lane assist Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 74 of 566

1-4
Uw auto in één oogopslagO
O VVEERR ZZIICC HH TT IINN TTEERR IIEE UU RR
1. Knop vergrendelen/
ontgrendelen portier ..........................3-11
2. Geheugen bestuurdersstoel ..............3-16
3. Schakelaar inklapbare buitenspiegels....................................3-25
4. Schakelaar spiegelbediening ............3-20
5. Schakelaar centrale vergrendeling ....3-12
6. Ruitbedieningsschakelaars................3-27
7. Blokkeerschakelaar ruitbediening......3-30
8. Koplampverstelling ............................3-92
9. Bedieningstoets dashboardverlichting ........................3-42
10. Toets Blind Spot Detection-systeem ..........................5-42
11. Lane Keeping Assist-systeem ........ 5-63
12. Toets ESC OFF ..............................5-32
13. VESS-toets (Virtual Engine Sound System)........H45
14.Laadklepontgrendeling......................H19
15.Keuzetoets AUTO/LOCK-modus ......H15
16.Knop voor deactiveren geplande laadprocedure ..................H17
17. Hendel motorkapontgrendeling ......3-37
18. Zekeringkast ....................................7-36
19. Hendel hoogte-/ diepteverstelling stuurwiel................ 3-20
20. Stuurwiel ..........................................3-19
21. Stoel ..................................................2-4
OAEE016003L
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 207 of 566
![Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch) 3-60
Handige voorzieningen in uw auto
Controlelampje LaneKeeping Assist-
systeem (LKAS) (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden :
[Groen] Wanneer aan de voorwaarden voor de werking va Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch) 3-60
Handige voorzieningen in uw auto
Controlelampje LaneKeeping Assist-
systeem (LKAS) (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden :
[Groen] Wanneer aan de voorwaarden voor de werking va](/img/35/14917/w960_14917-206.png)
3-60
Handige voorzieningen in uw auto
Controlelampje LaneKeeping Assist-
systeem (LKAS) (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden :
[Groen] Wanneer aan de voorwaarden voor de werking van
het LKAS wordt voldaan.
[Wit] Wanneer niet aan de voorwaarden voor de werking van
het systeem wordt voldaan of
wanneer de sensor geen
rijstrookmarkering signaleert.
[Geel] In het geval van een storing in het Lane Keeping Assist-systeem.
In dat geval adviseren we u uw auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Zie "Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS)" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
Meldingen LCD-display
Schakel naar P (Shift to P)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u probeert het
contact uit te zetten zonder dat de
transmissie in stand N (neutraal)staat.
De startknop gaat dan over naar de
stand ACC (als u de startknop
nogmaals indrukt, gaat hij over naarde stand ON).
Lage Batterij Sleutel (Low Key Battery)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als bij het in de stand
OFF zetten van de startknop de
batterij van de Smart Key bijna leeg
is.
Druk op POWERknop tijd.draaien stuurw. (Press POWER
button while turning wheel)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
normaal wordt ontgrendeld bij het
indrukken van de startknop.
U moet bij het indrukken van de
startknop het stuurwiel naar rechts
en links draaien.
Controleer SysteemStuurwielslot (Check Steering
Wheel Lock System)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
normaal wordt vergrendeld bij het in
stand OFF zetten van de startknop.
Page 221 of 566

3-74
Handige voorzieningen in uw auto
ModiSymboolToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer.
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn (TBT)(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentie
In deze modus wordt de status van de Advanced Smart Cruise Control (SCC) en het Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Advanced Smart Cruise Control (SCC)" en "Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
In deze modus wordt informatie weergegeven met betrekking tot het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6 voor meer
informatie.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
WaarschuwingDeze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot het Blind Spot
Detection-systeem, enz. weer.
LCD-modus
De gegeven informatie varieert afhankelijk van de functies die in uw auto beschikbaar zijn.
Page 223 of 566

3-76
Handige voorzieningen in uw auto
Turn By Turn-modus (TBT)
In deze modus wordt de status van
het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentiemodus
SCC/LKAS
In deze modus wordt de status van
de Advanced Smart Cruise Control
(SCC) en het Lane Keeping Assist-
systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Advanced Smart Cruise
Control (SCC)" en "Lane KeepingAssist-systeem (LKAS)" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Bandenspanning
In deze modus wordt informatie
weergegeven met betrekking tot hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrole
-
systeem (TPMS)" in hoofdstuk 6
voor meer informatie.
OAE046133OAEE046137
OAE066030L
Page 224 of 566

3-77
Handige voorzieningen in uw auto
3
Waarschuwingsmodus
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB)
- Storing in Advanced Smart Cruise Control
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing)
Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u deinstellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Rijbegeleiding
2. Deur
3. Lichten
4. Geluid
5. Handig
6. Volgend onderh.
7. Overige Functies
8. Reset
De gegeven informatie varieert
afhankelijk van de functies die in uwauto beschikbaar zijn. 1. Rijbegeleiding (Driving Assist)
Rijstrook hulp
- LDW/Standaard LKA/Actief LKA
Instellen van de gevoeligheid van
het Lane Keeping Assist-systeem.
Zie "Lane Keeping Assist-
systeem" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
SCC Reactie
- Traag/Normaal/Snel Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control.
Zie "Smart Cruise Control" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Page 346 of 566

Rijden met uw auto
Vóór het rijden .......................................................5-3Vóór het instappen ...........................................................5-3
Vóór het starten ................................................................5-3
Startknop.................................................................5-4 Standen startknop.............................................................5-6
Standen van de auto ........................................................5-8
De auto vitschakelen ......................................................5-10
Reductieoverbrenging .........................................5-11 Bediening reductieoverbrenging .................................5-11
Parkeren ............................................................................5-13
Meldingen LCD-display..................................................5-14
Goede rijgewoonten .......................................................5-16
Shift paddle (regeling regeneratief remmen) .5-18
Remsysteem ..........................................................5-19 Rembekrachtiging ...........................................................5-19
Remblokslijtage-indicatoren.........................................5-20
Elektronische parkeerrem (EPB) .................................5-20
Auto hold-functie ...........................................................5-26
Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................................5-30
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) .....................5-32
Vehicle Stability Management (VSM).........................5-36
Hill-Start Assist Control (HAC) ....................................5-37
Goede remgewoonten ....................................................5-38 Rijmodusregelsysteem.........................................5-39
Blind spot detection-systeem (BSD) ................5-41
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist) .............................................5-42RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ..................................5-45
Beperkingen van het system .......................................5-48
Autonomous emergency braking (AEB) ...........5-50 Systeeminstelling en -activering.................................5-50
AEB-waarschuwingsmelding en systeemregeling ..5-52
AEB-radarsensor vóór ..................................................5-55
Storing in het systeem...................................................5-56
Beperkingen van het systeem .....................................5-58
Lane keeping assist-systeem (LKAS) ...............5-63 Werking LKAS ..................................................................5-64
Waarschuwingslampje en - melding ..........................5-68
Wijzigen LKAS-functie ..................................................5-69
Beperkingen van het systeem .....................................5-70
Snelheidsbegrenzingssysteem ...........................5-71 Bediening snelheidsbegrenzer .....................................5-71
Cruise control .......................................................5-73 Werking cruise control ..................................................5-73
5
Page 386 of 566

5-41
Rijden met uw auto
5
Het Blind Spot Detection-systeem
(BSD) maakt gebruik van
radarsensoren in de achterbumperom de situatie in de gaten te houden
en de bestuurder te waarschuwen
wanneer een voertuig nadert in dedode hoek.
Het systeem bewaakt het gedeelte
achter de auto en levert informatie
aan de bestuurder door middel vaneen geluidssignaal en een
controlelampje in de buitenspiegels.(1) BSD (Blind Spot Detection)
Het bereik van de Blind Spot
Detection is afhankelijk van de
rijsnelheid.
Onthoud dat als uw auto veel
sneller rijdt dan de voertuigen om
u heen, de waarschuwing niet zal
worden gegeven.
(2) LCA (Lane Change Assist)
De Lane Change Assist-functie
waarschuwt u wanneer een
voertuig met hoge snelheid
nadert vanuit een aangrenzende
rijstrook. Als de bestuurder de
richtingaanwijzer inschakelt
wanneer het systeem een
naderend voertuig signaleert, laathet systeem een geluidssignaalhoren.
(3) RCTA (Rear Cross Traffic Alert) De Rear Cross Traffic Alert-
functie houdt verkeer van links en
rechts in de gaten wanneer uw
auto achteruitrijdt. De functie
werkt wanneer de auto
achteruitrijdt met een snelheid
lager dan ongeveer 10 km/h. Als
naderend verkeer van links of
rechts wordt gesignaleerd, klinkt
er een waarschuwingszoemer.
BBLLIINN DD SS PP OO TT DD EETT EECCTT IIOO NN--SS YY SSTT EEEEMM (( BB SSDD )) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAE056106
Dode hoek
Nadert met hoge snelheid
Houd tijdens het rijden altijd de wegomstandigheden in de
gaten en wees alert op
onverwachte situaties, zelfswanneer het Blind SpotDetection-systeem in werkingis.
Het Blind Spot Detection-
systeem (BSD) is geen
vervanging voor een juist en
veilig rijgedrag. Rijd altijd
veilig en wees voorzichtig bij
het wisselen van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind SpotDetection-systeem (BSD)
signaleert mogelijk niet alleobjecten naast de auto.
WAARSCHUWING
Page 387 of 566

5-42
Rijden met uw auto
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist)
(indien van toepassing)
Werking
Inschakelen:
Druk op de BSD-schakelaar terwijl
de startknop in stand ON staat. Het controlelampje in de BSD-
schakelaar gaat branden. Als de
rijsnelheid hoger wordt dan 30 km/h,
wordt het systeem geactiveerd.
Uitschakelen:
Druk nogmaals op de BSD-
schakelaar. Het controlelampje in de
schakelaar gaat uit.
Schakel het systeem met behulp van
de schakelaar uit wanneer het
systeem niet in gebruik is.Informatie
Als de auto wordt uitgezet en weer wordt gestart, keert het BSD-
systeem terug naar de vorige status.
Als het systeem wordt ingeschakeld, brandt er gedurende 3 seconden een
waarschuwingslampje in de
buitenspiegel. Het systeem wordt geactiveerd als:
1. Het systeem is ingeschakeld.
2. De rijsnelheid is hoger dan
ongeveer 30 km/h.
3. Er wordt een naderende auto gesignaleerd in de dode hoek.
i
■Type A
OAEE056017■Type B
OAEE056026
Page 408 of 566

5-63
Rijden met uw auto
5
Het Lane Keeping Assist System
signaleert rijstrookmarkeringen op
de weg en assisteert de bestuurder
bij het besturen van de auto om de
auto in de juiste rijstrook te houden.
Als het systeem signaleert dat de
auto zijn rijstrook dreigt te verlaten,
wordt de bestuurder zichtbaar en
hoorbaar gewaarschuwd, terwijl
tegelijkertijd een lichte
tegenstuurkracht wordt uitgeoefend,
om te proberen te voorkomen dat de
auto buiten de rijstrook terechtkomt.
LLAA NN EE KK EEEEPP IINN GG AA SSSSIISS TT --SS YY SSTT EEEEMM (( LL KK AA SS)) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAEE056013L Het Lane Keeping Assist-
systeem is geen vervanging
voor een veilig rijgedrag, maar
dient slechts als hulpmiddel.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd de
omgeving in de gaten te houdenen het stuurwiel te bedienen.
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van het
Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS) altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Het stuurwiel wordt niet
continu bediend; als derijsnelheid te hoog is wanneer
u van rijstrook wisselt, wordt
de auto mogelijk niet door hetsysteem bediend.
Bedien het stuurwiel niet plotseling wanneer dit door het
systeem wordt bediend.
Het LKAS voorkomt dat de
bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat door de
besturing te ondersteunen.
(Vervolg)
(Vervolg)De bestuurder dient echter niet
volledig op het systeem te
vertrouwen, maar altijd zelf
controle te houden over het
stuurwiel om op de rijstrook te
blijven.
Let altijd op de wegomstandigheden en de
omgeving en wees voorzichtig
wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld, niet werkt of
een storing vertoont.
Het systeem signaleert
rijstrookmarkeringen via eencamera en bedient het
stuurwiel. Als de
rijstrookmarkeringen moeilijk
te signaleren zijn, werkt het
systeem daardoor mogelijkniet goed.
Raadpleeg "Beperkingen van het systeem".
Probeer de LKAS-camera niet te repareren en verwijder de
onderdelen ervan niet.
Plaats tijdens het rijden geen
voorwerpen op het dashboard
die licht reflecteren.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 410 of 566

5-65
Rijden met uw auto
5
Activeren LKAS
Het LKAS-scherm verschijnt op hetSCC/LKAS-scherm
(assistentiemodus) van het LCD-
display als het systeem wordt
geactiveerd.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen wordengesignaleerd en aan alle
voorwaarden voor activering van
het LKAS wordt voldaan, gaat het
stuurwielcontrolelampje groen
branden en verandert het
controlelampje LKAS van wit naar
groen. Dit geeft aan dat het LKAS-systeem zich in de status
ENABLED (ingeschakeld) bevindt
en dat het stuurwiel kan wordenbediend. Als het systeem een
rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van grijs naarwit.
Als het systeem de linker rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van de linker
rijstrookmarkering van grijs naarwit.
OAEE056122L Het Lane Keeping Assist System is een systeem dat
moet voorkomen dat de
bestuurder onbedoeld zijn
rijstrook verlaat. De bestuurder
moet echter niet uitsluitend op
het systeem vertrouwen, maartijdens het rijden altijd op dewegomstandigheden letten.
WAARSCHUWING ■
Rijstrookmarkering niet gesignaleerd■Rijstrookmarkering gesignaleerd
OAEE056123L/OAEE056124L