FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018Pages: 316, PDF Size: 14.76 MB
Page 21 of 316

DRAAIBARE STOEL MET
INGEBOUWDE GORDEL
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel is voorzien van een
driepuntsveiligheidsgordel fig. 24, twee
verstelbare armsteunen (zie voor de
afstelling ervan de paragraaf "Stoelen
met verstelbare armsteunen") en een
hoofdsteun met hoogteverstelling
(zie voor de afstelling ervan de
paragraaf "Hoofdsteun").
22)
Verstelling rugleuning
Gebruik de hendel A fig. 25.
Hoogteregeling
Gebruik knop B fig. 25 of C fig. 25 om
de voorkant/achterkant van de stoel
respectievelijk omhoog of omlaag
te brengen.Stoel draaien
De stoel kan tot 180° worden gedraaid
in de richting van de stoel aan de
tegenoverliggende zijde en ongeveer
35° naar het portier. De stoel kan
worden vergrendeld hetzij in de
rijrichting, hetzij 180° gedraaid.
Gebruik de hendel D fig. 26 (op de
rechterzijde van de stoel) om de stoel te
draaien.
Alvorens de stoel te draaien, moet die
naar voren worden geplaatst, waarna
die in de lengterichting kan worden
versteld fig. 23.
23)
Verwarmde stoelen
(voor bepaalde versies/markten)
Zet de sleutel op de stand MAR en
druk op de knop E fig. 27 om de functie
in/uit te schakelen.
22F1A0025
12
23F1A0026
24F1A0027
25F1A0028
26F1A0029
19
Page 22 of 316

CAPTAIN CHAIR STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
Captain Chair fig. 28-stoel die,
afhankelijk van de uitvoering, op
verschillende manieren versteld kan
worden (draaiend of vast, met
veiligheidsgordel, enz.).
Zie voor de verschillende mogelijkheden
hetgeen beschreven is in de vorige
paragraaf "Draaibare stoel met
ingebouwde gordel").
KLEP OP ZITBANK
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel is voorzien van een
uitvouwbare klep die kan worden
gebruikt als leesplank. Trek voor
gebruik aan het lipje A fig. 29 en breng
de klep omlaag. De klep is voorzien
van twee bekerhouders en een
steunvlak met papierklem.
24)
VRACHTRUIMTE
(Voor bepaalde versies/markten)
Afhankelijk van de versie is op aanvraag
extra vrachtruimte fig. 30 achter de
cabine te verkrijgen.
27F1A0030
28F1A0345
29F1A0031
30F1A0041
20
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 23 of 316

OPBERGVAK ONDER DE
STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich
een opbergvak A fig. 31 dat eenvoudig
kan worden uitgenomen door het uit
de clips van de steun te schuiven.
KUNSTSTOF DEKSELS
OP DE STOELVOET
(voor bepaalde versies/markten)
Het voorste deksel A fig. 32 kan
geopend worden door de hendel B fig.
32 op de bovenkant los te maken.
Zo wordt toegang verkregen tot het
opbergvak onder de stoel (zie paragraaf
"opbergvak onder de stoel").
Schuif de stoel zo ver mogelijk naar
achteren om het deksel makkelijker te
kunnen openen en het opbergvak te
bereiken.Om het voorste deksel te verwijderen,
dit zo ver mogelijk naar voren draaien
en losmaken uit de bevestigingen in het
onderste deel door het naar de
voorzijde van het voertuig te trekken.
PANORAMAVERSIES
Verstelling opklapbare rugleuning
passagiersstoel
Draai aan knop A fig. 33.Toegang tot de stoelen van de
tweede rij
Om toegang te krijgen tot de stoelen
van de tweede rij, hendel B fig. 33
op de stoel aan de rechter buitenzijde
van de eerste rij gebruiken en de
rugleuning naar voren klappen, door
deze met uw linkerhand omlaag te
duwen.
Wanneer de stoel weer in de normale
stand wordt gezet, wordt de stoel
automatisch vergrendeld en hoeft de
hendel niet meer bediend te worden.
De twee zijzitplaatsen op de
Panoramabank van de tweede rij zijn
vast ingebouwd.
Opklapbare rugleuning middelste
stoel (2e - 3e rij)
Plaats de hendel C fig. 33 omhoog en
klap de rugleuning naar voren.
Op de achterzijde van de middelste
zitplaats is een stevig blad met
bekerhouders voorzien dat kan worden
gebruikt als armsteun of tafeltje.
Til de hendel op om de rugleuning weer
in de normale stand te zetten.
Om de rugleuning van de middelste
stoel van de tweede rij neer te klappen,
de hoofdsteun verwijderen zodat de
rugleuning van de middelste stoel van
de eerste rij gemakkelijker kan worden
versteld.
31F1A0032
32F1A0033
33F1A0034
21
Page 24 of 316

