CITROEN C5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2016Pages: 384, PDF Size: 19.75 MB
Page 61 of 384

59
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Elektrisch openen
Achterklep (tourer)
Handmatig openen
F Druk de hendel A omhoog en til de
achterklep op. F
D ruk de hendel A naar boven of houd de
knop B van de afstandsbediening langer
dan één seconde ingedrukt.
Handmatig sluiten
F trek de achterklep aan de lus C aan interieurzijde dicht.
Elektrisch sluiten
F Druk op de knop D om de achterklep elektrisch te sluiten.
Zorg ervoor dat niets het sluiten van
de achterklep hindert; obstakels
verhinderen het sluiten en zorgen
ervoor dat de achterklep enkele
centimeters omhoog komt.
Laat de achterklep los nadat u op de
hendel A hebt gedrukt.
2
toegang tot de auto
Page 62 of 384

60
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Geheugen wissen
Als de achterklep in de gedeeltelijke
openingsstand staat, kunt u de programmering
opheffen:
F
H
oud de knop D ingedrukt. u hoort een
lange piep.
F
L
aat de knop D los. De achterklep keert
bij de volgende bediening terug naar de
maximale openingsstand.
Elektrische bescherming
van de motor
nadat de achterklep diverse keren achtereen
is geopend en gesloten, kan het voorkomen
dat door oververhitting van de elektromotor de
achterklep niet meer geopend of gesloten kan
worden.
Laat de elektromotor afkoelen door de
achterklep tien minuten niet te bedienen.
De noodvergrendeling blijft mogelijk.
om l
etsel uit te sluiten, raden wij u aan
erop te letten dat zich geen personen in
de nabijheid van de achterklep bevinden,
wanneer deze via de elektrische
bediening wordt geopend of gesloten.
Door gewicht op de achterklep (sneeuw,
fietsdrager, enz.) kan deze ongewenst
sluiten.
o
nd
ersteun de achterklep,
demonteer de fietsdrager of ver wijder
de sneeuw.
Vergeet niet de achterklep te
vergrendelen voordat u de auto in een
wasstraat rijdt, om te voorkomen dat
de achterklep door de achterklepmotor
geopend wordt.
Opslaan van het
gedeeltelijk openen van de
achterklep
Zo programmeert u een gedeeltelijke
openingsstand van de achterklep:
F
Z
et de achterklep elektrisch of handmatig
in de gewenste stand.
F
H
oud de knop D ingedrukt. u hoort een
korte piep.
F
L
aat de knop D los.
Het openen/sluiten van de
achterklep onderbreken
Het elektrisch openen of sluiten van de
achterklep kunt u elk moment onderbreken
door op de knop D van de achterklep, de
hendel A of de knop B te drukken.
u
kunt vervolgens de achterklep elektrisch
of handmatig openen of sluiten, eventueel
in de tegengestelde richting, om deze te
deblokkeren.
Vergrendelen/ontgrendelen
Dit is mogelijk bij stilstaande auto met:
- D e afstandsbediening.
-
D
e sleutel in een van de portiersloten.
-
D
e interieurvergrendelknop.
De achterklep wordt automatisch vergrendeld
zodra u harder rijdt dan 10
km/h, zelfs
wanneer het automatisch vergrendelen van de
toegangen uitgeschakeld is.
b
i
j het openen van
een portier of wanneer u bij een snelheid onder
de 10
km/h op de centrale ontgrendelknop
in het interieur drukt, wordt de achterklep
ontgrendeld.
toegang tot de auto
Page 63 of 384

61
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
schuif-/kanteldak (sedan)
Als het schuif-/kanteldak
gesloten is
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand
in: kantelen.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: volledig automatisch openkantelen.
-
D
ruk de schakelaar A tot de eerste stand
in: naar achteren schuiven.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig openschuiven.
Schuif-/kanteldak geopend
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Werking
Schuif-/kanteldak in de kantelstand
- Druk de schakelaar A tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Het schuif-/kanteldak is voorzien van een
handbediend zonnescherm.
Antiklemvoorziening
een antiklemvoorziening stopt het sluiten
van het dak, zowel bij het dichtschuiven als
het dichtkantelen. Als een obstakel wordt
gedetecteerd, wordt de beweging van het dak
omgekeerd.
Resetten
nadat de accupolen zijn losgenomen
of als het dak niet goed werkt, moet de
antiklemvoorziening gereset worden .
F
k
antel het dak volledig open met
schakelaar B,
F
h
oud de schakelaar B minimaal 1 seconde
ingedrukt.
Tijdens deze handeling is de
antiklemvoorziening niet actief.
ne
em bij het verlaten van de auto altijd
de sleutel uit het contact, ook wanneer
u de auto maar even verlaat.
Als er iets of iemand bij het bedienen
van het open dak klem komt te zitten,
moet u de beweging van het dakpaneel
meteen omkeren.
Doe dat door de schakelaar aan de
andere kant in te drukken.
Als u het schuifdak bedient, moet u
ervoor zorgen dat de passagiers op
geen enkele manier het sluiten van het
dak belemmeren.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de passagiers het schuifdak op de juiste
manier bedienen.
Houd vooral kinderen goed in de gaten
bij het bedienen van het dak.
Het achteraf inbouwen van een schuif-/
kanteldak is niet mogelijk.
2
toegang tot de auto
Page 64 of 384

62
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Glazen panoramadak (tourer)
Deze voorziening heeft een panoramisch
oppervlak van getint glas 1
voor een beter zicht
en meer licht in het interieur.
Het is voorzien van een elektrisch bediend
zonnescherm 2
ter verhoging van het
thermische en akoestische comfort.Openen
F Druk op toets A .
Wanneer u de toets in de eerste stand zet
schuift het zonnescherm stap voor stap open.
Wanneer u de toets in de tweede stand zet,
schuift het zonnescherm volledig open.
Het zonnescherm stopt in de eerstvolgende
openingsstand (11
standen) zodra u de toets
loslaat.
Sluiten
F Druk op toets B .
Wanneer u de toets in de eerste stand zet,
schuift het zonnescherm stap voor stap dicht.
Wanneer u de toets in de tweede stand zet,
schuift het zonnescherm volledig dicht.
Het zonnescherm stopt in de eerstvolgende
openingsstand (11
standen) zodra u de toets
loslaat.
Stapsgewijs te openen en te
sluiten elektrisch zonnescherm
toegang tot de auto
Page 65 of 384

63
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm bij het sluiten een
obstakel tegenkomt, stopt het en schuift het
weer gedeeltelijk open.
u
moet de antiklemvoorziening uiterlijk binnen
vijf seconden nadat het zonnescherm is
gestopt resetten:
F
d
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig gesloten is (het scherm sluit in
stappen van enkele centimeters).
na h
et opnieuw aansluiten van de accu of als
er een storing optreedt in het zonnescherm
tijdens de beweging of meteen na het stoppen
ervan, moet u de antiklemvoorziening als volgt
resetten:
F
zet
toets B in de tweede stand (volledig
sluiten),
F
w
acht tot het zonnescherm volledig
gesloten is,
F
d
ruk ten minste drie seconden op toets B .
Wanneer het zonnescherm spontaan open
schuift tijdens het sluiten, dient u, meteen na
het stoppen van het zonnescherm, als volgt te
werk te gaan:
F
D
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig sluit.
Let op, de antiklemfunctie werkt niet tijdens
deze handelingen. Laat, wanneer er tijdens het bedienen
van het zonnescherm iets klem komt
te zitten, het scherm de andere kant
op schuiven. Druk hiervoor op de
desbetreffende toets.
Als u het zonnescherm bedient, dient
u erop te letten dat niemand het sluiten
belemmert.
De bestuurder dient erop toe te zien dat
de inzittenden het zonnescherm correct
bedienen.
Let op kinderen tijdens het bedienen
van het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
Page 66 of 384

64
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Vo or stoelen
Met de hand te bedienen
functies
1. Hoofdsteun in hoogte verstellen en kantelen
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt u op
de ontgrendeling A en duwt u de hoofdsteun
omlaag. Het instelling is correct wanneer de
bovenkant van de hoofdsteun op dezelfde
hoogte zit als de bovenkant van uw hoofd.
De hoofdsteunen zijn ook kantelbaar.
D
ruk op de ontgrendeling A en trek
de hoofdsteun omhoog om deze te
ver wijderen. Het verstellen van de
rugleuning kan noodzakelijk zijn.
2.
K
antelen van de rugleuning
Z
et met de daarvoor bestemde bediening
de rugleuning in de gewenste hellingshoek.
3.
I
nstellen van de zithoogte
b
e
weeg de hendel net zo lang omhoog of
omlaag tot de gewenste instelling is bereikt.
4.
V
erstellen van de stoel in lengterichting
L
icht de bedieningsstang op en schuif de
stoel in de gewenste stand.
5.
L
endensteun verstellen
Z
et met de daarvoor bestemde bediening
de lendensteun in de gewenste positie.
6.
B
ediening stoelverwarming
D
e stoelver warming werkt alleen als de
motor draait.
De zitting, de rugleuning en de hoofdsteun van de stoel kunnen versteld worden, om een zo comfortabel mogelijke rijpositie te verkrijgen.
ri
jd, in verband met uw eigen
veiligheid, niet met verwijderde
hoofdsteunen; zorg dat deze geplaatst
en correct afgesteld zijn. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
ergonomie en comfort
Page 67 of 384

65
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het
contact aan of start de motor als de eco-mode
is ingeschakeld.
De stoel kan ook ter wijl het contact is afgezet
na het openen van een van de voorportieren
gedurende enige tijd versteld worden.
1.
Z
itting in hoogte verstellen, kantelen en
in lengterichting verstellen
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op of
druk deze neer om het zitgedeelte van de
stoel te kantelen.
L
icht de schakelaar aan de achterzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte te
verhogen of te verlagen.
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
b
e
weeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
B
ovenste gedeelte van de rugleuning
kantelen
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de hellingshoek van het
bovenste gedeelte van de rugleuning in te
stellen. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
be
dien de schakelaar:
-
n
a
ar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
-
o
m
hoog of omlaag om de drukzone van
de lendensteun omhoog of omlaag te
bewegen.
4.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
3
ergonomie en comfort
Page 68 of 384

66
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Hoofdsteun in hoogte verstellen
en kantelen (elektrisch
verstelbare stoelen)
F trek het gedeelte B naar buiten of duw het in om de hoofdsteun te kantelen tot aan de
gewenste positie.
F
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
F
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt
u op de ontgrendeling C en duwt u de
hoofdsteun omlaag.
F
D
ruk op de ontgrendeling C en trek de
hoofdsteun omhoog om deze in zijn geheel
te verwijderen.
Bediening
stoelverwarming
bij draaiende motor zijn de voorstoelen apart
regelbaar.
F Met de corresponderende draaiknop aan
de buitenzijde van beide voorstoelen kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd
:
0 : uit.
1
: Laag.
2
: Gemiddeld.
3
: Hoog. Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder. De
functie werkt alleen bij draaiende motor.
F
D
ruk op de knop A.
Het controlelampje gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1
uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur
wordt de massage in cycli van 6
minuten
uitgevoerd (4
minuten massage worden
gevolgd door 2
minuten rust). Het systeem
voert in totaal 10
cycli uit.
na 1
uur wordt de functie uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit.
Massagefunctie
Uitschakelen
u kunt de massagefunctie op elk gewenst
m oment uitschakelen door op de knop A te
drukken.
ergonomie en comfort
Page 69 of 384

67
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de instellingen van de
bestuurdersstoel op. er k unnen twee standen
worden opgeslagen.
Gebruik hiervoor de toetsen op het portier aan
bestuurderszijde.
ti
jdens het opslaan van de zitposities van de
bestuurdersstoel worden de instellingen van de
airconditioning eveneens opgeslagen.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M / 1
/ 2
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel in de gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
vier seconden op de toets 1
of 2.
e
e
n geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige in het geheugen opgeslagen stand.
In-/uitstapfunctie
De instapfunctie vergemakkelijkt het in- en
uitstappen.
Zo schuift de bestuurdersstoel automatisch
naar achteren bij het afzetten van het contact
of bij het openen van het bestuurdersportier;
de stoel blijft in deze stand staan tot u weer
instapt.
bi
j aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde
stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel
niet gehinderd wordt door voor werpen of
personen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
u
kunt deze functie activeren of uitschakelen
via het configuratiemenu van de auto.
Voor het instellen van de
airconditioning, raadpleeg de rubriek
"Airconditioning".Voor uw veiligheid: probeer niet een
stand op te slaan tijdens het rijden.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk kort op de toets 1
of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
ee
n geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
Als bij aangezet contact een opgeslagen stand
een aantal keer achter elkaar is opgeroepen,
zal om het ontladen van de accu te voorkomen
de functie worden uitgeschakeld totdat de
motor wordt gestart.
3
ergonomie en comfort
Page 70 of 384

68
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
stuurwielverstelling
F Verstel eerst de bestuurdersstoel in een voor u optimale stand.
F
Z
org dat de auto stilstaat en beweeg
de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte.
F
b
e
weeg de hendel omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen.
Het stuur wiel kan in hoogte en diepte worden versteld voor een optimale zithouding van de
bestuurder.
Verstellen
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Wanneer u na de vergrendeling stevig
op het stuur drukt, kunt u een zachte
klik waarnemen.
ergonomie en comfort