alarm CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018Pages: 400, PDF Size: 17.17 MB
Page 4 of 400
2
.
.
Instrumentenpaneel 10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 1 3
Meters
27
Dimmer dashboardverlichting
3
3
Boordcomputer
34
Datum en tijd instellen
3
6
Sleutel
3
8
Sleutel, afstandsbediening
3
8
"Keyless entry and start"
4
3
Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit
5
5
Voorportieren
56
Handbediende schuifdeur(en)
5
7
Elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
5
9
Handsfree-functie schuifdeur(en)
6
5
Achterdeuren
6
8
Achterklep
70
Ruit van de achterklep
7
1
Alarm
72
Elektrische ruitbediening
7
4Stuurwielverstelling
76
Spiegels
76
Voor stoelen
7
8
Tweezitsbank vóór
8
4
Vaste eendelige bank
8
5
Vaste stoel en bank achter
8
8
Achterstoel en -bank op rails
9
1
Achterstoel(en) op rails 9 6
Voorzieningen interieur 1 00
Voorzieningen
passagierscompartiment
105
Panoramadak
109
Wegklapbare schuiftafel
1
10
Handbediende airconditioning
1
15
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
1
16
Ontwasemen – ontdooien voorruit
en zijruiten
1
19
Buitenspiegelverwarming
1
20
Ontwaseming – ontdooien achterruit
1
21
Verwarming – airconditioning achter
1
23
Programmeerbaar verwarmings-/
ventilatiesysteem
1
24
Plafonniers
1
26Lichtschakelaar
1
27
Dagrijverlichting
129
Automatisch inschakelen van de verlichting
12
9
Grootlichtassistent
132
Koplampen handmatig in hoogte verstellen
1
33
Sfeerverlichting interieur
1
34
Ruitenwisserschakelaar
134
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
1
39
Alarmknipperlichten
140
Noodoproep of pechhulpoproep
1
40
Cla xon
142
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
1
42
Grip control
1
45
Veiligheidsgordels
147
Airbags
1
51
Kinderzitjes
1
55
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
1
57
ISOFIX-bevestigingen
165
Mechanisch kinderslot
1
75
Elektrische kinderbeveiliging
1
75
Kinderbeveiliging van de
ruitbediening achter
1
76
Overzicht
Instrumentenpaneel
Toegang Ergonomie en comfort
Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Stickers 7
Inhoudsopgave
Page 7 of 400
5
1.Open dashboardkastje.
2. 12V-aansluitingen vóór (120
W)
Houd u aan het maximaal toegestane vermogen
om schade aan apparatuur te voorkomen.
3.USB-aansluiting.
4. AUX-aansluiting (JACK)
5. Bekerhouder.
6. Opbergvakken.
7. Gekoeld dashboardkastje (indien aanwezig).
Via een ventilatieopening, indien
geopend, bij draaiende motor en
ingeschakelde airconditioning.
8. Bovenste dashboardkastje.
9. 230V-aansluiting (150
W, indien
aanwezig).
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan apparatuur te
voorkomen.
10. Claxon.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto
kunnen de opbergvakken al dan niet zijn
voorzien van een klep. Deze configuratie
is uitsluitend ter illustratie.
Schakelflippers aan de stuurkolom Centraal geplaatste rij schakelaars
1. Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteem (afhankelijk van
de uitvoering)
4. Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar/adaptieve
snelheidsregelaar
5. Rolknop voor het selecteren van
de weergave op het display van het
instrumentenpaneel
6. Toets functie gesproken commando's
(afhankelijk van de uitvoering)
Instellen geluidsvolume (afhankelijk van
de uitvoering)
7. Bediening audiosysteem (afhankelijk van
de uitvoering) Vergrendelen/ontgrendelen van
binnenuit
Elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
Elektrische kinderbeveiliging
Alarmknipperlichten
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
.
Overzicht
Page 40 of 400
38
Sleutel
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Dezelfde sleutel dient ook voor het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor.
Sleutel, afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt
de auto ontgrendelen of vergrendelen door
de centrale vergrendeling te bedienen via het
portierslot of met de afstandsbediening.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel
Als u niet op de knop drukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Ontgrendelen
Met de sleutel
F Draai om de auto te ontgrendelen de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto.
F
T
rek ver volgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm wordt geactiveerd
als een portier wordt geopend en kan worden
uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen. De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan staat.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie van de auto, het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de
diefstalbeveiliging.
Toegang tot de auto
Page 41 of 400
39
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt
tot de schuifdeur
opengaat om zowel de
auto te ontgrendelen als
de schuifdeur te openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Vergrendelen
Met de sleutel
F Draai om de auto volledig te ontgrendelen de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren. Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de
rechter achterdeur):
-
g
aat, bij stilstaande auto
en draaiende motor, dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-
g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid
hoger dan 10
km/h), dit
verklikkerlampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven. Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.
Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Als een van de deuren of de achterklep nog
geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer
30
seconden een van de portieren wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer
vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
2
Toegang tot de auto
Page 42 of 400
40
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze toets.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
F
Druk binnen vijf seconden na
het vergrendelen nogmaals op
deze knop.
Als uw auto niet is uitgerust met
het alarmsysteem, wordt de
supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2
seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Zorg er voor dat het sluiten van de ruiten niet
gehinderd wordt door voorwerpen of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto moet minimaal 5
seconden
vergrendeld zijn.
Verlichting inschakelen met de
afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Met de sleutel
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
F
D
raai de sleutel richting de achterzijde van
de auto.
F
D
raai binnen vijf seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde. Vergrendelen van de auto:
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
F
D
ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Toegang tot de auto
Page 43 of 400
41
Noodbediening(en)
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze linksom. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uit-/ingeschakeld als u de auto met de
sleutel opent/sluit.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Vergrendelen van het
voorpassagiersportier
F Open het portier.
F
V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F
S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem en draai het geheel.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
S
luit het portier en controleer van buitenaf
of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip aangebracht
die over een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact deze
code worden herkend door de startblokkering.
Een aantal seconden na het afzetten van het contact
blokkeert dit systeem het motormanagementsysteem
zodat bij een eventuele inbraak de motor niet kan
worden gestart.
Bij een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Uw auto kan dan niet gestart worden. Neem
zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk.
2
Toegang tot de auto
Page 46 of 400
44
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-
g
aat, bij stilstaande auto en
draaiende motor, dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-
g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid hoger
dan 10
km/h), dit lampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding die
enkele seconden wordt weergegeven.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de afstandsbediening mee
te nemen.Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Als een van de deuren of de achterklep
nog geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze
had uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Toegang tot de auto
Page 47 of 400
45
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
"
Keyless entry and start"
met de elektronische
sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de
afstandsbediening op zak houdt. De functie handsfree-toegang werkt niet
als het contact A AN (stand Accessoires) is
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entr y
and star t en in het bijzonder de stand
A AN van het contact.
De centrale vergrendeling/ontgrendeling en
supervergrendeling werken niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich nog in de auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld (met de afstandsbediening
of via het Keyless entry and start-systeem),
wordt de auto binnen 30 seconden
automatisch weer vergrendeld tenzij binnen
deze tijd een portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
F
D
ruk op deze knop.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt. F
D
ruk binnen vijf seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop.
Als uw auto niet is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt de supervergrendeling
bevestigd door het gedurende ongeveer
2
seconden branden van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen van de auto:
Inschakelen van de supervergrendeling van de auto:
2
Toegang tot de auto
Page 49 of 400
47
Met achterdeurenMet achterklep
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
F
P
laats, om de auto
te ontgrendelen, met de
afstandsbediening binnen de detectiezone A ,
uw hand achter de handgreep van de
achterdeur.
F
T
rek ver volgens aan de handgreep om de
achterdeur te openen. F
T
rek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen de
detectiezone A , aan de handgreep van de
achterklep.
F
O
pen de achterklep.
Met te openen achterruit (achterklep)
F Druk, ter wijl u de afstandsbediening op
zak hebt binnen de detectiezone A , op de
ontgrendelknop van de te openen achterruit.
De achterruit wordt op een kier gezet.
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering die u heeft,
worden de buitenspiegels uitgeklapt en
wordt het alarmsysteem uitgeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 51 of 400
49
Met achterklep
Als u een van de
vergrendelknoppen ingedrukt
houdt, worden de ruiten gesloten
(afhankelijk van de uitvoering).
Als u de knop loslaat, stopt de
beweging van de ruit.Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
F
D
ruk, als de afstandsbediening zich
binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de achterklep om de
auto te vergrendelen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Ook de knop van de centrale
portiervergrendeling in het interieur werkt
dan niet.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
F
D
ruk, als de afstandsbediening zich binnen
het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
portiergrepen (voorportier(en), handmatig
bedienbare schuifdeur(en)) om de auto
volledig te vergrendelen.
F
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in
te schakelen.
2
Toegang tot de auto