Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 491 of 566

7-13
7
Onderhoud
Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding:Informatie
Bij twijfel over de mengverhouding is
een mengsel van 50% water en 50%
antivries het gemakkelijkst te mengen
omdat van beide vloeistoffen evenveel
gebruikt wordt. Dit mengsel is
geschikt voor de meeste
temperatuurbereiken vanaf - 35°C.Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te
laten verversen door een officiële
HYUNDAI-dealer overeenkomstig
het in het begin van dit hoofdstuk
beschreven onderhoudsschema. Leg, om schade aan onderdelen in
de motorruimte te voorkomen, een
dikke doek rond de
koelvloeistofdop alvorens
koelvloeistof bij te vullen om te
voorkomen dat er koelvloeistof op
onderdelen in de motorruimte
terechtkomt.
AANWIJZING
i
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terechtkomt,
waardoor u de controle over de
auto kunt verliezen en een
ongeval zou kunnen
veroorzaken.
Koelvloeistof kan tevens de lak
en sierlijsten beschadigen.
WAARSCHUWING
Buitentempe
ratuur Mengverhouding
(hoeveelheid)
Antivries Water
-15°C 35 65
-25°C 40 60
-35°C 50 50
-45°C 60 40
Page 492 of 566

7-14
OnderhoudR
R EEMM VVLLOO EEIISS TT OO FF
Remvloeistofniveau
controleren
Controleer regelmatig het niveau in
het reservoir. Het vloeistofniveau
dient zich tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden. Reinig het gebied rondom de
reservoirdop grondig alvorens de dop
te verwijderen en vloeistof bij te
vullen om te voorkomen dat deze
vervuild raakt.
Vul de voorgeschreven remvloeistof
bij tot aan het merkteken MAX
wanneer het niveau te laag is. Het
niveau van de remvloeistof zal meteen oplopende kilometerstand dalen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door het slijten van de remblokken.
Als het vloeistofpeil extreem laag is,
adviseren we u het remsysteem telaten controleren door een
slotvanger.
Zorg ervoor dat remvloeistof
niet in contact komt met het
lakwerk van de auto. De lak kan
hierdoor beschadigd raken.
Gebruik NOOIT remvloeistof die gedurende lange tijd
blootgesteld is geweest aan de
buitenlucht, omdat de kwaliteit
ervan niet kan worden
gegarandeerd. Voer de vloeistof
op de juiste wijze af.
Gebruik alleen het juiste type remvloeistof. Slechts een paar
druppels minerale olie, zoals
motorolie, in het remsysteem
kunnen de onderdelen van het
systeem beschadigen.
Informatie
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof (Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)
i
AANWIJZING
Als u het remvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen, kan
dit duiden op een lekkage in het
remsysteem. We adviseren u de
auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat remvloeistof
niet in contact komt met uw
ogen. Spoel uw ogen
gedurende ten minste 15
minuten met schoon water en
roep onmiddellijk medischehulp in wanneer u remvloeistof
in uw ogen krijgt.
WAARSCHUWING
OAEE076003
Page 493 of 566

7-15
7
Onderhoud
RRUU IITT EENN SSPP RR OO EEIIEE RR VV LLOO EEIISS TT OO FF
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij. Als u geen
ruitensproeiervloeistof bij de hand
hebt, kunt u het reservoir bijvullen
met gewoon water. Gebruik in koudeklimaten echter speciale
ruitensproeiervloeistof om bevriezing
te voorkomen.
OAEE076004 Tref bij het gebruik van
ruitensproeiervloeistof de
volgende voorzorgsmaatregelen
om ernstig letsel te voorkomen:
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het
ruitensproeiervloeistofreserv
oir. Koelvloeistof kan het zichternstig belemmeren wanneer
dit op de voorruit terechtkomt,
waardoor u de controle over
de auto kunt verliezen en een
ongeval zou kunnen
veroorzaken. Daarnaastkunnen de lak en sierlijsten
beschadigd raken.
Houd open vuur en vonken uit
de buurt van de
ruitensproeiervloeistof en het
sproeierreservoir.
Ruitensproeiervloeistof bevat
meestal alcohol en kan lichtontvlambaar zijn.
(Vervolg)
WAARSCHUWING (Vervolg)
Drink geen
ruitensproeiervloeistof envermijd contact met
ruitensproeiervloeistof.
Ruitensproeiervloeistof is
giftig voor mensen en dieren.
Houd ruitensproeiervloeistof
uit de buurt van kinderen endieren.
Page 494 of 566

