CITROEN C5 AIRCROSS 2020 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2020, Model line: C5 AIRCROSS, Model: CITROEN C5 AIRCROSS 2020Pages: 292, PDF Size: 8.72 MB
Page 11 of 292
9
7.Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
8. Motorolietemperatuurmeter.
9. Koelvloeistoftemperatuurmeter (°C).
10. Kilometerteller (km of mijl).
11. Dagteller (km of mijl).
To e t s
A.Kort indrukken: weergave van het
logboek met waarschuwingsmeldingen,
het onderhoudsinterval of de
resterende actieradius met betrekking
tot de AdBlue
® van het SCR-systeem
(km of mijl), en weergave van de
bandenspanningsinformatie.
Lang indrukken: resetten van de
onderhoudsindicator of de dagteller
(afhankelijk van de geselecteerde functie).
Weergave
Sommige lampjes hebben een vaste positie,
andere niet.
Voor bepaalde functies die zowel een
verklikkerlampje hebben voor de ingeschakelde
status als voor de uitgeschakelde status, is
slechts één specifieke positie beschikbaar.
Permanent weergegeven
informatie
Ongeacht de geselecteerde weergavemodus
toont het instrumentenpaneel:
-
o
p vaste posities:
•
d
e analoge snelheidsmeter,
•
d
e brandstofniveaumeter,
•
de
koelvloeistoftemperatuurmeter,
•
d
e kilometer- en dagteller,
-
op
variabele posities:
•
d
e informatie met betrekking tot de
versnellingsbak en de schakelindicator,
•
d
e digitale snelheidsmeter,
•
s
tatus- resp. waarschuwingsmeldingen
die kortstondig worden weergegeven.
Optioneel weergegeven
informatie
Afhankelijk van de geselecteerde
weergavemodus en de ingeschakelde functies
kan de volgende aanvullende informatie
worden weergegeven:
-
d
e toerenteller,
-
de
boordcomputer,
-
d
e rijhulpsystemen,
-
de
snelheidsbegrenzer of -regelaar,
-
d
e ingeschakelde audiobron,
-
d
e aanwijzingen van het navigatiesysteem,
-
d
e analoge snelheidsmeter,
-
h
et motoroliepeil en de
motorolietemperatuur.
Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door een keuze te maken uit:
-
de
schermkleuren,
-
d
e weergavemodi.
Schermtaal en eenheden
Deze zijn afhankelijk van de configuratie van het
touchscreen.
Wanneer u reist naar een land met een
andere officiële eenheid voor de afstanden en
snelheidslimieten (km of miles, km/h of mph), dient
u
de configuratie van de eenheden te wijzigen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Keuze van de schermkleur
F Druk op Instellingen in de
bovenste menubalk van het
touchscreen.
F
Sel
ecteer " Thema's ".
F
S
electeer een schermkleur.
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 292
10
Keuze van de weergavemodus
Elke modus is gekoppeld aan een type
informatie dat wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
-
"
METERS": standaardweergave van de
analoge en digitale snelheidsmeter, de
toerenteller, de brandstofniveaumeter,
de koelvloeistoftemperatuurmeter en de
kilometerteller.
-
"
NAVIGATIE": standaardweergave
aangevuld met de informatie over de
huidige routebegeleiding (kaartgegevens en
navigatie-aanwijzingen). -
"
RIJDEN": standaardweergave aangevuld
met de informatie van de actieve
rijhulpsystemen.
-
"
MINIMA AL": beperkte weergave met
alleen de digitale snelheidsmeter, de
kilometer- en dagteller en, uitsluitend
bij een waarschuwingssituatie,
de brandstofniveaumeter en de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
-
"
PERSOONLIJK": beperkte weergave
met de mogelijkheid tot het selecteren van
optionele informatie voor weergave in de te
personaliseren gedeelten links en rechts.
Configureren van de weergavemodus
"PERSOONLIJK" en selecteren van de weer
te geven gegevens in de te personaliseren
gedeelten van het instrumentenpaneel:
Wijzigen van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel:
F
D
raai aan de rolknop links op het stuur wiel
om de verschillende weergavemodi op het
linkergedeelte van het instrumentenpaneel
weer te geven en erdoorheen te scrollen.
