display FIAT DOBLO COMBI 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2010Pages: 274, PDF Size: 6.36 MB
Page 24 of 274

23
Datum instellen (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden ingesteld (dag
– maand – jaar).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „jaar”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de „maand”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de „dag”;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop▲of▼indrukt, wordt
de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de
knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
udeexactewaardeindoordeknoptelkensintedrukken
enlostelaten.
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – als het submenu „Tijd” is gekozen: druk kort op de knop
SET ESC; op het display knipperen de „uren”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippe-
ren de „minuten”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop▲of▼indrukt, wordt
de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de
knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken
en los te laten.
– als het submenu „Formaat” is gekozen: druk kort op de
knop SET ESC; op het display knippert de tijdsaanduiding;
–drukopdeknop▲of▼voor weergave van de tijd in
„24h” of „12h”.
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
SET ESC om terug te keren naar het scherm van het sub-
menu of houd de knop even ingedrukt om terug te keren
naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 23
Page 25 of 274

24
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de meeteenheden worden inge-
steld in drie submenu’s: „Afstand”, „Verbruik” en „Tem-
peratuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als
volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschij-
nen de drie submenu’s;
–drukopdeknop▲of▼om tussen de drie submenu’s
te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wij-
zigen, kort op de knop SET ESC;
– als het submenu „Afstand” is gekozen: druk kort op de
knop SET ESC; op het display wordt „km” of „mijl” weer-
gegeven, afhankelijk van de instelling; Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem)
Met deze functie kan op het display de informatie over
de autoradio worden weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het geselecteer-
de radiostation, automatisch zoeken of AutoSTore in-
schakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het muziekstuk;
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van
de informatie van het audiosysteem op het display als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Autoclose (Centrale
portiervergrendeling bij rijdende auto)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan
20 km/h.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 24
Page 26 of 274

25
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Taal (Taal instellen)
U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Engels,
Duits, Portugees, Spaans, Frans, Nederlands, Pools, Turks.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de eerder ingestelde „taal”;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Volume waarschuwingen (Volume geluidssignaal
storingen/waarschuwingen instellen)
Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt
voor het melden van een storing of waarschuwing, kan
ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Verbruik” is gekozen: druk kort op
de knop SET ESC; op het display wordt „km/l”, „l/100km”
of „mpg” weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „km”, kan de
meeteenheid verbruik worden ingesteld op „km/l” of
„l/100 km”.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „mijl”, geeft het
display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in „mpg”.
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Temperatuur” is gekozen: druk kort
op de knop SET ESC; op het display wordt „°C” of „°F”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
MENU ESC om terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt om terug te ke-
ren naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop SET ESC om terug te ke-
ren naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk
van waar u zich in het menu bevindt.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 25
Page 27 of 274

26
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilo-
meters nog resteren voordat een servicebeurt moet wor-
den uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display wordt
de afstand in „km” of „mijl” weergegeven, afhankelijk van
de instelling (zie de paragraaf „Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm.
Opmerking Het „Geprogrammeerd onderhoudsschema”
voorziet afhankelijk van de uitvoering elke 30.000 of
35.000 km (of gelijke afstand in mijl) in een servicebeurt;
deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand
MAR staat, vanaf 2.000 km (of gelijke afstand in mijl). De
weergave wordt elke 200 km (of gelijke afstand in mijl) op-
nieuw weergegeven. Onder de 200 km wordt de weer-
gave met kleinere intervallen weergegeven. De weergave
in km of mijl is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid.
Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de con-
tactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display
het opschrift „Service” gevolgd door het aantal kilome-
ters/mijlen dat resteert tot de volgende servicebeurt.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk voor het uitvoeren
van de werkzaamheden van het „Onderhoudsschema” en
voor het op nul zetten van deze weergave (reset). Volume toetsen (Volume toetsen instellen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van
de knoppen SET ESC,▲en▼, kan worden ingesteld op
8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Buzz. Gordels
(Herinschakeling buzzer
voor melding SBR-systeem)
De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem
door het Fiat Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie de pa-
ragraaf „SBR-systeem” in het hoofdstuk „Veiligheid”).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 26
Page 28 of 274

