Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 481 of 710

513
Rijden met uw auto
Starten van de motor✽✽
AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme
(indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet op
een storing.Starten van de benzinemotor
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P. Trap het
rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets Engine Start/Stop in.
Hij dient gestart te worden zonder het
gaspedaal in te trappen.
5. Breng de motor niet op bedrijfstemperatuur door hem
stationair te laten draaien. Ga rijden
met gematigde motortoerentallen.
(Vermijd krachtig accelereren endecelereren.)
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, hetgaspedaal.
Start de auto niet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt. De
auto kan in beweging komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
Wacht totdat het motortoerental normaal is. De auto kan
plotseling in beweging komen als
het rempedaal wordt losgelatenbij een hoog toerental.
Page 482 of 710

Rijden met uw auto
14
5
Starten van de dieselmotor
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P. Trap het
rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
3. Druk de toets Engine Start/Stop in terwijl u het rempedaal ingetrapthoudt.
4. Houd het rempedaal ingetrapt totdat het controlelampje voorgloeien dooft.
(ongeveer 5 seconden)
5. De motor start wanneer het controle- lampje voorgloeien dooft.
✽✽
AANWIJZING
Als u de toets Engine Start/Stop
nogmaals indrukt terwijl de motor
voorgegloeid wordt, kan de motor
aanslaan.
Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1. Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware
motorbelasting dient de motor voor
het afzetten ongeveer 1 min stationair
te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet.
W-60
Controlelampje voorgloeien
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat
hij zwaar belast is geweest. Dit kan
zware schade veroorzaken aan de motor of de turbocompressor.
Page 483 of 710

515
Rijden met uw auto
Zelfs als de Smart Key zich in de autobevindt, maar op enige afstand van u, zal de motor mogelijk niet aanslaan.
Wanneer de toets Engine Start/Stop in stand ACC of daarboven staat,
controleert het systeem of de Smart
Key aanwezig is wanneer een van de
portieren geopend wordt. Als de Smart
Key zich niet in de auto bevindt, gaathet controlelampje “”
branden en
verschijnt op het instrumentenpaneel
en het LCD-display de melding "Smart
Key niet in auto" (of "Key not in
vehicle"). En wanneer alle portieren
gesloten worden, zal de zoemer 5
seconden klinken. Het controlelampje
of de waarschuwing dooft wanneer de
auto rijdt. Zorg dat u altijd de Smart
Key bij u hebt.
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet in
stand P te zetten wanneer de motor tijdens het rijden afslaat. Als de verkeersomstandigheden hettoelaten kunt u de selectiehendel in
stand N (vrijstand) zetten terwijl deauto nog rijdt en vervolgens de toets Engine Start/Stop indrukkenom te proberen de motor opnieuw
te starten.WAARSCHUWING
De motor zal alleen aanslaan
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen of anderen die niet
vertrouwd zijn met de auto nooit de
toets Engine Start/Stop of
aanverwante onderdelen aanraken.
Page 484 of 710

Rijden met uw auto
16
5
✽✽
AANWIJZING
Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de toets ENGINE
START/STOP direct met de Smart
Key in te drukken. De zijde met de
vergrendeltoets moet rechtstreeks de
toets ENGINE START/STOP
aanraken. Als u de Smart Key
rechtstreeks tegen de toets ENGINE
START/STOP houdt, moeten de
Smart Key en de toets ENGINE
START/STOP onder de juiste hoek
ten opzichte van elkaar staan. (Vervolg)(Vervolg)
Wanneer de remlichtzekering is
doorgebrand, kunt u de motor niet
normaal starten. Vervang de zekering
door een nieuwe. Als het niet mogelijk
is, kunt u de motor starten door de
toets Engine Start/Stop in stand ACC
10 seconden ingedrukt te houden. De
motor kan aanslaan zonder dat het
rempedaal ingetrapt wordt. Trap voor
uw eigen veiligheid echter altijd het
rempedaal in voordat u de motor
start.
OPMERKING
Druk de toets ENGINE
START/STOP nooit langer dan 10seconden in, behalve wanneer deremlichtzekering is doorgebrand.
Zet het contact niet in stand START terwijl de motor draait.Anders raakt de startmotormogelijk beschadigd.
ODM052007
Page 485 of 710

517
Rijden met uw auto
Bediening automatische transmissie De uiterst efficiënte automatische
transmissie heeft 6 versnellingen vooruit
en 1 versnelling achteruit. De
verschillende versnellingen worden
automatisch ingeschakeld, welke
versnellingen er beschikbaar zijn, is
afhankelijk van de stand van deselectiehendel.
✽✽
AANWIJZING
Het schakelen bij een nieuwe auto kan,
als de accukabels losgenomen zijn
geweest, de eerste paar keer wat
schokkerig verlopen. Dat is een normaal
verschijnsel en na een paar keer
schakelen zal de TCM (Transaxle
Control Module) of de PCM
(Powertrain Control Module) het
schakelgedrag aanpassen.
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM052011
++++((((OOOOppppsssscccchhhhaaaakkkkeeeelllleeeennnn))))
----((((TTTTeeeerrrruuuuggggsssscccchhhhaaaakkkkeeeelllleeeennnn))))
Daarna kunt u de selectiehendel in een andere stand zetten.
Druk de vergrendelknop in tijdens het schakelen.
Trap het rempedaal in en druk de knop in tijdens het schakelen.
Page 486 of 710

