CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017Pages: 774, PDF Size: 77.73 MB
Page 621 of 774

17
6
Rijden
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de beweging van
de auto, de snelheid van uw auto en die van
de voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.
Niveau 2
: waarschuwing door
middel van visuele signalen en
geluidssignalen die aangeeft dat een
aanrijding dreigt.
Er wordt een melding weergegeven
om de bestuurder aan te sporen te
remmen.
Als uw auto een voorligger te
snel nadert, wordt het eerste
waarschuwingsniveau mogelijk niet
weergegeven: in dat geval wordt
waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau
1 nooit weergegeven als de stand
" Dichtb.
" is geselecteerd.
Slechte weersomstandigheden (zeer
zware regenval, opgehoopte sneeuw
voor de radar en de camera) kunnen
de werking van het systeem verstoren.
In dat geval wordt een storingsmelding
weergegeven. De functie is niet
beschikbaar zolang deze melding wordt
weergegeven.
Instellen van de stand voor de
activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de
waarschuwing is bepalend voor de manier
waarop u wordt gewaarschuwd voor een
rijdende of stilstaande voorligger, of een
voetganger op uw rijstrook.
U kunt uit drie standen kiezen:
- " Ver
" om vroeg gewaarschuwd te worden
(voorzichtige rijstijl).
- " Normaal
".
- " Dichtb.
" om later gewaarschuwd te
worden.
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen
".
Met touchscreen
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie
" en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie
".
Stel ver volgens het waarschuwingsniveau in.
Stel ver volgens het waarschuwingsniveau in.
Druk op " Bevestigen
" om de wijziging op te
slaan.
Page 622 of 774

18
Rijden
Dit systeem, ook wel automatisch
noodremsysteem genoemd, is bedoeld om
de snelheid van de aanrijding te beperken
of de frontale aanrijding met de voorligger te
voorkomen (bij snelheden tussen 5 km/h en
140 km/h) wanneer de bestuurder niet ingrijpt.
Op basis van informatie van de radar en de
camera activeert het systeem de remmen van
de auto.
Active Safety Brake
De bestuurder kan op elk gewenst moment de
controle over de auto weer overnemen door
een ferme stuurbeweging te maken en/of het
gaspedaal in te trappen.
Als het systeem in werking is, kunnen
er lichte trillingen voelbaar zijn in het
rempedaal.
Als de auto volledig tot stilstand
is gekomen, blijven de remmen
automatisch 1 tot 2 seconden
geactiveerd.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan de motor afslaan
als de auto door het automatische
noodremsysteem tot stilstand wordt
gebracht.
Bij auto's met een automatische
transmissie begint de auto weer te
rijden nadat hij door het automatische
noodremsysteem tot stilstand is
gebracht. Trap het rempedaal in als u
dit wilt voorkomen.
Als het automatische noodremsysteem
niet is ingeschakeld, wordt u hiervoor
gewaarschuwd door het permanent
branden van dit verklikkerlampje in
combinatie met een melding.
Het activeren van het remmen kan
worden aangepast aan het rijgedrag
van de bestuurder, zoals bewegingen
van het stuur of het intrappen of loslaten
van het gaspedaal.
Als de radar en de camera de
aanwezigheid van een voertuig of
een voetganger hebben bevestigd,
knippert dit verklikkerlampje als het
systeem wordt geactiveerd.
Belangrijk
: als het automatische
noodremsysteem in werking treedt,
moet u de controle over uw auto weer
overnemen door met het rempedaal
te remmen
en zo de automatische
remactie aan te vullen en te
voltooien.
Intelligente
noodremassistentie
(AFUi)
Wanneer de bestuurder onvoldoende
afremt om de aanrijding te voorkomen,
zorgt het systeem voor voldoende
remkracht.
Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf
het rempedaal intrapt.
Page 623 of 774

19
6
Rijden
Uitschakelen / inschakelen
van de waarschuwing en
het remmen
Standaard wordt de functie automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
De functie kan worden uit- of ingeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie
" en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie
".
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen
".
In het geval van een storing wordt u
gewaarschuwd door het branden van
dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
Onder de volgende omstandigheden
werkt de camera mogelijk minder goed
of helemaal niet:
- slecht zicht (slecht verlichte weg,
sneeuwval of regen, mist, enz.),
- verblinding (verlichting van een
tegenligger, laagstaande zon,
reflectie op nat wegdek, uitrijden
van een tunnel, sterke afwisseling
van schaduw en licht, ...),
- als het gedeelte van de voorruit
voor de camera vuil, dichtgevroren
of beschadigd is of is bedekt met
modder, sneeuw of een sticker.
Onder bepaalde weersomstandigheden
van de werking van de in de
voorbumper geplaatste radar verstoord
raken, zoals bij opeenhoping van
sneeuw, ijs, modder, enz.
Ver wijder in dat geval de sneeuw,
modder enz. van de voorbumper.
Als een van de twee sensoren (camera
of radar) is afgedekt of een beperkt
bereik heeft ter wijl de andere normaal
werkt, blijft het systeem werken maar
minder nauwkeurig dan normaal. U
wordt hier niet over geïnformeerd door
een melding of een verklikkerlampje.
Om storingen in de werking van de
radar te voorkomen, mag de bumper
niet worden gespoten.
Reinig het gedeelte van de voorruit voor
de camera regelmatig.
Laat geen sneeuw op de motorkap
of op het dak liggen, omdat de
detectiecamera erdoor kan worden
afgedekt.
Page 624 of 774

Néerlandais
16K0C.C070*16K0C.C070*
Page 625 of 774

Brandstof voor
benzinemotoren
De uitvoeringen met benzinemotor kunnen rijden op biobrandstoffen die voldoen aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen en verkrijgbaar zijn bij tankstations.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen en die aan de pomp getankt kunnen worden.
De brandstof B20 of B30 die voldoet aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt voor de dieselmotor van uw auto. Maar als deze brandstof, ook al is het slechts incidenteel, wordt gebruikt, moeten de bijzondere onderhoudsvoorschriften (voor "Zware rijomstandigheden") strikt worden nageleefd.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Alleen het gebruik van dieseladditieven die voldoen aan de norm B715000 is toegestaan.
Alleen brandstofadditieven die voldoen aan de norm B715001 mogen worden gebruikt.
Benzine die voldoet aan de norm EN228 en is gemengd met een biobrandstof die voldoet aan de norm EN15376.
Reizen naar het buitenland Bepaalde brandstoffen kunnen de motor beschadigen. In bepaalde landen kan het nodig zijn een specifieke brandstofsoort te gebruiken (specifiek octaangetal, specifieke commerciële benaming enz.) om de goede werking
van de motor te garanderen. Neem voor meer informatie contact op met uw dealer.
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%),
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN16734 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 10%),
Paraffinehoudende diesel die voldoet aan de richtlijn EN15940 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Neem voor meer informatie contact op met het netwerk van het merk of een gekwalificeerde werkplaats.
Welke brandstoffen zijn
geschikt?
Diesel voor lage temperaturen
Bij temperaturen lager dan 0°C (+32°F) kan de stolling van paraffine in zomerdiesel storingen in het brandstofsysteem veroorzaken. Om dat te voorkomen is het raadzaam winterdiesel te tanken en de brandstoftank voor minimaal 50%
gevuld te houden. Als desondanks bij temperaturen lager dan -15°C (+5°F) de motor moeilijk aanslaat, is het raadzaam de auto enige tijd in een ver warmde garage of werkplaats te laten staan.
16CAR.A070*16CAR.A070*
Page 626 of 774

1
CITROËN Connect Nav
GPS-navigatie - Applicaties -
Multimedia- audio -
Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen 2
Stuurwielflippers 3
Menu's 4
Gesproken commando's 5
Navigatie 11
Online navigatie 15
Applicaties 18
Radio 23
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting) 25
Media 26
Telefoon 28
Configuratie 33
Veelgestelde vragen 37De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem in
uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-mode.
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software)-broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
CITROËN Connect Nav
Page 627 of 774

