Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 111 of 710

Kenmerken van uw auto
12
4
OPMERKING
De afstandsbediening of Smart
Key is ontworpen voor jarenlang
probleemloos gebruik. Doorvocht of statische elektriciteit kande afstandsbediening echter defect raken. Bij vragen over het
gebruik van deafstandsbediening of over het vervangen van de batterij,
adviseren we u contact op tenemen met een officiëleHYUNDAI-dealer.
Door het gebruik van een verkeerde batterij kan de
afstandsbediening of Smart Key niet goed werken. Gebruik altijdde juiste batterij.
Laat de afstandsbediening of Smart Key om beschadiging te
voorkomen niet vallen en stelhem niet bloot aan vocht, hitte ofzonlicht.
OPMERKING
Een onjuist afgevoerde batterij kanschadelijk zijn voor het milieu en
voor uw gezondheid.
Zorg ervoor dat de batterij volgensde wettelijke voorschriften wordtafgevoerd.
Page 112 of 710

413
Kenmerken van uw auto
Werking van de Smart Key
1. Portieren vergrendelen
2. Portieren ontgrendelen
3. Achterklep openenMet de Smart Key kunt u de portieren en
achterklep ver- en ontgrendelen en zelfs
de motor starten zonder dat u de sleutel
ergens in hoeft te steken. De toetsen op
de Smart Key werken hetzelfde als die
van de afstandsbediening. Raadpleeg
"Portiervergrendeling met afstands
-bediening" in dit hoofdstuk.
Wanneer u de Smart Key bij u hebt, kunt
u de portieren (en de achterklep)
vergrendelen en ontgrendelen. U kunt
ook de motor starten. Meer informatie
hierover vindt u in de volgende
paragraaf.
SMART KEY (STATIONWAGON) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM042006
ODMECO3030
Page 113 of 710

Kenmerken van uw auto
14
4
Vergrendelen
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u
heeft.
2. Sluit alle portieren.
3. Druk op de toets van de portiergreep aan de buitenzijde.
4. De alarmknipperlichten zullen één keer knipperen. (De motorkap en
achterklep dienen gesloten te zijn.)
5. Controleer of de portieren gesloten zijn door aan de portiergreep aan de
buitenzijde trekken.
✽✽AANWIJZING
De toets werkt alleen als de Smart Key zich binnen een afstand van 0,7 m van
de portiergrepen aan de buitenzijde
bevindt.
Als u op de toets in de portiergreep
aan de buitenzijde drukt, zullen in de
onderstaande gevallen de portieren
niet worden vergrendeld en zal de
waarschuwingszoemer 3 seconden
klinken:
- De Smart Key bevindt zich in deauto.
- De startknop staat in de stand ACC
of ON.
- Een portier of de achterklep
geopend wordt.
Ontgrendelen
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u heeft.
2. Druk op de toets van de portiergreep aan de buitenzijde van het voorportier.
3. Alle portieren zullen ontgrendelen en de alarmknipperlichten zullen twee
keer knipperen.
✽✽AANWIJZING
De toets werkt alleen als de Smart Key zich binnen een afstand van 0,7 m van
de portiergrepen aan de buitenzijde
bevindt.
Als de Smart Key zich binnen 0,7 m van de portiergrepen aan de
buitenzijde bevindt, kunnen ook
andere personen de portieren openen.
Na het ontgrendelen van alle portieren worden ze automatisch
vergrendeld als niet een van de
portieren geopend wordt.
Ontgrendelen van de achterklep
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u heeft.
2. Druk de schakelaar op de handgreep van de achterklep in.
3. De achterklep zal worden ontgrendeld.
✽✽AANWIJZING
Als de achterklep eenmaal geopend en gesloten wordt, zal hij automatisch
vergrendeld worden.
De toets werkt alleen als de Smart Key
zich binnen een afstand van 0,7 m van
de handgreep op de achterklep
bevindt.
Page 114 of 710

