CITROEN C5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2015Pages: 344, PDF Size: 13.02 MB
Page 61 of 344

59
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het
contact aan of start de motor als de eco-mode
is ingeschakeld.
De stoel kan ook ter wijl het contact is afgezet
na het openen van een van de voorportieren
gedurende enige tijd versteld worden.
1.
Z
itting in hoogte verstellen, kantelen en
in lengterichting verstellen
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op of
druk deze neer om het zitgedeelte van de
stoel te kantelen.
L
icht de schakelaar aan de achterzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte te
verhogen of te verlagen.
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
b
e
weeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
B
ovenste gedeelte van de rugleuning
kantelen
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de hellingshoek van het
bovenste gedeelte van de rugleuning in te
stellen. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
be
dien de schakelaar:
-
n
a
ar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
-
o
m
hoog of omlaag om de drukzone van
de lendensteun omhoog of omlaag te
bewegen.
4.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
3
ergonomie en comfort
Page 62 of 344

60
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Hoofdsteun in hoogte verstellen
en kantelen bij stoelen met
elektrische verstelling
F trek het gedeelte C naar buiten of duw het
in om de hoofdsteun te kantelen tot aan de
gewenste positie.
F
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
F
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt
u op de ontgrendeling D en duwt u de
hoofdsteun omlaag.
F
D
ruk op de ontgrendeling D en trek de
hoofdsteun omhoog om deze in zijn geheel
te verwijderen.
Bediening
stoelverwarming
bij draaiende motor zijn de voorstoelen apart
regelbaar.
F Met de corresponderende draaiknop aan
de buitenzijde van beide voorstoelen kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd
:
0 : uit.
1
: Laag.
2
: Gemiddeld.
3
: Hoog. Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder. De
functie werkt alleen bij draaiende motor.
F
D
ruk op de knop A.
Het controlelampje gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1
uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur
wordt de massage in cycli van 6
minuten
uitgevoerd (4
minuten massage worden
gevolgd door 2
minuten rust). Het systeem
voert in totaal 10
cycli uit.
na 1
uur wordt de functie uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit.
Massagefunctie
Uitschakelen
u kunt de massagefunctie op elk gewenst
m oment uitschakelen door op de knop A te
drukken.
ergonomie en comfort
Page 63 of 344

61
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de instellingen van de
bestuurdersstoel op.
u kunt twee standen
opslaan met de toetsen aan de zijkant van de
bestuurdersstoel.
ti
jdens het opslaan van de zitposities van de
bestuurdersstoel worden de instellingen van de
airconditioning eveneens opgeslagen.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M / 1
/ 2
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel in de gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
vier seconden op de toets 1
of 2.
e
e
n geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige in het geheugen opgeslagen stand.
In-/uitstapfunctie
De instapfunctie vergemakkelijkt het in- en
uitstappen.
Zo schuift de stoel automatisch naar achteren
bij het afzetten van het contact of bij het
openen van het bestuurdersportier; de stoel
blijft in deze stand staan tot u weer instapt.
bi
j aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde
stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel
niet gehinderd wordt door voor werpen of
personen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
u
kunt deze functie activeren of uitschakelen
via het “Hoofdmenu” van het display van
het instrumentenpaneel.
s
e
lecteer hiervoor
“Parameters auto /
c
o
mfort / In-/uitstappen
bestuurder”.
Voor het instellen van de
airconditioning, raadpleeg de rubriek
"Airconditioning".Voor uw veiligheid: probeer niet een
stand op te slaan tijdens het rijden.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk kort op de toets 1
of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
e
e
n geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
Als bij aangezet contact een opgeslagen stand een
aantal keer achter elkaar is opgeroepen, zal om
het ontladen van de accu te voorkomen de functie
worden uitgeschakeld totdat de motor wordt gestart.
3
ergonomie en comfort
Page 64 of 344

62
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
stuurwielverstelling
F Verstel eerst de bestuurdersstoel in een
voor u optimale stand.
F
Z
org dat de auto stilstaat en beweeg
de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte.
F
b
e
weeg de hendel omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen.
Wanneer u na de vergrendeling stevig op het
stuur drukt, kunt u een zachte klik waarnemen. Het stuur wiel kan in hoogte en diepte worden versteld voor een optimale zithouding van de
bestuurder.
Verstellen
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
ergonomie en comfort
Page 65 of 344

