FIAT FREEMONT 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2011Pages: 289, PDF Size: 5.06 MB
Page 101 of 289

WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of fataal let-
sel:
Sluit op de 12 volt-aansluitcontacten alleen
apparaten aan die geschikt zijn voor dit type
aansluitcontact .
Raak de aansluitcontacten niet aan met natte
handen.
Zorg dat het klepje is gesloten tijdens het rijden
en wanneer u het aansluitcontact niet gebruikt .
Onjuist gebruik van dit aansluitcontact kan
leiden tot een elektrische schok en storing.
Veel accessoires die u op de aansluit-
contacten kunt aansluiten, ontvangen
ook stroom van de accu in de auto als u
ze niet gebruikt (bijv. een autotelefoon, enz.).Als u
de accessoires te lang aangesloten laat , raakt de
accu zo ver ontladen dat de levensduur ervan
achteruitgaat en/of de motor niet meer zal star-ten.
Accessoires die veel vermogen opnemen, zoals
koelers, stofzuigers, lampen, enz., zullen de accu
nog sneller ontladen. Gebruik deze alleen af en
toe en wees er zorgvuldig mee.
Na het gebruik van accessoires die veel vermo-
gen opnemen, of na een lange periode dat de auto
niet werd gestart (terwijl accessoires zijn aange-
sloten), moet u lang genoeg met de auto gaan
rijden om de generator de kans te geven de accu
weer op te laden.
De aansluitcontacten zijn uitsluitend bedoeld
voor accessoirestekkers. Laat geen accessoire of
accessoiresteun aan de stekker hangen.
94
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 102 of 289

BEKERHOUDERS
Er bevinden zich in de vloerconsole twee bekerhou-
ders voor de voorpassagiers. (afb. 77)
Voor de passagiers op de tweede zitrij bevinden zich
twee bekerhouders in de middenarmsteun tussen de
twee zitplaatsen.
Wanneer de armsteun is neergeklapt bevinden de be-
kerhouders zich in de hoofdsteun. De hoofdsteun kan
worden versteld om de bekerhouders een betere
plaats te geven. (afb. 78)
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto terwijl de
sleutel in de contactschakelaar steekt.
Naast de bekerhouders kunnen sommige uitvoeringen
zijn voorzien van flessenhouders. De flessenhouders
bevinden zich in de portierpanelen. (afb. 79)(afb. 77)Bekerhouders vloerconsole
(afb. 78)
Bekerhouders armleuning(afb. 79) Flessenhouder portier 95
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 103 of 289

WAARSCHUWING!
Als er houders met hete vloeistof in de
flessenhouder worden geplaatst , kan de
vloeistof bij het sluiten van het portier overlopen
en brandwonden veroorzaken aan de inzitten-
den. Wees voorzichtig bij het sluiten van de por-
tieren om letsel te voorkomen. ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN AANWEZIG
De schakelaar voor het elektrische schuifdak bevindt
zich in de dakconsole tussen de zonnekleppen.
(afb. 80)
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit in een auto achter
terwijl de sleutel in het contactslot zit .
Inzittenden, en vooral kinderen zonder begelei-
der, kunnen klem komen te zitten in de dakope-
ning als ze de schuifdakschakelaar bedienen. Bij
een dergelijke beknelling kan ernstig of dodelijk
letsel ontstaan.
(Vervolgd)
(afb. 80)Schakelaar van elektrisch schuifdak
96
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 104 of 289

(Vervolgd)
In geval van een aanrijding is het risico om uit
een voertuig geslingerd te worden groter wan-
neer het schuifdak geopend is. U kunt ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Maak altijd uw au-
togordel op de juiste wijze vast en controleer of
alle passagiers dit ook gedaan hebben.
Sta niet toe dat kleine kinderen het schuifdak
bedienen. Steek nooit vingers, lichaamsdelen of
voorwerpen door het schuifdak naar buiten.Ver-
wondingen kunnen daarvan het gevolg zijn.
SCHUIFDAK OPENEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan een halve se-
conde) naar achteren duwt, wordt het schuifdak auto-
matisch vanuit elke positie geopend. Het schuifdak
wordt volledig geopend en stopt automatisch. Dit is de
functie "Snel openen". De functie Snel openen zorgt
dat bij aanraking van de schakelaar het schuifdak stopt.
SCHUIFDAK OPENEN — HANDMATIG
Om het schuifdak te openen, moet u de schakelaar
naar achteren indrukken en vasthouden om het volle-
dig te openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en het schuifdak blijft dan gedeeltelijk open
totdat de schakelaar weer ingedrukt en naar achteren
geduwd wordt.
SCHUIFDAK SLUITEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan een halve se-
conde) naar voren duwt, wordt het schuifdak automa-
tisch vanuit elke positie gesloten. Het schuifdak wordt volledig gesloten en stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel sluiten". De functie Snel sluiten zorgt dat bij
aanraking van de schakelaar het schuifdak stopt.
SCHUIFDAK SLUITEN — HANDMATIG
Om het schuifdak te sluiten moet u de schakelaar
indrukken en naar voren drukken. Als u de schakelaar
weer loslaat, stopt de beweging en het schuifdak blijft
dan gedeeltelijk gesloten totdat de schakelaar weer
ingedrukt en naar voren geduwd wordt.
OBSTAKELDETECTIE
Deze functie zorgt dat obstakels in de opening van het
schuifdak worden gedetecteerd bij gebruik van de func-
tie Snel sluiten. Als een obstakel wordt ontdekt, gaat
het schuifdak automatisch dicht. Verwijder het obsta-
kel als dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar kort
naar voren om het schuifdak te sluiten. OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogin-
gen om het dak te sluiten zijn onderbroken door de
obstakeldetectie, wordt de vierde poging uitgevoerd
als een handmatige sluiting met uitgeschakelde
obstakeldetectie.
OBSTAKELDETECTIE UITSCHAKELEN
Als een bekend obstakel (ijs, puin, enz.) het sluiten van
het open dak onmogelijk maakt, druk dan de schakelaar
naar voren en houd deze twee seconden lang ingedrukt
nadat het terugschuiven begint. Hierdoor zal het
schuifdak worden gesloten. OPMERKING: Als de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden, wordt de obstakeldetectie geannuleerd. 97
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 105 of 289

VENTILATIESTAND SCHUIFDAK — SNEL
Als u kort op de "Vent"-toets drukt, beweegt het
schuifdak naar de ventilatiestand. Dit is de functie "Snel
naar ventilatiestand" die werkt vanuit elke positie van
het schuifdak. De functie Snel naar ventilatiestand
zorgt ervoor dat bij aanraking van de schakelaar het
schuifdak stopt.
BEDIENING ZONWERING
De zonwering kunt u met de hand openen. De zonwe-
ring wordt echter ook automatisch geopend als het
schuifdak wordt geopend. OPMERKING:U kunt de zonwering niet sluiten als
het schuifdak open is.
Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven als het gevoel van
druk op de oren, vergelijkbaar met het akoestisch
effect van helikoptergeluid. U merkt in uw auto dit
rijwindeffect soms op terwijl de ramen open zijn, of
met het schuifdak (indien aanwezig) in sommige 'open'
of 'gedeeltelijk open' standen. Dit is normaal en het
effect kunt u tenietdoen. Als u last hebt van rijwinddruk
terwijl de achterramen open staan, draait u de voor- en
achterramen allebei open om het effect te verminde-
ren. Als u rijwinddruk bemerkt terwijl het schuifdak
openstaat, verstelt u de schuifdakopening om het effect
te verminderen. ONDERHOUD SCHUIFDAK
Gebruik voor het reinigen van het glaspaneel uitslui-
tend niet-schurende schoonmaakmiddelen en een
zachte doek.
WERKING BIJ CONTACT UIT
De schakelaars voor het elektrische schuifdak blijven
nog maximaal 10 minuten geactiveerd nadat de con-
tactschakelaar is uitgezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uitgeschakeld. OPMERKING:
Met het Uconnect Touch™ systeem
kan de vertragingstijd worden geprogrammeerd. Raad-
pleeg “Uconnect Touch™ instellingen” voor meer
informatie.
98
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 106 of 289

PORTIERVERGRENDELING
HANDMATIGE PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen, drukt u de
portiervergrendelknop op ieder bekledingspaneel om-
laag. Als u de voorportieren wilt ontgrendelen, trekt u
de binnenhandgreep in de eerste klikstand. Als u de
achterportieren wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledingspaneel omhoog.
(afb. 81)
Wanneer de vergrendelknop is ingedrukt als u het
portier sluit, is het portier vergrendeld. Zorg daarom
dat de sleutelhouder niet binnen in de auto is voordat
u het portier dicht doet. OPMERKING:De handmatige deursloten kunnen
de achterklep niet ontgrendelen of vergrendelen.
WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid en be-
veiliging in geval van een ongeluk moet u
de portieren tijdens het rijden vergrendelen en
wanneer u het voertuig parkeert en verlaat .
Neem altijd de sleutelhouder mee uit de auto
wanneer u de portieren vergrendeld. Gebruik
zonder toezicht van de aanwezige uitrusting in de
auto kan ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een auto
is om verschillende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden kunnen ernstige of dodelijke verwon-
dingen oplopen. Laat de sleutelhouder niet in het
contact achter. Een kind zou de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide voorportieren
vindt u een knop voor elektrische portiervergrende-
ling. Met deze schakelaar kunt u de portieren en de
achterklep elektrisch vergrendelen en ontgrendelen.
(afb. 82)
De portieren worden niet vergrendeld als u de ver-
grendelknop indrukt terwijl de sleutelhouder zich in de
auto bevindt en een voorportier is geopend. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk de sleutelhouder
(afb. 81) Handmatige portiervergrendelknop 99
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 107 of 289

achterlaat in de auto. Na het verwijderen van de sleu-
telhouder of sluiten van het portier werken de sloten
weer zoals gebruikelijk. Als een portier is geopend en
het contactslot staat in de stand LOCK of ACC, klinkt
een gong om u eraan te herinneren de sleutelhouder te
verwijderen.
Automatische portiervergrendeling
Bij auto's met elektrische portiervergrendeling worden
de portieren automatisch vergrendeld, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
1. de automatische portiervergrendeling is ingescha-keld,
2. een versnelling is ingeschakeld,
3. alle portieren zijn gesloten,
4. het gaspedaal is ingetrapt,
5. de auto rijdt sneller dan 24 km/u. 6. de portieren werden niet al eerder vergrendeld via
de schakelaar voor elektrische portiervergrendeling
of via de afstandsbediening.
OPMERKING: Gebruik de automatische portier-
vergrendeling in overeenstemming met de plaatselijke
geldende wettelijke voorschriften.
Automatisch portieren ontgrendelen bij
uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrendeling worden de
portieren automatisch ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische ontgrendelen van de portieren bij uitstappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Raadpleeg voor het veranderen van de huidige instel-
lingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto"
voor meer informatie. OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften.(afb. 82) Plaats van de schakelaar voor portiervergrendeling
100
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 108 of 289

Programmeren van de functie automatisch
portieren ontgrendelen bij uitstappen
U kunt de functie voor het automatisch ontgrendelen
van de portieren bij uitstappen als volgt in- of uitscha-
kelen:
Raadpleeg voor voertuigen die zijn uitgerust metUconnect Touch™ “Uconnect Touch™ instellingen”
in “Uw auto” voor meer informatie.
Ga bij voertuigen zonder Uconnect Touch™ als volgt te werk:
1. Ga in de auto zitten en sluit alle portieren.
2. Steek de sleutelhouder in de contactschakelaar.
3. Schakel het contact binnen 15 seconden viermaal heen en weer tussen de standen LOCK en ON/
RUN en zet de schakelaar na de vierde keer in de
stand LOCK (start de motor niet). Start echter
niet de motor.
4. Druk binnen 30 seconden op de schakelaar voor centrale portiervergrendeling om de portieren te
ontgrendelen.
5. Een geluidssignaal geeft aan dat de programmering voltooid is.
OPMERKING: Als er geen geluidssignaal klinkt, be-
vindt het systeem zich niet in de programmeermodus
en moet u de procedure nogmaals uitvoeren.
6. Herhaal deze stappen als u de vorige instelling voor deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften. KINDERSLOTEN — ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinderen die op de ach-
terste zitplaatsen meerijden, zijn de achterportieren
voorzien van een kinderslot.
Activeren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijk
voorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand LOCK. (afb. 83) (afb. 84)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Wanneer het kinderslot is geacti-
veerd, kan het portier alleen met de portiergreep van
buitenaf worden geopend, ook als de ontgrendelknop
aan de binnenzijde in de ontgrendelde stand staat.
(afb. 83) Plaats van het kinderbeveiligde portierslot 101
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 109 of 289

WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand in
de auto wordt opgesloten. Vergeet niet
dat u de achterportieren uitsluitend van buitenaf
kunt openen als het kinderslot ingeschakeld is.
Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan dit
ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
OPMERKING:
Controleer na het activeren van het kinderslot altijd
of het portier niet van binnenuit kan worden geopend.
Als u in een noodsituatie de auto moet verlaten
terwijl het systeem is geactiveerd, trekt u de vergren-
delknop omhoog naar de ontgrendelde stand, draait u
de ruit omlaag en opent u het portier via de portier-
greep aan de buitenzijde. Het kinderslot uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijk
voorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand UNLOCK. (afb. 85)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Controleer na het uitschakelen van
het kinderslot altijd of het portier van binnenuit kan
worden geopend.
(afb. 84) Functie kinderslot
(afb. 85)Functie kinderslot
102
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 110 of 289

KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt verbeteringen ten
opzichte van het systeem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-Go. Met deze
functie kunt u de portieren van uw auto vergrendelen
en ontgrendelen zonder dat de vergrendel- of ontgren-
deltoets op de RKE-afstandsbediening hoeft te wordeningedrukt. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-
grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portierhand-
greep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk
dat de handgreep minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de RKE-
afstandsbediening of Passive Entry en er wordt binnen
60 seconden geen portier geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en het alarmsysteem ingescha-
keld (indien aanwezig).
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren zal
omhoog komen wanneer het portier wordt ontgren-
deld. (afb. 86)OPMERKING:
Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één keer drukken) is
ingesteld, worden alle portieren ontgrendeld wanneer
u de handgreep van het bestuurdersportier vastpakt.
Raadpleeg voor het kiezen tussen "Unlock Driver
Door 1st Press" en "Unlock All Doors 1st Press",
"Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto" voor
meer informatie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het voorste
passagiersportier en pak deze handgreep vast om alle
vier portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. OPMERKING: Alle portieren en de achterklep wor-
den ontgrendeld wanneer de handgreep van het voor-
ste passagiersportier wordt vastgepakt, ongeacht de
(afb. 86) Handgreep van het bestuurdersportier vastpakken 103
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD