Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 151 of 710

Kenmerken van uw auto
52
4
Automatisch omkeren van
bewegingsrichting
Als tijdens het automatisch sluiten van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm een voorwerp of
lichaamsdeel gedetecteerd wordt, schuift
het dak automatisch een stukje terug enstopt het.
Het automatisch omkeren van de
bewegingsrichting vindt niet plaats als er
een klein obstakel tussen het glaspaneel
of het zonnescherm en de schuifdakrand
aanwezig is. Controleer voor het sluiten
of er geen voorwerpen of lichaamsdelen
door het schuif-/kanteldak naar buiten
zijn gestoken.
WAARSCHUWING
- Schuifdak
Zorg ervoor dat er geen hoofden, handen of andere lichaamsdelen bekneld kunnen raken als het
schuifdak gesloten wordt.
Steek tijdens het rijden geen armen, hoofd of andere
lichaamsdelen door de opening
van het schuifdak.
Zorg ervoor dat uw handen en hoofd zich op een veilige afstand
bevinden voordat u het schuifdaksluit.
Een panoramadak is gemaakt van glas en kan daarom bij een
ongeval breken. Als u geen
veiligheidsgordel draagt, kunt u
door het gebroken glas vliegen
en ernstig letsel oplopen. Maak
voor de veiligheid van alle
inzittenden gebruik van de juiste
bescherming (bijvoorbeeld
veiligheidsgordels, baby-
/kinderzitjes, enz.).OPMERKING
Verwijder van tijd tot tijd het vuil
dat zich heeft verzameld op de
geleiderail.
Wanneer u het schuifdak probeert te openen bij temperaturen onderhet vriespunt of als het dak is
bedekt met sneeuw of ijs, kan het glaspaneel of de motorbeschadigd raken.
OYF049215
Page 152 of 710

453
Kenmerken van uw auto
Resetten van het schuif- /kanteldak
Het schuifdak moet gereset worden als
(één van de volgende):
- De accu ontladen is of de accukabelszijn losgenomen, of als de
desbetreffende zekering is vervangen
of verwijderd.
- De one-touch bediening van het schuifdak niet goed werkt.
1. Zet het contact in stand ON.
2. Het sluiten van het zonnescherm en het schuif-/kanteldak als deze geheel geopend zijn.
3. Laat de hendel van het schuif- /kanteldak los.
4. Duw de hendel van het schuif- /kanteldak naar voren in de richting
van sluiten (ongeveer 10 seconden)
tot het schuif-/kanteldak iets beweegt.
Laat de hendel dan los. 5. Druk de de bedieningshendel van het
schuif-/kanteldak naar voren in de
richting sluiten totdat het schuif-
/kanteldak als volgt werkt:
Openschuiven van het zonneschermen het glaspaneel
Dichtschuiven
van het glaspaneel Sluiten van het
zonnescherm
Laat de hendel dan los.
Hierna is het schuif-/kanteldak gereset.
✽✽ AANWIJZING
Als het schuif-/kanteldak niet wordt
gereset, werkt het mogelijk niet goed.
Page 153 of 710

Kenmerken van uw auto
54
4
Elektronische stuurbekrachtiging
De stuurbekrachtiging reduceert de
benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van een elektromotor. Bij een
niet-draaiende motor of bij een defecte
stuurbekrachtiging blijft de auto
bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter.
De elektromotor die voor de
bekrachtiging zorgt, wordt geregeld dooreen module die de elektromotor
aanstuurt op basis van signalen over het
stuurkoppel en de rijsnelheid.
Het verdraaien van het stuurwiel wordt
zwaarder wanneer de rijsnelheid
toeneemt en lichter wanneer de snelheid
afneemt. Hierdoor heeft u een betere
controle over het stuurwiel.
Indien u merkt dat onder normale
omstandigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, weadviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.✽✽
AANWIJZING
De volgende symptomen kunnen zich
tijdens normaal gebruik voordoen:
Het waarschuwingslampje EPS brandt niet.
Het draaien aan het stuurwiel gaat zwaarder nadat het contact in stand
ON wordt gezet. Dit gebeurt als het
systeem de EPS-diagnose uitvoert. Als
de zelfdiagnose voltooid is, gaat het
draaien aan het stuur weer net zo licht
als anders.
Er kan een klikkend geluid hoorbaar
zijn van het EPS-relais na het in stand
ON of LOCK/OFF zetten van het
contact.
Het geluid van de elektromotor is
mogelijk hoorbaar als de auto stilstaat
of met lage snelheid rijdt.
De benodigde stuurkracht neemt toe als het stuurwiel voortdurend wordt
gedraaid wanneer de auto niet in
beweging is. Na een paar minuten
gaat het draaien aan het stuurwiel
weer net zo licht als anders.
(Vervolg)(Vervolg)
Als de elektrische stuurbekrachtiging
niet goed werkt, gaat het waar-
schuwingslampje op het instru-
mentenpaneel branden. Mogelijk
werkt het stuurwiel niet goed of kunt
u de controle verliezen. We adviseren
u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
Wanneer u in koude weersomstandig-
heden het stuurwiel verdraait, kan
een vreemd geluid te horen zijn.
Wanneer de temperatuur stijgt, zal
het geluid verdwijnen. Dit is een
normaal verschijnsel.
STUURWIEL
Page 154 of 710

455
Kenmerken van uw auto
Verstelbare stuurkolom
Een verstelbare stuurkolom maakt het mogelijk het stuurwiel af te stellen
voordat u gaat rijden. Daarnaast kunt u
het stuurwiel omhoog kantelen zodat uw
benen meer ruimte hebben bij het in- enuitstappen.
Het stuurwiel moet zo worden afgesteld
dat u een tijdens het rijden een
comfortabele positie achter het stuur
kunt vinden en tegelijkertijd een goed
zicht heeft op de waarschuwingslampjes
en meters/tellers in het instrumenten-paneel.Druk de vergrendeling (1) omlaag, zet
het stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
hoogte (3) en trek de vergrendeling weer
omhoog om het stuurwiel te blokkeren.
Stel het stuurwiel af voordat u gaat
rijden.Stuurwielverwarming
(indien van toepassing)
Door op de schakelaar voor de
stuurverwarming te drukken terwijl het
contact in de stand ON staat, wordt de
stuurverwarming ingeschakeld. Het
controlelampje in de schakelaar zal gaan
branden en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
stuurwielverwarming uit te schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar zal
uitgaan en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
WAARSCHUWING
Stel het stuurwiel nooit af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt
u de macht over het stuur
verliezen waardoor ongevallen en
letsel veroorzaakt kunnen
worden.
Controleer na het afstellen of het stuurwiel goed vastzit.
ODM042036
ODM042342
Page 155 of 710

Kenmerken van uw auto
56
4
✽✽
AANWIJZING
De stuurwielverwarming zal ongeveer
30 minuten na het inschakelen
automatisch uitschakelen.Claxon
Om te claxonneren, drukt u op het claxonsymbool op het stuurwiel.
Controleer regelmatig de werking van de claxon.
✽✽ AANWIJZING
Om te claxonneren, drukt u het gedeelte
van het stuurwiel bij het claxonsymbool
(zie afbeelding). De claxon wordt alleen
bediend wanneer op dit gedeelte wordt
gedrukt.
OPMERKING
Plaats geen stuurwielknoppen om het stuurwiel te bedienen. Anders kan het stuurwiel
-verwarmingssysteem beschadigdraken.
OPMERKING
Om de claxon te bedienen hoeft u niet op het claxongedeelte te slaan.
Druk het claxongedeelte niet in met een scherp voorwerp.
ODM042038
Page 156 of 710

457
Kenmerken van uw auto
Flex-stuurwiel
(indien van toepassing)
Het flex-stuurwiel regelt de stuurkracht
afhankelijk van de voorkeur van de
bestuurder of de rijomstandigheden.
U kunt de gewenste stuurmodus
selecteren door de stuurmodustoets in te
drukken.Wanneer de stuurmodustoets wordt
ingedrukt, verschijnt de geselecteerde
stuurmodus op het LCD-display.
Als de stuurmodustoets binnen 4
seconden opnieuw wordt ingedrukt,
verandert de stuurmodus zoals
aangegeven in bovenstaandeafbeeldingen.
Als de stuurmodustoets niet binnen
ongeveer 4 seconden opnieuw wordt
ingedrukt, keert het LCD-display terug
naar het vorige scherm.
ODM042039
■
Type A
■ Type B
ODMEDR2139HO
■
Type C
ODM042040
ODM042044
Page 157 of 710

