stop start FIAT DUCATO 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: DUCATO, Model: FIAT DUCATO 2010Pages: 286, PDF Size: 12.2 MB
Page 87 of 286

F0N0046mfig. 86
F0N0043mfig. 87
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen
sleutel, de draaiknop van de linker hendel eerst in stand Oen
vervolgens in stand
6of 2. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
3branden.
ACHTERRUITVERWARMING fig. 87
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op de knop A. Bij ingeschakelde
achterruitverwarming zorgt een tijdschakeling ervoor dat de
verwarming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
HOOFDSTROOMSCHAKELAAR (ONDERBREKER)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De hoofdstroomschakelaar voor loskoppeling van de accu
wordt geactiveerd door de contactsleutel in stand BATT te
draaien, zoals is aangegeven op het speciale plaatje dat in fig.
88 staat afgebeeld. Om de contactsleutel in stand BATT te
kunnen draaien moet u op de (rode) knop A fig. 89 drukken.
De accu wordt losgekoppeld door onderbreking van de
massakabel circa 45 seconden nadat de sleutel in stand BATT
is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn nodig om:
❒de inzittenden te gelegenheid te geven de auto te verlaten
en de portieren met behulp van de afstandsbediening te
vergrendelen;
❒te garanderen dat alle elektrische systemen van de auto
uitgeschakeld zijn.
Bij losgekoppelde accu is toegang tot de auto uitsluitend
mogelijk nadat het slot van het bestuurdersportier met
behulp van de sleutel is ontgrendeld. MISTACHTERLICHT fig. 86
Het mistachterlicht werkt alleen als het dimlicht of de
buitenverlichting en mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld en knop 4wordt
ingedrukt. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of
schakel het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien
aanwezig) uit. Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk
van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u
aan de voorschriften.
86
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 86
Page 89 of 286

F0N0048mfig. 92
NOODSCHAKELAAR VOOR
ONDERBREKING
BRANDSTOFTOEVOER EN ELEKTRISCHE
VOEDING
De auto is uitgerust met een brandstofnoodschakelaar. De
schakelaar springt omhoog bij een ongeval, waardoor de
toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat. Als
de brandstofnoodschakelaar inschakelt, wordt niet alleen de
brandstoftoevoer gestopt, maar schakelen ook de
waarschuwingsknipperlichten, de buitenverlichting en de
plafondverlichting in, worden alle portieren/deuren
ontgrendeld en verschijnt op het instrumentenpaneel de
bijbehorende melding; druk voor de uitschakeling op de knop
A. Er is bovendien een extra veiligheidsschakelaar aanwezig
die inschakelt bij een ongeval, waardoor de elektrische
voeding wordt onderbroken. Hierdoor wordt
brandstoflekkage bij leidingbreuken en vonkvorming bij
beschadiging van de elektrische componenten van de auto
voorkomen.
BELANGRIJK Vergeet niet na een botsing de sleutel uit het
contactslot te nemen om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Als u na het ongeval geen brandstoflekkage waarneemt en
geen beschadiging van de elektrische componenten van de
auto (bijv. de koplampen) en de auto kan nog verder rijden,
schakel dan de brandstofnoodschakelaar en de
veiligheidsschakelaar voor de elektrische voeding (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) weer in, volgens de hierna
beschreven procedure.
88
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERAls u na een ongeval een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, schakel dan de schakelaars niet weer in, zodat
brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
Brandstofnoodschakelaar weer inschakelen fig. 92
Druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen
op de knop A.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 88
Page 110 of 286

F0N0188mfig. 127F0N0062mfig. 128
RUITBEDIENING
ELEKTRISCH BEDIEND fig . 128
In de armsteun van het bestuurdersportier zijn de
bedieningsschakelaars gemonteerd waarmee u, als de
contactsleutel in stand MAR staat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten zijruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor.
Automatische werking
Alle uitvoeringen zijn uitgerust met automatische bediening
omhoog en omlaag van de zijruit voor aan bestuurderszijde.
De automatisch continue werking van de ruit wordt
ingeschakeld als u langer dan een halve seconde op een van
de bedieningsschakelaars drukt. De beweging stopt als de ruit
aan het einde van zijn slag is of als u nogmaals op de knop
drukt. Het is mogelijk de openingshoek van de twee deuren te
vergroten om makkelijker in en uit te laden. Druk hiervoor
op de knop A-fig. 127; u kunt nu de deuren ongeveer 180
graden openen.
109
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERHet systeem van klemveren is ontwikkeld
voor een beter gebruikscomfort; bij een
botsing of een windstoot kunnen de veren loshaken
en kunnen de deuren onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Als de deuren 180 graden geopend zijn, zijn
ze niet meer vergrendeld. Open de deuren
niet 180 graden als de auto op een helling staat of
bij veel wind.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 109
Page 111 of 286

F0N0063mfig. 129
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒open het bestuurdersportier om de ontgrendelhendel van
de motorkap te bereiken;
❒trek de hendel fig. 129 in de richting van de pijl;
❒trek aan het hendeltje A-fig. 130, zoals aangegeven in de
afbeelding;
❒til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang fig.
131 uit de klem D; steek vervolgens het uiteinde van de
stang C-fig. 132 in de zitting E op de motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen van de ruitenwissers
tegen de ruit aanstaan voordat u de motorkap optilt. BELANGRIJK Als de contactsleutel in stand STOP staat of is
uitgenomen, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten
worden bediend. Het systeem wordt echter onmiddellijk
uitgeschakeld als een van de portieren wordt geopend.
110
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Onzorgvuldig gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen van de ruit altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond door de
bewegende ruiten, hetzij direct door contact met de
ruit, hetzij door voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt. Verwijder altijd de sleutel uit
het contactslot als u de auto verlaat om te
voorkomen dat een onverwachte inschakeling van de
elektrische ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
Passagiersportier
In de armsteun van het voorportier aan passagierszijde zit
een drukschakelaar om aan die zijde de ruit te bedienen.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 110
Page 112 of 286

F0N0323mfig. 130F0N0065mfig. 131
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de
andere hand de stang C-fig. 132 uit de zitting E en plaats
de steunstang terug in de klem D-fig. 131;
❒laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de
motorruimte zakken, laat de motorkap vallen en
controleer of de motorkap goed is gesloten door de
motorkap op te tillen. De motorkap mag niet alleen door
de beveiliging vergrendeld zijn. Druk in dit laatste geval de
motorkap niet dicht, maar til hem opnieuw op en herhaal
de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap vergrendeld
is om te voorkomen dat deze tijdens het rijden opengaat.
111
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTEROm veiligheidsredenen moet de motorkap
tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de motorkap goed
vergrendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat de
motorkap niet goed vergrendeld is, stop dat
onmiddellijk en sluit de motorkap op de juiste wijze.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 111
Page 115 of 286

ABS
Als u niet eerder in een auto met ABS hebt gereden, raden
wij u aan het systeem eerst een paar keer uit te proberen op
een glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid niet uit het oog
en houdt u aan de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Bovendien raden wij u aan de volgende aanwijzingen
aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert
daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische
remdrukverdeling EBD (Electronic Braking force
Distribution), die de remdruk verdeelt tussen de voor- en
achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km
(bij een nieuwe auto of nadat de remblokken/-schijven zijn
vervangen): tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen worden voorkomen. Koplampen afstellen fig. 134
De koplampen kunnen worden versteld met de knoppen Ò
en op het schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpaneel wordt de stand
aangegeven.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen
telkens als het gewicht van de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat
Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin
de auto is verkocht. In die landen waarin aan de andere zijde
van de weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende
verkeer niet te verblinden, de vorm van de lichtbundel
worden gewijzigd door het aanbrengen van een speciaal
daarvoor ontwikkelde sticker.
114
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van
de beschikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde weggedeelten
altijd voorzichtig worden gereden en mogen er geen
onnodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 114
Page 116 of 286

STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschuwingslampje
>op het
instrumentenpaneel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
zonder de mogelijkheden van het ABS. Rijd voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren. ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de bestuurder dit aan
een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid:
dit geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen
aan de beschikbare grip op het wegdek.
115
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip
van de banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan te passen aan
de beschikbare grip.
ATTENTIE!
Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschuwingslampjes
>en xop het instrumentenpaneel en verschijnt er een melding op
het multifunctionele display (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
In dat geval kunnen bij krachtig remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
Als alleen het waarschuwingslampje xop
het instrumentenpaneel gaat branden en er
verschijnt een melding op het multifunctionele display
(voor bepaalde uitvoeringen/markten), stop dan
onmiddellijk en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Als er vloeistof lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het conventionele
remsysteem als het ABS in gevaar gebracht.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 115
Page 117 of 286

ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability Program)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen
hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig als de grip op het
wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-systeem beschikt de
auto (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ook over MSR
(regeling van het afremmen op de motor tijdens
terugschakelen) en HBA (automatische remdrukverhoger bij
noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het instrumentenpaneel
knipperen, om de bestuurder er op te wijzen dat de auto de
stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt
gestart en kan niet worden uitgeschakeld. BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops geïntegreerd in ESP)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent
noodstops (op basis van de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in het remcircuit
aanzienlijk, waardoor sneller en krachtiger door het systeem
wordt geremd.
De Brake Assist wordt, bij uitvoeringen die zijn uitgerust met
ESP, uitgeschakeld bij een storing in het ESP (lampje
ábrandt en er verschijnt een melding op het multifunctionele
display – voor bepaalde uitvoeringen/markten).
116
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat
aan een trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempedaal juist goed
ingetrapt; op deze manier hebt u de kortste remweg
in relatie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 116
Page 122 of 286

F0N0119mfig. 136
Meetbereik
Meetbereik in het midden: 140 cm ±10 cm
Meetbereik aan de zijkant: 60 cm ±20 cm
Als de sensoren meerdere obstakels signaleren, dan reageren
zij alleen op die obstakels die zich het dichtst bij de auto
bevinden.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in de parkeersensoren gaat bij het inschakelen
van de achteruit het lampje
top het instrumentenpaneel
branden en verschijnt er een melding op het multifunctionele
display (voor bepaalde uitvoeringen/markten) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
PARKEERSENSOREN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto fig. 136
en attenderen de bestuurder via een repeterend
geluidssignaal op de aanwezigheid van obstakels achter de
auto.
ACTIVERING
De sensoren worden automatisch geactiveerd als de
achteruit wordt ingeschakeld.
Als de afstand tot het obstakel achter de auto kleiner wordt,
neemt de frequentie van het geluidssignaal toe.
AKOESTISCH SIGNAAL
Als de achteruit wordt ingeschakeld, klinkt er automatisch
een onderbroken geluidssignaal.
Het geluidssignaal:
❒neemt toe als de afstand tot het obstakel kleiner wordt;
❒klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel
minder is dan ongeveer 30 cm en stopt onmiddellijk als
de afstand tot het obstakel groter wordt;
❒blijft constant als de gemeten afstand onveranderd blijft,
terwijl, als deze situatie zich voordoet bij de sensoren
aan de zijkant, het signaal na 3 seconden onderbroken
wordt, om bijvoorbeeld signalen te voorkomen als u
langs een muur rijdt.
121
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 121
Page 147 of 286

146
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bedenk dat als de contactsleutel in stand
MAR staat, ook bij uitgezette motor de
airbags geactiveerd kunnen worden als de auto
wordt aangereden door een andere auto. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen
kinderen op de passagiersstoel voor worden
geplaatst. Als de contactsleutel echter in stand
STOP staat, wordt bij een ongeval geen enkel
beveiligingssysteem (airbag of gordelspanners)
geactiveerd; als een systeem niet in werking treedt,
betekent dit niet dat het systeem niet goed werkt.
ATTENTIE!
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal,
bij beschadiging of als de auto bij een
overstroming onder water is geweest, het
airbagsysteem door het Fiat Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE!
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje
F(met de frontairbag
aan passagierszijde ingeschakeld) enkele seconden
knipperen, om u eraan te herinneren dat de airbag
aan passagierszijde bij een botsing wordt
geactiveerd. Hierna moet het lampje doven.
ATTENTIE!
De stoelen mogen niet met water worden
afgenomen of met stoom worden gereinigd
(met de hand of in een automatisch wasapparaat).
ATTENTIE!
De frontairbag treedt in werking als de
botsing zwaarder is dan een botsing waarbij
alleen de gordelspanners worden geactiveerd. Bij
aanrijdingen die tussen deze twee drempelwaarden
in liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE!
Rijd altijd met beide handen op de
stuurwielrand, zodat bij het in werking
treden van de airbag, het systeem niet wordt
gehinderd door obstakels. Rijd niet met voorover
gebogen lichaam maar ga goed rechtop zitten en
steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE!
Haak geen harde voorwerpen aan de
kledinghaakjes en aan de steunhandgrepen.
De airbag is geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling. Omdat de
frontairbags niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdingen
en als de auto van achter wordt aangereden of over
de kop slaat, worden in deze gevallen de inzittenden
uitsluitend door de veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen worden.
ATTENTIE!
129-146 DUCATO LUM NL7ed 6/22/10 2:44 PM Page 146