CITROEN E-MEHARI 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: E-MEHARI, Model: CITROEN E-MEHARI 2016Pages: 81, PDF Size: 2.44 MB
Page 31 of 81

29
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed02-2016
Gebruik van de CCID-laadkabel
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht en volg de aangegeven stappen voordat u de kabel gebruikt.●
Ho
ud de laadkabel buiten bereik van
kinderen.
●
Ti
jdens het gebruik van de laadkabel mag
de omgevingstemperatuur niet hoger zijn
dan 45°C.
●
Ga v
oorzichtig om met de laadkabel, laat
hem niet vallen en trek niet met kracht
aan de kabel of het snoer.
●
Co
ntroleer of het oplaadpunt werkt met
wisselstroom met een spanning van 220 -
240
V b
ij 50
H
z.
●
Co
ntroleer voordat u de laadkabel
aansluit de op de laadkabel aangegeven
nominale stroomsterkte om er zeker van
te zijn dat de capaciteit van de aansluiting
en de elektrische installatie voldoende is
voor het opladen van uw auto.
●
Ge
bruik uitsluitend de originele
laadkabel.
●
De o
plaadkabel mag niet worden
gerepareerd of uit elkaar worden
gehaald.
●
Ge
bruik geen verlengsnoer of adapter.
●
On
juist gebruik kan leiden tot een
ongeval zoals een elektrische schok of
brand.
●
St
op onmiddellijk met het gebruik van de
laadkabel als het opladen niet werkt, als
er bij het opladen storingen optreden of
als het verklikkerlampje FAULT brandt of
knippert.
●
Zo
rg ervoor dat de stekker droog blijft.
●
Ra
ak de stekkerpennen van de laadkabel
en de laadaansluiting van de auto niet
aan.
●
Ge
bruik de laadkabel niet als er
onderdelen zijn gebroken, gerafeld of
gesmolten of blootliggen, of als er andere
tekenen van beschadiging zijn. ●
De l
aadkabel is geschikt voor een
constante stroomsterkte van 10
A
. U
dient zich ervan te verzekeren dat de
voor het opladen gebruikte elektrische
installatie (wandcontactdoos, kabels...)
geschikt is voor minimaal deze nominale
stroomsterkte en voldoet aan de meest
recente wettelijke eisen in uw land of
regio.
●
De m
aximale nominale stroomsterkte is
afhankelijk van het land.
●
De w
andcontactdoos en de elektrische
installatie moeten geaard zijn en worden
beveiligd door een aardlekschakelaar of
een zekering om elektrische ongevallen
te voorkomen.
●
Ra
adpleeg een gekwalificeerde
elektricien in geval van twijfel over de
geschiktheid van de wandcontactdoos en
de elektrische installatie.
(1)
Ontgrendelknop
(2) Leds
(3) Kabel
(4) Stekker
(5) Bedieningsmodule
(6) Kabel
(7) Beschermkap
1
Leer uw E-MEHARI kennen
Page 32 of 81

30
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed02-2016
Waarschuwingen
● Bij onjuist gebruik kunnen er onderdelen
beschadigd raken.
●
Zo
rg ervoor dat de bedieningsmodule van
de laadkabel zo is geplaatst dat er geen
water op terecht kan komen.
●
Vo
orkom dat er vuil of vreemde
voor werpen in de stekker of de
laadaansluiting terechtkomen.
●
Tr
ap niet op de kabel of het snoer en
voorkom dat ze geknikt worden of in de
knoop raken.
●
Ge
bruik de laadkabel niet bij onweer.
●
Pl
aats geen zware voor werpen op de
laadkabel.
●
Ho
ud de laadkabel tijdens het opladen uit
de buurt van warmtebronnen.
●
Al
s u de laadkabel niet gebruikt, berg hem
dan met de beschermkap op in een koele
en droge ruimte, buiten direct zonlicht.
●
Ge
bruik de laadkabel niet in combinatie
met een verlengsnoer.Starten met opladen
1. Sluit de stekker (1) a an op een
230V-stopcontact (10 A o f 16 A ) dat
geschikt is voor het opladen van een
elektrische auto. Alle leds van de
bedieningsmodule branden gedurende
0,5
s
, waarna het groene controlelampje
POWER permanent blijft branden. 2. Op
en de klep van de laadaansluiting op de
auto (achterscherm rechts). Controleer of de
stekkeraansluitingen en de laadaansluiting
goed schoon zijn.
Leer uw E-MEHARI kennen
Page 33 of 81