Kenmerken van uw auto
58
4
Normale modus
De normale modus biedt een middel-matige stuurbekrachtiging.
Comfortmodus
In de comfortmodus wordt de benodigde
stuurkracht lager.
Sportmodus
De benodigde stuurkracht wordt hoger.
ODM042045/ODMEDR2136HO
■
Type A
■ Type B
ODM042041■Type C
ODM042046/ODMEDR2137HO
■
Type A
■ Type B
ODM042042■Type C
ODM042047/ODMEDR2138HO
■
Type A
■ Type B
ODM042043■Type C
Page 158 of 710

459
Kenmerken van uw auto
OPMERKING
Voor uw veiligheid zal deweergave op het LCD-display wel
veranderen, maar zal debenodigde stuurkracht nietmeteen veranderen wanneer u tijdens het draaien aan het stuur
op de stuurmodustoets drukt. Nahet draaien aan het stuur zal de benodigde stuurkracht automa-
tisch overeenkomstig degeselecteerd modus wordengewijzigd.
Wees voorzichtig bij het wijzigen van de stuurmodus tijdens het
rijden.
Wanneer de elektrische stuurbekrachtiging niet goedwerkt, zal ook het flex-stuurwiel niet werken.
Page 159 of 710

Kenmerken van uw auto
60
4
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.Binnenspiegel met dag-/nachtstand
(indien van toepassing)
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding door
de koplampen van achteropkomend
verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in de spiegel in de nachtstand minder duidelijk
is dan in de dagstand.
SPIEGELS
WAARSCHUWING
- Zicht naar achteren
Zorg er indien mogelijk voor dat het
uitzicht door de achterruit niet
belemmerd wordt.
WAARSCHUWING
Probeer de achteruitkijkspiegel niet
te verstellen tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de controle over de
auto verliezen waardoor een
ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel.
Hierdoor kan tijdens een ongeval of
bij het activeren van de airbagletsel ontstaan.
ODM042048Dagstand
Nachtstand
Page 160 of 710

461
Kenmerken van uw auto
Elektrochromatische binnenspiegel(ECM - Electric chromic mirror)(indien van toepassing)
De elektrochromatische binnenspiegel
voorkomt automatisch verblinding door
achteropkomend verkeer. De sensor in
de spiegel registreert de lichtinval en
absorbeert de weerspiegelingen van de
koplampen van achteropkomende auto's.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd.
Als de selectiehendel in de R (achteruit)
stand wordt gezet, wordt debinnenspiegel in de helderste stand
gezet om het uitzicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.
Bedienen van elektrische binnenspiegel:
Druk op de aan/uit-knop (1) om deautomatische dimfunctie in te
schakelen. Het spiegelcontrolelampje
zal gaan branden. Druk op de aan/uit-knop (1) om de automatische
dimfunctie uit te schakelen. Hetspiegelcontrolelampje dooft.
De standaardinstelling voor de binnenspiegel is AAN als het contact instand ON staat.
Elektrochromatische binnenspiegel
(ECM - Electric chromic mirror) met kompas
1. Lichtsensor
2. Controlelampje systeemstatus (LED)
3. Toets ECM aan/uit
4. Toets kompas
5. Weergavegedeelte
Als de functie automatisch dimmen van
de binnenspiegel is ingeschakeld met de
toets ECM aan/uit, wordt het spiegelglas,
afhankelijk van de hoeveelheid licht die
op het spiegelglas valt, automatisch
verduisterd. Als de toets ECM aan/uit
nogmaals wordt ingedrukt, wordt deze
functie uitgeschakeld.
OMD040032
OMD042122L
■ Type A
■Type B
Achteruitrijscherm
Controlelampje Sensor
Controlelampje
ODMECO2003
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje ofvergelijkbaar materiaal dat vochtig
is gemaakt met glasreiniger. Spuitniet direct glasreiniger op de spiegel. Hierdoor kan erglasreiniger in de spiegel komen.