COMBIVERSIES
Easy Entry stand
Plaats de hendel A fig. 34 omhoog en
klap de rugleuning naar voren.
Neergeklapte stand
Ga als volgt te werk:
– verwijder de hoofdsteunen na de
bank in de stand "easy entry" te
hebben gezet;
– plaats de hendel B fig. 35 (bevindt
zich onder de hendel A fig. 34) met uw
rechterhand omhoog;
– draai de rugleuning 5° naar achteren;
– klap de rugleuning naar voren met
uw linkerhand.
25)
De bank verwijderen
BELANGRIJK Om de bank te kunnen
verwijderen zijn minstens twee
personen nodig.
Ga als volgt te werk om de bank te
verwijderen:
– draai, vanuit de ingeklapte stand, de
hendels C en D fig. 36, naar voren
(zoals aangegeven op de sticker die
zich op de onderste dwarsbalk
bevindt);
– til de stoelbasis naar voren omhoog;
– zet de bank rechtop;
– draai, vanuit de verticale positie, de
hendels E en F fig. 37 omhoog;
– til de bank van de vloer en verwijder
hem.
26)
FLEX FLOOR
ACHTERBANK
Ga als volgt te werk om de stoel te
ontgrendelen:
ontgrendel met de
ontgrendelingshendel A fig. 38 aan de
achterzijde de veiligheidsgrendel
eronder (beweging1);
trek aan de zwarte knop B fig. 38
(beweging2);
34F1A0035
35F1A003636F1A0037
37F1A0038
22
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 25 of 316

plaats de hendel A (beweging3)
omhoog tot net boven de
schuifvergrendeling C fig. 39 (aan de
zijkant) om het systeem tijdens de
handelingen omhoog te houden.
Als de basis is vergrendeld, kan de
stoel worden verplaatst door hem met
de handen naar voren of naar achteren
te plaatsen fig. 40.Hij kan ook worden gedemonteerd
door eraan te trekken op de punten
waar zijn grendels vrij zijn ten opzichte
van de gaten in de rails; in die positie
(gemakkelijk te vinden door de basis
iets te verschuiven en tegelijk naar
buiten te trekken) kan de stoel
eenvoudig worden verwijderd fig. 41.Na het verschuiven en verwijderen moet
de stoel weer worden aangebracht en
vastgezet op de rails op de vloer,
alvorens mag worden gereden. Doe dat
als volgt:
plaats de basis op de rails;
duw de vergrendelingshendel met
voldoende kracht omlaag fig. 42 tot het
systeem vergrendelt.
BELANGRIJK Het
vergrendelingssysteem zit pas vast als
de veiligheidsclip onder de hendel
het horizontaal borgt. Gebeurt dat niet,
controleer dan of de stoel zich in de
exacte vergrendelingspositie bevindt
ten opzichte van de rail (verplaats
de stoel enkele millimeters naar
achteren of naar voren tot die goed
vastzit).
38F1A0388
39F1A0389
40F1A0390
41F1A0391
42F1A0392
23
Page 26 of 316

Als de snelontkoppelingsbasis in positie
vastzit, is het als in de eerste fase,
ofwel met de borghendel perfect
parallel aan de vloer, waarbij de stoel
goed vastzit in de gekozen positie.
De stoel kan 180° naar de
tegenoverliggende stoel worden
gedraaid. Om deze te draaien, zie de
paragraaf "Stoel met draaivoet".
4-ZITSBANK
(Bestelwagenversies
met dubbele cabine)
(voor bepaalde versies/markten)
Voor speciale versies heeft het voertuig
een 4-zits achterbank. De bank heeft
een flessenhouder A fig. 43.
De stoel kan handmatig worden
gekanteld voor toegang tot de
laadruimte fig. 44.
BELANGRIJK
17)Verstel de stoelen nooit tijdens het
rijden.
18)Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed vergrendeld is
door hem naar voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet vergrendeld
is, kan hij plotseling verschuiven en zou u
de controle over het voertuig kunnen
verliezen.
19)Voor optimale veiligheid moet de
rugleuning rechtop gezet worden, moet
men goed tegen de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken.
20)Voordat u de veiligheidsgordel om
doet, zorg ervoor dat de armsteunen
verticaal zijn (zie paragraaf
"veiligheidsgordels").
21)Controleer of de buitenste armsteun
(zijde van het portier) geheel is opgeklapt
alvorens de veiligheidsgordels los te maken
en de auto te verlaten.22)Verstel de stoelen nooit tijdens het
rijden. Zorg er tijdens het draaien van de
stoel voor dat deze niet tegen de handrem
komt.
23)Controleer of de stoel in de rijrichting is
vergrendeld alvorens het voertuig te
starten.
24)Plaats geen zware voorwerpen op de
klep tijdens het rijden, bij bruusk remmen of
een botsing kunnen deze voorwerpen
immers tegen de inzittenden komen en
ernstig letsel veroorzaken.
25)Als de bank van de 2e rij is neergeklapt
mag er niet met passagiers op de 3e rij
worden gereden. Plaats geen voorwerpen
op de rugleuning van de neergeklapte bank
van de 2e rij: bij een botsing of bruusk
remmen kunnen deze voorwerpen tegen
de inzittenden komen en ernstig letsel
veroorzaken. Voor meer informatie, zie de
sticker onder de bank.
26)Controleer of de bank goed
vergrendeld is in de rails op de vloer
wanneer hij teruggeplaatst wordt.
43F1A0393
44F1A0394
24
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 27 of 316

BELANGRIJK
3)De bekleding van uw voertuig is
langdurig bestand tegen slijtage als gevolg
van normaal gebruik van het voertuig.
Het verdient echter aanbeveling om hevig
en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen gespen,
sierknopen en klittenbandsluitingen te
vermijden, omdat de grote druk die
hierdoor op een bepaalde plek op de
bekleding ontstaat, plaatselijke slijtage en
beschadiging van de bekleding kan
veroorzaken.
STUURWIEL
Het stuurwiel kan axiaal worden
versteld.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
trek de hendelfig. 45 naar het stuur
(stand 2) om hem te ontgrendelen;
zet het stuurwiel in de gewenste
stand;
druk de hendel naar voren (stand 1)
om hem te vergrendelen.
27) 28)
BELANGRIJK
27)De afstelling van het stuurwiel mag
uitsluitend gebeuren bij stilstaand voertuig
en afgezette motor.
28)Het is uitdrukkelijk verboden after-
market werkzaamheden uit te voeren
waarbij wijzigingen van de stuurinrichting of
stuurkolom betrokken zijn (bijv.: installatie
van een diefstalbeveiliging). Dergelijke
handelingen kunnen de prestaties en
veiligheid van het systeem beïnvloeden, de
garantie ongeldig maken en bovendien
leiden tot het niet meer voldoen van het
voertuig aan de typegoedkeuring.
45F1A0040
25
Page 28 of 316

ACHTERUITKIJK-
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Met hendeltje A fig. 46 kan de spiegel in
twee standen gezet worden: normaal
of anti-verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Spiegels met handbediende
verstelling
Beide spiegelglazen kunnen met de
hand versteld worden.
29)
Spiegels met elektrische verstelling
De elektrische verstelling kan alleen
uitgevoerd worden met de
contactsleutel in de stand MAR.Om de spiegels te verstellen, knop B
fig. 47 in een van de vier standen
zetten: 1 spiegel links, 2 spiegel rechts,
3 groothoekspiegel links, 4
groothoekspiegel rechts.
Na de knop B in een stand te hebben
gezet, kan de gekozen spiegel worden
versteld door de knop in de richting
van de pijlen te bewegen.
Spiegels met de hand inklappen
Indien nodig (bijvoorbeeld in smalle
doorgangen of in wastunnels) kunnen
de spiegels met de hand ingeklapt
worden door ze van stand 1 in stand 2
te zetten fig. 48.
Als de spiegel per ongeluk naar voren is
geklapt (stand 3), bijvoorbeeld door
een botsing, dan moet hij met de hand
teruggezet worden in stand 1.
30)
Spiegels elektrisch in-/uitklappen
(voor bepaalde versies/markten)
Indien nodig (bijvoorbeeld in smalle
doorgangen of in wastunnels) kunnen
de spiegels zowel met de hand als
elektrisch ingeklapt worden door ze van
stand 1 in stand 2 te zetten. fig. 48.
46F1A0353
47F1A0042
48F1A0043
49F1A0044
26
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 29 of 316