7-16
OnderhoudI
I NN TTEERR IIEE UU RRFFIILL TT EERR
Filter controleren
Het interieurfilter moet worden
vervangen overeenkomstig het
onderhoudsschema. Als er veelvuldig
met de auto gereden wordt in druk
stadsverkeer of een stoffige omgeving,
moet het filter vaker worden
gecontroleerd en indien nodig worden
vervangen. Reinig het interieurfilter
volgens onderstaande procedure en leterop geen andere onderdelen tebeschadigen.
1. Verwijder de steun (1). 2. V erwijder bij een geopend
dashboardkastje de nokken aanbeide zijden.
OAEE076005OAEE076006
Page 495 of 566

7-17
7
Onderhoud
3. Houd de vergrendeling (1) aanbeide zijden van het deksel
ingedrukt.
4. Trek het deksel naar buiten (2). 4. Vervang het interieurfilter.
5. Plaats de onderdelen in
omgekeerde volgorde van
verwijderen. Plaats een nieuw interieurfilter in
de juiste richting, d.w.z. met de pijl(
) naar beneden gericht. Anders
kan de werking van de
airconditioning in negatieve zin
worden beïnvloed en kunnen er
geluiden hoorbaar zijn.
AANWIJZING
OHG070041OAEE076029
Page 496 of 566

7-18
OnderhoudR
R UU IITT EENN WW IISS SS EE RR BB LLAA DDEENN
Bladen controleren
Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effect van de
ruitenwissers verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, sap van bomen en hot
wax-behandelingen gebruikt in
sommige wasstraten. Indien de
bladen niet goed wissen, reinig dan
zowel de ruit als de bladen met een
schone, met ruitensproeiervloeistofdoordrenkte doek.
Om schade aan de
ruitenwisserbladen, - armen of
andere onderdelen te voorkomen
is het niet toegestaan om:
Benzine, petroleum, thinner of
andere oplosmiddelen op of in
de buurt van deze onderdelen te
gebruiken.
Te proberen de ruitenwissers met de hand te bewegen.
Niet-voorgeschreven ruitenwisserbladen te gebruiken. Informatie
In de handel verkrijgbare hot wax zoals
gebruikt in wasstraten bemoeilijkt het
reinigen van de voorruit.
Bladen vervangen
Als de ruitenwissers de ruit niet
langer goed schoonmaken, kan het
zijn dat ze versleten of gescheurd
zijn en dienen ze te worden
vervangen.
Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen om
beschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen.
Het gebruik van niet-
voorgeschreven
ruitenwisserbladen kan storingen
en problemen veroorzaken. 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog.
AANWIJZING
AANWIJZING
i
AANWIJZING
OLF074017
Page 497 of 566

7-19
7
Onderhoud
2. Til de wisserbladklem op (1).Til vervolgens het ruitenwisserblad op (2). 3. Druk de vergrendeling in (3) en trek
tegelijkertijd het ruitenwisserbladomlaag (4). 4. Verwijder het ruitenwisserblad van
de ruitenwisserarm (5).
5. Plaats een nieuw ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van
het verwijderen.
6. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit.
OAD075074LOAD075075LOAD075076L
Page 498 of 566

7-20
OnderhoudA
A CCCCUU (( 11 22 VV ))
Volg altijd onderstaande
voorzorgsmaatregelen bij het
werken in de buurt van of aande accu om ERNSTIG LETSEL
te voorkomen:
Lees de aanwijzingenvoor het omgaan met de
accu zorgvuldig door en
volg ze nauwkeurig op.
Draag een veiligheidsbril om uw ogen tegen wegspattend zuur te
beschermen.
Houd open vuur, vonken en rokende materialen
uit de buurt van de accu.
Er bevindt zich altijd wat van het zeer licht
ontvlambare waterstof in
de accucellen. Dit kan
ontploffen als er een
ontstekingsbronaanwezig is.
Houd accu's buiten het
bereik van kinderen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING (Vervolg)Accu's bevattenzwavelzuur dat uitermate
corrosief is. Laataccuzuur niet in contact
komen met uw ogen,
huid of kleding.
Spoel uw ogen gedurende ten
minste 15 minuten met schoon
water en roep onmiddellijk
medische hulp in wanneer u
zuur in uw ogen krijgt. Was uw
huid grondig wanneer deze in
aanraking komt met zuur. Roep
onmiddellijk medische hulp inwanneer u pijn of een brandend
gevoel hebt.
Bij het optillen van een accu met een kunststof behuizingkan door de druk accuzuur
naar buiten komen. Houd bijhet optillen uw handen aan de
zijkant van de accu.
Probeer uw auto niet met een
hulpaccu te starten als de
lege accu bevroren is.
(Vervolg)
(Vervolg)
Laad NOOIT een accu bij terwijl de accukabels nog
aangesloten zijn.
Het ontstekingssysteem werkt met hoogspanning.
Raak deze onderdelen NOOIT
aan als het controlelampje
“ ” brandt of als de
startknop in stand ON staat.
Page 499 of 566

7-21
7
Onderhoud
Wanneer de auto gedurendelangere tijd niet wordt gebruikt
in een gebied met lage
temperaturen, verwijder dan de
accu en bewaar deze binnen.
Laad de accu altijd volledig op om te voorkomen dat de
accubak beschadigd raakt in
een gebied met lagetemperaturen.
Voor een optimale werking van de accu
Zorg ervoor dat de accu altijd goedvastzit.
Houd de bovenzijde van de accu schoon en droog.
Houd de accupolen en de accupoolklemmen schoon, zorg
ervoor dat ze goed vastzitten en
bescherm ze met vaseline.
Spoel gemorst zuur direct af met een oplossing van water en
natriumbicarbonaat (dubbelkoolzuresoda).
Accucapaciteitsticker
❈ De werkelijke sticker op de accu kan
afwijken van de afbeelding.
1. AGM60L-DIN : De HYUNDAI- modelnaam van de accu
2. 12V : De nominale spanning
3. 60Ah (20u) : De nominale capaciteit 7 (in ampère-uur)
4. 100RC : De nominale reservecapaciteit (in min.)
5. 640CCA : De koudstartstroom in ampère volgens SAE-norm
6. 512A : De koudstartstroom in ampère volgens EN-norm
AANWIJZING
OAEE076007
OLMB073072
■
Voorbeeld
Page 500 of 566

7-22
Onderhoud
Accu opladen
Met acculader
Uw auto is uitgerust met een
onderhoudsvrije accu.
Laad de accu gedurende 10 uurmet behulp van een druppellader
wanneer de accu in een korte tijd
leeggeraakt is (doordat bijv.
lampen of interieurverlichting zijn
blijven branden terwijl de motor uit
was).
Wanneer de accu geleidelijk ontladen raakt door een hoge
elektrische belasting tijdens het
rijden, moet deze gedurende 2 uur
met een stroomsterkte van 20 - 30
A opgeladen worden. Volg deze instructies bij het
laden van de voertuigaccu altijdop om ERNSTIG LETSEL door
explosies of accuzuur te
voorkomen:
Schakel vóór het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden
aan de accu of het laden van
de accu alle elektrische
verbruikers uit en zet de
startknop in stand OFF.
Houd open vuur, vonken en
rokende materialen uit de
buurt van de accu.
Werk altijd buiten of in een
ruimte die ruim voldoende
geventileerd is.
Draag een veiligheidsbril wanneer u de accu tijdens het
opladen controleert.
De accu moet uit de auto
worden verwijderd en in een
goed geventileerde ruimte
geplaatst worden.
(Vervolg)
WAARSCHUWING (Vervolg)
Houd de accu tijdens het
laden in de gaten; beëindighet laden of wijzig de
laadstroom wanneer de
elektrolyt in de cellen begintte borrelen.
Neem de minkabel van de
accu altijd eerst los en sluit de
minkabel van de accu altijd
als laatste weer aan. Neem de
acculader in de onderstaande
volgorde los:
(1) Zet de hoofdschakelaar vande acculader uit.
(2) Neem de klem los van de minpool.
(3) Neem de klem los van de pluspool.
Gebruik voor het vervangen
altijd een originele, door
HYUNDAI goedgekeurde accu.