display CITROEN DS4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2017Pages: 468, PDF Size: 11.16 MB
Page 71 of 468

69
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Bij een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Storing in de afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
F
D
ruk direct daarna gedurende enkele
seconden op het vergrendelknopje
(gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact).
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032/3 V.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de 2
ogen los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening
vast.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
02
Toegang tot de auto
Page 109 of 468

107
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
2. Regeling bestuurderszijde4. Automatisch programma "zicht"
Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 14 of de maximale
waarde 28 te overschrijden.
F
D
raai de knop 2 of 3 naar links
totdat "LO" verschijnt of naar
rechts totdat "HI" verschijnt.
Raadpleeg voor meer informatie
over het automatische
programma "Zicht" de rubriek
Voorruitontwaseming -
Ontdooien
.
3. Regeling passagierszijde
F Draai de knop 2 of 3 naar links
of naar rechts om deze waarde
te verlagen of te verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde
21 aanbevolen. Niettemin is afhankelijk
van uw wensen een afstelling tussen 18 en
24
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam
dat het verschil in instelling links en rechts niet
meer dan 3 bedraagt.
Handmatig verstellen
Als u dat wenst, kunt u de automatische
bediening van het systeem handmatig
aanpassen. De controlelampjes in de toets
"AUTO" gaan uit; de overige functies blijven
automatisch geregeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
De bestuurder en de voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de werkelijke temperatuur in graden
Celsius of Fahrenheit.
F
D
ruk op de toets "AUTO"
om het systeem weer
volledig automatisch te laten
functioneren.
03
Ergonomie en comfort
Page 111 of 468

109
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Uitschakelen van het systeem
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot
alle lampjes uitgaan.
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airconditioning,
alleen op de aanjagersnelheid.
Tijdens de "REST"-functie kunt u de temperatuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
niet wijzigen: deze worden automatisch geregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Deze functie is niet aanwezig in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Vermijd het te lang rijden met
ingeschakelde luchtrecirculatie of
een uitgeschakeld systeem om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Bij het aanzetten van het contact
-
D
e signaleringen lichten op: de functie is
beschikbaar.
-
D
ruk op de toets REST om deze functie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes in
de controlesignaleringen en het branden
van vier lampjes voor de aanjagersnelheid.
-
D
e functie is uit- en dan weer in te
schakelen zolang de controlesignaleringen
branden.
-
A
an het einde van de beschikbaarheid van
deze functie, gaan de signaleringen uit. Bij het afzetten van de motor
-
D
e displays zijn verlicht zolang de functie
beschikbaar is.
-
D
ruk op de toets REST om de ventilatie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes
in de controlesignalering en het branden
van vier lampjes voor de kracht van de
aanjager.
D
e functie blijft gehandhaafd, ook als de
auto vergrendeld is.
-
D
e signaleringen gaan aan het einde van
de beschikbaarheid van de functie uit
A
ls u nog een keer op de toets drukt
vóór het einde van de beschikbaarheid
schakelt u de ventilatie definitief uit: de
signaleringen verdwijnen en de functie is
niet meer beschikbaar. Alle functies van de airconditioning en het
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
F
W
ijzig de instellingen
(temperatuur, luchthoeveelheid
en luchtverdeling) of druk op de
toets "AUTO" om het systeem
weer met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
03
Ergonomie en comfort
Page 114 of 468

11 2
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Dashboardkastje met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten,
kaarten, een blikje enz.
F
T
rek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de
frontairbag aan passagierszijde A .
Voorzieningen voorin
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN
is goedgekeurd, zoals een lader
met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
F
D
ruk wanneer u de aansteker wilt
gebruiken, deze in en wacht enkele
seconden tot de aansteker uit zichzelf naar
buiten springt.
F
V
er wijder de aansteker en sluit een geschikte
adapter aan als u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120
W) wilt aansluiten .
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik direct de aansteker terug.
Aansteker / 12V-aansluiting
03
Ergonomie en comfort
Page 134 of 468

132
DS4_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Met behulp van een lichtsterktesensor worden
de kentekenplaatverlichting, het parkeerlicht en
het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichting kan ook, in geval van neerslag,
gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
InschakelenUitschakelen
F Draai de ring in een andere stand.
Het uitschakelen van de functie wordt
bevestigd door een melding op het display.
Automatische follow me
home-verlichting
Storing
Bij een storing in de lichtsterktesensor
gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt
een melding op het display, in
combinatie met een geluidssignaal.
Bij mist of sneeuw kan de
lichtsterktesensor ten onrechte
voldoende licht waarnemen; de
verlichting wordt dan niet automatisch
ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsterktesensor,
die zich in het midden van de voorruit
achter de binnenspiegel bevindt, niet
af. De aan de sensor gekoppelde
functies worden dan niet meer bediend.
Als de functie automatische verlichting
is geactiveerd (lichtschakelaar in de
stand
"
AUTO "), blijft onder donkere
omstandigheden het dimlicht branden bij het
afzetten van het contact.
Programmeren
Het inschakelen of uitschakelen en
de tijdsduur van de follow me home-
verlichting zijn in te stellen via het
configuratiemenu van de auto.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatische verlichting
F Draai de ring in de stand "AUTO" . Het
activeren van de functie wordt bevestigd
door een melding op het display.
04
Verlichting en zicht
Page 136 of 468

