FIAT FULLBACK 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: FULLBACK, Model: FIAT FULLBACK 2018Pages: 332, PDF Size: 10.64 MB
Page 101 of 332

INFORMATIEWEERGAVE
Iedere keer dat u de schakelaar (A) van het multi-informatiedisplay zachtjes indrukt, schakelt het display in de onderstaande
volgorde over.
1. Kilometerteller 2. Tripteller A 3. Tripteller B 4. Regeling meterverlichting 5. Weergave rijbereik 6. Weergave gemiddeld
brandstofverbruik 7. Start&Stop-bewaking* 8. Buitentemperatuurweergave* 9. Herinnering onderhoud (afstand)
10. Herinnering onderhoud (maand)
* — indien aanwezig
Opmerking Als de contactschakelaar of de bedieningsmodus op "OFF" staat, worden het rijbereik, het gemiddelde
brandstofverbruik en de buitentemperatuur niet weergegeven.
Opmerking De herinnering voor onderhoud wordt tijdens het rijden zelfs niet weergegeven als u de knop van het
multi-informatiedisplay gebruikt.
186AH1100371
99
Page 102 of 332

Kilometerteller
De kilometerteller geeft de afgelegde
afstand weer.
Tripteller
De tripteller geeft de afgelegde afstand
tussen twee punten weer.
Voorbeeld van gebruik van tripteller A
en tripteller B.
Het is mogelijk twee afgelegde
afstanden tegelijkertijd te meten, bijv.
van huis met tripmeter A en vanaf een
specifiek punt onderweg met tripmeter
B.
De tripmeter resetten
Houd de knop van het multi-
informatiedisplay ongeveer 2 seconden
of meer ingedrukt om de weergave
terug te zetten op 0. Alleen de
momenteel weergegeven waarde wordt
gereset.
Voorbeeld
Als tripmeter A wordt weergegeven,
wordt alleen tripmeter A gereset.
Opmerking Als de accupool wordt
ontkoppeld, worden de geheugens van
tripmeter A en B gewist, en wordt de
weergave weer op "0" gezet.
Regeling meterverlichting
Iedere keer dat u de knop (2) van het
multi-informatiedisplay ongeveer
2 seconden of meer indrukt en
ingedrukt houdt, wordt een
geluidssignaal afgegeven en verandertde helderheid van de
instrumentenverlichting.
Opmerking Er kunnen 8 verschillende
niveaus worden ingesteld,
respectievelijk voor als de positielichten
branden en als ze niet branden. Iedere
keer dat u twee helderheidsniveaus
verlaagt, neemt de segmentweergave
van het helderheidsniveau met één
niveau per keer af.
Opmerking Als het voertuig is uitgerust
met een automatische lampbediening
en de lampschakelaar op een andere
stand staat dan "OFF", schakelt de
meterverlichting automatisch naar de
afgestelde helderheid, ongeacht de
lichtomstandigheden buiten het
voertuig.
Opmerking Het helderheidsniveau van
de instrumentenverlichting wordt
opgeslagen zodra de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "OFF" wordtgezet.Weergave rijbereik
Hier wordt weergegeven wat het
rijbereik ongeveer is (hoeveel kilometer
of mijl u nog kunt rijden). Als het
rijbereik daalt tot onder ongeveer 50 km
(30 mijl), wordt "---" weergegeven.
Opmerking Het rijbereik is gebaseerd
op de gegevens van het
brandstofverbruik. Dit kan variëren
afhankelijk van de rijomstandigheden en
-gewoonten. Behandel de
weergegeven afstand als een grove
indicatie.
Opmerking Na het tanken wordt de
weergave van het rijbereik bijgewerkt.
Als u echter maar een kleine
hoeveelheid tankt, wordt de juiste
waarde niet weergegeven. Vul de tank
zo vaak mogelijk.
Opmerking In bepaalde gevallen kan
de weergegeven waarde van het
rijbereik veranderen als het voertuig op
een bijzonder steile helling is
geparkeerd. Dat komt door de
beweging van de brandstof in de tank
en duidt niet op een storing.
Opmerking De weergave kan op de
voorkeurseenheid worden ingesteld (km
of mijlen). Raadpleeg "De
functie-instellingen wijzigen".
187AHA101282
100
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 103 of 332

Weergave gemiddeld
brandstofverbruik
Hier wordt het gemiddelde
brandstofverbruik vanaf de laatste reset
tot heden weergegeven. De instellingen
van de resetmodus van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
kunnen worden overgeschakeld tussen
"Auto reset" (automatisch resetten) en
"Manual reset" (handmatig resetten).
Raadpleeg "De functie-instellingen
wijzigen" voor meer informatie over het
wijzigen van de weergave-instellingen
van het gemiddelde brandstofverbruik.
Opmerking De weergave van het
gemiddelde brandstofverbruik kan
afzonderlijk voor de automatische
resetmodus en de handmatige
resetmodus worden gereset.
Opmerking Als het gemiddelde
brandstofverbruik niet kan worden
gemeten, wordt "---" weergegeven.
Opmerking De oorspronkelijke
(standaard) instelling is "Auto reset
mode" (automatische resetmodus).
Opmerking Het gemiddelde
brandstofverbruik is afhankelijk van de
rijomstandigheden
(wegomstandigheden, rijstijl, enz.). Het
weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik kan afwijken van het
daadwerkelijke brandstofverbruik.Behandel het weergegeven
brandstofverbruik als een grove
indicatie.
Opmerking Het geheugen van de
handmatige resetmodus of de
automatische resetmodus van de
weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik wordt gewist, als de
accu wordt ontkoppeld.
Opmerking De weergave kan op de
voorkeurseenheid worden ingesteld
(km/l, l/100 km, mpg). Raadpleeg "De
functie-instellingen wijzigen".
Start&Stop-monitor (indien
aanwezig)
De totale tijd dat de motor door het
Start&Stop-systeem is afgezet, wordt
weergegeven. Raadpleeg
Start&Stop-bewaking.
Opmerking Als de contactschakelaar of
het bedieningsmodus weer op "ON"
wordt gezet, wordt de totale tijd
gereset.
Buitentemperatuurdisplay (indien
aanwezig)
Hier wordt de temperatuur buiten het
voertuig weergegeven.
Opmerking De weergave kan op de
voorkeurseenheid worden ingesteld (°C
of °F). Raadpleeg "De functie-
instellingen wijzigen".
Opmerking De weergegeven
temperatuur kan afwijken van dedaadwerkelijke buitentemperatuur,
afhankelijk van factoren zoals de
rijomstandigheden.
Waarschuwing bevroren weg
(indien aanwezig)
Als de buitentemperatuur daalt tot
onder ongeveer 3°C (37°F), gaat het
alarm af en knippert het
waarschuwingssymbool (A) van de
buitentemperatuur gedurende ongeveer
10 seconden.
115)
Weergave
motorkoelvloeistoftemperatuur
Hier wordt de
motorkoelvloeistoftemperatuur
weergegeven. Als de koelvloeistof heet
wordt, gaat
knipperen.
Houd de weergave van de
motorkoelvloeistoftemperatuur tijdens
het rijden in de gaten.
116)
188AHA101295
101
Page 104 of 332

Weergave resterende brandstof
De weergave van de resterende
brandstof geeft het brandstofpeil in de
brandstoftank weer, als de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "ON" staat.
1—Vol
0 — Leeg
Opmerking Na het tanken kan het
enkele seconden duren voordat de
weergave is gestabiliseerd.
Opmerking Als wordt getankt terwijl de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "ON" staat, kan
de brandstofmeter het brandstofpeil
verkeerd weergeven.
Opmerking Het symbool van de
brandstoftankklep (A) geeft aan dat de
vulopening aan de linkerkant van het
voertuig zit.Waarschuwing resterende
brandstof
Als de resterende brandstof ongeveer
10 liter of minder bedraagt (weergave
van één segment), wanneer de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "ON" wordt gezet,
gaat het laatste segment van de
brandstofmeter knipperen. Als de
resterende brandstof nog verder
afneemt, gaat het laatste segment van
de brandstofmeter uit en gaat
knipperen.
49)
Opmerking Op hellingen of in bochten
zou de weergave incorrect kunnen zijn
door de beweging van de brandstof in
de tank.
Herinnering voor onderhoud
Hier wordt de tijd bij benadering
weergegeven tot de volgende
periodieke inspectie aanbevolen doorFiat. Als het tijd is voor de inspectie,
wordt "---" weergegeven.
Het symbool van de moersleutel duidt
de periodieke inspectie aan.
Opmerking Afhankelijk van de
voertuigspecificaties, kan de
weergegeven tijd tot de volgende
periodieke inspectie afwijken van de
aanbevelingen van FCA Italy SpA.
Bovendien kunnen de weergave-
instellingen voor de tijd tot de volgende
periodieke inspectie worden aangepast.
Laat de weergave-instellingen, indien
nodig, wijzigen bij een Fiat Servicepunt.
Neem voor nadere informatie contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
(*) — Afstand
(**) — Maanden
1. Hier wordt de tijd tot de volgende
periodieke inspectie weergegeven.
189AHA101309
190AHA101312
191AHA101325
102
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 105 of 332