Rijden met uw auto
18
5
Trap voor een soepele en veilige
bediening het rempedaal in bij hetoverschakelen van stand N naar eenvooruitversnelling of de achteruit
-versnelling.
Standen selectiehendel
De schakelstandindicator in het
instrumentenpaneel geeft, als het
contact in stand ON staat, aan in welkestand de selectiehendel staat.
P (parkeren)
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat stand P
wordt ingeschakeld. In deze stand zijn de
transmissie en de voorwielen geblok
-keerd.
WAARSCHUWING
- Automatische transmissie
Controleer altijd de omgeving rond de auto op de aanwezigheid
van anderen, in het bijzonder
kinderen, alvorens u detransmissie in stand D (Drive) of
R (Reverse) zet.
Controleer altijd of stand P is ingeschakeld, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit
voordat u de auto verlaat. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
Rem op een glad wegdek niet snel af op de motor (schakelen vanuit
een hoge naar een lage
versnelling).
Anders kan de auto in een slip
raken en een ongeval veroorzaken.
OPMERKING
Geef, om schade aan de
transmissie te voorkomen, geen
gas wanneer stand R of een vande vooruitversnellingen isingeschakeld en het rempedaal ingetrapt is.
Houd de auto bij stilstaan op een helling nooit op zijn plaats doorgas te geven. Gebruik debedrijfsrem of de parkeerrem.
Schakel niet van stand N of P in stand D of R wanneer hetmotortoerental hoger is dan hetstationaire toerental.
Page 487 of 710

519
Rijden met uw auto
R (achteruit)
Gebruik deze stand om de auto achteruit
te rijden.
N (neutraal)
De wielen en de transmissie zijn niet
geblokkeerd. De auto zal zelfs op de
kleinste helling wegrollen tenzij de
parkeerrem wordt aangetrokken of het
rempedaal wordt ingetrapt.Stand D (drive)
Dit is de normale stand voor het rijden in
voorwaartse richting. De transmissie
schakelt automatisch tussen de 6
versnellingen vooruit voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik bij optimale
prestaties.
Trap voor extra vermogen tijdens
inhaalmanoeuvres of het beklimmen van
een steile helling het gaspedaal volledig
in (verder dan 80%) totdat een klikkend
geluid duidelijk maakt dat de kick-down
in werking is. Hierdoor zal de
automatische transmissie automatisch
de eerstvolgende lagere versnelling
kiezen.
✽✽
AANWIJZING
Laat de auto helemaal tot stilstand komen alvorens de selectiehendel in of
stand D te zetten.
Een klikkend geluid van het kick-
downmechanisme bij het geheel
intrappen van het gaspedaal is
normaal.
OPMERKING
De transmissie kan beschadigd
raken wanneer u stand P tijdens het
rijden inschakelt.
OPMERKING
Laat de auto helemaal tot stilstandkomen alvorens de selectiehendelin of uit stand R te zetten. Anderszou de transmissie kunnen
beschadigen, behalve onder de omstandigheden uitgelegd onder“Op eigen kracht lostrekken van de
auto” in dit hoofdstuk.
WAARSCHUWING
Wanneer stand P tijdens het rijden wordt ingeschakeld,
blokkeren de aangedreven wielen
en raakt u de controle over deauto kwijt.
Gebruik stand P niet in plaats van de parkeerrem. Zorg er altijd voordat de selectiehendel in stand Pstaat en dat de parkeerrem is
geactiveerd.
Laat een kind nooit zonder toezicht achter in de auto.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de selectiehendel in stand N (neutraal). Het afremmen op de motor werkt
dan niet, wat kan leiden tot een
ongeval.
Page 488 of 710