2
12:13
18,5 21,5
23 °CDe eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de "X" om een niveau lager te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
* Afhankelijk van de apparatuur. Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
Basisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en
rechtstreekse toegang tot het desbetreffende
menu.
- Rechtstreekse toegang tot de keuze van de
geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
- Ga naar de notificaties van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaartgegevens
en - afhankelijk van beschikbaarheid - de
aanwijzingen van het navigatiesysteem
- Toegang tot de instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
-
FM-/DAB-radiozenders* / AM*.
- Toets USB.
- CD-speler (afhankelijk van het model).
- Via de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van het model).
- Telefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth* (streaming).
CITROËN Connect Nav
Page 628 of 774

3
Via het menu "Instellingen" kunt u een
profiel voor één persoon of voor een
groep personen met gemeenschappelijke
instellingen aanmaken, waarbij
vele instellingen mogelijk zijn
(voorkeuzezenders radio, audio-instellingen,
navigatiegeschiedenis, favoriete contacten,
enz.). De instellingen worden automatisch
aangepast.
Onder zeer warme onstandigheden kan het
volume worden beperkt om het systeem te
beschermen. Het systeem kan gedurende
ten minste 5 minuten stand-by (scherm en
geluid uitgeschakeld) worden gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling
weer worden gebruikt.Stuurkolomschakelaars
Afhankelijk van het model.Gesproken commando's :
Deze knop bevindt zich op het
stuur wiel of op het uiteinde van de
lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: gesproken
commando's van het systeem.
Lang indrukken: gesproken
commando's smartphone via het
systeem.
of Geluidsvolume verhogen.
of Geluid onderbreken/herstellen.
Of
Geluidsweergave onderbreken
door gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op één
van de twee volumetoetsen.
of Geluidsvolume verlagen. of
Media
(kort indrukken): veranderen
van multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): start
telefoongesprek.
Tijdens telefoongesprek (kor t
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken) : inkomend
gesprek weigeren, einde gesprek;
als de telefoon niet wordt gebruikt,
toegang tot het telefoonmenu.
of Radio
(draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige/volgende
nummer, scrollen door lijsten.
Kort indrukken : bevestigen van een
selectie. Indien niets geselecteerd:
toegang tot voorkeuzezenders.
Radio : weergeven van de zenderlijst.
Media : weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): weergeven
van de lijst met beschikbare
radiozenders.
.
CITROËN Connect Nav
Page 629 of 774

4
FM/87.5 MHz
87.5MHz
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
21,518,5
12:1323 °C
Menu's
Afhankelijk van uitvoering en uitrusting
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
Online navigatie
of Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Gebruiken van de beschikbare
realtime-diensten, afhankelijk van de
uitrusting.
Applicaties
of Gebruik van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding,
via CarPlay
®, MirrorLinkTM or Android
Auto.
Controleer de Bluetooth
®- en Wi-Fi-
verbinding van uw smartphone.
Radiomedia
of Een geluidsbron of radiozender
selecteren, foto's weergeven.
CITROËN Connect Nav
Page 630 of 774

5
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
Telefoon
of Via Bluetooth
® verbinden van een
telefoon, berichten en e-mails lezen
en snelberichten versturen.
Configuratie
of Configureren van een persoonlijk
profiel en/of configureren van het
geluid (balans, sfeer enz.) en de
weergave (taal, eenheden, datum,
t i j d , e n z .) .
Auto
of Activeren, deactiveren en
configureren van bepaalde
voertuigfuncties.
Gesproken commando's
Stuurwieltoetsen
Druk kort op deze toets om de functie
gesproken commando's te activeren.
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om er voor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
- spreek met een normale stem de
woorden volledig uit, zonder uw stem te
verheffen.
- wacht voordat u spreekt altijd op de
"piep" (geluidssignaal).
- houd voor een optimale werking de
ruiten en het schuifdak (indien van
toepassing) gesloten om storende
geluiden van buitenaf te voorkomen,
- vraag uw passagiers voordat u
gesproken commando's geeft om even
niet te praten.
.
CITRO