Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Hybrid, Model: Hyundai Ioniq Hybrid 2017Pages: 564, PDF Size: 47.22 MB
Page 551 of 564

8-6
Specificaties en consumenteninformatieA
A AANN BBEEVV OO LLEE NN SS MM EEEERR MM IIDD DDEELLEE NN EE NN HH OO EEVV EEEELLHH EEDD EENN
Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van
de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een
gunstiger brandstofverbruik oplevert.
Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto.
Smeermiddel Hoeveelheid Classificatie
Motorolie * 1
*2
Aanbevolen
(verversen) 3,8
l
(4,0 US qt.) 5W-30
ACEA A5/B5*
3
Double clutch-
transmissievloeistof 1,6 - 1,7
l
(1,69 - 1,79 US qt.) SAE 70W, API GL-4HK SYN DCTF 70W (SK)SPIRAX S6 GHME 70W DCTF (H.K.SHELL)
GS DCTF HD 70W (GS CALTEX)
Koppelingsvloeistof 100 ± 20 cc
(0,105 ± 0,021 US qt.) DOT 3
Motorkoelvloeistof 6,7
l(7,07 US qt.)
Mengsel van antivries en water
(ethyleenglycol op fosfaatbasis voor aluminium radiateur)
Inverterkoelvloeistof 3,2
l(3,38 US qt.)
Remvloeistof 0,7 - 0,8
l
(0,74 - 0,85 US qt.) FMVSS116 DOT-3 of DOT-4
Brandstof 45
l(47,5 US qt.)
Raadpleeg "Vereiste brandstof" in het hoofdstuk Introductie.
*1
: Zie de Aanbevolen SAE-viscositeitsindex op de volgende bladzijde.
* 2
: Tegenwoordig zijn er energiebesparende motoroliën beschikbaar. Naast andere extra voordelen, dragen zij bij tot een laag
brandstofverbruik door de hoeveelheid brandstof te beperken die nodig is om wrijving in de motor te overwinnen. Vaak zijn deze
verbeteringen moeilijk waar te nemen in het dagelijks gebruik, maar op jaarbasis kunnen ze toch merkbaar kosten en energiebesparen.
* 3
: Als ACEA A5/B5 motorolie niet beschikbaar is, kunt u ook ACEA A3/B3, A3/B4 gebruiken.
Page 552 of 564

Aanbevolen SAE-
viscositeitsindex
Zorg ervoor dat u de omgeving
rond vuldoppen, aftappluggenen de peilstok altijd goed reinigt
alvorens het peil te controleren
of de vloeistof af te tappen. Dit
is vooral van belang in
gebieden met veel stof of zand
en als er met de auto over
onverharde wegen wordt
gereden. Door het
schoonmaken wordt
voorkomen dat vuil en zand inde motor of anderecomponenten binnendringt en
schade veroorzaakt.
OPMERKING
De viscositeit (vloeibaarheid) van de motorolie is van invloed op het
brandstofverbruik en op de werking onder koude weersomstandigheden
(starten en oliecirculatie). Motoroliën met een lagere viscositeit geven een
lager brandstofverbruik en betere prestaties onder koude
weersomstandigheden, terwijl motoroliën met een hogere viscositeit
wenselijk zijn voor een goede smering bij hoge buitentemperaturen. Het
gebruik van oliën met een andere dan de aanbevolen viscositeit kan
resulteren in motorschade.
Houd bij de keuze van een olie rekening met de te verwachten
buitentemperaturen tot aan de volgende olieverversing. Kies dan aan de
hand van de tabel de aanbevolen olieviscositeit.
Temperatuurbereik SAE-viscositeitsindex
Temperatuur
Benzine Motorolie
°C
(°F)-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 -10 0 20 40 60 80 100 120
20W-50
15W-40
10W-30
5W-20, 5W-30
8-7
8
Specificaties en consumenteninformatie
Page 553 of 564

