CITROEN C5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2016Pages: 384, PDF Size: 19.75 MB
Page 51 of 384

49
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Sleutels verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker
met de sleutelcode naar het CItroËn- netwerk.
Het CI
t
ro
Ën-
netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en
voor nieuwe sleutels zorgen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam
om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen, om te voorkomen dat de portieren
per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw
auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw
worden gesynchroniseerd.
Geen enkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs
als het contact uitstaat, behalve voor het synchroniseren.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur
belemmeren.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.
ne
em in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
Diefstalbeveiliging
breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het CIt roËn- netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto
zijn gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze sleutels de enige zijn waarmee uw auto
ontgrendeld en gestart kan worden. Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
2
toegang tot de auto
Page 52 of 384

50
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Alarm*
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
veranderingen in de wagenhoogte worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
* Volgens land van bestemming.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de bedieningseenheid of de
kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens u wijzigingen aan het
alarmsysteem aanbrengt.
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:
F
Z
et het contact af en verlaat de auto.
F
D
ruk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen.
De uitwendige beveiliging wordt 5
seconden
nadat de vergrendelknop van de
afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
45
seconden nadat de vergrendelknop van de
afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld,
maar worden de uitwendige beveiliging, de
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging
na 45
seconden wel ingeschakeld.
toegang tot de auto
Page 53 of 384

51
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en huisdier in de auto wordt
achtergelaten,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af.
F D ruk binnen 10 seconden op de knop tot
het verklikkerlampje blijft branden.
F
V
erlaat de auto.
F
D
ruk onmiddellijk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening om de uitwendige
beveiliging uit te schakelen.
F
D
ruk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening om alle alarmsystemen
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw
één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging
worden uitsluitend uitgeschakeld als
deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact wordt uitgevoerd.
2
toegang tot de auto
Page 54 of 384

52
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel
knippert bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
F ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen*
2 minuten na het sluiten van het laatste portier
o f de kofferklep, wordt het systeem automatisch
geactiveerd.
F
o
m t
e voorkomen dat het alarm afgaat
zodra u instapt, drukt u van te voren op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening.
* Volgens land van bestemming.
om d
e alarmsystemen uit te schakelen:
toegang tot de auto
Page 55 of 384

53
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
elektrisch bedienbare ruiten
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde.
2.
S
chakelaar ruitbediening
passagierszijde.
3.
S
chakelaar ruitbediening rechtsachter.
4.
S
chakelaar ruitbediening linksachter.
5.
B
lokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter.
Eentraps ruitbediening
- automatisch F D uw of trek de schakelaar voorbij het
zware punt. Als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
F
b
e
dien de schakelaar opnieuw om het
openen of sluiten te stoppen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
na h
et afzetten van het contact kunnen
de ruiten nog ongeveer 45
seconden
worden bediend, tenzij binnen deze
45
seconden een portier wordt geopend
en de auto wordt vergrendeld
Gebruik, wanneer een ruit niet
met het bedieningspaneel van het
bestuurdersportier kan worden geopend
of gesloten, het bedieningspaneel
van het desbetreffende portier, en
omgekeerd. Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil
sluiten, voer dan direct het volgende uit:
F
d
ruk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
F
t
rek vervolgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
u heb
t twee mogelijkheden:
-
h
andmatig
F
D
uw of trek de schakelaar tot het zware
punt. De ruit stopt zodra de schakelaar
wordt losgelaten.
2
toegang tot de auto
Page 56 of 384

54
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook
de binnenportiergrepen van de
achterportieren geblokkeerd (zie de rubriek
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging"). Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
toegang tot de auto
Page 57 of 384

55
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Portieren
Openen
Van binnenuit
Handmatige centrale
vergrendeling
Vergrendelen
F Druk op de knop A om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden. Het
lampje knippert als alle opengaande delen zijn
vergrendeld (bij stilstaande auto en afgezette motor).
Van buitenaf
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
m
et de portiergreep van het
bestuurdersportier wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld,
-
m
et de overige portiergrepen
worden de overige portieren en de
achterklep ontgrendeld.
De portieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als een van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet.
Deze functie biedt de mogelijkheid de portieren
en de achterklep van binnenuit handmatig en
volledig te vergrendelen of te ontgrendelen.
F
o
n
tgrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep. F t
rek
aan de binnenportiergreep van
een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
2
toegang tot de auto
Page 58 of 384

56
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op de knop A om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Automatische centrale
vergrendeling
Vergrendelen
Zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h, worden de portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren is geopend.
Als de achterklep is geopend, is de
automatische centrale vergrendeling van de
portieren actief.
Ontgrendelen
F Druk als sneller wordt gereden dan 10 km/h op de knop A om de portieren en
de achterklep tijdelijk te ontgrendelen.
Inschakelen
F Druk langer dan 2 seconden op de knop A .op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Uitschakelen
F Druk nogmaals langer dan 2 seconden op de knop A .
op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje
en is de knop A inactief.
F
G
ebruik in dat geval de
afstandsbediening of de sleutel om
de auto te ontgrendelen. Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en
de achterklep tijdens het rijden automatisch en
volledig worden vergrendeld.
u
kunt de functie desgewenst inschakelen of
uitschakelen.
toegang tot de auto
Page 59 of 384

57
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Functie die het mogelijk maakt om de portieren
mechanisch te vergrendelen of te ontgrendelen
bij een lege accu of in het geval van een storing
in de centrale vergrendeling.
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F steek de sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
u
kunt deze procedure ook bij het andere
voorportier uitvoeren.
Ontgrendelen van het
bestuurdersportier
F steek de sleutel in het portierslot en draai deze linksom.
Vergrendelen van het portier
aan passagierszijde en de
achterportieren
F open de portieren.
F C ontroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is (zie de
desbetreffende rubriek).
F
Ver wijder met behulp van de sleutel het zwarte dopje op de smalle zijde van het portier.
F
s
t
eek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw de hendel zonder de sleutel te verdraaien,
naar de binnenzijde van het portier.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het kapje terug.
F sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
Ontgrendelen van het portier
aan passagierszijde en de
achterportieren
F trek aan de portiergreep aan de binnenzijde.
Noodbediening
2
toegang tot de auto
Page 60 of 384

58
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Achterklep (sedan)
F Druk de hendel 1 omhoog en til de
achterklep op.
bi
j stilstaande auto kan dit met behulp van:
-
D
e afstandsbediening.
-
D
e sleutel in een portierslot.
-
D
e schakelaar voor de centrale
vergrendeling/ontgrendeling in het interieur.
De achterklep wordt automatisch vergrendeld
zodra de auto sneller rijdt dan circa 10 km/h,
zelfs als de automatische vergrendeling
uitgeschakeld is.
De achterklep wordt weer ontgrendeld als een
portier wordt geopend of als u de toets van de
centrale vergrendeling bedient (snelheid lager
dan 10 km/h).
OpenenVergrendelen/ontgrendelen Noodbediening
Ontgrendelen
F klap de achterbank naar voren om bij het
slot in de bagageruimte te komen.
F
s
t
eek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
D
uw het witte gedeelte aan de binnenkant
van het slot naar links om de achterklep te
ontgrendelen.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
toegang tot de auto