Hyundai Getz 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Getz, Model: Hyundai Getz 2007Pages: 217, PDF Size: 7.52 MB
Page 11 of 217
1. BIJZONDERHEDEN VANUW HYUNDAI
BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN ................................................................ 1-2
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI .................................................. 1-4
STARTBLOKKERING ................................................................................. 1-4
PORTIERSLOTEN(DIEFSTALBEVEILIGINGSINSTALLATIE) ................... 1-6
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN ................. .........................1-12
STOELINSTELLING ................................................................................. 1-13
3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL ............................................................ 1-23
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN ............... ...........................1-26
AIRBAGSYSTEEM ................................................................................... 1-35
INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN ..............................1-44
TRIPCOMPUTER ..................................................................................... 1-57
MULTISCHAKELAAR (RICHTINGAANWIJZERS, GROOT EN DIMLICHT) ................................ 1-59
RUITEWNISSER-/SPROEIERSCHAKELAAR .. ........................................1-61
SCHUIFDAK ............................................................................................. 1-67
BUITENSPIEGELS OMKLAPPEN ........................................................... 1-73
ONTGRENDELING MOTORKAP ............................................................. 1-74
GEBRUIK VAN DE KOFFERRUIMTE ..................................................... 1-78
TOETS AUDIO-AFSTANDSBEDIENING ..................................................1-83
BEDIENING VERWARMING EN KOELING ............................................1-84
STEREO GELUIDSINSTA LLATIE ............................................................ 1-93
ANTENNE ................................................................................................ 1-98
1
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
1
Page 12 of 217
1- 2 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
B010A03O-GXT BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN Tank uitsluitend loodvrije ben-
zine
Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine met een octaangetal (RON) hoger dan 95/AKI (Anti Knock Index) hoger dan91 te tanken. U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90,maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden. Het tanken van loodhoudende ben- zine heeft een onherstelbarebeschadiging van de katalysator en een onvold-oende werking van het emissiereg-elsysteem tot gevolg. Dieselmotor Dieselbrandstof Gebruik voor de dieselmotor alleen bij
het bemzinestation verkrijgbare dieselbrandstof die aan de EN 590- norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”). Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brandstoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en hetbrandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/ofbrandstoftoevoegingen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof
voor uw auto moet 52 - 54 zijn. Als ertwee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de temperatuur wordengekozen voor zomer- of winterdiesel. o Boven -5°C (23°F) ......................
Zomerdiesel
o Beneden -5°C (23°F) ..................
Winterdiesel
Houd het brandstofpeil zorgvuldig in
de gaten: als de motor afslaat bijgebrek aan brandstof, moet het com- plete brandstofsysteem worden ontlucht alvorens de motor opnieuwgestart kan worden.
B010A02TB
ALLEEN LOOD-
VRIJE BENZINE Bovendien kan dit hoge onderh-
oudskosten met zich meebrengen.
Om vergissingen bij het tanken te
voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in devulopening van uw Hyundai.
LET OP:
o Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftankterechtkomt. Als dat wel het geval is, moet de brandstoftank worden afgetapt en moet hetbrandstofsysteem worden ontlucht om schade aan de brandstofpomp en de motor te voorkomen.
o In de winter mag, om afslaan
van de motor door vlokken vande brandstof te voorkomen, pe- troleum aan de brandstof worden toegevoegd als de temperatuurdaalt tot lager dan -10°C (14°F). Gebruik nooit meer dan 20% petroleum.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
2
Page 13 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 3
B010F01A-AXT Rijden in het buitenland Overtuig u voor het maken van buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof verkrijg- baar.
B010D01S-AXT Gebruik geen methanol Benzine die methanol bevat mag niet worden gebruikt voor uw Hyundai.Deze benzine kan een vermindering van de motorprestaties tot gevolg hebben en onderdelen van hetbrandstofsysteem beschadigen. B010E01A-AXT BENZINE VOOR EEN LAGERE BELASTING VAN HET MILIEU Hyundai raadt het gebruik aan van benzine met detergerende toevoe- gingen, waardoor aanslag in de motor wordt voorkomen. Door gebruik vandeze benzine wordt het milieu minder belast. Deze benzine houdt de motor schoner, waardoor de werking van hetuitlaatgasreg-elsysteem wordt verbeterd.
