Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2011Pages: 377, PDF Size: 35.65 MB
Page 341 of 377

Onderhoud
56
7
Hoofdzekeringkast motorruimte
Omschrijving Stroomsterkte
Beveiligd onderdeel
zekering
BATT 2 50A Zekering (STOP 15A, AUTO SHIFT LOCK 7,5A, P/CON (AUDIO 15A, MEMORY 10A), DR LOCK 10A,
P/SEAT (LH) 30A, Fog LP(RR) 10A)
BATT 1 30A Zekering (T/LID OPEN 15A, AMP 20A, HAZARD 10A, ESCL 25A, P/WDW (RH) 25A, P/WDW (LH) 25A, ESCL 10A, ESCL SW 10A)
ALT 150A Dynamo
ABS-1 40A Regelmodule ESP, regelmodule ABS, multifunctionele servicestekker
ABS-2 40A Regelmodule ESP, regelmodule ABS
BLOWER 40A Aanjagerrelais
HTD GLASS (RR) 40A Relais achterruitverwarming, zekering (MIRROR HTD 7,5A)
COOLING FAN 50A Relais koelventilator (hoog), relais koelventilator (laag)
IGN 1 30A Relais ESCL (IGN1), relais ESCL (ACC), contact
IGN 2 40A Relais ESCL (IGN2), startrelais, contact
B/UP LP 10A Relais achteruitrijlicht
HORN 15A Claxonrelais
H/LP (LO) 20A Koplamprelais (dimlicht), zekering (H/LP LO RH 15A, H/LP LO LH 15A)
H/LP (HI) 20A Koplamprelais (grootlicht), instrumentenpaneel, koplamp links/rechts
VACUUM PUMP 15A Relais vacuümpomp
A/CON COMP 10A Aircorelais
FOG LP (FR) 10A Relais mistlampen voor
TAIL 15A Achterlichtrelais, zekering (TAIL (LH) 7,5A, TAIL (RH) 10A)
HTD GLASS (FR) 15A Relais voorruitverwarming
DRL, B/HORN 15A ICM-relaiskast (relais claxon alarmsysteem)
S/ROOF 20A Regelmodule schuif-/kanteldak
H/LP LO RH 15A Koplamp rechts, servo koplampverstelling rechts, schakelaar koplampverstelling
H/LP LO LH 15A Koplamp links, servo koplampverstelling links
Page 342 of 377

757
Onderhoud
Tweede zekeringkast motorruimte
OmschrijvingStroomsterkte
Beveiligd onderdeel
zekering
B+ 50A Zekering (F/PUMP 20A, ECU-1 10A), draadzekering (ECU 30A) ECU Hoofdrelais ECU (ECU-2, SNSR-1, SNSR-2, INJ) Hoofdrelais ECU
F/PUMP 20A Brandstofpomprelais
ECU-1 10A Motor-ECU, TCM
INJ 15A Inspuitventiel, brandstofpomprelais, motor-ECU (G6DA)
IGN COIL 20A Bobine, condensor
ECU-2 20A Motor-ECU (G4KF)
SNSR-1 10A Lambdasensor (VOOR/NA), aircorelais, relais koelventilator (hoog), relais koelventilator (laag),
motor-ECU (G6DA), luchtmassameter (G6DA)
SNSR-2 Oliedrukregelklep, magneetklep dampafvoer, nokkenassensor, krukassensor, WGT-magneetklep,
RCV-magneetklep, startblokkeringsmodule
Oliedrukregelklep, oliedrukregelklep (UITLAAT), motor-ECU, magneetklep dampafvoer,
startblokkeringsmodule
30A
G4KF
G6DA
15A G4KF
G6DA
Page 343 of 377

Onderhoud
58
7
GLOEILAMPEN
G220000AEN
Gebruik alleen lampen met de voorgeschreven wattage.
✽✽ AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in dekoplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door hettemperatuurverschil tussen debinnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met hetbeslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Laat in het geval er vocht in het circuitvan de verlichting is gekomen de auto
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING -
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een metdezelfde wattage. Anders kan het elektrische circuit ernstig
beschadigd raken en kan er brandontstaan.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAI-dealer wanneer u niet over het
juiste gereedschap, de juistelampen en/of ervaring beschikt. Inveel gevallen kan het zelf vervangen van lampen problemen
opleveren vanwege het feit dat ombij de lamp te kunnen komen, eerstandere onderdelen verwijderd
dienen te worden. Dat is in hetbijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen ombij de gloeilamp(en) te kunnen
komen. Het verwijderen en plaatsenvan de koplampunit kan leiden totbeschadigingen aan de auto.
Page 344 of 377

759
Onderhoud
G220100ABH
Vervangen van koplampen,
parkeerlichten,
richtingaanwijzerlampen enmistlampen vóór
(1) Richtingaanwijzer vóór
(2) Koplamp (grootlicht)/Parkeerlicht
(3) Koplamp (dimlicht)
(4) Mistlamp vóór (indien van toepassing) 1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Draai de bevestigingsbouten los.
4. Trek de koplampunit naar buiten,
richting de voorzijde van de auto. Let erop dat de clip (1) aan de binnenzijde
van de koplampunit niet breekt. 5. Neem de voedingsstekker(s) aan de
achterzijde van de koplampunit los.
OBK079026
OBK079043
OBK079051N
1
Page 345 of 377

Onderhoud
60
7
G220101ABH
Koplamp
6. Verwijder de afdekkap van de koplamp
door de kap linksom te draaien.
7. Neem de stekker los van de koplamp.
8. Maak de klem van de lamp los door het uiteinde in te drukken en dit
omhoog te duwen.
9. Verwijder de lamp uit de koplampunit.
10. Plaats een nieuwe lamp in de koplampunit en bevestig deze door
de klem op zijn plaats te drukken.
11. Sluit de stekker van de koplamp aan.
12. Plaats de afdekkap van de koplamp door de kap rechtsom te draaien.
13. Sluit de voedingsstekker aan op de achterzijde van de koplampunit.
14. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
(Vervolg)
Behandel halogeenlampen altijd voorzichtig om krassen te
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen wanneer de lampen
branden. Raak het glas nooit met
de vingers aan. Door
achtergebleven vet kan de lamp
te heet worden en knappen
wanneer deze brandt. De lamp
mag alleen in gemonteerde
toestand worden ingeschakeld.
Vervang een beschadigde of gebarsten lamp direct en gooi
deze niet zomaar weg.
Draag bij het vervangen van een lamp een veiligheidsbril. Laat de
lamp alvorens hem te vervangen
afkoelen.
WAARSCHUWING -
Halogeenlampen
Halogeenlampen bevatten gas
onder druk, zodat de
halogeenlamp bij het vallen kan
ontploffen waardoor kleine
glasdeeltjes vrijkomen.
(Vervolg)
OHD076046OBK079045
Page 346 of 377

761
Onderhoud
Richtingaanwijzerlampen vóór
6. Verwijder de fitting uit de lichtunit doordeze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
7. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
8. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp tot hij vastzit.
9. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom. G220103AEN
Mistlampen vóór
(indien van toepassing)
1. Verwijder de onderplaat van de voorbumper. Steek uw hand in de
achterzijde van de voorbumper.
2. Neem de voedingsschakelaar los uit de fitting.
3. Verwijder de fitting uit het huis door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van het huis.
4. Plaats een nieuwe fitting in het huis door de nokjes van de fitting in lijn te
leggen met de uitsparingen van het
huis. Duw de fitting in het huis en draai
de fitting een kwartslag rechtsom. 5. Sluit de voedingsschakelaar aan op de
fitting.
6. Plaats de onderplaat weer op de voorbumper.
OBK079046OBK079052N
Page 347 of 377

Onderhoud
62
7
G220102BEN
Vervangen van
gasontladingskoplamp
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
✽✽ AANWIJZING
Gasontladingslampen hebben een
langere levensduur danhalogeenlampen. Gasontladingslampengaan volgens schatting van de fabrikant
twee keer zo lang of langer mee danhalogeenlampen, afhankelijk van de
gebruiksfrequentie. Ze zullenwaarschijnlijk wel op enig moment inhet leven van de auto moeten worden
vervangen. Vaker in- en uitschakelenvan de koplampen dan gebruikelijk
verkort de levensduur van degasontladingslampen.Gasontladingslampen raken niet op
dezelfde manier defect als
halogeenlampen. Als de koplampuitgaat na een werkingsperiode, maar
direct weer gaat branden als de
koplampschakelaar wordt bediend,moet de gasontladingslampwaarschijnlijk worden vervangen.Gasontladingslampen zijn complexerdan de conventionele halogeenlampen
en hebben dus hogerevervangingskosten.
G220200AEN
Lamp richtingaanwijzer opzij
vervangen (indien van toepassing)
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
WAARSCHUWING -
Gasontladingslamp dimlicht
(indien van toepassing)
Probeer wegens elektrocutiegevaar de XENON gasontladingslamp niet
zelf te controleren of vervangen.Laat als de XENONgasontladingslamp niet werkt de
auto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
OBK049023
Page 348 of 377

763
Onderhoud
Lamp achterlichtunit vervangen
(1) Mistachterlicht
(2) Achteruitrijlicht
(3) Richtingaanwijzer achter
(4) Rem-/achterlicht1. Open de achterklep.
2. Verwijder het afdekkapje van de
serviceopening door het naar buiten te
trekken. 3. Verwijder de fitting uit de lichtunit door
deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
4. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en deze een
willekeurige kant op te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
5. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp een willekeurige kant op
tot hij vastzit.
6. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draai
de fitting een kwartslag rechtsom.
OBK079028OBK079029OBK079030
Page 349 of 377

Onderhoud
64
7
G220400AEN
Gloeilamp derde remlicht
vervangen (indien van toepassing)
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. G220400ABK
Lamp kentekenplaatverlichting
vervangen
1. Verwijder het lampglas door de nokjes
in te drukken.
2. Verwijder de fitting door deze linksom te draaien.
3. Trek de lamp recht naar buiten.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en plaats de fitting op het lampglas.
5. Plaats het lampglas zorgvuldig.
OBK079031OFD067030
Page 350 of 377

765
Onderhoud
G220600ABK
Lamp interieurverlichting
vervangen
1. Wrik de lens (leeslampje) of lamp(bagageruimteverlichting, verlichting
dashboardkastje en verlichting
zonneklep) met een platte
schroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de interieurverlichting.
2. Trek de lamp naar buiten.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de
interieurverlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de lamp gaat
vervangen, of toets OFF is
ingedrukt om te voorkomen dat u
zich brandt of een schok krijgt.
OPMERKING
Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet
vuil worden of beschadigd raken.
OBK079033
OTD079035
Verlichting zonneklep
Bagageruimteverlichting ((indien van toepassing)
OBK079032
OBK079049
Kaartleeslampjes
Lamp dashboardkastje