FIAT 500X 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: 500X, Model: FIAT 500X 2017Pages: 280, PDF Size: 12.12 MB
Page 181 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (1.6 E.torQ versies)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren.●●●●●●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
motormanagementsysteem en de emissie te controleren;
en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van
de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
179
Page 182 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●●●●●●●●●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(versies zonder automatische riemspanner)●●●●●●●●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen●●●●●●●●●●
Bougies vervangen●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Het luchtfilterelement vervangen (2)●●●●●
Remvloeistof verversen(3)
(2) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(3) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
180
ONDERHOUD EN ZORG
Page 183 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Interieurfilter vervangen (2) (O) (●)O●O●O●O●O●
(2) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
181
Page 184 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (Dieselversies)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren.●●●●●●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
182
ONDERHOUD EN ZORG
Page 185 of 280

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)●●
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (behalve 1.3 MultiJet 16V-versies)●●
Oliepeil krachtoverbrenging tussenbak (PTU) controleren
(4x4 versies)●●
Oliepeil achterdifferentieel controleren (4x4 versies)●●
183
Page 186 of 280

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies zonder
DPF) (2) (O) (●)O●O●O●O●O●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(3)
Getande distributieriem vervangen (behalve 1.3 16V
MultiJet 16V-versies)(3)
Brandstoffilterelement vervangen (4)●●●
Luchtfilterelement vervangen (5)●●●●●
Remvloeistof verversen(6)
Interieurfilter vervangen (5) (O) (●)O●O●O●O●O●
(2) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van de auto en wordt aangegeven met een
brandend lampje of een melding op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan 2 jaar bedragen. Als het voertuig voornamelijk in de stad wordt
gebruikt, dan moeten de motorolie en het filter elk jaar worden vervangen.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden (3) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem om de 6 jaar
vervangen worden. In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van
langdurig stationair lopen): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen
worden.
(4) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden
(5) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(6) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
184
ONDERHOUD EN ZORG
Page 187 of 280

PERIODIEKE
CONTROLES
Elke1000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒remvloeistofniveau;
❒vloeistofniveau ruitensproeier;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
enz..);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke3.000km controleren en
eventueel bijvullen: motorolieniveau.
GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG ONDER
ZWARE
OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig vooral onder de
volgende omstandigheden wordt
gebruikt:
❒het trekken van aanhanger of
caravan;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen
smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
❒laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.Bij versies uitgerust met automatische
versnellingsbak AT9, verversen en filters
vervangen na 90.000 km (of 2 jaar) als
het voertuig in de volgende
omstandigheden gebruikt wordt:
stadsverkeer, talrijke korte ritten (minder
dan 7-8 km) of frequent trekken van
aanhangers of caravans.
185
Page 188 of 280

MOTORRUIMTE.
NIVEAUS CONTROLEREN
163) 164)
66).
1.4 Turbo MultiAir-versie
A. Motoroliepeilstok – B. Motorolie dop/vulopening – C. Motorkoelvloeistof – D. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier – E. Remvloeistof –
F. Accu
150F1B0171C
186
ONDERHOUD EN ZORG
Page 189 of 280

1.6 E.Torq-versie
A. Motoroliepeilstok – B. Motorolie dop/vulopening – C. Motorkoelvloeistof – D. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier – E. Remvloeistof –
F. Accu
151F1B0234C
187
Page 190 of 280

2.4 Tigershark-versie (waar aanwezig)
A. Motoroliepeilstok – B. Motorolie dop/vulopening – C. Motorkoelvloeistof – D. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier – E. Remvloeistof –
F. Accu
152F1B0399C
188
ONDERHOUD EN ZORG