LET OP:
Het gebruik van methanol ofbrandstoffen die methanol bevatten kan tot schade aan hetbrandstofsysteem en een vermin- dering van de motorprestaties leiden; dit valt niet altijd onder degarantie.
!
B010B01A-AXT Gasohol Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai. Als echter problemen optreden in dewerking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzine aangeraden. Brandstoffen met eenonbekende hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogen niet worden gebruikt.
Biodiesel Indien uw auto aan de EN 14214-
norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare biodieselmengsels met niet meer dan 5% biodiesel, algemeen bekend als “B5-biodiesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van koolzaadmethylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een die- sel/biodieselmengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
! LET OP:
o Gebruik nooit brandstof, diesel of B5-biodiesel, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
o Gebruik nooit brandstoftoevoegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
3
Page 14 of 217
1- 4 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B880A01A-GXT STARTBLOKKERING De startblokkering is een anti-
diefstalvoorziening en is ontworpen om diefstal van de wagen tegen te gaan en te vertragen.
B880B05A-GXT Sleutels
B020B01FC-GXTINRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI Gedurende de eerste 1000 km(Dieselmotor) Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange levens-duur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelen gedurendede eerste 1000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
o Houd tijdens het rijden het motortoerental (omwentelingen per minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van
de maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te voorkomen dat de motor overmatigwordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met katalysator niet langer dan 3 minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km niet met een caravan of aanhanger.
OTB028002
Alle sloten van de auto kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend. Omdat de portieren zonder sleutelkunnen worden vergrendeld, moet worden voorkomen dat de sleutel in de auto wordt gelaten als de portierenworden vergrendeld.
SB020A1-FX INRIJDEN VAN UW NIEUWE
HYUNDAI
Gedurende de eerste (Benzinemotor) Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange leven- sduur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelengedurende de eerste 2000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/h.
o Houd het motortoerental tijdens het rijden tussen 2000 en 4000/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te voorkomen dat de motor overmatig wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met katalysator niet langer dan 3minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
4
Page 15 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 5
B880C02A-GXT Sleutelnummers Het nummer van de autosleutels staat
vermeld op een metalen strip die bij de aflevering van de auto aan de sleutels is bevestigd.
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaatsworden bewaard, voor het geval nieuwe sleutels nodig zijn. Nieuwe sleutelskunnen bij elke Hyundai dealer worden besteld; hierbij moet het betreffende sleutelnummer worden vermeld. Voor de veiligheid moet de metalen
strip met het sleutelnummer van desleutelring worden verwijderd, nadat de nieuwe auto aan u is afgeleverd. Bovendien kan de Hyundai dealer omveiligheidsredenen geen sleutel- nummers verstrekken. B880D02A-GXT Noodstartprocedure Als bij het aanzetten van het contact de controlelamp van de startblo- kkering gedurende vijf seconden knippert, is er een storing in destartblokkering. Om de motor te starten moet een noodprocedure m.b.v. de contactsleutel wordenuitgevoerd.Hierna volgt de beschrijving van deprocedure om de motor in noodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
Indien u extra sleutels nodig heeft of als sleutels zijn verloren, kan uw Hyundai dealer nieuwe sleutelsmaken.
OTB028003
HNF2011
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of de motor worden gestart.
! LET OP:
o Zorg ervoor dat er geen andere sleutels in de buurt zijn waarmee de startblokkering kan wordenopgeheven als de motor wordt gestart. Het is mogelijk dat de motor in dat geval niet start ofonmiddellijk na het starten afslaat. Zorg ervoor dat de sleutels apart worden bewaard na ontvangst van de nieuwe auto, zodatstoringen worden voorkomen.
o Houd geen metalen voorwerpen in de buurt van de sleutel of hetcontactslot.Deze metalen voorwerpen kunnenhet signaal van de transponder storen, waardoor de motor niet kan worden gestart.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
5
Page 16 of 217
1- 6 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
B040A02Y-AXT PORTIERSLOTEN
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij
m.b.v. de noodprocedure is gestart, kan de motor binnen 8 seconden zonder noodprocedure worden gestart.
5. Als de controlelamp van de
startblokkering gedurende vijf seconden knippert, moet de noodprocedure vanaf het beginworden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik
is gemaakt, moet zo snel mogelijk uwHyundai dealer worden geraad-pleegd.
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een poging tot het uitvoeren van denoodprocedure is mislukt, moet één uur worden gewacht voor- dat opnieuw de noodprocedurekan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure de motor niet kan worden gestart, moet de auto door een Hyundai dealer worden wegge-sleept. WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren kunnen gevaarlijk zijn.Controleer alvorens weg te rijden,vooral als zich kinderen in de wagen bevinden, of alle portieren goed zijn gesloten. Hierdoorwordt voorkomen dat de portieren tijdens het rijden abusievelijk worden geopend. Bovendien wordt op deze manier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligh-eidsgordels, voorkomen dat inzittenden in geval van een ongeluk naar buiten wordengeslingerd.
o Let er alvorens een portier te openen op dat geen verkeer van achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier automatisch ontgrendeld. (Indien gemonteerd)
!
N.B.: De noodcode wordt bij de aflevering van de auto aan u verstrekt.Raadpleeg uw Hyundai dealer als u niet over de noodcode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en vervolgens weer uitgezet ("OFF"); het aantal keren is afhankelijk van het codecijfer. De controlelamp vande startblokkering knippert mee met de bediening van het contactslot. Bijvoorbeeld: bedien het contact eenmaal voor het cijfer "1" en tweemaal voor "2", enz. Voor hetcijfer "0" moet het contactslot echter 10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de overige cijfers van de code, "1","2", "3".
4. Wanneer de vier codecijfers cor- rect zijn ingevoerd, zet dan hetcontact aan "ON" en controleer of de controlelamp van de startblokkering brandt. Vanaf ditmoment moet de motor binnen 30 seconden worden gestart. Na 30 seconden kan de motor niet meerworden gestart.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
6
Page 17 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 7
HTB056 HTB062
o Het portier wordt vergrendeld en ontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van dewagen te draaien en ontgrendelen door hem naar de achterzijde van de wagen te draaien. B040C01FC-GXT Portieren van buitenaf afsluiten De portieren kunnen zonder sleutel
worden vergrendeld. Druk hiertoe eerst de vergrende-
lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgens het portier. Het portier kan niet worden vergrendeld
als bij gesloten voorpor-tieren desleutel zich nog in het contactslot bevindt. Dit is normaal. (Indien gemonteerd)
B040B01A-AXT Portieren met behulp van sleutel afsluiten en openen
Ontgrendelen
Vergrendelen N.B.:
o Let er hierbij op dat de sleutel
niet in de wagen achterblijft.
o Verwijder om diefstal te voorkomen, altijd de conta- ctsleutel, sluit alle ruiten en vergrendel de portieren en de achterklep als de auto onbeh-eerd wordt achtergelaten.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
7
Page 18 of 217
1- 8 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B040E04A-AXT KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN (Alleen 5 portieren) Uw wagen is voorzien van kindersloten op de achterportieren.Bij ingeschakeld kinderslot kan hetportier niet van binnenuit worden geopend.Om de kinderslotfunctie in te schakelen, zodat het portier niet vanbinnenuit kan worden geopend, dehendel in de stand "
" zetten en het
portier sluiten. Beweeg de hendel in de stand "
"
om terug te keren naar normale deurbediening.Het portier kan van buitenaf met de handgreep aan de buitenzijde worden geopend. B040G02FC-GXTCentraal Vergrendelingssysteem
(Indien gemonteerd)
HTB212
HTB058
De portieren worden centraal vergrendeld door de vergrendel- ingsknop van het bestuurdersportier naar voren of naar achteren te drukken. Als het portier aan passagierszijde of de achterportieren zijn geopend terwijl de knop wordt ingedrukt, worden deze vergrendeld als ze worden gesloten.
B040D01FC-GXT Portieren van binnenuit afsluiten
Voor het afsluiten van de wagen van binnenuit is het voldoende het portierte sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hierna is het niet meer mogelijk het portiermet de binnen- of buitenhandgreep te openen. N.B.: Wanneer het portier is ontgr- endeld, zijn het rode merkteken en het woord "LOCK" op deschakelaar zichtbaar.
Ontgrendelen HTB057
Vergrendelen
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
8
Page 19 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 9
B070B01O-GXT Activeerfase Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hieronder beschreven.
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Zorg ervoor dat de motorkap en de achterklep gesloten zijn.
3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen correct zijn uitgevoerd knipperen de richtingaanwijzers eenmaal om aan tegeven dat het systeem is ingeschakeld. N.B.:
1) Indien een portier, de achterklep of de motorkap geopend blijft, wordt het systeem niet geacti- veerd.
2) In dit geval moet de installatie opnieuw worden geactiveerd,zoals hierboven wordt besch- reven.
B070A01A-GXT DIEFSTALBEVEIL IGINGSINSTALLATIE(Indien gemonteerd) Met deze installatie wordt het
binnendringen van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is deactiveerfase, de tweede de alarmfase en de derde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat, wordt een sirene inwerking gesteld.
N.B.:
o Wanneer de schakelaar naar
achteren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld. Wanneer de schakelaar naar voren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklepvergrendeld.
o Wanneer het portier is ontgren- deld, zijn het rode merkteken enhet woord "LOCK" op de schakelaar zichtbaar.
o De centrale portiervergrendeling wordt bediend door de sleutel naar de voor- of achterzijde vande auto te draaien (met diefstalbeveiliging: bestuurders en passagiersportier, zonderdiefstalbeveiliging: alleen bestuurdersportier).
o Als de portieren meerdere keren snel achter elkaar worden ver- en ontgrendeld met de sleutel ofde slotschakelaar, dan is het mogelijk dat het systeem tijdelijk niet werkt. Hierdoor wordt hetcircuit beschermd en wordt beschadiging van componenten voorkomen.
B070B01TB
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
9
Page 20 of 217
1- 10 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B070D01TB-AXT Uitschakelfase Het systeem wordt op de volgende
wijze uitgeschakeld:
Het bestuurders- of passagiersportier
wordt ontgrendeld door het indrukken van de toets van de afstands- bediening.
Na het uitvoeren van de bovenge-
noemde handelingen knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat het systeem isuitgeschakeld. N.B.:
Nadat het systeem is uitgesch-
akeld, kan het alleen weer wordeningeschakeld door de inschakel- procedure opnieuw uit te voeren.
HTB202 LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met
de afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatie niet met de afstandsbediening wordenuitgeschakeld, ga dan als volgt te werk:
1. Ontgrendel het portier met de sleutel; hierdoor wordt het alarm geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het conta-
ctslot en draai de sleutel in destand 'ON'.
3. Wacht 30 seconden.
Nadat de bovenstaande handel-
ingen zijn uitgevoerd, wordt de alarminstallatie uitgeschakeld.
!
B070C01FC-GXT Alarmfase Het alarm gaat af indien zich bij
geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van de volgende omstandigheden voordoet:
1) Een voor- of achterportier wordt geopend zonder gebruik te maken van de afstandsbediening.
2) De achterklep kan zonder gebruik van de afstandsbediening worden geopend.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld
en de richtingaanwijzers knipperengedurende 27 seconden. Om hetsysteem uit te schakelen, moet een portier of de achterklep met de afstandsbediening worden ontgr-endeld.
! LET OP:
Activeer de installatie niet als zich
nog iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als de betreffende persoonde wagen verlaat.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
10