CITROEN DS3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2017Pages: 521, PDF Size: 14.31 MB
Page 181 of 521

179
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
Bevestiging kinderzitjes met veiligheidsgordelConform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Plaats Minder dan 13
kg
(Categorie 0
(b) e n 0 +)
Tot ongeveer 1
jaarVan 9
tot 18 kg
(Categorie 1)
Van 1
tot ongeveer 3
jaarVan 15
tot 25 kg
(Categorie 2)
Van 3
tot ongeveer 6
jaarVan 22
tot 36 kg
(Categorie 3)
Van 6
tot ongeveer
10
jaar
Passagiersstoel vóór (c) , in
hoogte verstelbaar (e) U(R)
U(R)U(R)U(R)
Passagiersstoel vóór (c) , niet in
hoogte verstelbaar (e) U
UUU
Buitenste zitplaatsen achter (d) UUUU
Middelste zitplaats achter (d) U (f )U (f ) UU
Veilig vervoeren van kinderen
Page 182 of 521

DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp
van de veiligheidsgordel.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en autobedjes mogen niet
op de passagiersplaats voorin worden
vervoerd.
(c)
R
aadpleeg de huidige wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze plaats te
bevestigen.
(d)
S
chuif wanneer u een kinderzitje achterin
plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met
het gezicht in de rijrichting" de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning rechtop,
zodat er voldoende ruimte is voor het het
kinderzitje en de benen van het kind.
(e)
W
anneer een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken. Als een kinderzitje "met de
rug in de rijrichting" op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de airbag aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
(f )
E
en kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden bevestigd.Ver wijder de hoofdsteun en berg deze
op alvorens een kinderzitje op een
passagiersstoel te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer aan te brengen nadat
u het kinderzitje weer hebt verwijderd.U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel voor het
vervoeren met de "rug in de rijrichting" als
met het "gezicht in de rijrichting".
U(R):
als U, waarbij de passagiersstoel in de
hoogste stand en de middelste stand
van de verstelling in lengterichting moet
worden gezet.
Page 183 of 521

181
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
in geval van een botsing.
Controleer of er zich geen (gesp van de)
veiligheidsgordel onder het kinderzitje
bevindt; dit kan de stabiliteit van het zitje in
gevaar brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
wordt vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Controleer bij het plaatsen van een
kinderzitje dat gebruikmaakt van de
veiligheidsgordel of deze goed tegen het
kinderzitje aangetrokken is en of het zitje
stevig vastzit op de stoel van uw auto.
Schuif de passagiersstoel indien mogelijk
naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in een kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif om voldoende ruimte te creëren de
voorstoel naar voren en zet indien nodig de
rugleuning rechter op.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende
regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een zitverhoging
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen in de auto achter.
Gebruik de "Kinderbeveiliging" om
te voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg ervoor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor
dat de afstand tussen de rugleuning van het zitje
en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is. Laat indien mogelijk de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van de stoel
aandrukken.
Ver wijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje
met een rugleuning te plaatsen op een
passagiersstoel. Berg de hoofdsteun zorgvuldig op
om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 184 of 521

DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
Uw auto voldoet aan de bij het ter perse gaan
van dit boekje actuele ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
- één bevestigingsring B achter de stoel, TOP TETHER genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste riem van een
kinderzitje (indien aanwezig) worden vastgemaakt.
Dit systeem beperkt het naar voren kantelen van het
kinderzitje bij een frontale aanrijding.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
-
t
wee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een etiket, De ISOFIX-kinderzitjes
zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .Bevestigen van het kinderzitje aan de top tether:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
-
b
evestig de aansluiting van de bovenste
bevestigingsriem aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste bevestigingsriem strak.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de rechter
achterstoel kunt plaatsen moet u eerst de
centrale veiligheidsgordel naar het midden van
de auto duwen, op een zodanige manier dat de
gordel normaal blijft werken.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de
handleiding van het kinderzitje zijn
vermeld.
Raadpleeg het overzicht waarin staat vermeld
welke ISOFIX-kinderzitjes voor uw auto zijn
gehomologeerd.
Page 185 of 521

183
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
ISOFIX-kinderzitje
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Verstel de voorstoel van de auto zodanig dat de voeten van het kind de rugleuning niet raken.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Aanbevolen door CITROËN en goedgekeurd voor uw auto
ISOFIX-kinderzitje met TOP TETHER"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B ,
genaamd TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 186 of 521

DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjesOvereenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats
in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter (A t /m G ).
I UF:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een u niverseel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje
voor het vervoer met het "gezicht in de rijrichting" en een bovenste riem.
IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een S emi-Universeel gehomologeerd I SOFIX-kinderzitje:- voor vervoer met de "rug in de rijrichting" voorzien van een bovenste riem of een steun,
-
v oor vervoer met het "gezicht in de rijrichting" voorzien van een steun,
-
b
abyligstoeltje voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de paragraaf "ISOFIX-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.X: plaats niet geschikt voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje of -babyligstoeltje uit de
aangegeven gewichtsgroep. Gewicht van het kind
en leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Babyligstoeltje"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
ISOFIX-kinderzitjes universeel en
semi-universeel geschikt voor bevestiging
op de buitenste zitplaatsen achter X
XIL- SU XIL- SU IUF
IL- SU
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze
op alvorens een kinderzitje op een
passagiersstoel te bevestigen. Vergeet
niet de hoofdsteun weer aan te brengen
nadat u het kinderzitje weer hebt
verwijderd.
Page 187 of 521

185
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed02-2015
Veilig vervoeren van kinderen
Page 188 of 521

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Praktische informatie
0
Page 189 of 521

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Page 190 of 521

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
BrandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter (benzine) of 46 liter (diesel); (Afhankelijk van
d e uitvoering: ongeveer 30 liter (benzine of diesel)).
Waarschuwing brandstofniveau
Ta n k e n
Op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het raadzaam minimaal 7
liter
brandstof te tanken. Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de
dop worden verwijderd.
Bij het openen van de brandstoftankdop
kan een aanzuiggeluid van lucht
hoorbaar zijn. Dit is normaal en
komt doordat de afdichting van
het brandstofcircuit een onderdruk
veroorzaakt.
Veilig tanken:
F
z et altijd de motor af,
F o pen de brandstoftankklep,
F
s
teek de sleutel in de dop en draai de
sleutel linksom, F
v
er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep,
F u k unt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3
keer
afslaan . Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden.
Na het tanken:
F
b
reng de dop aan,
F
d
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze vervolgens uit de dop,
F
s
luit de brandstoftankklep.
Als dit controlelampje gaat branden, is
het minimale niveau in de brandstoftank
bereikt. Op het moment dat het
lampje gaat branden, bevindt zich nog
ongeveer 5
liter brandstof
in de tank.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg indien u strandt met een lege tank
(diesel) de rubriek "Onderhoud".