Rijden met uw auto
20
5
Sportstand
De sportstand kan vanuit stilstand of
tijdens het rijden worden ingeschakeld
door de selectiehendel vanuit stand D
(Drive) naar rechts te bewegen. Druk de
selectiehendel terug naar links om stand
D (Drive) weer in te schakelen.
In de sportstand verloopt het
overschakelen tussen de versnellingen
eenvoudig en snel door de
selectiehendel naar voren en naar
achteren te bewegen. Opschakelen (+) :
Druk de selectiehendel één keer naarvoren om één versnelling op te
schakelen.
Terugschakelen (-): Trek de selectiehendel één keer naar
achteren om één versnelling terug te
schakelen.
✽✽
AANWIJZING
In de sportstand moet de bestuurder zelf opschakelen overeenkomstig de
rijomstandigheden en ervoor zorgen
dat het motortoerental beneden het
rode gebied blijft.
In de sportstand kunnen alleen de zes (6) versnellingen vooruit gekozen
worden. Zet de selectiehendel in stand
R of P om de auto respectievelijk
achteruit te rijden of te blokkeren bij
het parkeren.
In de sportstand wordt automatisch teruggeschakeld wanneer de auto
snelheid mindert. Als de auto tot
stilstand komt, wordt automatisch de
eerste versnelling ingeschakeld. (Vervolg)(Vervolg)
Als in de sportstand het
motortoerental in het rode gebied
raakt, schakelt de transmissie
automatisch op.
Om de voorgeschreven prestaties en veiligheid te waarborgen, wordt er
soms niet geschakeld wanneer de
selectiehendel wordt bediend.
Druk de selectiehendel naar voren (+) bij het wegrijden op een glad wegdek.
Hierdoor schakelt de transmissie naar
de 2e versnelling, die beter geschikt is
voor het soepel wegrijden op een
gladde ondergrond. Trek de
selectiehendel naar achteren (-) om de
eerste versnelling weer in te
schakelen.
ODM052013
SSSSppppoooorrrrttttssssttttaaaannnndddd
++++((((OOOOppppsssscccchhhhaaaakkkkeeeelllleeeennnn))))
----((((TTTTeeeerrrruuuuggggsssscccchhhhaaaakkkkeeeelllleeeennnn))))
Page 489 of 710

521
Rijden met uw auto
Schakelblokkeersysteem
De automatische transmissie heeft een
schakelblokkeersysteem dat voorkomtdat de selectiehendel uit de stand P of N
in stand R kan worden gezet zonder dat
het rempedaal is ingetrapt.
In stand R zetten van de automatische
transmissie uit stand P of N:
1. Houd het rempedaal ingetrapt.
2. Start de motor of zet het contact instand ON.
3. Verzet de selectiehendel.
Als het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt en losgelaten met de
selectiehendel in de stand P, kan een
ratelend geluid bij de selectiehendel
worden gehoord. Dit is een normaal
verschijnsel.
Uitschakelen van schakelblokkeersysteem
Als de selectiehendel niet vanuit stand P
of N in een stand R kan worden gezet
met het rempedaal ingetrapt, voer dan de
volgende handelingen uit:Type A
1. Druk op de ontgrendelknop van de
schakelblokkering.
2. Verzet de selectiehendel.
3. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Type B
1. Verwijder voorzichtig het afdekkapje (1) van de opening voor het
uitschakelen van de
schakelblokkering.
2. Steek een schroevendraaier in de opening en druk de schroevendraaiernaar beneden.
3. Verzet de selectiehendel.
4. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Sleutelblokkeersysteem
(indien van toepassing) De sleutel kan alleen uit het contact
worden genomen als de selectiehendelin stand P staat.
WAARSCHUWING
Houd tijdens het in een andere
stand dan stand P zetten van deselectiehendel altijd het rempedaal
ingetrapt om te voorkomen dat de
auto zich onbedoeld in beweging
zet, waardoor mensen die zich in de
buurt van de auto bevinden letselop zouden kunnen lopen.
ODM052012
ODM053014
■ Type A
■Type B
Page 490 of 710

Rijden met uw auto
22
5
Goede rijgewoonten
Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als
de selectiehendel van stand P of N in
een andere stand wordt gezet.
Zet de selectiehendel nooit in stand P als de auto nog niet volledig tot
stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand R
of D wordt ingeschakeld.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk. Laat de auto bij het rijden
altijd in een versnelling staan.
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen oververhit raken
en dienst gaan weigeren. Schakel in
plaats daarvan bij het afrijden van een
lange helling terug naar een lagere
versnelling. Hierdoor remt de auto af
op de motor.
Vertraag de snelheid voordat u terugschakelt. Anders kan de lagere
versnelling misschien niet worden
ingeschakeld. Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw
niet uitsluitend op stand P van de
transmissie om de auto op zijn plaatste houden.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde ondergrond. Let in dat
geval vooral op bij het remmen,
gasgeven en schakelen. Op een glad
wegdek kan een abrupte
snelheidsverandering leiden tot verlies
van grip van de aangedreven wielen,
waardoor u de controle over uw auto
kunt verliezen.
Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik moethet gaspedaal met een gelijkmatige
beweging worden ingetrapt en wordenlosgelaten.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel! Bij een aanrijding lopen inzittenden die hun veiligheids
-gordel niet dragen een veel
grotere kans op ernstig letsel daninzittenden die hun veiligheids
-gordel wel dragen.
Pas uw snelheid aan voordat u een bocht aansnijdt of gaat keren.
Maak geen plotselinge stuur
-bewegingen bij het wisselen van
rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over
het stuur verliest, is veel groter
bij hogere snelheden.
Meestal verliest de bestuurder de macht over de auto wanneer twee
of meer wielen van de weg raken
en de bestuurder het stuuromgooit om de auto weer de wegop te sturen.
Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder
in plaats daarvan snelheid
voordat u de auto terug de weg
op stuurt.
Houd u altijd aan de snelheids
-limieten.