63
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt.
Verstellen
Zet het contact aan:
F
z et de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren,
F
d
uw de knop B in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen,
F
z
et de knop A weer in het midden.
Inklappen
F van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
v
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met
behulp van de schakelaar A , worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
t
rek
nogmaals de schakelaar
A naar achteren om de buitenspiegels uit te
klappen.
Uitklappen
F van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
v
anuit het interieur: trek bij aangezet contact
de schakelaar A naar achteren.
Als de spiegels handmatig van positie zijn veranderd,
kunt u door de schakelaar A ingedrukt te houden de
automatische bediening weer inschakelen.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door
het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Buitenspiegels
De weergegeven objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Het ontdooien/ontwasemen van de
buitenspiegels is gekoppeld aan die van
de achterruitverwarming.
3
ergonomie en comfort
Page 66 of 344

64
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Automatisch dimmende binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand
gezet voor een maximaal zicht naar achteren. Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt, meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblindingsstand) waardoor
het spiegelglas automatisch donker wordt:
de bestuurder heeft hierdoor minder last van
de verlichting van achteropkomend verkeer,
zonneschijn enz.... Auto's voorzien van elektrochromen
buitenspiegels hebben een aan/uit-schakelaar
gecombineerd met een controlelampje.
Aan
F Zet het contact aan en druk op de
schakelaar 1 .
Lampje 2
gaat branden en de spiegel wordt in
de automatische antiverblindingsstand gezet.
Uit
F Druk op schakelaar 1 .
Het lampje 2 gaat uit en de ongedimde stand
van de spiegel blijft gehandhaafd.
Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand
Verstellen
F stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
om
veiligheidsredenen moeten de
spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode
hoek" zo klein mogelijk is.
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van de zon en van koplampverlichting van achteropkomend verkeer ...
ergonomie en comfort
Page 67 of 344

65
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Achterbank
u kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten.
F s
c
huif de voorstoel aan de desbetreffende
zijde indien nodig naar voren.
F
t
i
l de voorzijde van de zitting 1 omhoog.
F
k
a
ntel de zitting 1 volledig tegen de
rugleuning van de voorstoel.
F
V
er wijder de zitting 1 uit de bevestigingen
door de zitting omhoog te trekken.
Terugplaatsen van de zitting
F Plaats de zitting 1 in verticale richting in de
bevestigingen.
F
k
lap
de zitting 1 omlaag.
F
D
ruk de zitting vast.
Verwijderen van de zitting
3
ergonomie en comfort
Page 68 of 344

66
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter zijn ver wijderbaar en
kunnen in twee standen worden gezet:
-
o
mhoog, om ze te gebruiken.
-
o
mlaag, als ze niet worden gebruikt.
tr
ek aan de hoofdsteun om hem omhoog te
zetten.
Druk op de blokkeerpal en duw de hoofdsteun
vervolgens omlaag om hem omlaag te zetten.
u
kunt de hoofdsteun ver wijderen door hem
omhoog te zetten, op de blokkeerpal te drukken
en de hoofdsteun omhoog te trekken.
st
eek om de hoofdsteun te plaatsen de pennen
recht in de openingen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Terugplaatsen van de achterbank
bij het terugplaatsen van de achterbank:
F zet de rugleuning 2 re chtop en vergrendel deze,F klap de zitting 1 terug,
F z et de hoofdsteunen weer in de hoogste
stand of plaats deze terug.
Let erop dat bij het terugplaatsen van de
achterbank de veiligheidsgordels niet klem
komen te zitten en dat de gesphouders op de
juiste plek komen te zitten.
De rode controlemarkering van de bediening
3
mag niet meer zichtbaar zijn, anders moet u
de rugleuning zo ver mogelijk naar achteren
duwen.
Neerklappen van de
achterbank
kantel om beschadiging van de achterbank te
voorkomen altijd eerst de zitting naar voren
voordat u de rugleuning neerklapt :
F
s
chuif de voorstoel indien nodig naar voren,
F
t
il de voorzijde van de zitting 1 omhoog,
F
k
antel de zitting 1 volledig tegen de
rugleuning van de voorstoel,
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordel langs de
rand van de rugleuning loopt,
F
z
et de hoofdsteunen in de laagste stand of
ver wijder deze zo nodig,
F
t
rek de hendel 3 naar voren om de
rugleuning 2
te ontgrendelen,
F
k
lap de rugleuning 2 n e e r.
De zitting 1
kan worden ver wijderd voor extra
laadruimte.
ergonomie en comfort
Page 69 of 344

