FIAT DUCATO 2007 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2007, Model line: DUCATO, Model: FIAT DUCATO 2007Pages: 282, PDF Size: 10.42 MB
Page 41 of 282

40
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Rugleuning verstellen
Bedien de hendel A-fig. 29.
Hoogteverstelling fig. 29
Met de knop Bof Ckan respectievelijk de
voorzijde/achterzijde van de stoel worden
verhoogd/verlaagd.
Stoel draaien
De stoel kan 180° gedraaid worden in de
richting van de stoel aan de andere zijde
en ongeveer 35° naar het portier. De stoel
kan zowel in de rijrichting als 180° ge-
draaid vergrendeld worden.
fig. 29F0N0174m
fig. 30aF0N0175m
fig. 30bF0N0213m
De stoel kan gedraaid worden met de
hendel D-fig. 30a(op de rechterzijde van
de stoel).
Voordat u de stoel draait, moet de stoel
naar voren zijn geschoven en pas daarna
in lengterichting worden versteld fig. 27a.
Stoelverwarming fig. 30b
(indien aanwezig)
Druk met de sleutel in stand MARop de
knop Eom de functie in of uit te schake-
len.
Zorg dat de stoel in de rij-
richting vergrendeld is voor-
dat u de auto start.
ATTENTIE
TAFEL OP BANK (indien
aanwezig) fig. 30c
De zitplaats is uitgerust met een uitklap-
baar tafeltje.
Trek voor gebruik aan het lipje Aen klap
de tafel neer.
De tafel is voorzien van twee bekerhou-
ders en een steunvlak met kaartenklem.
fig. 30cF0N0149m
Plaats geen zware voorwer-
pen op het tafeltje als de
auto in beweging is, omdat deze voor-
werpen bij bruusk remmen of een bot-
sing de inzittenden kunnen raken en
ernstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE
Page 42 of 282

41
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PANORAMA-UITVOERINGEN
Rugleuning verstellen van de
passagiersstoelen fig. 31
Draai aan de knop A.
Toegang tot de stoelen van de
tweede rij fig. 31
Voor toegang tot de tweede rij stoelen,
moet u de hendel Bvan de stoel aan de
rechter buitenzijde van de eerste rij be-
dienen en de rugleuning neer klappen met
de linker hand.
Als u de stoel weer in de normale stand
zet, vergrendelt de stoel automatisch,
waarbij de hendel niet meer behoeft te
worden bediend.
Op de Panorama-bank van de 2e rij zijn
beide zijzitplaatsen vast ingebouwd.
fig. 30dF0N0237m
LADE ONDER STOEL
(indien aanwezig)
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich
een lade A-fig. 30ddie eenvoudig uit de
betreffende haken op de vloer kan wor-
den verwijderd.
Plaats geen zware voorwer-
pen in de lade als de auto in
beweging is, omdat deze voorwerpen
bij bruusk remmen of een botsing de
inzittenden kunnen raken en ernstig
letsel veroorzaken.
ATTENTIE
fig. 30eF0N0238m
KUNSTSTOF KAPPEN OP
STOELVOET (indien aanwezig)
fig. 30e
De kap voor Akan worden geopend door
de ontgrendelhandgreep Baan de boven-
zijde te bedienen.
Op deze manier is het opbergvak onder
de stoel bereikbaar (zie de paragraaf
“Lade onder stoel”).
Om makkelijker de kap te openen en het
opbergvak te bereiken, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden ge-
schoven.
Voor het verwijderen van de kap voor,
moet deze zo ver mogelijk naar voren ge-
draaid worden en uit de bevestigingen in
het onderste deel worden losgehaakt
door de kap naar de voorzijde van de
auto te trekken.
Page 43 of 282

42
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 31F0N0227m
Rugleuning van middelste zitplaats
omklappen (2e - 3e rij) fig. 31
Plaats de hendel Comhoog en klap de
rugleuning naar voren.
Op de rugleuning van de middelste zit-
plaats bevindt zich een stevig blad met
bekerhouders dat dienst kan doen als arm-
steun of tafeltje.
Door de hendel omhoog te trekken kan
de rugleuning weer in de normale stand
worden gezet.
Als u de rugleuning van de middelste zit-
plaats van de tweede rij wilt neerklappen,
moet u de hoofdsteun verwijderen, waar-
door u makkelijker de middelste rugleu-
ning van de eerste zitrij kunt verstellen.COMBI-UITVOERINGEN
Stand Easy Entry
Trek de hendel A-fig. 32omhoog en klap
de rugleuning naar voren.
Opgeklapte stand
Ga als volgt te werk:
– verwijder als de bank in de “easy entry”
-stand staat, de hoofdsteunen;
– plaats de hendelB-fig. 33(onder de
hendel A) met de rechter hand om-
hoog;
– kantel de rugleuning 5° naar achteren;
– klap met de linker hand de rugleuning
naar voren.
fig. 32F0N0228m
Rijd niet met passagiers op
de 3erij als de bank van de 2e
rij is neergeklapt. Plaats geen enkel
voorwerp op de rugleuning van de
neergeklapte bank van de 2
erij: bij
een ongeval of bruusk remmen kun-
nen ze de inzittenden raken en ern-
stig letsel veroorzaken. Zie voor meer
informatie de sticker die onder de
bank is aangebracht.
ATTENTIE
Page 44 of 282

43
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 36
Deze zijn op enkele uitvoeringen in hoog-
te verstelbaar en vergrendelen automa-
tisch in de gewenste stand.
Instellen
❒omhoog verplaatsen: trek de hoofd-
steun omhoog totdat hij hoorbaar ver-
grendelt.fig. 33F0N0229m
Bank verwijderen
BELANGRIJK Het verwijderen van de
bank moet door ten minste twee perso-
nen worden uitgevoerd.
Ga voor het verwijderen van de bank als
volgt te werk:
– draai vanuit de ingeklapte stand de hen-
dels Cen D-fig. 34 naar voren (zoals
aangegeven op de sticker op de onder-
traverse);
– til de onderkant van de bank naar
voren omhoog;
– breng de bank in verticale stand;
– draai vanuit de verticale stand de hen-
dels Een F-fig. 35omhoog;
– til de bank van de vloer en verwijder
hem.
fig. 34F0N0230m
fig. 35F0N0231m
Als de bank vervolgens weer
teruggeplaatst wordt, moet
gecontroleerd worden of de bank
goed vergrendeld is in de rails op de
vloer.
ATTENTIE
Page 45 of 282

44
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
❒omlaag verplaatsen: druk op de knop
Aen duw de hoofdsteun omlaag.
Om de hoofdsteunen voor te verwijde-
ren, moet u gelijktijdig de knoppen Aen
Baan de kant van de twee steunen in-
drukken en de hoofdsteunen uittrekken.
fig. 36F0N0020m
Voor het optimaal benutten van de hoofd-
steun, moet de rugleuning zo zijn ingesteld
dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zo
dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
De hoofdsteunen moeten zo
worden ingesteld dat ze het
hoofd ondersteunen en niet de nek.
Alleen in deze positie bieden ze be-
scherming.
ATTENTIE
STUURWIEL
Het stuurwiel kan in axiale richting wor-
den versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ontgrendel de hendel A-fig. 37door
hem naar het stuur te trekken (stand
2);
❒plaats het stuur in de gewenste stand;
❒vergrendel de hendel Adoor hem
naar voren te drukken (stand 1).
fig. 37F0N0321m
Het stuur mag alleen wor-
den versteld als de auto stil-
staat.
ATTENTIE
Het is streng verboden om
demontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-
tage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIE
Page 46 of 282

45
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BUITENSPIEGELS
Verstellen fig. 39
Handbediende verstelling
De twee spiegelglazen kunnen met de
hand afgesteld worden.
fig. 38F0N0022mfig. 39F0N0024m
Met het hendeltje Akan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 38
De binnenspiegel is voorzien van een be-
veiligingsmechanisme, waardoor de spie-
gel bij een krachtig contact met een inzit-
tende losschiet.
fig. 40F0N0023m
Page 47 of 282

46
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand 1-fig. 40in stand
2te zetten.
Elektrisch inklappen
(indien aanwezig)
Druk op de tuimelschakelaar A-fig. 41:
op zijde 1om de spiegel uit te klappen en
op zijde 2om de spiegel in te klappen. Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1-fig.
40 staan.
De spiegel aan de bestuur-
derszijde is bol, waardoor de
afstandswaarneming iets wordt beïn-
vloed.
ATTENTIE
BELANGRIJK Als de spiegel met de hand
is ingeklapt, dan kunt u de spiegel met de
hand weer terugplaatsen; als de spiegel
daarentegen elektrisch is ingeklapt, kan de
spiegel elektrisch weer worden uitgeklapt.
Ontwaseming/ontdooiing (indien
aanwezig)
De buitenspiegels zijn voorzien van ver-
warmingselementen die worden inge-
schakeld als de achterruitverwarming
wordt ingeschakeld (door op de knop
(te drukken).
BELANGRIJK De functie is voorzien van
een tijdschakeling, waardoor de functie na
enige minuten automatisch wordt uitge-
schakeld. Het spiegelglas van de on-
derste spiegel is parabolisch
waardoor het blikveld wordt vergroot.
Hierdoor lijkt de omvang van de ob-
jecten die men in de spiegel ziet, klei-
ner en ontstaat de indruk dat deze
objecten verder verwijderd zijn dan in
werkelijkheid.
ATTENTIE
Elektrische verstelling
De elektrische verstelling is alleen moge-
lijk als de contactsleutel in stand MAR
staat. U kunt de spiegel verstellen door de
knop Bin een van de vier standen te zet-
ten: ÿ1 spiegel links, ⁄2 spiegel rechts
¤3 groothoekspiegel links, Ÿ4 groot-
hoekspiegel rechts
Nadat u de knop in een stand hebt gezet,
kunt u de gekozen spiegel verstellen door
de knop in de richting van de pijlen te be-
wegen.
fig. 41F0N0159m
Page 48 of 282

47
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 42
F0N0322m
VERWARMING EN VENTILATIE
1.Vast luchtrooster boven - 2.Verstelbare luchtroosters in het midden - 3.Vaste luchtroosters aan zijkant -
4.Verstelbare luchtroosters aan zijkant - 5. Luchtroosters onder voor zitplaatsen voor.
Page 49 of 282

48
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 45
Draairing A voor regeling van de
luchttemperatuur (menging van
warme/koude lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude luchtDraaiknop B voor het
inschakelen/regelen van de
aanjager
p0= aanjager uitgeschakeld
1-2-3= aanjagersnelheid
4
-= aanjager op maximale snelheid
fig. 45F0N0028m
fig. 43F0N0026m
fig. 44F0N0027m
VERSTELBARE EN REGELBARE
LUCHTROOSTERS AAN DE
ZIJKANT EN IN HET MIDDEN
fig. 43-44
AVaste luchtroosters voor de zijruiten.
BVerstelbare luchtroosters aan de zijkant.
CVaste luchtroosters.
DVerstelbare luchtroosters in het midden.
ERegelknop voor de luchtopbrengst.
De luchtroosters A en C zijn niet ver-
stelbaar.
Page 50 of 282

49
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Draairing C voor de luchtverdeling
¶voor lucht uit de uitstroomopeningen
in het midden en aan de zijkanten;
ßvoor luchttoevoer naar de beenruim-
ten en voor een iets lagere tempera-
tuur uit de uitstroomopeningen op het
dashboard (“bilevel”-stand);
©voor verwarming bij lage buitentem-
peraturen: voor maximale luchttoe-
voer naar de beenruimten;
®voor verwarming van de beenruimten
en ontwaseming van de voorruit;
-voor een snelle ontwaseming van de
voorruit.
Draaiknop D voor het in-
/uitschakelen van de
luchtrecirculatie
Als u de knop Din stand
Òdraait,
wordt de luchtrecirculatie ingeschakeld.
Als u de knop Din stand
Údraait,
wordt de luchtrecirculatie uitgeschakeld.SNELLE VERWARMING VAN
INTERIEUR
Ga voor een snelle verwarming als volgt
te werk:
❒draai de ring Ain het rode vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie in door de
knop Din stand
Òte zetten;
❒draai de ringCin stand©;
❒draai de knop Bin stand 4-(maxi-
male aanjagersnelheid).
Vervolgens kan een stand gekozen wor-
den waarbij het comfort optimaal blijft.
Draai de knop Din stand
Úom de
luchtrecirculatie uit te schakelen en het
beslaan van de ruiten te voorkomen.
BELANGRIJK Bij een koude motor moet
enige minuten worden gewacht totdat de
vloeistof van het systeem de optimale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt. VENTILATIE VAN HET
INTERIEUR
Ga voor een goede ventilatie van het in-
terieur als volgt te werk:
❒draai de ring Ain het blauwe vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie uit door
de knop Din stand
Úte zetten;
❒draai de ringCin stand¶;
❒draai de knopBop de gewenste
snelheid.
VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒draai de ring Ain het rode vlak;
❒draai de ring Cin de gewenste stand;
❒draai de knop Bop de gewenste snel-
heid.