415
Kenmerken van uw auto
Voorzorgsmaatregelen voor de
Smart Key
✽✽AANWIJZING
Als u de Smart Key verliest, kunt u de motor niet starten. Voor het indien
nodig wegslepen van uw auto
adviseren we u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer.
Er kunnen per auto maximaal 2
Smart Keys worden geregistreerd. Als
u een Smart Key verloren bent,
adviseren we u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer.
Onder de volgende omstandigheden
werkt de Smart Key niet:
- Als de Smart Key zich in de buurtvan een andere zender (bijvoorbeeld
van een radiostation of een
luchthaven) bevindt, waardoor de
normale werking van de Smart Key
verstoord wordt.
- De Smart Key bevindt zich in de
buurt van een radio met zend- en
ontvangstinstallatie of een mobiele
telefoon. (Vervolg)(Vervolg)
- Dicht bij uw auto wordt de SmartKey van een andere auto gebruikt.Vergrendel en ontgrendel de
portieren met de contactsleutel
wanneer de Smart Key niet correct
werkt. Als u een probleem hebt met
de Smart Key, adviseren we u
contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
Wanneer de Smart Key zich erg dicht bij uw mobiele telefoon of smartphone
bevindt, kan het signaal van de Smart
Key worden verstoord door het
gebruik van uw mobiele telefoon of
smartphone. Dit geldt met name
tijdens het voeren van een
telefoongesprek, het ontvangen van
een oproep, het versturen van sms-
berichten en/of het versturen en
ontvangen van e-mailberichten.
Bewaar de Smart Key daarom niet in
dezelfde broek- of jaszak als uw
mobiele telefoon of smartphone; zorg
dat er voldoende afstand is tussen
beide apparaten.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de Smart Key niet
nat wordt. Beschadiging van de
Smart Key door water of andere vloeistoffen, valt niet onder defabrieksgarantie.
OPMERKING
Houd de Smart Key uit de buurt vanelektromagnetische materialen diede elektromagnetische golven naar
de sleutel tegenhouden.
Page 115 of 710

Kenmerken van uw auto
16
4
Vergrendeling/ontgrendeling van
de portieren in een noodsituatie
Als de Smart Key niet normaal werkt,
kunnen de portieren met de mecha-
nische sleutel vergrendeld of
ontgrendeld worden. 1. Houd de sleutelontgrendelknop (1)
ingedrukt en verwijder de mecha-nische sleutel (2).
2. Steek de sleutel in de opening in de buitenportiergreep. Draai de sleutel in
de richting van de achterzijde van de
auto om het portier te ontgrendelen en
in de richting van de voorzijde om het
portier te vergrendelen.
3. Om de sleutel terug te plaatsen moet de sleutel in de opening worden
gestoken tot een klikgeluid hoorbaar
is.
ODMECO2029
Page 116 of 710

417
Kenmerken van uw auto
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem is een sticker
aangebracht met de volgende tekst:
1. WARNING (WAARSCHUWING)
2. SECURITY SYSTEM(VEILIGHEIDSSYSTEEM) Dit systeem is ontworpen om inbraak in
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten. Alarm ingeschakeld
Met de Smart Key
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
beschreven is.
1. Zet de motor uit.
2. Controleer of alle portieren, de
motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
3. van de portiergreep aan de
buitenzijde van het voorportier in te
drukken met de Smart Key in uwbezit.
Na het voltooien van bovenstaandestappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
Als de achterklep of de motorkap
open is, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt hetantidiefstalsysteem niet
ingeschakeld.
Als hierna de achterklep en de
motorkap zijn gesloten, knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal.
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)Antidiefstal
systeem
ingescha
-keld
Alarm
geacti-veerd
Alarm
uitgescha-keld
OJC040170
Page 117 of 710

Kenmerken van uw auto
18
4
vergrendeltoets van de Smart Key te
drukken.
Na het voltooien van bovenstaandestappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap is geopend, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt hetantidiefstalsysteem niet
ingeschakeld. Als vervolgens alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn, zullen de
alarmknipperlichten eenmaalknipperen.Met de afstandsbediening
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
beschreven is.
1. Zet de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
2. Controleer of alle portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
3. Vergrendel de portieren door op de vergrendeltoets van de
afstandsbediening te drukken.
Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap is geopend, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt het
antidiefstalsysteem niet ingeschakeld.
Als vervolgens alle portieren, de
achterklep en de motorkap gesloten
zijn, zullen de alarmknipperlichteneenmaal knipperen.
Schakel het alarm pas in als alle
passagiers de auto verlaten hebben.
Als het alarm wordt ingeschakeldterwijl er nog iemand in de auto zit,
wordt het alarm geactiveerd als
diegene de auto verlaat. Als binnen
30 seconden na het inschakelen van
het alarm een portier, de achterklep
of de motorkap wordt geopend,
wordt het systeem uitgeschakeld
om onnodig activeren van het alarm
te voorkomen.
Page 118 of 710

419
Kenmerken van uw auto
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
Een van de voor- of achterportierenwordt geopend zonder de afstands
-bediening of Smart Key.
De achterklep wordt zonder de afstandsbediening of de Smart Key geopend.
De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt en de alarm
-knipperlichten knipperen gedurende 27
seconden, tenzij het systeem wordt
uitgeschakeld. Het alarm kan worden
uitgeschakeld door de portieren te
ontgrendelen met de afstandsbediening
of Smart Key. Alarm uitgeschakeld
Het systeem wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
Afstandsbediening
- De toets voor portier ontgrendelen
wordt ingedrukt.
- De motor wordt gestart.
- Het contact staat gedurende ten minste 30 seconden in stand ON.
Smart Key
- De toets voor portier ontgrendelenwordt ingedrukt.
- De toets van het voorportier wordt ingedrukt terwijl u de Smart Key bij u heeft.
- De motor wordt gestart.
- De toets ENGINE START/STOP staat in stand ON.
Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier (of
achterklep) wordt geopend, wordt het
alarm weer ingeschakeld.
✽✽ AANWIJZING
Zonder Smart Key-systeem Steek, als het systeem niet uitgescha-
keld is met de afstandsbediening. De
contactsleutel in contactslot en start
de motor. Daarna zal het alarm
worden uitgeschakeld.
Met Smart Key- Systeem
Steek, als het systeem niet uitgescha-
keld is met de Smart Key- Systeem
Open het portier met de mechanische
sleutel en start de motor als het
systeem niet is uitgeschakeld met de
Smart Key. Hierdoor wordt het
systeem uitgeschakeld.
Als u uw sleutels verloren bent,
adviseren we u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer.
OPMERKING
Breng geen wijzigingen aan in het
antidiefstalsysteem. Hierdoor kan
het systeem defect raken. Weadviseren u het systeem te laten repareren door een officiëleHYUNDAI-dealer.
Storingen veroorzaakt dooronjuiste afstelling of eigenhandigeaanpassingen van het antidiefstalsysteem vallen niet
onder de fabrieksgarantie.
Page 119 of 710

Kenmerken van uw auto
20
4
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Mechanische sleutel
Draai de sleutel richting de achterzijde
van de auto om te vergrendelen en
richting de voorzijde van de auto om te
ontgrendelen. Als het bestuurdersportier met de
sleutel wordt vergrendeld/ontgrendeld,
zal alleen het bestuurdersportier
vergrendeld/ontgrendeld worden.
Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om het portier teopenen.
Druk het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed dicht zitten.
Afstandsbediening/Smart Key
De portieren kunnen wordenvergrendeld en ontgrendeld met de
afstandsbediening of de Smart Key.
De portieren kunnen worden vergrendeld en ontgrendeld door de
toets van de portiergreep aan de
buitenzijde in te drukken terwijl u de
Smart Key bij u draagt. (auto's
uitgerust met Smart Key-systeem)
Nadat de portieren zijn ontgrendeld, kunnen ze worden geopend door aan
de portiergrepen te trekken.
Duw het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed gesloten worden.
SLOTEN
ODM042011
ODMECO2035
■
Type A
■Type B
Vergrendeld
Ontgrendelen
Vergrendeld
Ontgrendelen
Page 120 of 710

421
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portier-
mechanismen mogelijk niet door
bevriezingsverschijnselen.
Als het portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en
weer ontgrendeld, ofwel met de sleutel
ofwel met de schakelaar portier-
vergrendeling, zal de werking van het
systeem tijdelijk worden onderbroken
om beschadiging van de onderdelen te
voorkomen. Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
Met de vergrendelknop
Zet de vergrendelknop (1) in standONTGRENDELD om het portier te
ontgrendelen. Het rode merkteken (2)
op de knop zal zichtbaar worden.
Zet de vergrendelknop (1) in stand VERGRENDELD om het portier te
vergrendelen. Als het portier juist
vergrendeld is, zal het rode merkteken(2) op de knop niet zichtbaar zijn.
Trek aan de portiergreep (3) om het portier te openen. Als aan de binnenportiergreep van het
voorportier wordt getrokken terwijl de
vergrendelknop van het portier in de
stand VERGRENDELD staat, wordt
het portier ontgrendeld en kan het
geopend worden. (behalve Europa)
Als aan de binnenste portiergreep van een portier wordt getrokken terwijl de
vergrendelknop in de stand
VERGRENDELD staat, wordt het
portier ontgrendeld en kan het
geopend worden. (Europa)
De voorportieren kunnen niet worden vergrendeld als de sleutel in het
contact zit en een van de voorportieren
geopend is. (behalve Europa)
De portieren kunnen niet worden vergrendeld als de sleutel in het
contact zit en een portier geopend is.(Europa)
Als de Smart Key zich in de auto bevindt en een portier is geopend,
kunnen de portieren niet vergrendeld
worden.
WAARSCHUWING
Als u het portier niet goed sluit, kan het portier weer opengaan.
Wees voorzichtig bij het sluiten van het portier en let erop dat er
geen lichaamsdelen bekneldkunnen raken.ODM042013
Vergrendeld
Ontgrendelen