67
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Ventilatie
A. Zonnesensor.
B.
r
o
oster voor de zachte luchtstroom.
H
et rooster voor de zachte luchtstroom in
het midden van het dashboard zorgt voor
een optimale luchtverdeling vóór in de auto.
D
it systeem voorkomt tocht en zorgt voor
een optimale temperatuur in het interieur.
D
raai het wieltje naar boven om het rooster
voor de zachte luchtstroom te openen.
D
raai het wieltje naar beneden om het
rooster voor de zachte luchtstroom te
sluiten.
A
ls het erg warm weer is, kan het rooster
voor de zachte luchtstroom beter gesloten
worden. Hierdoor is de uitstroom via de
roosters midden op en aan de zijkanten
van het dashboard groter.
C.
G
ekoeld dashboardkastje.
D.
V
entilatieroosters achterpassagiers.
3
ergonomie en comfort
Page 70 of 344

68
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Het is aan te raden de automatische regeling
van de airconditioning te gebruiken.
Hiermee worden de luchthoeveelheid, de
binnentemperatuur en de luchtverdeling
automatisch en optimaal geregeld aan
de hand van signalen van verschillende
sensoren (buitentemperatuursensor,
zonnesensor), zodat u de instelling niet
handmatig hoeft te wijzigen.
F
D
ek de zonnesensor A niet af.
Als u de automatische regeling van
de airconditioning gebruikt (door de
toets "A
u
to
" i
n te drukken) en alle
uitstroomopeningen open laat, geniet u
van een optimaal comfort, wordt vocht
aan de lucht onttrokken en worden
beslagen ruiten voorkomen, ongeacht de
weersomstandigheden.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kan
de temperatuur in het interieur niet lager
worden dan de buitentemperatuur.
Het systeem kan alleen efficiënt werken als
de ruiten gesloten zijn. Als de auto lang in de
zon heeft gestaan en het interieur erg warm
is geworden, zet dan de ruiten gedurende
een paar minuten open zodat de warmte kan
ontsnappen.
Gebruiksadviezen voor de ventilatie, verwarming en airconditioning
Zet de airconditioning minstens een keer
per maand aan om het systeem in per fecte
staat te houden.
Wanneer de airconditioning in werking is,
onttrekt deze energie aan de motor, hetgeen
leidt tot een hoger brandstofverbruik.
In sommige omstandigheden waarbij veel
van de motor wordt gevraagd (trekken van
een zware aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan, door
de airconditioning uit te schakelen, meer
vermogen van de motor worden gebruikt
voor het trekken van de aanhanger.
Luchttoevoer
Zorg ervoor dat het luchtinlaatrooster onder
de voorruit van de auto schoon is (vrij van
bladeren, sneeuw, etc.).
Als u voor het wassen van uw auto gebruik
maakt van een hogedrukreiniger, richt dan
de straal nooit op de luchtinlaatroosters.
ee
n aangenaam interieurklimaat wordt in
de eerste plaats verkregen door een goede
luchtverdeling in de auto, zowel voor als
a c h t e r.
Let er voor een optimale luchtverdeling
op dat het luchtinlaatrooster onder
de voorruit, de ventilatieroosters, de
luchttoevoeropeningen onder de voorstoelen
en de luchtafvoerkanalen achter de
afdekplaatjes in de bagageruimte niet
worden afgedekt.
De ventilatieroosters voor en achter
zijn voorzien van wieltjes waarmee de
luchthoeveelheid en de luchtstroomrichting
afgesteld kunnen worden. Aangeraden wordt
om alle ventilatieroosters open te houden.Pollenfilter/Geurfilter
(actief koolstof)
Het systeem is uitgerust met een filter
dat pollen en geuren in de lucht kan
tegenhouden.
Dit filter moet overeenkomstig de
onderhoudsvoorschriften worden
vervangen (raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje).
Airconditioning Luchtverdeling
ergonomie en comfort