CITROEN JUMPER 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2014Pages: 186, PDF Size: 4.73 MB
Page 11 of 186
1
IN EEN OOGOPSLA
G
9
In een oogopslag
Middenconsole
1.
Autoradio.
2.
Handbediende airconditioning.
3.
Verplaatsbare asbak.
4.
Aansteker.
5.
12V-accessoireaansluiting
(max. 180 W).
6.
Dynamische stabiliteitscontrole (ASR)/
Intelligent Traction Control
7.
Centrale ontgrendeling portieren en
laadruimte.
8.
Centrale vergrendeling/verklikkerlampje
alarm.
9.
Alarmknipperlichten.
10.
Mistachterlicht.
11 .
Mistlampen vóór.
12.
Ontwaseming/ontdooiing.
13.
Versnellingshendel.
Page 12 of 186
3
10
In een oogopslag
COMFORT
65
Verstellen van de bestuurdersstoel
Lengterichting Hoogte van de zitting Rugleuning
Lendensteun Stoelverwarming Stoel met variabele demping
Page 13 of 186
523
5
1
IN EEN OOGOPSLA
G
11
In een oogopslag
COMFORT
1.
Hendel ontgrendelen.
2.
Hendel vergrendelen.
3.
Stuurwiel in diepte verstellen.
Stuurwiel handmatig in diepte
verstellen
Buitenspiegels verstellen
De buitenspiegels zijn verdeeld in twee
zones: A en B.
1. Buitenspiegel aan bestuurderszijde:
A1-
Verstellen van de bovenste spiegel.
B1-
Verstellen van de onderste spiegel.
2. Buitenspiegel aan passagierszijde:
A2-
Verstellen van de bovenste spiegel.
B2-
Verstellen van de onderste spiegel.
40
77
Veiligheidsgordel vóór
Vastmaken.
In hoogte verstellen.
11 9
11 9
Page 14 of 186
33
12
In een oogopslag
ZICHT
Verlichting
Parkeerlichten
Mistlampen vóór en
mistachterlicht.
47
49
Automatische verlichting.
Alle verlichting uit.
Dimlicht of grootlicht. Afgezet contact, sleutel in de stand STOP of
sleutel verwijderd:
Zet de ring van de lichtschakelaar in de
stand O en vervolgens op dimlicht of
grootlicht.
De lichten blijven branden zolang de auto
geparkeerd is.
COMFORT
Contact
- Stand STOP.
- Stand MAR.
- Stand AVV.
41
Page 15 of 186
3331
IN EEN OOGOPSLA
G
13
In een oogopslag
50
Ruitensproeiers vóór
Trek de hendel naar u toe. De
ruitensproeiers treden in werking en
de ruitenwissers worden enige tijd
ingeschakeld.
ZICHT
78
Schakelaars ruitbediening
A.
Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde.
B.
Schakelaar ruitbediening
passagierszijde.
Eén minuut na het afzetten van het
contact wordt de elektrische ruitbediening
uitgeschakeld.
50
Ruitenwisser vóór
A.
Uit.
B.
Interval (4 snelheden).
C.
Constant wissen met lage snelheid.
D.
Constant wissen met hoge snelheid.
E.
Eén keer wissen.
Page 16 of 186
14
In een oogopslag
VENTILATIE
Automatische airconditioning
: gebruik bij voorkeur de volledig automatische werking van het systeem door op de toets "AUTO"
te drukken.
Aanbevolen instellingen
Handbediende airconditioning
Gewenste werking
Luchtverdeling
Temperatuur
Luchtopbrengst
Luchtrecirculatie A/C
Warm
-
Koud
Ontdooien
Ontwasemen
Page 17 of 186
221
IN EEN OOGOPSLA
G
15
In een oogopslag
Achteruitrijcamera
De camera wordt geactiveerd als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld en blijft
geactiveerd tot een snelheid van ongeveer 15 km/h
is bereikt. De camera wordt uitgeschakeld als de
auto sneller rijdt dan 18 km/h.
