CITROEN C5 AIRCROSS 2020 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2020, Model line: C5 AIRCROSS, Model: CITROEN C5 AIRCROSS 2020Pages: 292, PDF Size: 8.72 MB
Page 21 of 292
19
Bandenspanning
te laagBrandt permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding.De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset na het aanpassen van de spanning het
controlesysteem.
+
Waarschuwingslampje
Bandenspanning te
laag knippert en brandt
vervolgens permanent
en waarschuwingslampje
Service brandt permanent.Storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd. De werking van de bandenspanningscontrole kan niet
langer worden gegarandeerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning en
voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor
Brandt permanent.
Hoe lang het
lampje brandt, is
afhankelijk van de
weersomstandigheden.Het contact is aan.Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Airbag
voorpassagier
(ON)Brandt permanent.De airbag vóór aan passagierszijde is
ingeschakeld.
De schakelaar staat in de stand "
ON".Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de " rug in
de rijrichting " op de voorpassagiersstoel – risico
op zwaar letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Brandt permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde
is uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"OFF ". U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend lampje Airbags).
Airbags Brandt permanent. Een van de airbags of
gordelspanners is defect. Voer (3) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 292
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
of Laag
brandstofniveau
Brandt permanent
(lampje of LED), met de
naald in het rode gebied
(afhankelijk van de
uitvoering), in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding.
Het geluidssignaal en de
melding worden steeds
vaker herhaald naarmate
het niveau in de tank
verder naar nul zakt.Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in de
tank (reservevoorraad). Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Dieselfilter Brandt permanent. Het dieselfilter bevat water.Risico van beschadiging van het inspuitsysteem: voer
onmiddellijk (2) uit.
Roetfilter
(diesel)
Brandt permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van de kans op
verstopping van het roetfilter.Dit geeft aan dat het roetfilter
verstopt begint te raken. Regenereer het roetfilter door met een snelheid van
minimaal 60
km/h te rijden tot het lampje dooft. Doe
dit alleen als de omstandigheden dat toelaten.
Brandt permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en de
melding van een te
laag additiefniveau
voor het roetfilter. Dit geeft aan dat het niveau in het
additiefreservoir te laag is.
Voer (3) uit.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 292
21
Uitschakeling
van de
automatische
functies (met
elektrische
parkeerrem)Brandt permanent.
De functies "automatisch
aantrekken" (bij het afzetten van de
motor) en "automatisch vrijzetten"
(bij het wegrijden) zijn uitgeschakeld.
Bij een storing gaat het branden van
dit waarschuwingslampje vergezeld
van een waarschuwingsmelding. Voer (3) uit als het automatisch aantrekken/vrijzetten
niet meer mogelijk is.
De parkeerrem kan handmatig worden aangetrokken
of vrijgezet.
+ Automatisch
aantrekken (met
elektrische
parkeerrem)
Brandt permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem". De functie "automatisch aantrekken"
is niet beschikbaar, de parkeerrem
kan alleen handmatig worden
bediend. Gebruik de hendel van de elektrische parkeerrem.
Als de functie "automatisch vrijzetten" ook niet
beschikbaar is, zet de parkeerrem dan handmatig vrij.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Storing (met
elektrische
parkeerrem) Brandt permanent.
Storing in de elektrische parkeerrem. Voer snel (3) uit.
+ Brandt permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem".U kunt de auto niet meer met de
parkeerrem op zijn plaats houden
ter wijl de motor draait.
Als het handmatig aantrekken en vrijzetten niet
mogelijk is, is de hendel van de elektrische
parkeerrem defect.
De automatische functies moeten te allen tijde
worden gebruikt: ze worden automatisch geactiveerd
bij een storing in de hendel.
Voer (2) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 292
22
+
+Storing (met
elektrische
parkeerrem)
Branden permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem". De parkeerrem is defect; de
handmatige en elektrische functies
werken mogelijk niet meer.
Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden:
F
T
rek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot
15 seconden aangetrokken tot het lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto dan
op de volgende wijze tegen wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
B
ij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie:
selecteer P en plaats de meegeleverde
wielblokken voor en achter een van de wielen.
Voer ver volgens (2) uit.
MistachterlichtenBrandt permanent. De lampen branden.
Parkeerhulp Brandt permanent,
in combinatie met
een melding en een
geluidssignaal. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Voet op het
koppelingspedaalBrandt permanent.
