stop start FIAT 500 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: 500, Model: FIAT 500 2018Pages: 224, PDF Size: 3.92 MB
Page 203 of 224

201
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(DOORGEGAAN)
44) TECHNISCHE SPECIFICATIES – RIM PROTECTOR
BANDEN (MET VELGBESCHERMERS)
Indien op de stalen velgen met integrale wieldeksels (met
veerbevestiging) aftersales-banden met velgbeschermers worden
gemonteerd, dan mogen de wieldeksels NIET worden gemonteerd.
Het gebruik van ongeschikte banden en wieldeksels kan leiden tot
een plotselinge afname van de bandenspanning.
45) LPG •Let wel dat in sommige landen (inclusief Italië) wettelijke
beperkingen gelden voor het parkeren/stallen van auto’s die rijden
op gas dat dichter is dan zuurstof; LPG valt onder deze categorie.
•Schakel niet om tussen de twee werkingsmethodes
(benzine/LPG) tijdens het starten van de motor.
•Het LPG-toevoersysteem is uitgerust met een
“verbruiksfunctie” die verbonden is met het led-display van het
LPG-niveau op de schakelaar; deze functie wordt alleen
ingeschakeld nadat er een aanzienlijke variatie in het
brandstofniveau is gedetecteerd.
Het wordt dus aanbevolen bij de eerstvolgende tankbeurt de
tank volledig met LPG te vullen om een “nauwkeurigere”
indicatie van het niveau te verkrijgen.
•Als er gaslucht wordt waargenomen, schakel dan over van
werking op LPG naar werking op benzine en ga onmiddellijk
naar een Fiat Servicepunt om het voertuig te laten controleren
en eventuele systeemstoringen uit te sluiten.
46
) SYSTEMEN VOOR DE BESCHERMING VAN HET MILIEU
•Onder normale gebruiksomstandigheden worden de katalysator
en het dieselroetfilter (DPF) zeer heet. Parkeer het voertuig dus
niet op licht ontvlambaar materiaal (bijv. gras, droge bladeren,
dennennaalden enz.) om het gevaar van brand te voorkomen.
47) MULTIMEDIA
•Volg de voorziene veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond raken of kan het systeem
beschadigd raken. •Als het volume te hoog staat, kan dat gevaarlijk zijn.
Stel het volume zo af dat omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog hoorbaar zijn.
•Indien aanwezig, my:Car app is niet bedoeld om
instructieboekje van de eigenaar van het voertuig te vervangen.
•Voer geen andere handelingen tijdens de installatie uit en wacht
tot de bewerking is afgerond om een correcte werking van de
radio te verzekeren.
48) iTPMS-SYSTEEM
•Als het systeem een spanningsafname van een of meer banden
aangeeft, wordt geadviseerd om de spanning van alle vier de
banden altijd te controleren.
•Het iTPMS ontslaat de bestuurder niet van de verplichting om
de bandenspanning elke maand te controleren en mag niet
beschouwd worden als vervanging voor het onderhoud of een
veiligheidssysteem.
•De bandenspanning moet bij koude banden gecontroleerd
worden. Als de bandenspanning om welke reden dan ook bij warme
banden moet worden gecontroleerd, dan mag de spanning niet
worden verlaagd, ook wanneer de gemeten waarde hoger is dan de
voorgeschreven spanningswaarde. Controleer de bandenspanning
nadien nogmaals bij koude banden.
•Het iTPMS-systeem waarschuwt niet bij een plotselinge afname
van de bandenspanning (bijvoorbeeld bij een klapband). In dit
geval de auto stoppen door voorzichtig
te remmen en abrupt sturen te vermijden.
•Het systeem waarschuwt alleen dat de bandenspanning laag
is: het is niet in staat om de banden op te pompen.
•Een te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik,
verlaagt de duur van het loopvlak en kan het vermogen om de
auto op veilige manier te besturen beïnvloeden.
Page 206 of 224

BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
204(GAAT DOOR)
• Als het waarschuwingslampje mna het starten of na
langdurig “aanzwengelen” 60 seconden knippert, duidt dit op
een defect van de gloeibougies.
Als de motor start kan de auto normaalgebruikt worden, maar
moet men zo snel mogelijk naar een Fiat Servicepunt gaan.
• Probeer de motor nooit te starten door de auto te duwen, te
slepen of van een helling af te laten rijden. Hierdoor kan
brandstof in de katalysator terechtkomen die hierdoor
onherstelbaar beschadigd wordt.
• Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten,
aangezien deze de elektronische systemen kan beschadigen, met
name de regeleenheden van de ontsteking en de brandstoftoevoer.
• Verbind de startkabel niet met de minklem (–) van de lege
accu. De afgegeven vonk kan explosie van de accu tot gevolg
hebben en ernstige schade veroorzaken.
Gebruik alleen het specifieke massapunt; gebruik geen
andere blootgestelde metalen onderdelen.
• Even snel gas geven voordat de motor wordt uitgezet heeft
geen enkel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor motoren
met turbocompressor, schadelijk.
14) GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK MANUAL EN
DUALOGIC
• Rijd niet met de hand op de versnellingspook aangezien de
uitgeoefende druk, hoe licht ook, na verloop van tijd kan leiden
tot slijtage van de interne onderdelen van de versnellingsbak.
• Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk in geval van een storing in de versnellingsbak
om het systeem te laten controleren.
• Houd de hand niet langer op de versnellingspook dan strikt
noodzakelijk is voor het schakelen of voor de Auto/Manual
bediening.
• Door onjuist gebruik van de peddels (peddels naar het
dashboard geduwd) kunnen deze afbreken.• Om de werking van de koppeling te sparen mag men het
gaspedaal niet gebruiken om de auto stil te houden (bijv.):
bij stilstand op een helling); de koppeling kan dan oververhit en
beschadigd raken; gebruik in dit geval het rempedaal en bedien
het gaspedaal alleen als u gereed bent om weg te rijden.
• Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk als de berichten
op het display niet verdwijnen.
15) SNEEUWKETTINGEN
• Beperk de snelheid wanneer er sneeuwkettingen zijn
gemonteerd; overschrijd de 50 km/h niet.
• Bedien het gaspedaal uiterst voorzichtig als sneeuwkettingen
gemonteerd zijn; voorkom of beperk het risico op doorslippen van
de aandrijfwielen die breuk van de ketting en bijgevolg
beschadiging van de carrosserie of de mechanische onderdelen
kunnen veroorzaken.
• Vermijd kuilen, trottoirbanden en stoepen en rijd geen lange
stukken op sneeuwvrije wegen om de auto en het wegdek niet te
beschadigen.
16) STOPCONTACT
Het stopcontact is geschikt voor accessoires met een maximum
vermogen van 180 W (maximum stroomverbruik 15 A).
17) DIESELFILTER
Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig
beschadigen en een onregelmatige werking van de motor
veroorzaken.
Als het lampje of het symbool
Eop het kleurendisplay gaat
branden, neem dan onmiddellijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten aftappen.
VEILIGHEID VAN HET VOERTUIG
(DOORGEGAAN)
Page 218 of 224

INHOUD
216
– Regensensor ...............................................................38
– Automatisch wissen ....................................................39
Dak .................................................................................39
– Dak met vast glaspaneel...............................................39
– Schuifdak.....................................................................40
Vouwdak.........................................................................41
Portieren ........................................................................44
Elektrische ruitbediening .................................................45
Bagageruimte............................................................... 45
– Soft-touch handgreep..................................................45
Imperiaal/skidrager .........................................................46
Motorkap .......................................................................47
Bedieningselementen .....................................................47
– Elektrische stuurbekrachtiging Dualdrive ......................47
– ECO-functie ................................................................48
– SPORTfunctie ............................................................48
– Alarmknipperlichten .....................................................48
– Mistlampen/mistachterlicht ....................................48-49
ABS-systeem .................................................................49
ESC-systeem..................................................................49
iTPMS-systeem...............................................................50
Brandstofafsluitsysteem..................................................51
Parkeersensoren ............................................................52
Start&Stop systeem........................................................53
– Werkingsmodus...........................................................54
– Handmatig in en uitschakelen.......................................54
Tanken ..........................................................................54
– Diesel- en benzineversies..............................................54
– LPG-versies.................................................................55 Versie met LPG-systeem.................................................56
– Inleiding .......................................................................56
– Passieve veiligheid / actieve veiligheid...........................56
– LPG-tank.....................................................................57
– Keuze van brandstoftoevoer/ benzine of LPG ...............57
Multimedia.................................................................... 58
– Tips, bedieningen en algemene informatie ....................58
– USB-bron.....................................................................60
– Uconnect™ 3” Radio ................................................. 61
– Uconnect™ 5” Radio / Radionav ............................... 68
– Uconnect™ 7” HD LIVE - HD NAV LIVE...................... 83
Officiële typegoedkeuringen........................................... 98
Mopar® Connect.......................................................... 99
VEILIGHEID
Beschermingssystemen inzittenden...............................101
Veiligheidsgordels en gordelspanners............................101
– Veiligheidsgordels ......................................................101
– SBR systeem..............................................................102
– Gordelspanners .........................................................102
– Krachtbegrenzers ......................................................103
– Algemene waarschuwingen voor het gebruik van de
veiligheidsgordels..................................................... 103
– Onderhoud van de veiligheidsgordels..........................104
Kinderzitjes ...................................................................104
– Veilig kinderen vervoeren ...........................................104
– Een kinderzitje met veiligheidsgordels plaatsen.......... 105