27
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid). Bag passagier Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan passagierszijde
en zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET ESC en druk, na het verschijnen
op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschake-
len) door op de knop▲of▼te drukken, nogmaals op
de knop SET ESC;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop▲of▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
– druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terugge-
keerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even in-
gedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder
op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 27
Page 29 of 274

28
Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de
brandstof in de brandstoftank. Op het display verschijnt
de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren worden beïnvloed: rijstijl (zie de para-
graaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten en rijden”), type
traject (snelwegen, stad, bergen enz.), gebruiksomstan-
digheden van de auto (vervoerde lading, bandenspanning
enz.). Houd hier bij het plannen van een reis rekening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan van-
af het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik
aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor, wordt
„----” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van
de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.TRIPCOMPUTER
Algemene informatie
Met de „Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergege-
ven over de werking van de auto. Deze functie bestaat
uit „Trip A” en „Trip B” die onafhankelijk van elkaar wer-
ken en betrekking hebben op de hele rit van de auto. Bei-
de functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van
een nieuwe rit).
„Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
„Trip B”, alleen aanwezig op het multifunctionele display,
geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
Opmerking De functie „Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie de paragraaf „Trip B inschakelen”). De gegevens „Au-
tonomie” en „Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 28
Page 30 of 274

29
F0V0010mfig. 18
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip A” wordt weergegeven, dan worden
alleen de gegevens van „Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip B” wordt weergegeven, dan worden al-
leen de gegevens van „Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in
stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP
drukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop SET ESC langer
dan 2 seconden ingedrukt. BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle
functies op de Tripcomputer de aanduiding „----” in plaats
van de waarde. Wanneer de normale werking weer her-
steld is, worden de waarden van de functies weer op nor-
male wijze weergegeven. De waarden die voor de sto-
ring werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er
wordt geen nieuwe rit begonnen.
Bedieningsknop TRIP fig. 18
Met de knop TRIP, op het uiteinde van de rechter hen-
del, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toe-
gang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de
gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te be-
ginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende ge-
gevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset)
en het beginnen van een nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker door het indrukken van
de betreffende knop;
– „automatisch” wanneer de „afgelegde afstand” de waar-
de 99999,9 km of 9999,9 km, afhankelijk van het geïn-
stalleerde display, bereikt of wanneer de „reistijd” de
waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) of 999.59 (999 uur
en 59 minuten), afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 29
Page 52 of 274

51
De handmatige instellingen hebben voorrang boven de au-
tomatische instellingen en blijven in het geheugen opge-
slagen totdat de gebruiker de regeling weer overlaat aan
de automatische werking door opnieuw op de knop AU-
TO te drukken, behalve in de gevallen dat het systeem om
veiligheidsredenen ingrijpt. Als handmatig een functie
wordt aangepast, blijven de andere functies echter auto-
matisch geregeld.
De luchttemperatuur in het interieur wordt altijd auto-
matisch geregeld op basis van de ingestelde temperatuur
op het display (behalve als het systeem is uitgeschakeld
of in enkele omstandigheden als de compressor is uitge-
schakeld).
De volgende parameters en functies kunnen handmatig
worden ingesteld en gewijzigd: luchttemperatuur; aanja-
gersnelheid (traploze regeling); luchtverdeling in zeven
standen; inschakelen van de compressor; snelle ontwase-
ming/ontdooiing; luchtrecirculatie; uitschakeling van het
systeem.AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
ALGEMEEN
De automatische klimaatregeling regelt de temperatuur,
de luchtopbrengst en de luchtverdeling in het interieur. De
temperatuurregeling is gebaseerd op de „gevoelstempe-
ratuur”: d.w.z. dat het systeem continu werkt om het com-
fort in het interieur constant te houden en eventuele ver-
schillen in de weersomstandigheden buiten te compense-
ren, ook zonnestraling (gesignaleerd door een zonnestr-
alingssensor). De automatisch gecontroleerde parameters
en functies zijn:
❒luchttemperatuur uit de luchtroosters;
❒luchtverdeling uit de luchtroosters;
❒aanjagersnelheid
(traploze regeling van de luchtstroom);
❒inschakeling van de compressor
(voor koelen en drogen van de lucht);
❒luchtrecirculatie.
Deze functies kunnen handmatig worden gewijzigd, d.w.z.
dat u het systeem kunt regelen door naar wens een of
meer functies te selecteren en te wijzigen. Op deze ma-
nier worden de functies die handmatig zijn gewijzigd niet
langer automatisch door het systeem geregeld. Het sys-
teem grijpt alleen in om veiligheidsredenen (bijv. kans op
beslaan).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 51
Page 53 of 274