F
D
ruk zodra de gewenste weergavemodus
verschijnt op de knop om te bevestigen.
De nieuwe weergavemodus wordt direct
toegepast.
Als de knop niet wordt bediend, wordt de
geselecteerde weergavemodus na enkele
momenten automatisch toegepast. Met CITROËN Connect Radio
F D ruk op Instellingen in de
bovenste menubalk van het
touchscreen.
F
Sel
ecteer "Configuratie ".
F
Sel
ecteer "Persoonlijke
instellingen voor het
instrumentenpaneel ".Met CITROËN Connect Nav
F
D
ruk op Instellingen
in de
bovenste menubalk van het
touchscreen.
F
Sel
ecteer "
OPTIES ".
F
Sel
ecteer "
Persoonlijke
instellingen voor het
instrumentenpaneel ".
F
Sel
ecteer voor elk te personaliseren
gedeelte, links en rechts, het type weer te
geven gegevens met de desbetreffende
scrollpijlen op het touchscreen:
• "
Rijhulpsystemen ".
• "
Standaard " (leeg).
• "
Temperaturen " (motorolie).
• "
Media ".
• "
Navigatie ".
• "
Boordcomputer ".
• "Waakzaamheidsniveau ".
•
"Toerenteller ".
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Als de weergavemodus is ingesteld op
"PERSOONLIJK", wordt de nieuwe selectie
direct weergegeven.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Instrumentenpaneel
Page 13 of 292
11
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
Bijbehorende waarschuwingen
Een lampje kan branden in combinatie met
een geluidssignaal en/of de weergave van een
melding op een display.
Door de manier van branden van een lampje
te relateren aan de werkingsfase van de
auto, kunt u bepalen of de situatie normaal
is of dat er een storing is opgetreden; zie
de beschrijving van ieder lampje voor meer
informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
rode of oranje waarschuwingslampjes enkele
seconden branden. Deze lampjes moeten
doven als de motor draait.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een uitrustingselement of
een functie.
Permanent brandend
waarschuwingslampje
Bij draaiende motor of tijdens het rijden
wijst het branden van een rood of oranje
waarschuwingslampje op een storing die nader
onderzocht moet worden aan de hand van de
bijbehorende melding en de beschrijving van
het waarschuwingslampje in de documentatie.
Wanneer een lampje blijft branden
De aanduidingen (1) (2) en (3) in de
beschrijving van de lampjes geven aan of
u
naast de onmiddellijk aanbevolen acties
contact met een gekwalificeerde professional
moet opnemen.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
(2): neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
(3) : ga naar een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
De lampjes (weergegeven als symbolen)
informeren de bestuurder over een defect
(waarschuwingslampjes) of de werking van
een systeem (verklikkerlampjes ingeschakelde/
uitgeschakelde functie). Bepaalde lampjes
branden op twee manieren (vast of knipperend)
en/of in verschillende kleuren.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 292
12
Lijst van waarschuwings-/verklikkerlampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent, in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal.Geeft een ernstige storing van
de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of een ernstige
elektrische storing aan.Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Motoroliedruk Brandt permanent. Een probleem met de motorsmering. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuurBrandt permanent.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Voer (1) uit en wacht totdat de motor is afgekoeld
alvorens bij te vullen tot het vereiste niveau. Wanneer
het probleem blijft optreden (2) uitvoeren.
Laadtoestand
accu Brandt permanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken enz.).Reinig de polen en klemmen en zet de accuklemmen
weer vast. Als na het starten van de motor het lampje
niet uitgaat, voer dan (2) uit.
Portier(en)
geopend
Brandt permanent, in combinatie met
een melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid lager dan 10 km/h).
Brandt permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende carrosseriedeel
aangeeft en een geluidssignaal.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid hoger dan 10 km/h).
Instrumentenpaneel
Page 15 of 292
13
Veiligheidsgordels
losgemaakt of niet
vastgemaaktBrandt permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal.Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Elektrische
parkeerrem Brandt permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken.
Knippert. De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. Voer (1) uit: parkeer op een vlakke (horizontale)
ondergrond.
Bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak:
schakel een versnelling in.
Zet bij een auto met een automatische transmissie de
selectiehendel in stand P
.
Zet het contact af en voer (2) uit.
Remmen Brandt permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Voer (1) uit en vul het remvloeistofreser voir bij met de
door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof. Voer
(2) uit als het probleem blijft bestaan.
+ Brandt permanent.
De elektronische remdrukregelaar
(EBD) is defect. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 292
14
Antiblokkeersysteem
(ABS)Brandt permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking van uw auto blijft behouden.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en dan (3).
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
Bepaalde storingen kunt u
zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van het
r o e t f i l t e r.
Voer voor andere problemen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uit.
Brandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Er zijn één of meer ernstige
storingen gedetecteerd waarbij geen
specifiek lampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en voer dan
(3) uit.
+ Lampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel
knippert en
brandt vervolgens
permanent.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
Laat de onderhoudswerkzaamheden aan de auto zo
snel mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Oranje lampjes
Instrumentenpaneel
Page 17 of 292
15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue
®Brandt ongeveer
30 seconden zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u
nog
kunt rijden.De resterende actieradius ligt tussen
de 2400 en 800 km. Vul AdBlue® bij.
Brandt permanent zodra
het contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
van het aantal kilometers dat
u
nog kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 800 en
10 0 km. Vul zo snel mogelijk AdBlue® bij of voer (3) uit.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en
een melding van het
aantal kilometers dat
u
nog kunt rijden. De resterende actieradius is kleiner
dan 100
km. U moet
AdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat het
starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en
een melding dat het
starten van de motor
wordt geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw te
kunnen starten.
U moet het reser voir bijvullen met minimaal 5
liter
AdBlue
®.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 292
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteemBranden permanent wanneer
het contact wordt aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met het
permanent branden van
het lampje Ser vice en
het lampje Zelfdiagnose
motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking
tot de actieradius.Afhankelijk van het weergegeven
bericht kunt u nog 1100 km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer (3) zo snel mogelijk uit om te voorkomen dat
het star ten wordt geblokkeerd
.
AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met het
permanent branden van
het lampje Ser vice en
het lampje Zelfdiagnose
motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking
tot de actieradius.Een startblokkering voorkomt het
opnieuw starten van de motor (limiet
toegestane rijfase overschreden na
bevestiging van een storing in het
emissieregelsysteem). Voer (2) uit om de motor te kunnen starten.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 292
17
Zelfdiagnosesysteem
motorKnippert.Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
Voer verplicht (2) uit.
Brandt permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Voer snel (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Collision Risk
Alert/Active
Safety Brake Knippert.
Het systeem is actief. De auto remt kort af om de snelheid van de frontale
aanrijding met de voorligger te beperken.
Brandt permanent, in
combinatie met een melding
en een geluidssignaal.Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Collision Risk
Alert/Active
Safety BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding.Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Active Lane
Departure
Warning System Brandt permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de wachtstand gezet.
Knippert.De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+ Active Lane
Departure
Warning System
Brandt permanent.
Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 292
18
+Lane
Positioning
Assist
Brandt permanent, in
combinatie met het
lampje Service. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC)/
antispinregeling
(ASR)Brandt permanent.
De functie is uitgeschakeld. De functie DSC/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en bij ongeveer 50
km/h.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC)/
antispinregeling
(ASR)Knippert. De DSC/ASR grijpt in vanwege
verlies van grip of koersstabiliteit.
Brandt permanent. Dit duidt op een storing in het DSC-/
ASR-systeem. Voer (3) uit.
+
Storing
noodrem (met
elektrische
parkeerrem)Branden permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem". De noodremfunctie werkt niet
optimaal.
Als de functie automatisch vrijzetten niet beschikbaar
is, zet de parkeerrem dan handmatig vrij.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (3)
: ga naar een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
(2): neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel