Hyundai Getz 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Getz, Model: Hyundai Getz 2007Pages: 217, PDF Size: 7.52 MB
Page 41 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 31
Aan beide zijden van de achterbank,
tussen de zitting en de rugleuning, bevinden zich een paar ISOFIX bevestigingspunten, terwijl aan dehoedenplank bevestigingspunten voor de bovenzijde van het zitje zijn aangebracht. Druk het zitje bij hetaanbrengen zodanig op de bevestiging dat het hoorbaar aangrijpt (controleer de bevestiging door er aan te trekken!)en bevestig het zitje met de bovenste bevestigingsband aan de hoedenplank. Volg bij het aanbrengen en het gebruikvan het kinderzitje de aanwijzingen in de montagehandleiding voor het ISOFIX-zitje.
ISOFIX bevestiging
HTB189A
Indicator voor ISOFIX- bevestiging
Op deze wijze wordt een veilige en solide bevestiging verkregen die bovendien eenvoudig en snel kanworden gemonteerd.
Een ISOFIX-zitje kan alleen worden
aangebracht als de auto voldoet aande ECE-R44 norm. Voor uw Hyundaiis de Hyundai ISOFIX GR 1 / Hyundai Duo/ Römer ISOFIX GR1 en de Römer Duo ISOFIX / Britax DuoISOFIX goedgekeurd overeenkomstig de ECE-R44 norm. Dit zitje is door Hyundai uitgebreid getest enaanbevolen voor uw Hyundai. N.B.:
Op dit moment is dit zitje het enige
dat aan de normen voldoet. In het geval dat andere fabrikanten eenovereenkomstige goedkeuring kunnen overleggen, zal Hyundai dat zitje zorgvuldig beoordelen enaanbevelen als het aan de normen voldoet. Raadpleeg uw Hyundai dealer voor meer informatie overdit onderwerp.
B230D04E-GXT
Kinderzitje met "ISOFIX" systeem en "Tether Anchorage"systeem bevestigen
ISOFIX is een gestandaardiseerde bevestigingsmethode voor kinderzitjes.Hierdoor hoeft het kinderzitje niet meer met de standaard aanwezige veiligheidsgordel te worden bevestigd.
HTB193
!WAARSCHUWING:
Om veiligheidsredenen moet de
stoel bij het bevestigen van het kinderzitje zo ver mogelijk naarachteren staan met de rugleuning in verticale stand, niet achterover.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
31
Page 42 of 217

1- 32 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX- bevestigingspunten op de middelste zitplaats op deachterbank aan. De ISOFIX- bevestigingspunten worden alleen voor de linker en rechterbuitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX- bevestigingspunten niet op deverkeerde manier door een kinderzitje op de middelste zitplaats aan de ISOFIX-bevestigingspunten te bevestigen. De ISOFIX-gordels van het kinderzitje zijn misschien nietsterk genoeg om bij een ongeval het zitje op de middelste zitplaats vast te houden en kunnenbreken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
1. Druk het slot van het zitje bij het
aanbrengen in de ISOFIX bevestiging. Er moet een "klik" hoorbaar zijn.
N.B.:
Een ISOFIX-zitje kan alleen worden
aangebracht als de zitting in de auto voldoet aan de ECE-R44 norm. Voordat een ISOFIX-zitje wordt gebruikt dat voor een andere autois bestemd, moet aan uw Hyundai- dealer worden gevraagd of dat type zitje voor uw Hyundai isgoedgekeurd en aanbevolen.
Kinderzitje aanbrengen 2. Bevestig de haak van de bovenste
bevestigingsband aan de houderaan en trek de band aan om hetzitje goed vast te zetten. Raadpleeg "Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde1-30.
B230D01TB
o Als gebruik wordt gemaakt vanhet "ISOFIX"-systeem om een kinderzitje op de achterbank te installeren, dan moeten de metalen gespen vast in de gordelsluitingen worden geplaatst en moet de riem achter het kinderzitje worden getrokken, zodat het kind een losse veiligheidsriem niet kan bereiken. Door losse metalen gespen kan het kind mogelijk een niet- uitgetrokken veiligheidriem bereiken, waardoor het kind in het zitje verwurgd zou kunnen worden met ernstige verwondingen of zelfs de dood als gevolg.
o Bevestig niet meer dan één kinderzitje met een enkelvoudige gordel aan het onderste bevestigingspunt. Door de hogere belasting kunnen de bevestigingspunten of kan de gordel breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX-
vergelijkbare kinderzitjes alleenop de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje op.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
32
Page 43 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 33
B180B01A-GXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpa- ssagier.
HXG229
De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.De veiligheidsgordel met gordelsp-anner werkt op dezelfde wijze als deveiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Locking Retractor = noodblokkerings-systeem).
HTB198
Airbageenheid voor bestuurderszijde1
2 3Airbageenheid voor passagier- szijde
Het systeem van veiligheidsgordels
met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. Demontageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met
gordelspanner
3. SRS regeleenheid Als de auto sterk wordt afgeremd of
als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheid-
sgordel. Bij een voldoende zware frontale aanrijding wordt de gordelspanner geactiveerd, waardoorde veiligheid-sgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken.
!
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de
bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaaldeomstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen wordengeactiveerd met de airbags.Onder deze oms-tandighedenworden de gordelspanners ook geactiveerd als de veiligh- eidsgordels tijdens de aanrijdingniet worden gedragen. WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de
veiligheidsgordel met gordelspa-nner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
33
Page 44 of 217

1- 34 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordels- panners zijn geactiveerd, moeten de gordels met gordel-spannersworden vervangen.Alle veiligheidsgordels, van elktype, moeten altijd wordenvervangen als ze tijdens een aanrijding zijn gedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij het activeren zeer warm. Raak degordelspanner de eerste minuten na het activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheids- gordel met gordelspanner zelf te controleren of te vervangen. Laatdit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheids- gordel met gordelspanner.
LET OP:
o Omdat de sensor voor het activeren van de SRS airbag met de veiligheidsgordel met gordel-spanner is verbonden, gaat de SRS airbag controlelamp in het instrumentenpaneel gedur-ende ca. 6 seconden knipperen nadat het contact in de stand "ON" is gezet; daarna moet delamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als
de werking van de veiligheid-sgordels met gordelspanners niet in orde is. Als de SRS airbag controlelamp niet gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordtgezet, als hij na ca. 6 seconden blijft knipperen, of als hij tijdens het rijden gaat branden, moet dewerking van de veiligheidsgordel met gordelspanner of het SRS airbag systeem zo snel mogelijkdoor een Hyundai dealer worden gecontroleerd.
o Bij het activeren van de
gordelspanners is er een hard geluid hoorbaar en komt er fijnestof (dat op rook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan
de huid door de fijne stofgeïrriteerd raken en moet het niet gedurende langere tijd worden ingeademd. Daarom moeten dehanden en het gezicht zorgvuldig worden gewassen nadat bij een aanrijding de gordelspanners zijngeactiveerd.!
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
34
Page 45 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 35
B240A03FC-GXT AIRBAGSYSTEEM Uw Hyundai is uitgerust met een
airbagsysteem. Dit is herkenbaar aan het opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde.
De airbags zijn aangebracht onder de
afdekking van het stootvlak in hetstuurwiel en de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. De airbag zorgt ervoor dat debestuurder en/of de voorpassagier bij een frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleenmet behulp van de veiligheid-sgordels mogelijk is.
o Tracht niet om onderhoud of
reparaties aan de veiligheid- sgordel met gordelspanner uit tevoeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en degenoemde waarschuwingen (niet tegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel metgordelspanner niet wijzigen, controleren, vervangen, onder- houd of reparaties uit voeren)niet worden opgevolgd, kan dit een onjuiste werking van gordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werking treden en ernstige verwondingenveroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers worden gebruikt.
B240B01TB
Airbageenheid voor bestuurderszijde
!
N.B.:
Lees de informatie t.a.v. de airbag op de stickers aan de achterzijdevan de zonneklep.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op de driepunt-sgordels van de bestuurder en de voorpassagier en niet als een vervanging hiervoor. Daarommoet tijdens het rijden ten allen tijde de veiligheidsgordel worden gedragen. De airbag treedt alleenin werking bij een frontale aanrijding met een dusdanige snelheid dat de kans opverwondingen groot is.
o De airbags treden alleen in werking bij een aanrijding onder een hoek die kleiner is dan 30°, gezien vanaf de lengteas van deauto. De airbags treden niet in werking bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij hetover de kop slaan van de auto.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
35
Page 46 of 217

1- 36 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240B02L
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in
het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens.
De airbageenheden bevinden zich in
o De airbags, vóór, worden niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of van achteren of bij het over de kop slaan. Bovendien worden ze niet geactiveerd bijfrontale botsingen die beneden de drempelwaarde liggen.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moetenalle inzittenden, inclusief de bestuurder, altijd de veiligh-eidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats is voorzien van een airbag.
HTB203
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaan B240B01FC-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alle omstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijdingonder een hoek ernstig genoeg is om de airbag in werking te laten treden.
B240B01L
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
36
Page 47 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 37
het midden van het stuurwiel en achter de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontale aanrijding van een bepaalde krachtregistreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
B240B03LHTB204
Bij het in werking treden doorbreekt
de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledigopgeblazen.
Een volledig opgeblazen airbag in
combinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartsebeweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor de kans op verwondingen aan het hoofdof het bovenlichaam wordt vermi- nderd. Airbag voor passagierszijde
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hijonmiddellijk weer beginnen met leeglopen, zodat de bestuurder weernaar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
B240B05L
LET OP:
Plaats geen voorwerpen (bekerh-
ouder, cassettehouder, stickers, etc.) op het dashboardpaneel bovenhet dashboardkastje bij auto's met passagiersairbag.
Deze voorwerpen kunnen gevaar
opleveren en letsel veroorzaken als ze worden weggeslingerd bijactivering van de passagiers-airbag.
!
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
37
Page 48 of 217

1- 38 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
o Het airbagsysteem werkt alleen met het contactslot in de stand"ON". Als de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu brandt wanneer de motor is gestart, ofgaat branden tijdens het rijden, is er een storing in het airbagsysteem. Laat dit zo snelmogelijk controleren door een Hyundai dealer.
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd.!o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON'' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat de onderhou-dsindicatie branden.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
38
Page 49 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 39
B990A01TB-GXT AAN/UIT-schakelaar voor passagiersairbag (Indien gemonteerd)
B990A01TB
De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld met de AAN/UIT- schakelaar (1) voor depassagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst of als er niemand op de passagiersstoelzit.Voor de veiligheid van uw kind moetde passagiersairbag worden uitgeschakeld, als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig isom een kinderzitje, waarin het kind naar achteren kijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de ON/OFF-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet de schakelaar in de stand "OFF". Delamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat de passagiersairbag weer wordtingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de hoofdsleutel in de AAN/UIT- schakelaar en zet de schakelaar inde stand "ON". De lamp "passagiersairbag OFF" dooft.
(1)
B240C01NFN.B.:
o Als de schakelaar van de
passagiersairbag in de stand "ON" staat, dan wordt de passagiersairbag geactiveerd en mag beslist geen kinderzitjewaarin het kind naar achteren kijkt op de passagiersstoel aanwezig zijn.
o Als de schakelaar van de passagiersairbag in de stand"OFF" staat, dan wordt de passagiersairbag niet geactiveerd en mag een kinderzitje waarinhet kind naar achteren kijkt op de juiste wijze op de passagiersstoel wordengeplaatst.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
39
Page 50 of 217

1- 40 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
!
LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden.Als de lamp "passagiersairbagOFF" niet gaat branden, dan schakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem)de passagiersairbag in en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ookals de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, hetgordelspannersysteem en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren.
o Als de airbaglamp niet gaat branden als het contactslot in destand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaarvoor de passagiersairbag, de gordelspanners en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
WAARSCHUWING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag alleen uit bij uitgeschakeld contactslot. Als dit niet gebeurtkan een storing ontstaan in de SRSCM. Hierdoor is het mogelijk dat de bestuurders- en/ofpassagiersairbag en/of de zij- airbags niet of niet juist ontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achterenkijkt op de passagiersstoel. Theinfant or child could be severely injured or killed by an airbag deployment in case of an acci-dent.o Plaats geen kinderzitje waarin het
kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al is uw auto voorzien van een AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag. Een dergelijk kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst.Kinderen die te groot zijn om gebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op deachterbank plaatsnemen en gebruik maken van de beschikbare heup- of 3-puntsgordels. Aan kinderen wordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden alsze zich in een goedgekeurde veiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de
passagiersairbag in, zodra hetniet meer nodig is dat de airbag is uitgeschakeld.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
40