Elektrisch inklappen
Om de spiegel elektrisch in te klappen,
op punt 2 van de tuimelschakelaar A
fig. 49 drukken. Druk op punt 1 op de
schakelaar om de spiegels weer in
geopende stand te zetten.
BELANGRIJK Als de spiegels elektrisch
is ingeklapt, dan moet hij ook weer
elektrisch worden uitgeklapt: probeer
de spiegels niet met de hand open
te klappen.
Handmatig inklappen
Om de spiegels handmatig in te
klappen, ze van stand 1 fig. 48 in stand
2 zetten. Als de spiegels handmatig
zijn ingeklapt, dan kunnen ze zowel
handmatig als elektrisch weer worden
uitgeklapt.
BELANGRIJK Om de spiegels
elektrisch uit te klappen, op punt 2 op
de tuimelschakelaar A fig. 49 drukken
tot een vergrendeling (klik) hoorbaar
is, vervolgens nogmaals op punt 1 van
de schakelaar drukken.Naar voren klappen
De spiegels kunnen met de hand naar
voren worden geklapt (stand 3 fig.
48) of met de hand in stand 2 worden
gezet als ze per ongeluk naar voren zijn
geklapt (bijvoorbeeld door een botsing).
Als de spiegels handmatig of door
een botsing naar voren zijn geklapt, dan
kunnen ze zowel handmatig als
elektrisch opnieuw worden uitgeklapt.
Om de spiegels elektrisch uit te
klappen, op punt 2 op de
tuimelschakelaar A fig. 49 drukken tot
een vergrendeling (klik) hoorbaar is,
vervolgens nogmaals op punt 1 van de
schakelaar drukken.
BELANGRIJK Als de spiegels per
ongeluk handmatig in de stand 3 fig. 48
zijn gezet, dan wordt de spiegel naar
een tussenstand gebracht. Zet in dat
geval de spiegel handmatig in de stand
1, druk vervolgens op punt 2 op de
tuimelschakelaar A fig. 49 om de
spiegel weer in de stand 2 te zetten tot
een “klik” hoorbaar is en druk
vervolgens op punt 1 op de
tuimelschakelaar om de spiegel weer in
stand 1 te brengen.Ontdooien/ontwasemen
(voor bepaalde versies/markten)
De spiegels zijn voorzien van
verwarmingselementen die in werking
treden als de achterruitverwarming
ingeschakeld wordt (door het indrukken
van de knop
).
BELANGRIJK Dit is een tijdgeregelde
functie die na enkele minuten
automatisch wordt uitgeschakeld.
BELANGRIJK
29)De buitenspiegel aan bestuurderszijde
is bolvormig; hierdoor wordt de
afstandswaarneming ietwat vertekend.
Bovendien is het spiegelglas van de
onderste spiegel bolvormig, waardoor het
zichtveld wordt vergroot. Hierdoor lijkt
de omvang van de weerspiegelde objecten
kleiner en wordt de indruk gegeven dat
deze zich op grotere afstand bevinden dan
werkelijk het geval is.
30)Tijdens het rijden moeten de spiegels
altijd in stand 1 staan.
27
Page 30 of 316

BUITENVERLICHTING
IN HET KORT
Op de linkerhendel zitten de
bedieningen voor de
buitenverlichting.
De buitenverlichting kan alleen
worden ingeschakeld met de
contactsleutel in de stand MAR.
VERLICHTING UIT
Ring naar de standOfig. 50 gedraaid.DAGRIJLICHTEN (DRL)
(voor bepaalde versies/markten)
Met de sleutel in de stand MAR en de
ring in de standOfig. 50 gedraaid,
gaan de dagrijlichten automatisch aan;
de andere lampen en de
binnenverlichting blijven uit. De
automatische werking van de
dagrijlichten kan (voor bepaalde
versies/markten) via het displaymenu
in-/uitgeschakeld worden (zie de
paragraaf "Display" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel).
Als de dagrijlichten zijn uitgeschakeld,
gaat er bij de draaischakelaar in stand
Ogeen enkel licht branden.
31)
DIMLICHT KOPLAMPEN/
STADSLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand
MAR, de draaischakelaar op
fig.
51.
Als het dimlicht wordt ingeschakeld,
gaan de dagrijlichten uit en worden het
stadslicht en het dimlicht ingeschakeld.
Het
controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Als de contactsleutel naar STOP wordt
gedraaid of wordt verwijderd en de
draaischakelaar vanOnaar
wordt
gedraaid, gaan het stadslicht en de
kentekenplaatverlichting branden.Het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden.
GROOTLICHT
Trek met de ring in de stand
de
hendel naar het stuurwiel (2e instabiele
stand) fig. 52.
Het
controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Trek de hendel nogmaals naar het
stuurwiel om het grootlicht uit te
schakelen (het dimlicht wordt opnieuw
ingeschakeld).
50F1A0064
51F1A0065
52F1A0066
28
KENNISMAKING MET DE AUTO