Opmerking De afstand wordt
weergegeven in eenheden van 100 km
(100 mijl). De tijd wordt weergegeven in
eenheden van maanden.
2. Dit geeft aan dat het tijd is voor de
periodieke inspectie. Wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.
3. Nadat bij een Fiat Servicepunt
inspectie is verricht, wordt de tijd tot de
volgende periodieke inspectie
weergegeven.
Resetten
De weergave van "---" kan worden
gereset met de contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "OFF".
1. Als u de knop van het
multi-informatiedisplay een paar keer
zachtjes indrukt, schakelt de
informatieweergave over naar de
weergave van de herinnering voor
onderhoud.2. Druk op de knop van het
multi-informatiedisplay en houd hem
ongeveer 2 seconden of meer ingedrukt
om ervoor te zorgen dat het symbool
van de moersleutel gaat knipperen. (Als
er tijdens het knipperen gedurende
ongeveer 10 seconden geen
handelingen worden verricht, keert het
display terug naar de oorspronkelijke
weergave.)
3. Druk tijdens het knipperen van het
symbool zachtjes op de knop van het
multi-informatiedisplay om de weergave
te veranderen van "---" naar "CLEAR".
Hierna wordt de tijd tot de volgende
periodieke inspectie weergegeven.
50)
De weergave van "---" kan niet worden
gereset, zolang de contactschakelaar of
de bedieningsmodus op "ON" staat.
Als "---" wordt weergegeven, wordt de
weergave na een bepaalde afstand of
tijdsperiode gereset en wordt de tijd totde volgende periodieke inspectie
weergegeven.
Raadpleeg het Fiat Servicenetwerk als
u de weergave per ongeluk reset.
De functie-instellingen wijzigen
De instellingen van “Average fuel
consumption reset mode” (resetmodus
gemiddeld brandstofverbruik), “Fuel
consumption unit” (eenheid
brandstofverbruik) en “Temperature
unit” (temperatuureenheid) kunnen naar
wens worden aangepast, als de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "ON" staat.
117)
118)
De resetmodus voor het
gemiddelde brandstofverbruik
wijzigen
De modusinstellingen voor de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
kunnen worden overgeschakeld tussen
"Auto reset" (automatisch resetten) en
"Manual reset" (handmatig resetten).
1. Als u de knop van het
multi-informatiedisplay een paar keer
zachtjes indrukt, schakelt de
informatieweergave over naar de
weergave van het rijbereik. Raadpleeg
“Informatieweergave”.
2. Iedere keer dat u de knop van het
multi-informatiedisplay tijdens de
weergave van het rijbereik 2 seconden
of meer ingedrukt houdt, kunt u de
192AHA101338
193AHA101341
103
Page 106 of 332

resetmodus voor het gemiddelde
brandstofverbruik overschakelen (A:
automatische resetmodus, B:
handmatige resetmodus).
A — Automatische resetmodus
B — Handmatige resetmodus
Handmatige resetmodus
Als het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven en u de knop van
het multi-informatiedisplay ingedrukt
houdt, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik dat op dat moment
wordt weergegeven, gereset.
Als de volgende handeling wordt
verricht, wordt de modusinstelling
automatisch overgeschakeld van
handmatig naar automatisch. Behalve
voor voertuigen uitgerust met het
Keyless Operation-systeem: draai de
contactschakelaar van de stand "ACC"
of "LOCK" naar de stand "ON". Voor
voertuigen uitgerust met het KeylessOperation-systeem: verander de
bedieningsmodus van "ACC" of "OFF"
naar "ON".
De overschakeling naar automatisch
gebeurt automatisch. Als echter wordt
overgeschakeld naar de handmatige
modus, worden de gegevens van de
laatste reset weergegeven.
Automatische resetmodus
Als het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven en u de knop van
het multi-informatiedisplay ingedrukt
houdt, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik dat op dat moment
wordt weergegeven, gereset.
Als de motorschakelaar of de
bedieningsmodus op de volgende
standen staat, wordt de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik
automatisch gereset. Behalve voor
voertuigen uitgerust met het Keyless
Operation-systeem: de
contactschakelaar staat ongeveer 4 uur
of langer op de stand "ACC" of
"LOCK". Voor voertuigen uitgerust met
het Keyless Operation-systeem: de
bedieningsmodus staat ongeveer 4 uur
of langer op "ACC" of "OFF".
BELANGRIJK De weergave van het
gemiddelde brandstofverbruik kan
afzonderlijk voor de automatische
resetmodus en de handmatige
resetmodus worden gereset.BELANGRIJK Het geheugen van de
handmatige resetmodus of de
automatische resetmodus van de
weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik wordt gewist, als de
accu wordt ontkoppeld.
De oorspronkelijke (standaard) instelling
is "Auto reset mode" (automatische
resetmodus).
De weergegeven eenheid van het
brandstofverbruik wijzigen
De weergegeven eenheid van het
brandstofverbruik kan worden
gewijzigd. De eenheden van de afstand
en de hoeveelheid kunnen ook worden
gewijzigd, in aansluiting op de
geselecteerde eenheid van het
brandstofverbruik.
Als u de knop van het
multi-informatiedisplay een paar keer
zachtjes indrukt, schakelt de
informatieweergave over naar de
weergave van gemiddelde
brandstofverbruik. Raadpleeg
“Informatieweergave”.
Druk op de knop van het
multi-informatiedisplay en houd hem
ongeveer 5 seconden of meer ingedrukt
tot de zoemer twee keer afgaat.
Druk op de knop van het
multi-informatiedisplay en houd hem
ingedrukt om over te schakelen in de
volgorde van “km/l” > “l/100 km” >
“mpg” > “km/l”.
194AHA101354
104
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 107 of 332

De weergegeven eenheden van het
rijbereik en het gemiddelde
brandstofverbruik worden
overgeschakeld, maar de eenheden
van de snelheidsmeter, de
kilometerteller, de tripmeter en de
herinnering voor onderhoud blijven
ongewijzigd.
Als de accu wordt ontkoppeld, wordt
het geheugen van de instelling van de
eenheid gewist en wordt automatisch
de fabrieksinstelling hersteld.
De eenheden van de afstand worden in
overeenstemming met de
geselecteerde eenheid van het
brandstofverbruik ook in de
onderstaande volgorde veranderd.
Brandstof-
verbruikAfstand (rijbereik)
km/l km
l/100 km km
mpg mijl(en)
De temperatuureenheid veranderen
De weergegeven eenheid van de
buitentemperatuur kan worden
gewijzigd.
1. Als u de knop van het
multi-informatiedisplay een paar keer
zachtjes indrukt, schakelt de
informatieweergave over naar de
weergave van de buitentemperatuur.
Raadpleeg “Informatieweergave”.
2. Iedere keer dat tijdens de weergave
van de buitentemperatuur de knop van
het multi-informatiedisplay 2 seconden
of meer wordt ingedrukt, kunt u de
weergegeven eenheid van de
buitentemperatuur overschakelen van
°C naar °F of van °F naar °C.
De temperatuurwaarde op het paneel
van de airconditioning wordt op het
multi-informatiedisplay afgewisseld met
de weergave van de buitentemperatuur.
"°C" of "°F" wordt echter niet op het
temperatuurdisplay van een
airconditioning weergegeven.
BELANGRIJK
115)Zelfs als dit symbool niet knippert, zou
er ijs op de weg kunnen liggen, dus rijd
voorzichtig.
116)Als de koelvloeistof oververhit raakt,
gaat "
" knipperen. Het staafdiagram
staat in dit geval in de rode zone. Zet
onmiddellijk het voertuig stil op een veilige
plaats en tref de vereiste maatregelen.
Raadpleeg "Oververhitting van de motor".
117)De bestuurder dient het display niet te
bedienen tijdens het rijden.
118)Zet het voertuig op een veilige plek
stil, voordat u het systeem bedient.
BELANGRIJK
49)Ga niet rijden met een extreem laag
brandstofpeil, een laag brandstofpeil kan
schade aan het brandstofsysteem
veroorzaken.
50)Het is de verantwoordelijkheid van de
klant om ervoor te zorgen dat de periodieke
inspectie en het geprogrammeerde
onderhoud worden verricht. Inspecties en
onderhoud moeten worden verricht om
ongelukken en storingen te voorkomen.
195AHA101367
105
Page 108 of 332

INDICATIE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
1. Indicatielampje mistkoplampen* 2. Indicatielampjes richtingaanwijzers/alarmknipperlichten 3. Indicatielampje grootlicht
4. Indicatielampje Start&Stop* 5. Indicatielampje rijstrookwaarschuwing (LDW) stand-by waarschuwingslampje (groen)* —
Rijstrookwaarschuwing (LDW) lamp (geel)* 6. Indicatielampje positielichten* 7. Indicatielampje rijstrookwaarschuwing (LDW)
AAN* 8. Indicatielampje mistachterlichten* 9. Indicatielampje cruise control* 10. Waarschuwingslampje dieselroetfilter (DPF)*
11. Indicatielampje dieselvoorverwarming 12. Waarschuwingslampje lading 13. Waarschuwingslampje motor controleren
14. Indicatielampje brandstoffilter 15. Waarschuwingslampje vloeistoftemperatuur automatische versnellingsbak (voertuigen
met automatische versnellingsbak). 16. Waarschuwingslampje oliedruk 17. Indicatielampje Start&Stop OFF*
18. Waarschuwingslampje peil ruitensproeiervloeistof* 19. Multi-informatiedisplay 20. Raadpleeg voor nadere informatie
"Activering waarschuwingen" (indien aanwezig) 21. Raadpleeg voor nadere informatie "Activering waarschuwingen" (indien
aanwezig) 22. Waarschuwingslampje portier open 23. Herinnering/waarschuwingslampje veiligheidsgordel
24. Waarschuwingslampje antiblokkeersysteem (ABS) 25. Indicatielampje Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)
26. Indicatielampje Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) UIT 27. Waarschuwingslampje aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
28. Waarschuwingslampje rem 29. Indicatielampje achterste differentieelslot* 30. Indicatielampjes 2WD-/4WD-besturing*
31. Indicatielampje lage gearing* 32. Indicatielampjes 2WD-/4WD-besturing* 33. Indicatielampje lage gearing*
* - Indien aanwezig
196AH1100948
106
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 109 of 332

Indicatielampjes
Indicatielampjes Wat het betekent
Indicatielampjes richtingaanwijzers/alarmknipperlichten
Deze indicatielampjes knipperen in de volgende situaties.
Als de hendel van de richtingaanwijzers wordt bewogen om de richtingaanwijzers in te schakelen. Raadpleeg
"Hendel richtingaanwijzers".
Als de schakelaar van de alarmknipperlichten wordt ingedrukt om de alarmknipperlichten in te schakelen.
Raadpleeg "Schakelaar alarmknipperlichten".
Als de alarmknipperlichten automatisch worden ingeschakeld doordat plotseling wordt geremd tijdens het rijden.
Raadpleeg "Noodremsysteem".
Indicatielampje positielichten*
Dit indicatielampje brandt zolang de positielichten zijn ingeschakeld.
Indicatielampje grootlicht
Dit indicatielampje gaat branden als het grootlicht wordt gebruikt.
Indicatielampje mistkoplampen*
Dit lampje brandt zolang de mistkoplampen zijn ingeschakeld.
Indicatielampje mistachterlichten*
Dit lampje brandt zolang het mistachterlicht is ingeschakeld.
107
Page 110 of 332

Indicatielampjes Wat het betekent
Indicatielampje positielichten*
Dit indicatielampje brandt zolang de positielichten zijn ingeschakeld.
Indicatielampje dieselvoorverwarming
Dit indicatielampje toont de conditie van de voorverwarming van de gloeibougie.[Behalve voor voertuigen
uitgerust met het Keyless Operation-systeem:Als de contactschakelaar op "ON" wordt gezet, gaat het
lampje branden. Als de gloeibougie heet wordt, gaat het lampje uit en kan de motor worden gestart.Voor
voertuigen uitgerust met het Keyless Operation-systeem:Als de bedieningsmodus op "ON" wordt gezet,
gaat het lampje branden en start het voorverwarmen van de gloeibougie automatisch. Als de gloeibougie heet
wordt, gaat het lampje uit en start de motor.
Als de motor koud is, blijft het indicatielampje van de dieselvoorverwarming langer branden.
Behalve voor voertuigen uitgerust met het Keyless Operation-systeem:draai de contactschakelaar weer
naar de stand "LOCK", als de motor niet wordt gestart binnen 5 seconden nadat het indicatielampje van de
dieselvoorverwarming is gedoofd. Draai vervolgens de contactschakelaar naar de stand "ON" om de motor
opnieuw voor te verwarmen.
Als de motor warm is, gaat het indicatielampje van de dieselvoorverwarming zelfs niet aan als de
contactschakelaar of de bedieningsmodus op "ON" wordt gezet.
51) 52)
Indicatielampje brandstoffilter
(Dieselvoertuigen)
Dit indicatielampje gaat branden, als de contactschakelaar of de bedieningsmodus op "ON" wordt gezet en gaat
uit als de motor is gestart. Als het brandt terwijl de motor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter
heeft verzameld; tref in dit geval de volgende maatregelen.
Verwijder het water uit het brandstoffilter. Raadpleeg "Water uit het brandstoffilter verwijderen".
Als het lampje uitgaat, kunt u verder rijden. Als het lampje ofwel niet uitgaat of af en toe gaat branden, raden we
u aan uw voertuig na te laten kijken.
108
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL