Lader Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 27 of 566

H20
Normale laadprocedure
Het werkelijke uiterlijk en de
laadmethode van de lader kunnen
verschillen, afhankelijk van de
fabrikant van de lader.
Aansluiten van normale lader
1. Trap het rempedaal in en activeerde parkeerrem.
2. Zet alle schakelaars UIT, zet de transmissie in stand P (parkeren)
en zet de auto UIT.
Als de laadprocedure gestart
wordt zonder dat de transmissie in
stand P (parkeren) staat, begint
het laden nadat de transmissie
automatisch in stand P (parkeren)
is gezet. 3. Druk op de schakelaar ( ) om de
klep van de laadaansluiting te
openen. De schakelaar voor het
openen van de klep van de
laadaansluiting kan alleen wordenbediend als de auto is
uitgeschakeld.
4. Als de klep van de laadaansluiting door bevriezing niet geopend kan
worden :
1) Verwijder al het ijs rond de klep van de laadaansluiting.
2) Trek aan de
noodontgrendelingskabel om
de klep van de laadaansluitingte openen.
(Als de klep van delaadaansluiting niet opengaat,
raadpleeg dan "Openen kleplaadaansluiting innoodsituatie".)
LL AA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( NN OO RRMM AALLEE LL AA AA DDPPRR OO CCEE DD UU RREE))
OLFP0Q5007K
■
Normale laadprocedure
OAEEQ016063L
Page 28 of 566

H21
5. Verwijder de afdekkap van delaadaansluiting (1).
6. Controleer of er stof in de laadstekker en de laadaansluiting zit. 7. Hou de laadstekkerhendel vast en
sluit de laadstekker aan op de
laadaansluiting voor de normale
lader. Druk de stekker aan totdat u
een klikkend geluid hoort. Als de
laadstekker en de laadaansluiting
niet goed contact maken, kan er
brand ontstaan. Informatie
AUTO/LOCK-modus laadstekker
De laadstekker wordt vergrendeld in
de aansluiting op een moment dat kan
variëren afhankelijk van de
geselecteerde modus.
LOCK-modus: De stekker vergrendelt als de laadstekker in de
laadaansluiting gestoken wordt.
AUTO-modus: De stekker vergrendelt zodra het laden begint.
Zie "Laadstekker AUTO/LOCK-
modus" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
i
OAEEQ016064LOAEEQ016031L
Page 29 of 566

H22
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( NN OO RRMM AALLEE LL AA AA DDPPRR OO CCEE DD UU RREE)) (( VV EERR VV OO LLGG ))
8. Sluit de laadplug aan op de
elektrische aansluiting van de
normale lader om te beginnen metladen. 9. Controleer of het
laadindicatielampje voor de
hoogspanningsbatterij in het
instrumentenpaneel AAN gaat.
Als het laadindicatielampje UIT is,
wordt de hoogspanningsbatterijniet geladen.
Als de laadstekker en de laadplug niet goed op elkaar aangeslotenzijn, dan moet de laadkabel
nogmaals aangesloten wordenom te beginnen met laden. Informatie
Hoewel laden mogelijk is terwijl de startknop in stand ON/START
staat, adviseren we u vanwege de
veiligheid om met laden te beginnen
als de startknop in stand OFF staat
en de transmissie in stand P
(parkeren). Nadat het laden
begonnen is, kunt u elektrische
systemen zoals de radio gebruiken
door de startknop in stand ACC of
ON te zetten.
Tijdens het normaal laden kan de radio-ontvangst slecht zijn.
Tijdens het laden kan de transmissie niet uit stand P (parkeren) in een
andere stand gezet worden.
i
OLFP0Q5007K
■
Normale laadprocedureOAEEQ016032
Page 30 of 566

H23
10. Nadat het laden gestart is, wordtde geschatte laadtijd gedurende
ongeveer 1 minuut weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Als u tijdens het laden het
bestuurdersportier opent, wordt
de geschatte laadtijd eveneens
gedurende ongeveer 1 minuut
weergegeven op het
instrumentenpaneel. Als er een laadprocedure is
gepland, wordt de geschatte
laadtijd weergegeven als "--". Informatie
Afhankelijk van de conditie en de
ouderdom van de
hoogspanningsbatterij, de specificaties
van de lader en de
omgevingstemperatuur kan de laadtijd
van de hoogspanningsbatterij variëren.
Ontgrendelen klep laadaansluiting in noodsituatie
Als de klep van de laadaansluiting
niet geopend kan worden door een
ontladen accu of een storing in de
bedrading, kan de klep worden
geopend door de achterklep teopenen en aan de
noodontgrendelingskabel te trekken,
zoals hierboven is afgebeeld.
Hierdoor gaat de klep van delaadaansluiting open.
i
OAEE046010
OAEE046193L
Page 32 of 566

H25
Loskoppelen van normale lader
1. Neem, nadat de laadprocedurevoltooid is, de laadplug los van de
elektrische aansluiting van de
normale lader. 2. Houd de hendel van de
laadstekker vast en trek eraan. Informatie
Om diefstal van de laadkabel te
voorkomen, kan de laadstekker niet
worden losgenomen van de
aansluiting als de portieren
vergrendeld zijn. Ontgrendel alle
portieren om de laadstekker los te
nemen van de aansluiting.
Als echter de AUTO-modus voor de
laadstekker is geselecteerd, wordt de
laadstekker automatisch ontgrendeld
als het laden voltooid is.
Zie "Laadstekker AUTO/LOCK-
modus" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
i
OAEEQ016033L
OLFP0Q5007K
■
Normale laadprocedure
Page 34 of 566

H27
Snellaadprocedure
Bij openbare laadstations kunt u de
snellaadprocedure gebruiken.
Raadpleeg de desbetreffendehandleiding die bij elk type snellader
aanwezig is.
De prestaties en de levensduur van de
hoogspanningsbatterij kunnen
achteruitgaan als er continu gebruik
wordt gemaakt van een snellader.
Het gebruik van een snellader moet
tot een minimum worden beperkt voor
een zo lang mogelijke levensduur van
de hoogspanningsbatterij.Het werkelijke uiterlijk en de
laadmethode van de lader kunnen
verschillen, afhankelijk van de
fabrikant van de lader.
Informatie
Als u een snellader gebruikt terwijl de
hoogspanningsbatterij al volledig
geladen is, verschijnt er op sommige
snelladers een foutmelding. Laad de
auto niet op als de batterij volledig
geladen is.
Aansluiten van snellader
1. Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
2. Zet alle schakelaars UIT, zet de transmissie in stand P (parkeren)
en zet de auto UIT.
3. Druk op de schakelaar ( ) om de klep van de laadaansluiting te
openen. De schakelaar voor het
openen van de klep van de
laadaansluiting kan alleen wordenbediend als de auto is
uitgeschakeld.
i
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( SS NN EELLLLAA AA DDPPRR OO CCEE DD UU RREE))
OAEEQ016023
OAEEQ016063L
■
Snellader
Page 35 of 566

H28
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( SS NN EELLLLAA AADDPPRR OO CCEE DD UU RREE)) (( VV EERR VV OO LLGG ))
4. Als de klep van de laadaansluiting
door bevriezing niet geopend kan
worden:
1) Verwijder al het ijs rond de klep van de laadaansluiting.
2) Trek aan de
noodontgrendelingskabel om
de klep van de laadaansluitingte openen.
(Als de klep van delaadaansluiting niet opengaat,
raadpleeg dan "Openen kleplaadaansluiting innoodsituatie".) 5. Verwijder de afdekkap van de
laadaansluiting (1).
6. Controleer of er stof of andere verontreinigingen in de
laadstekker en de laadaansluiting
aanwezig zijn.
7. Hou de laadstekkerhendel vast en sluit de laadstekker aan op de
laadaansluiting voor de snellader.
Druk de stekker aan totdat u een
klikkend geluid hoort. Als de
laadstekker en de laadaansluiting
niet goed contact maken, kan er
brand ontstaan.
Raadpleeg de handleiding van de
desbetreffende snellader voor het
laden en het loskoppelen van de
lader. 8. Controleer of het
laadindicatielampje voor de
hoogspanningsbatterij in het
instrumentenpaneel AAN gaat.
Als het laadindicatielampje UIT is,
wordt de hoogspanningsbatterijniet geladen.
Als de laadstekker niet goed
aangesloten is, dan moet delaadkabel nogmaals aangesloten
worden om te beginnen met laden.
Bij lage temperaturen kan het zijn
dat snelladen niet mogelijk is, om
te voorkomen dat de kwaliteit van
de hoogspanningsbatterij
achteruitgaat.
OAEEQ016065LOAEEQ016032
Page 36 of 566

H29
Informatie
Hoewel laden mogelijk is terwijl de startknop in stand ON/START
staat, adviseren we u vanwege de
veiligheid om met laden te beginnen
als de startknop in stand OFF staat
en de transmissie in stand P
(parkeren). Nadat het laden
begonnen is, kunt u elektrische
systemen zoals de radio gebruiken
door de startknop in stand ACC of
ON te zetten.
Tijdens het laden kan de transmissie niet uit stand P (parkeren) in een
andere stand gezet worden.Ontgrendelen klep
laadaansluiting in noodsituatie
Als de klep van de laadaansluiting
niet geopend kan worden door een
ontladen accu of een storing in de
bedrading, kan de klep worden
geopend door de achterklep teopenen en aan de
noodontgrendelingskabel te trekken,
zoals hierboven is afgebeeld.
Hierdoor gaat de klep van delaadaansluiting open.
Controleren van laadstatus
Bij het laden van de
hoogspanningsbatterij kan het
laadniveau van buiten de auto
worden gecontroleerd.
Informatie
Afhankelijk van de conditie en de
ouderdom van de
hoogspanningsbatterij, de specificaties
van de lader en de
omgevingstemperatuur kan de laadtijd
van de hoogspanningsbatterij variëren.
i
i
OAEEQ016025
OAEE046010
Page 37 of 566

H30
Loskoppelen van snellader
1. Neem de laadstekker los als desnellaadprocedure voltooid is of als u het laden met de snellader
wilt beëindigen. Raadpleeg de
desbetreffende handleiding die bij
elk type snellader aanwezig is
voor details over het loskoppelen
van de laadstekker.Werking laadindicatielampjeDetails(1)(2)(3)
(UIT) (UIT) (UIT)Laadt niet
Knippert (UIT) (UIT)
Laden
0~33%
(AAN)Knippert (UIT)34~66%
(AAN) (AAN)Blink67~99%
(AAN) (AAN) (AAN)Volledig geladen (100%) (gaat UIT na 5 seconden)
KnippertKnippertKnippertStoring bij laden
(UIT) (UIT)KnippertLaden van 12V-accu of airconditioning ingeschakeld op
gepland tijdstip
(UIT)Knippert (UIT)Geplande laadprocedure wordt uitgevoerd
(gaat UIT na 3 minuten)
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( SS NN EELLLLAA AADDPPRR OO CCEE DD UU RREE)) (( VV EERR VV OO LLGG ))
Page 39 of 566

H32
Druppellaadprocedure
(1) Code en stekker (code ingesteld) (2) Regeleenheid
(3) Laadkabel en laadstekker
Met het elektriciteitsnet thuis kan de
hoogspanningsbatterij worden
geladen met behulp van de
druppellaadprocedure als er geen
gebruik kan worden gemaakt van de
normale laadprocedure of de
snellaadprocedure.
Aansluiten van draagbare lader(ICCB: In-Cable Control Box)
1. Steek de stekker in een wandcontactdoos. 2. Controleer of het voedingslampje
(groen) op de regeleenheid gaat
branden.
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( DD RRUU PPPPEELLLLAA AA DDPPRR OO CCEE DD UU RREE))
OAEEQ016042OLFP0Q5020K
PlugWandcontactdoos
OAEEQ016043
■
Draagbare lader