Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 531 of 566

7-53
7
Onderhoud
4. Verwijder de lamp uit de fittingdoor de lamp in te drukken en
deze linksom te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen
met de uitsparingen van de fitting.
Trek de lamp uit de fitting.
5. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp tot hij
vastzit.
6. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te
brengen met de uitsparingen in delichtunit.
7. Duw de fitting in de unit en draai de fitting rechtsom.Type B
(1) Koplamp (dimlicht)
(2) Koplamp (grootlicht)
(3) Parkeerlicht/richtingaanwijzer
Koplamp (dimlicht) en parkeerlicht
/richtingaanwijzer
Laat, als de lamp niet werkt, de auto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
OAEE076021Behandel halogeenlampen
voorzichtig. Halogeenlampen
bevatten gas onder druk,zodat er kleine glasdeeltjes
vrijkomen die letsel kunnen
veroorzaken als de lampbreekt.
Draag een veiligheidsbril bij
het vervangen van een lamp.
Laat de lamp afkoelen
alvorens hem te vervangen.
WAARSCHUWING
OAE076052
Page 532 of 566

7-54
Onderhoud
Ga altijd voorzichtig om methalogeenlampen om krassen te
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen als de lampen
branden.
Raak het glas nooit met de vingers aan. Door achtergebleven vet kan
de lamp te heet worden en
knappen wanneer deze brandt.
Een lamp mag alleen in in de koplampunit gemonteerde
toestand worden ingeschakeld.
Vervang een beschadigde of gebarsten lamp direct en voer
deze op de juiste wijze af. Informatie
De koplamp moet na een ongeval of na
het opnieuw monteren worden
afgesteld door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Informatie
Wisselen tussen links en rechts
rijdend verkeer
De dimlichtbundel is asymmetrisch.
Als u naar een land gaat waar het
verkeer aan de andere kant rijdt, kan
dit asymmetrische deel
tegemoetkomend verkeer verblinden.
Om verblinding te voorkomen schrijft
het ECE-Reglement verschillende
technische oplossingen voor (bijv. een
automatisch aanpassingssysteem,
afplakken of de koplampen lager
afstellen). Deze koplampen zijn zo
ontworpen dat ze tegemoetkomend
verkeer niet verblinden. Daarom hoeft
u de koplampafstelling niet te
veranderen als u in een land rijdt
waar het verkeer aan de andere kant
rijdt.
Koplamp (grootlicht)
1. Open de motorkap.
2. Neem de minkabel van de accu los.
3. Verwijder de afdekkap (1) van de lamp door deze linksom te draaien.
4. Neem de stekker van de lampfitting los.
5. Verwijder de lamp uit de koplampunit.
6. Plaats een nieuwe lamp.
7. Sluit de stekker van de lampfitting aan.
8. Plaats de afdekkap (1) van de lamp door deze rechtsom te
draaien.
i
i
OAEE076039
Page 533 of 566

7-55
7
Onderhoud
Afstellen van koplamp
Afstellen van koplamp
1. Breng de banden op devoorgeschreven spanning en
verwijder alle lading uit de auto
behalve het reservewiel en het
gereedschap. Laat iemand in deauto plaatsnemen op debestuurdersstoel.
2. De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
3. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de
respectievelijke koplamp) en een
horizontale lijn (die door het hart
gaat van de koplamp) op het
scherm.
4. Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de koplampen
in en stel de koplampen zo af dat
het helderste gedeelte van de
lichtbundel op de horizontale en
verticale lijnen valt. 5. Draai de schroevendraaier
rechtsom of linksom om de
dimlichtbundel naar links of rechts
te verstellen. Draai de
schroevendraaier rechtsom of
linksom om de dimlichtbundel
omhoog of omlaag te verstellen.
Verdraai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de
grootlichtbundel omhoog of
omlaag te verstellen.
OAE076056L/OAEE076049L
■ Zonder koplampverstelling
■Met koplampverstelling
OAE076057L/OAEE076050L
Page 534 of 566

7-56
Onderhoud
Eenheid: mm
■
Type A
Richtpunt
OAEE076051L
Conditie auto H1 H2
W1 W2
Zonder bestuurder 715 688
1,462 1,238
Met bestuurder 708 681
1,462 1,238
■ Type B
H1 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht)
H2 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht)
W1 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht)
W2 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht)
Conditie auto H1 H2
W1 W2
Zonder bestuurder 706 680
1,347 1,164
Met bestuurder 699 673
1,347 1,164
Page 535 of 566

7-57
7
Onderhoud
Dimlicht (links)
1. Stel het dimlicht af zonder dat er iemand in de auto zit.
2. De begrenzingslijn moet samenvallen met de begrenzingslijn in de afbeelding.
3. Bij het afstellen van het dimlicht moet de afstelling in verticale richting worden gedaan na het afstellen in horizontalerichting.
4. Als de auto is uitgerust met koplampverstelling, moeten de koplampen worden afgesteld met de schakelaar voor de koplampverstelling in stand 0.
: &