134
DS4_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Automatische verstelling van de xenon- en
full LED-koplampen
Raak de xenonlampen in geval van een
storing niet aan.
Laat ze controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeert dit systeem automatisch en bij
stilstaande auto de hoogte van de lichtbundel van de
xenonlampen, afhankelijk van de belading van de auto.
In het geval van een storing verschijnt dit
pictogram op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display.
Koplampen in hoogte verstellen
0. 1 of 2 personen op de voorstoelen.
-. 3 personen.
1.
5
personen.
-.
Tussenstand.
2.
5
personen + maximaal toegestane
belading.
-.
Tussenstand.
3.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading. Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand.
Handmatige hoogteverstelling
van de halogeen koplampen
Stand "0"
: basisinstelling.
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
04
Verlichting en zicht
Page 137 of 468

135
DS4_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Meedraaiende koplampen
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld,
volgen de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richting van de weg.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatie
met xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk
beter zicht in bochten.Deze functie werkt niet:
-
b
ij stilstand of zeer lage snelheden,
-
a
ls de achteruit is ingeschakeld.
Standaard is deze functie ingeschakeld.
Me
t meedraaiende koplampen
Zo
nder meedraaiende koplampen
Programmeren
U kunt deze functie desgewenst
uitschakelen via het configuratiemenu
op het multifunctionele display.
Bij het afzetten van het contact blijven de
instellingen gehandhaafd.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Storing
In het geval van een storing knippert
dit pictogram op het display in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
04
Verlichting en zicht
Page 140 of 468

138
DS4_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Automatische ruitenwissers vóór
Duw de hendel één keer omlaag.Ter bevestiging wissen de
ruitenwissers één keer, gaat
het controlelampje op het
instrumentenpaneel branden en/
of verschijnt er een bericht dat de
functie geactiveerd is.
Uitschakelen
Duw de hendel nog een keer omlaag.
Ter bevestiging gaat dit controlelampje
op het instrumentenpaneel uit en/of er
verschijnt een bericht op het multifunctionele
display dat de functie is uitgeschakeld.
Elke keer als het contact meer
dan 1 minuut is afgezet, moet u
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw activeren.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in
de intervalstand.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Dek de regensensor, die zich
gecombineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwissers uit als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers tot
de voorruit ontdooid is.
Inschakelen
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen
detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
04
Verlichting en zicht
Page 156 of 468

154
Hulpsystemen bij het remmen
Uw auto is voorzien van drie systemen die u
helpen om de auto in een noodsituatie veilig tot
stilstand te brengen:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS),
-
de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
B
rake Assist System (BAS).Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw
auto, vooral op een slecht of glad wegdek.
Inschakelen
Het antiblokkeersysteem treedt automatisch
in werking zodra een van de wielen dreigt te
blokkeren.
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt, is dat
merkbaar aan het trillen van het rempedaal;
dit is de normale werking. Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het niet
los.
Storing
Als dit waarschuwingslampje gaat
branden in combinatie met de
controlelampjes STOP en ABS , een
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er
wielen worden gemonteerd die aan
de voorschriften van de constructeur
voldoen.
Als dit waarschuwingslampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display, duidt dit op een
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
storing in het antiblokkeersysteem. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle over uw auto
kunnen verliezen.
geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische remdrukregelaar.
Door deze storing zou u tijdens het remmen de
controle over uw auto kunnen verliezen.
Stop op een veilige plaats.
05
Veiligheid
Page 158 of 468

156
Als het onder bijzonder moeilijke
omstandigheden (diepe sneeuw, modder,...)
niet lukt om weg te rijden, kan het nuttig zijn
deze systemen even uit te schakelen. U kunt de
wielen dan laten spinnen om de auto weer in
beweging te krijgen.
Als het verklikkerlampje van de toets brandt,
zijn deze systemen uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen
Deze systemen worden automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of vanaf 50 km/h.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de
systemen handmatig weer in te schakelen.
Storing
De stabiliteitscontrolesystemen zorgen
voor meer veiligheid tijdens het rijden.
De bestuurder mag zich echter nooit
laten verleiden tot het nemen van meer
risico's of het te hard rijden.
De goede werking van de systemen
wordt verzekerd, mits de voorschriften
van de constructeur worden nageleefd
op het gebied van:
-
d
e wielen (banden en velgen),
-
de
remcomponenten,
-
de
elektronische componenten,
-
d
e montage en reparaties.
Laat de systemen na een aanrijding
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats
Als dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel en het verklikkerlampje
van deze toets gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op
het display, duidt dit op een storing in deze
systemen.
Het is raadzaam om deze systemen zodra het
mogelijk is weer in te schakelen. Laat dit controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Uitschakelen
F Druk op deze toets die zich vlak bij het
stuurwiel bevindt.
05
Veiligheid