31
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed02-2016
3. Steek het laadpistool (2) i n de
laadaansluiting tot hij met een klik is
vergrendeld.
4.
He
t opladen begint automatisch. Het
groene controlelampje CHARGING op de
bedieningsmodule gaat branden om aan te
geven dat het opladen bezig is.
Er wordt met twee signalen aangegeven dat het
opladen van de auto is gestart:
-
He
t rechter achterlicht knippert 5
k
eer als
het opladen begint.
-
He
t controlelampje Opladen (groene
stekker) op het display blijft knipperen.
Stoppen met opladen
1. Druk op de ontgrendelknop op de
b ovenzijde van de stekker en trek het
laadpistool los. Het laadpistool kan alleen
worden ver wijderd als uw E-MEHARI is
ontgrendeld met uw persoonlijke RFID-
sleutelhanger. 2. Br
eng de beschermkap aan op het
laadpistool.
3.
Ve
r wijder de stekker uit het stopcontact.
1
Leer uw E-MEHARI kennen
Page 34 of 81

32
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed02-2016
Vergelijking laadtijd
OplaadmethodeGeschatte laadtijd
(0 -10 0%)
Oplaadpunt 16
A 8 - 9 u
ur
Stopcontact 220
V – 1
0
A 13 u
ur
Houd bij het opladen van de auto, met
name aan de openbare weg, rekening
met kinderen in de buurt van de auto
bij het aansluiten of loskoppelen
van de kabel en het gebruik van het
oplaadpunt.
De kracht van de oprolautomaat van de
kabel kan leiden tot verwondingen.
Kinderen kunnen hun vingers bezeren
in het sluitmechanisme van het
oplaadpunt.Signalen van de leds op de bedieningsmodule
Groene led Gele ledRode led Beschrijving
Brandt
gedurende 0,5
s B
randt
gedurende 0,5
s B
randt
gedurende 0,5
s A
lle leds branden gedurende 0,5
s z
odat kan
worden gecontroleerd of ze goed werken als de
laadkabel is aangesloten op het stopcontact.
Brandt UitUitDe laadkabel is aangesloten op het stopcontact.
Als de YA Z AKI-stekker goed is aangesloten op
de laadaansluiting van de auto, geeft dit aan dat
het opladen is voltooid.
Brandt Brandt UitDe auto wordt opgeladen.
Brandt UitBrandt/
knippert Storing van de laadkabel. Stop onmiddellijk
met het gebruik van de laadkabel en neem
contact op met CITRÖEN ASSISTANCE.
Uit UitUitEr wordt geen elektrische voeding vanaf het
stopcontact gesignaleerd door de laadkabel.
Controleer de aardlekschakelaar van het
stopcontact. Als de voeding van het stopcontact
in orde is maar de leds niet 0,5
s b
randen zodat
de werking kan worden gecontroleerd, is de
laadkabel mogelijk defect. Stop onmiddellijk met
het gebruik en neem contact op met CITRÖEN
ASSISTANCE.
Leer uw E-MEHARI kennen
Page 35 of 81

33
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Starten/afzetten
Controleer voordat u gaat rijden of de
gewenste rijrichting is geselecteerd met
de selectieschakelaars.
De ingeschakelde rijrichting
wordt aangegeven door de groen
verlichte ring van de desbetreffende
selectieschakelaar.
Het contactslot (1) bevindt zich rechts aan de
stuurkolom.Contactslot
(1) Stand STOP: het contact van uw E-MEHARI
i s afgezet.
(2)
St
and MAR: de voeding van de 12V-accu is
ingeschakeld zodat de accessoires kunnen
worden gebruikt.
(3)
St
and AV V: starten van de elektromotor.
2
Het rijden
Page 36 of 81

34
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Uw E-MEHARI is een elektrische auto
die geen motorgeluid maakt.
Bij het starten van de elektromotor van
uw E-MEHARI is geen geluid te horen.
Let bij elke manoeuvre extra goed
op de omgeving, in het bijzonder
op fietsers, voetgangers en andere
verkeersdeelnemers die u mogelijk niet
horen aankomen.
Starten
Om uw E-MEHARI te starten, moet u:
1. Uw E-MEHARI ontgrendelen met uw
persoonlijke RFID-sleutelhanger.
2.
De s
leutel in het contactslot steken en
de sleutel in de stand MAR draaien. Het
startscherm verschijnt.
3.
Zo
dra het scherm u verzoekt dit te doen de
sleutel in de stand AV V gedraaid houden
tot u het geluidssignaal hoort. U kunt op dat
moment de sleutel loslaten, waarna deze
automatisch terugkeert in de stand MAR.
De volgende illustratie verschijnt op het
scherm van het instrumentenpaneel: 4. He
t rempedaal intrappen.
5. De t ransmissie in de stand "D" (vooruit) of
"R" (achteruit) zetten.
6.
De
handrem vrijzetten.Afzetten
Om uw E-MEHARI veilig te parkeren, moet u:
1. Een bewaakte parkeerplaats kiezen.
2.
De a
uto parkeren.
3.
De t
ransmissie in de stand "N" zetten.
4.
De
handrem aantrekken.
5.
He
t contact afzetten en de sleutel uit het
contactslot verwijderen.
Het rijden
Page 37 of 81

