotondes gesignaleerd en
weergegeven (wanneer deze in het zicht
van de camera voor staan) terwijl de
auto op de rotonde rijdt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 345 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 347 of 622

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De voorzijde van de auto staat omhoog
of omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gere-
den waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn oud.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
■Rijden in een land met een andere
eenheid voor snelheid
Auto's waarbij de eenheid voor de snel-
heidsmeter niet kan worden gewijzigd:
Schakel deze functie uit bij de instellingen
voor het instrumentenpaneel bij het rijden
in een land met een andere eenheid voor
snelheid.
Auto's waarbij de eenheid voor de snel-
heidsmeter kan worden gewijzigd: De RSA
herkent verkeersborden op basis van de
ingestelde eenheid voor het instrumenten-
paneel. Stel de eenheid voor snelheid voor
het instrumentenpaneel daarom in op de
eenheid voor snelheid op de actuele loca-
tie of schakel deze functie uit bij de instel-
lingen voor het instrumentenpaneel bij het
rijden in een land met een andere eenheid
voor snelheid.
■Weergave verkeersbord snelheidsli-
miet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd weergege-
ven, wordt datzelfde verkeersbord weer
weergegeven wanneer het contact AAN
wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RSA. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven
Er is mogelijk een s toring in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 149)
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accele-
reert, decelereert en stopt de
auto automatisch overeenkom-
stig de veranderingen in snel-
heid van de voorligger, zelfs
wanneer het gaspedaal niet
wordt ingetrapt. In de constante-
snelheidsregelmodus rijdt de
auto met een constante snel-
heid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig
snelheidsbereik op autowegen
en snelwegen.
 Afstandsregelmodus
(→Blz. 349)
 Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 353)
Systeemonderdelen
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 346 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 351 of 622

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid
van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem
het remsysteem in (de remlicht en gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid
van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehand-
haafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verla gen om een veilige afstand
tot de voorligger te creëren, kl inkt er een naderingswaarschuwi ng.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem stilge-
zet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt het rijden met de volgregeling hervat wan-
neer u op de schakelaar +RES drukt of het gaspedaal intrapt (be diening om weg te
rijden). Als de bediening om weg te rijden niet wordt uitgevoer d, zorgt de regeling van
het systeem ervoor dat uw auto stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid v an 80 km/h of hoger een rij-
strook naar links opschuift (auto's met linkse besturing) of een rijstrook naar rechts
opschuift (auto's met rechtse besturing), zal de auto snel accelereren zodat het voertuig
op de rijstrook naast u sneller kan worden ingehaald.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het sys-
teem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1 Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en er
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Druk nogmaals op
de schakelaar om de cruise control uit te
schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar
gedurende ten minste 1,5 seconden inge-
drukt wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-
snelheidsregelmodus. ( →Blz. 353)
2 Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer
30 km/h of hoger) en druk op de
schakelaar -SET om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
C
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 350 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 355 of 622

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
schakelaar -SET om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:
→Blz. 351
Uitschakelen en hervatten van de inge-
stelde snelheid: →Blz. 352
Wanneer deze functie is ingescha-
keld en het systeem in de afstandsre-
gelmodus ( →Blz. 349) werkt en een
verkeersbord met een snelheidslimiet
wordt gesignaleerd, wordt de her-
kende snelheidslimiet weergegeven
met een pijl omhoog/omlaag. De
ingestelde snelheid kan tot de her-
kende snelheidslimiet worden ver-
hoogd/verlaagd door de schakelaar
+RES/-SET ingedrukt te houden.
 Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de
herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de
herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist inscha-
kelen/uitschakelen via het scherm
op het multi-informatiedisplay.
( →Blz. 149)
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 354 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 357 of 622

3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
( → Blz. 345). Controleer daarom, wanneer
u deze functie gebruikt, het weergegeven
verkeersbord met de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewijzigd
in de herkende snelheidslimiet door het
ingedrukt houden van de schakelaar
+RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
buiten het snelheidsbereik van het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoor-
baar zijn en de reactie van het rempedaal
kan veranderen, maar dit duidt niet op een
storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers voor de Dynamic Radar Cruise
Control met volledi g snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij tijdens het rijden extra moet
opletten. Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschuwingsmel-
ding en volg de aanwijzingen op.
( → Blz. 322, 537)
■Omstandigheden w aarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en
afhankelijk van de omstandigheden het
rempedaal wanneer het systeem onvol-
doende decelereert of bedien het gaspe-
daal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt
er mogelijk geen naderingswaarschuwing
( → Blz. 353) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rij-
den
●Voertuigen met een relatief kleine ach-
terzijde (aanhangwagens zonder lading,
enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rij-
den
●Als door omringend verkeer opgewor-
pen water of sneeuw de signalering door
de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande
gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk
niet op de juiste manier signaleert, werkt
het systeem mogelijk niet goed.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 356 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 361 of 622

3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Automatisch uitschakelen van de
cruise control
De snelheidsregeling door de cruise con-
trol wordt in de volgende gevallen onder-
broken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer
dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
■Als de waarschuwingsmelding voor
de cruise control op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Druk eenmaal op de cruise control-hoofd-
schakelaar om het systeem uit te schake-
len en druk vervolgens opnieuw op de
schakelaar om het systeem weer in te
schakelen.
Als er geen snelheid kan worden gepro-
grammeerd of de cruise control direct na
het activeren weer wordt uitgeschakeld, is
er mogelijk een defect in het cruise con-
trol-systeem aanwezig . Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: Indien aanwezig
1 Druk op de toets om de snelheids-
begrenzer in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets om de snel-
heidsbegrenzer uit te schakelen.
Snelheidsbegrenzer*
Er kan een gewenste maximum-
snelheid worden ingesteld met
de cruise control-schakelaar.
(→Blz. 357)
De snelheidsbegrenzer voor-
komt dat de auto de ingestelde
snelheid overschrijdt.
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de
snelheidsbegrenzer voorkomen
Laat de snelheidsbegrenzer uitgescha-
keld wanneer deze niet in gebruik is.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in
de volgende situaties.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
●Op wegen die door regen, ijs of
sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
●Bij het rijden met een aanhangwagen*
of tijdens het slepen in een noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kun-
nen trekken. ( →Blz. 274)
Instellen van de rijsnelheid
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 360 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 130 next >