dashboard CITROEN C5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2012Pages: 340, PDF Size: 17.13 MB
Page 129 of 340

VIII
127
VEILIGHEID
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van de
airbags:
Maak er een gewoonte van om nor-
maal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinde-
ren, huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag be-
lemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsyste-
men mogen uitsluitend door het
CITROËN-netwerk of door een ge-
kwalifi ceerde werkplaats worden uit-
gevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (bin-
nen enkele milliseconden) en loopt
vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor
bestemde openingen naar buiten
stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spa-
ken vast en laat uw handen niet op
het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgebla-
zen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander
letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding
en sla er niet op.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoe-
zen, die in combinatie met actieve
zijairbags gebruikt kunnen worden.
Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u
zich wenden tot het CITROËN-net-
werk (zie hoofdstuk "Praktische in-
formatie - § Accessoires").
Bevestig nooit iets aan de rugleu-
ning van de stoelen (kleding...): dit
zou bij het afgaan van de airbags
kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het por-
tierpaneel zitten.
Windowairbags
Bevestig nooit iets op de hemelbe-
kleding; dit zou bij het afgaan van
de windowairbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen
van het dak (indien aanwezig); deze
maken deel uit van de bevestiging
van de windowairbags.
Page 142 of 340

IX
140
RIJDEN
De stand van de selectiehendel en
de schakelmodus worden weerge-
geven in display C
.
U kunt de insgeschakelde stand ook
afl ezen van het display van de se-
lectiehendel.
Weergave op het instrumentenpaneel
Starten van de auto
)
Selecteer de stand N
om de mo-
tor te starten.
)
Houd het rempedaal ingetrapt.
)
Start de motor. N
verschijnt op
het display in het dashboard.
De aanduiding N
op het display
knippert als u de motor probeert te
starten zonder dat de selectiehen-
del in de stand N
staat.
)
Selecteer de eerste versnelling
(stand M
of A
) of de achteruitver-
snelling (stand R
).
)
Zet de handrem vrij, als deze
niet automatisch wordt bediend.
)
Neem uw voet van het rempe-
daal en geef gas.
)
Houd het rempedaal ingetrapt,
terwijl u de selctiehendel naar
voren verplaatst.
Achteruitversnelling
Schakel pas in de achteruit-
versnelling als de auto stil-
staat.
Om schokken te vermijden,
geeft u niet meteen na het selecte-
ren van de versnelling gas.
Neutraalstand
Schakel nooit in de stand N
als de auto rijdt.