35
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Controles van de werking van uw E-MEHARI
Instrumentenpaneel
(1) Het instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes
(1) Storing tractiebatterij.
(2) Storing elektromotor.
(3) Verklikkerlampje laadstroom.
Als het verklikkerlampje (1) of (2)
brandt, dient u uw E-MEHARI stil te
zetten.
Pictogrammen
Grootlicht
Parkeerlicht
Mistachterlicht
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
Storing remsysteem
Waarschuwingsmelding
ESP
Ontdooiing
Verwarming
Beperkte capaciteit elektromotor
Storing tractiebatterij
Beperkte capaciteit tractiebatterij Portiervergrendeling
Airconditioning
ABS Storing stuurbekrachtiging
Veiligheidsgordel niet vastgemaakt
Portier geopend (stilstaande auto)
Portier geopend (rijdende auto)
Achterklep geopend (stilstaande auto)
Achterklep geopend (rijdende auto)
Onderhoud
2
Het rijden
Page 38 of 81

36
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Kilometer- en dagteller
(1) Totale kilometerstand (in km).
(2) Ge reden afstand sinds de laatste keer op
0
z
etten (in
k
m).
Snelheids- en
temperatuurmeters en klok
(1) Klok.
(2 ) Wa arschuwingsindicator voor gladheid.
(3)
Bu
itentemperatuurmeter.
(4)
Act
uele wagensnelheid.
Verbruiks-, laad- en
laadniveaumeters
(1) Visuele weergave gevraagd vermogen.
(2 ) Vis uele weergave energieregeneratie.
(3)
Laa
dniveaumeter LMP
®-tractiebatterij
(4) La
adtoestand in procent.
Het rijden
Page 39 of 81

37
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Handrem
Trek altijd de handrem aan als u uw
auto verlaat.NB
Bij vorst kan de handrem vastvriezen
waardoor hij niet meer vrijgezet kan worden.
Als de auto op een helling staat, draai
dan de wielen tegen het trottoir, trek de
handrem aan en zet het contact af.
Controleer voordat u wegrijdt of de
handrem is vrijgezet.
Als de handrem niet is vrijgezet, kan hij
beschadigd raken wat tot een ongeval
kan leiden.
Zet de handrem nooit vanaf de
buitenzijde van de auto vrij. Laat geen kinderen zonder toezicht
achter in de auto.
Ze zouden de handrem kunnen
vrijzetten en zo een ongeval
veroorzaken.
Laat het rempedaal pas los als de
handrem volledig aangetrokken is.
Als de handrem niet is aangetrokken,
kan de auto in beweging komen en een
ongeval veroorzaken.Aantrekken van de handrem
Trek de hendel
(1) zo ver mogelijk omhoog om
de handrem aan te trekken en te voorkomen
dat de auto in beweging kan komen.
Er brandt een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel als de handrem is
aangetrokken.
2
Het rijden
Page 40 of 81

38
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Vrijzetten van de handrem
Vrijzetten van de handrem:
1. Trek lichtjes aan de hendel (1) .
2.
Dr
uk op de ontgrendelingsknop (2) .
3.
Ze
t de hendel in de laagste stand.
Als de handrem volledig is vrijgezet, gaat het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel uit.
Selectieschakelaars transmissie
Trap het gaspedaal niet in als u vanuit
de stand "N" de stand " D" of "R"
selecteert.
Selecteer alleen een andere stand als
de auto stilstaat.
Als u dit rijdend doet, kan dat leiden tot
een ongeval.
Trap niet het gaspedaal in als u de
rijrichting met de selectieschakelaars
verandert.
De auto kan dan plotseling van
zijn plaats komen en een ongeval
veroorzaken.
(1)
Selectieschakelaars transmissie.
Te selecteren standen
(N): neutraalstand "NEUTR AL": geen
v
ersnelling ingeschakeld.
(D):
st
and "DRIVE": vooruitversnelling.
(R): stand "REVERSE": achteruitversnelling.
Bij het veranderen van stand moet u het
rempedaal ingetrapt houden.
Het rijden