Stop & Start: de START-stand
wordt niet geactiveerd, omdat het
koppelingspedaal niet volledig wordt
ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 25 of 292
23
+
+Hill Start Assist
Branden permanent. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
StuurbekrachtigingBrandt permanent.Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer dan
(3) uit.
Stop & Star t
Brandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld.De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt de motor niet
meer afgezet.
Druk op de toets om het Stop & Start-systeem opnieuw te activeren.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene lampjes
Stop & Star tBrandt permanent.Het Stop & Start-systeem heeft bij het tot stilstand
komen de motor in de STOP-stand gezet.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand
wordt automatisch geactiveerd.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (3)
: ga naar een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
(2): neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 292
24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Park Assist Brandt permanent. De functie is actief.
Lane
Positioning
Assist Brandt permanent.
De functie is geactiveerd. Er is aan alle voor waarden voldaan: het systeem is in
werking.
RichtingaanwijzersKnippert met
geluidssignaal.De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Brandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Dimlicht Brandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
+
of
GrootlichtassistentBranden permanent. Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden /Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Instrumentenpaneel
Page 27 of 292
25
Mistlampen
vóórBrandt permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Automatische
ruitenwissers Brandt permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Blauwe lampjes
GrootlichtBrandt permanent. Het grootlicht is ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Zwarte/witte lampjes
(grijs)Hill Assist
Descent Control
Brandt permanent.
De functie is geactiveerd, maar de
werking is onderbroken omdat de
snelheid te hoog is. Verlaag de snelheid van de auto tot minder dan
30
km/h.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 292
26
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering van de auto:
- d e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of de afgelegde
afstand sinds de verstreken onderhoudsdatum, voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende kilometers en de tijd tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
aan of geeft aan dat het onderhoudsinter val is overschreden.
Waarschuwings-
resp. verklikkerlampjeStatus OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt
is 3000
tot 1000 km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact.
De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000 km
worden uitgevoerd.Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het aanzetten van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-
dieselmotor, in combinatie met
het lampje Service).Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden. Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Resetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator worden gereset.
Als u
de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op deze knop en houd hem ingedrukt.
F
z
et het contact aan; de teller begint terug te
tellen,
F
l
aat de knop los als het display =0
aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u
na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het resetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden geregistreerd.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 292
27
Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven op het instrumentenpaneel.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen)
wordt berekend op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als
het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
F Druk op deze knop om de onderhoudsinformatie tijdelijk weer te
geven.
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering).
Bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten
van het contact eerst de onderhoudsindicator
weergegeven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau. Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, wordt een
melding met het verzoek om bij te vullen
op het instrumentenpaneel weergegeven in
combinatie met het branden van het lampje
Ser vice en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding " Ongeldige meting
olieniveau " op het instrumentenpaneel wordt
weergegeven, duidt dit op een storing in de
motorolieniveaumeter.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motoroliepeil controleren met de peilstok
in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
zone A, de temperatuur is in orde,
-
zone B, de temperatuur is te hoog; dit
waarschuwingslampje en het centrale STOP -
waarschuwingslampje gaan rood branden op
het instrumentenpaneel, in combinatie met
een melding en een geluidssignaal.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 292
28
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u
het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
AdBlue®-actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter wordt
gecombineerd met het SCR-systeem (Selective
Catalytic Reduction) voor de nabehandeling
van de uitlaatgassen. Deze kunnen niet
functioneren zonder de vloeistof AdBlue
®.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reser voir leeg is. De motor kan
pas weer worden gestart nadat AdBlue® is
bijgevuld tot het minimale peil.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2400 km wordt
n iet automatisch weergegeven.
F
D
ruk op deze knop om de actieradius
tijdelijk weer te geven.
Benodigde maatregelen vanwege
te weinig AdBlue®
De volgende lampjes gaan branden wanneer
de hoeveelheid AdBlue® lager is dan het
reservepeil dat overeenkomt met een
actieradius van 2400
km.
Samen met de lampjes herinneren meldingen
regelmatig aan het bijvullen om te voorkomen
dat de motor niet meer kan worden gestart.
Raadpleeg het hoofdstuk Waarschuwings- en
verklikkerlampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Lampje(s)Actie Actieradius
Vul bij. Tussen
2400
km en
800
km
Vul zo snel
mogelijk bij. Tussen
800
km en
10 0
km
Bijvullen is
noodzakelijk ,
de kans bestaat
dat de motor
niet meer kan
worden gestart. Tussen
100
km en
0
km
Om de motor
weer te kunnen
starten moet het
reser voir met
minimaal 5
liter
AdBlue
® worden
gevuld. 0 km
Instrumentenpaneel