Scherm
Druk op de knop en zet het scherm in de
gewenste stand.
84
Instrumentenpaneel
A.
Snelheidsmeter.
B.
Display van het instrumentenpaneel.
C.
Toerenteller.
30
Verklikkerlampjes
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode verklikkerlampjes branden.
Als de motor draait, moeten deze lampjes
uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek als er
verklikkerlampjes blijven branden.
31
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Toetsen
Regelen lichtsterkte.
Regelen achtergrondverlichting.
Met de functie ON/OFF kunnen
beelden van de achteruitrijcamera
worden weergegeven zonder dat de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Page 18 of 186
542
16
In een oogopslag
Een kinderzitje kan aan twee ogen vóór,
die tussen de rugleuning en de zitting
zijn geplaatst en een oog achter, worden
bevestigd.
ISOFIX-bevestigingen
129
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN
Raadpleeg rubriek 4 in het gedeelte
"MODE" om de airbag aan passagierszijde
uit te schakelen. Selecteer vervolgens OFF
in het menu "Airbag passagier".
Het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt zolang de airbag
is uitgeschakeld.
80
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld,
kan de schuifdeur niet meer van binnenuit
geopend worden.
Kinderbeveiliging
27
Page 19 of 186
4321
IN EEN OOGOPSLA
G
17
In een oogopslag
Snelheidsregelaar
De werking van de snelheidsregelaar wordt
aangegeven door een pictogram in de
toerenteller.
51
Hill Holder
Deze functie, verbonden met het ESP,
vergemakkelijkt het wegrijden op een helling
en wordt onder de volgende voorwaarden
geactiveerd:
- de auto moet stilstaan, met draaiende
motor,
- de helling moet steiler zijn dan 5%.
42
Luchtvering
Hiermee kan de wagenhoogte achter
gewijzigd worden om het laden en lossen te
vergemakkelijken.
Druk op de schakelaar en laat de
schakelaar los om de beweging te stoppen.
Elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt,
wordt de wagenhoogte achter één stand
verhoogd: +1 tot +3.
Druk op de schakelaar en laat de
schakelaar los om de beweging te stoppen.
Elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt,
wordt de wagenhoogte achter één stand
verlaagd: -1 tot -3.
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
86
Functie uitgeschakeld. Functie geselecteerd.
RIJDEN
Page 20 of 186
222
18
In een oogopslag
RIJDEN
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Het verklikkerlampje "S"
op
het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor wordt
afgezet als:
- bij een auto met handgeschakelde
versnellingsbak
bij stilstaande auto de
versnellingshendel in de vrijstand wordt
gezet en het koppelingspedaal wordt
losgelaten.
Om te voorkomen dat de motor bij
langzaam rijden veelvuldig wordt
afgezet, wordt de motor alleen automatisch
afgezet als de auto sneller dan 10 km/h
heeft gereden.
43 Het verklikkerlampje "S"
gaat uit
en de motor wordt weer gestart
als:
Overgang naar de START-stand van de motor
- bij een auto met handgeschakelde
versnellingsbak
het koppelingspedaal
wordt ingetrapt.
In bepaalde gevallen is de STOP-stand
niet beschikbaar; het verklikkerlampje "S"
knippert dan enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
In bepaalde gevallen wordt de START-stand
automatisch geactiveerd; er wordt dan een
melding weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel en het verklikkerlampje
"S"
knippert enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
44 Het systeem kan op elk gewenst moment
worden uitgeschakeld door op de toets
"S - OFF"
te drukken; het verklikkerlampje
in de toets gaat uit en er wordt een melding
weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als de motor met de sleutel
wordt gestart.
Uitschakelen/inschakelen
Zet het contact altijd met de
sleutel uit voordat u gaat tanken,
werkzaamheden onder de motorkap gaat
uitvoeren of de auto verlaat.
45