52
G Drukknop voor luchtrecirculatie.
H Drukknoppen voor verlagen/verhogen aanjagersnel-
heid.
I Draaiknop voor verlagen/verhogen temperatuur.
L Drukknop voor het in- en uitschakelen van de ach-
terruitverwarming en de elektrische verwarming in de
buitenspiegels
(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 44
A Knop AUTO voor automatische regeling van alle
functies.
B Keuzeknop voor de luchtverdeling.
C Display.
D Drukknop „MAX DEF”-functie.
E Knop voor uitschakelen systeem.
F Knop voor in-/uitschakeling compressor.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0121mfig. 44
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 52
Page 54 of 274

53
Als tijdens de volledige automatische werking (FULL
AUTO) de luchtverdeling en/of de luchtopbrengst en/of
de inschakeling van de compressor en/of de recirculatie
gewijzigd worden, dan verdwijnt het opschrift FULL. Op
deze manier worden de functies niet meer automatisch
maar handmatig geregeld, totdat opnieuw knop AUTO
wordt ingedrukt. Als een of meer functies handmatig zijn
aangepast, dan blijft de regeling van de luchttemperatuur
automatisch plaatsvinden, behalve als de compressor is uit-
geschakeld: in dat geval kan er geen lucht in het interieur
worden gevoerd waarvan de temperatuur lager is dan de
buitentemperatuur.
BEDIENINGSKNOPPEN
Draaiknop voor regeling luchttemperatuur (I)
Als u de draaiknop rechts- of linksom draait, wordt de ge-
wenste interieurtemperatuur verhoogd of verlaagd.
De ingestelde temperatuur wordt op het display weerge-
geven.
Als u de knop helemaal naar rechts of helemaal naar links
draait, tot aan de uiterste waarden HI of LO, wordt re-
spectievelijk de functie van de maximale verwarming of de
maximale koeling ingeschakeld:
❒Functie HI (maximale verwarming):
wordt ingeschakeld als de draaiknop van de temperatuur
naar rechts wordt gedraaid, voorbij de maximale waarde
(32 °C). GEBRUIK VAN DE KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende manieren worden in-
geschakeld, maar het is raadzaam te beginnen met het in-
drukken van de knop AUTO en vervolgens de draaiknop
te draaien om op het display de gewenste temperatuur
in te stellen. Op deze wijze begint het systeem geheel au-
tomatisch te werken, zodat zo snel mogelijk de ingestel-
de temperatuur wordt bereikt. Het systeem regelt de tem-
peratuur, de luchthoeveelheid, de luchtverdeling in het in-
terieur, de recirculatiefunctie en het inschakelen van de
aircocompressor. Tijdens de volledig automatische wer-
king van het systeem, moeten alleen de volgende functies
eventueel handmatig worden ingeschakeld:
❒Òluchtrecirculatie, om de recirculatie altijd in- of uit-
geschakeld te houden;
❒Zvoor een snelle ontwaseming/ontdooiing van de rui-
ten voor, de achterruit en de buitenspiegels.
Tijdens de volledig automatische werking van het systeem
kunt u op ieder moment de ingestelde temperatuur,
de luchtverdeling en de aanjagersnelheid wijzigen m.b.v. de
desbetreffende knoppen: het systeem zal automatisch
de eigen instellingen wijzigen en aanpassen aan de nieuwe
instellingen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 53