8-8
Specificaties en consumenteninformatie
Het voertuigidentificatienummer
(VIN) is het nummer dat gebruikt
wordt bij de registratie van uw auto
en bij alle wettelijke zaken die te
maken hebben met eigendom, enz.
Het nummer is ingeslagen in de vloer
onder de passagiersstoel. Open het
afdekkapje om het nummer tekunnen controleren.Het VIN staat ook op het plaatje dat
op de bovenzijde van het dashboard
is bevestigd. Het nummer kan van
buitenaf door de voorruit gemakkelijk
gezien worden.
Op het voertuigcertificatielabel op de middenstijl aan bestuurderszijde (of
voorpassagierszijde) staat het
voertuigidentificatienummer (VIN).
VV
OO EERR TTUU IIGG IIDD EENN TTIIFF IICC AA TTIIEE NN UU MM MM EERR (( VV IINN )) VVOO EERR TTUU IIGG CCEE RR TTIIFF IICC AA TTIIEE
OAE086004L
■ VIN-label (indien van toepassing)
OAE086001
■ Chassisnummer
OAE086002
Page 554 of 564

8-9
8
Specificaties en consumenteninformatie
De banden waarmee uw nieuwe
auto is uitgerust, zijn zorgvuldig
geselecteerd voor de beste
prestaties onder normale
rijomstandigheden. Op hetbandenspanningslabel op demiddenstijl aan bestuurderszijde
staan de aanbevolen
bandenspanningen voor de auto.Het motornummer is in het motorblokingeslagen op de in de afbeelding
aangegeven plaats.
Op het compressorlabel staat welktype compressor in uw auto is
toegepast en informatie als model,
onderdeelnummer leverancier,
productienummer, koudemiddel (1)
en koudemiddelolie (2).
BB
AA NN DDEENN SSPP AA NN NNIINN GGSSLLAA BBEELL MM
OOTTOO RRNN UU MM MMEERR
OHC081001
AA IIRR CCOO CCOO MM PPRR EESSSSOO RRLLAA BBEELL
OAE086003OAE086002L
■ Linkse bestvring
Page 555 of 564

8-10
Specificaties en consumenteninformatie
De met radiofrequenties werkende
componenten van dit voertuig
voldoen aan de eisen en de andere
relevante bepalingen van richtlijn1995/5/EG.
Meer informatie, waaronder de
conformiteitsverklaring van de
fabrikant, kunt u vinden op deze
website van HYUNDAI:
http://service.hyundai-motor.com
CE0678
CCOO NNFFOO RRMM IITT EEIITT SSVV EERR KK LLAA RRIINN GG
■Voorbeeld
Page 556 of 564

I
Index
I
Page 557 of 564

I-2Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ...............8-6
Aanbevolen SAE-viscositeitsindex .............................8-7
Accu (12 V) ..................................................................7-27 Accucapaciteitsticker .................................................7-28
Accu opladen .............................................................7-29
Te resetten onderdelen ...............................................7-30
Voor een optimale werking van de accu....................7-28
Achterruitverwarming.................................................3-130
Achterruitverwarming..............................................3-130
Afmetingen .....................................................................8-2
Airbag - aanvullend veiligheidssysteem.......................2-51 Aanvullende voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de veiligheid .......................................2-71
Hoe werkt het airbagsysteem? ...................................2-59
Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem ...............2-70
Waar zitten de airbags? ..............................................2-53
Waarom werd de airbag bij een
aanrijding niet geactiveerd? .......................................2-65
Waarschuwingslabels airbags ....................................2-72
Wat gebeurt er als een airbag geactiveerd wordt? .....2-63
Aircocompressorlabel .....................................................8-9
Airconditioningssysteem ................................................8-5 Alarmknipperlichten .......................................................6-2
Als de motor niet gestart kan worden ............................6-4
Als de motor niet of langzaam ronddraait ...................6-4
Als de motor normaal ronddraait maar niet aanslaat ..6-4
Als de motor oververhit raakt.........................................6-8
Als uw auto een lekke band heeft ................................6-16 EU conformiteitsverklaring voor krik .......................6-23
Krik en gereedschap ..................................................6-16
Kriklabel ....................................................................6-22
Met Tire Mobility Kit (TMK) ...................................6-24
Verwisselen van wielen .............................................6-17
Audio (Met Touchscreen) ...............................................4-9
Kenmerken van uw audiosysteem .............................4-10
Media .........................................................................4-21
Radio .........................................................................4-19
Setup (instellen) .........................................................4-50
Telefoon .....................................................................4-41
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem .......3-131
Automatische verwarming en airconditioning ........3-132
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning ....................................................3-133
Onderhoud van het systeem.....................................3-143
Werking systeem ......................................................3-141
Index
A
Page 558 of 564

I-3
Autonomous emergency braking (AEB) ......................5-48
AEB-radarsensor vóór ...............................................5-53
AEB-waarschuwingsmelding en systeemregeling ....5-50
Beperkingen van het systeem ....................................5-56
Storing in het systeem................................................5-54
Systeeminstelling en -activering ................................5-48
Banden en velgen ..................................................7-31, 8-4 Aanbevolen bandenspanning bij koude banden ........7-32
Aandacht voor de banden ..........................................7-31
Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-41
Banden vervangen .....................................................7-35
Bandenspanning controleren .....................................7-33
Wielen uitlijnen en balanceren ..................................7-35
Wielen verwisselen ....................................................7-34
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) ..................6-10
Bandenspanningscontrolesysteem .............................6-11
Controleer bandenspanning .......................................6-10
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem) ...........................6-13
Een wiel verwisselen met TPMS...............................6-14
Waarschuwingslampje lage bandenspanning ............6-12
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en bandenspanning..........................6-12
Bandenspanningslabel ....................................................8-9 Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ...............2-2
Afleiding van de bestuurder ........................................2-2
Doe uw veiligheidsgordel altijd om ............................2-2
Gebruik voor alle kinderen de juiste
veiligheidssystemen .....................................................2-2
Gevaren airbag .............................................................2-2
Houd uw auto in een veilige conditie ..........................2-3
Pas uw snelheid aan .....................................................2-3
Belastingsindex en snelheidsindex banden ....................8-5
Blind spot detection-systeem (BSD) ............................5-39 Beperkingen van het system ......................................5-46
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist) .......................................5-40
RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ...............................5-44
Conformiteitsverklaring................................................4-52 CE (Europa) ...............................................................4-52
NCC (Taiwan) ............................................................4-53
Conformiteitsverklaring................................................8-10
Contactslot ......................................................................5-5 Contactslot ...................................................................5-6
Startknop ......................................................................5-9
Cruise control ...............................................................5-71
Werking cruise control...............................................5-71
I
Index
B
C
Page 559 of 564

I-4Door de eigenaar uit te voeren onderhoud .....................7-5
Schema voor door de eigenaar uit
te voeren onderhoud ....................................................7-6
Double clutch-transmissie ............................................5-15 Goede rijgewoonten ...................................................5-24
Parkeren .....................................................................5-23
Werking Double clutch-transmissie...........................5-15
Emissieregelsysteem .....................................................7-81 1. Carterventilatiesysteem..........................................7-81
2. Brandstofdampafzuigsysteem ................................7-81
3. Emissieregelsysteem ..............................................7-82
Exterieur .......................................................................3-42 Achterklep..................................................................3-44
Motorkap....................................................................3-42
Tankdopklep...............................................................3-45
Extra voorzieningen verwarmings-
en ventilatiesysteem....................................................3-149 Luchtcirculatie schuifdak.........................................3-149
Schone lucht.............................................................3-149 Geheugen bestuurdersstoel ...........................................3-21
Instapfunctie...............................................................3-23
Opslaan van standen in het geheugen........................3-22
Hoeveelheden en gewichten ...........................................8-5
Instrumentenpaneel .......................................................3-49 Bediening instrumentenpaneel...................................3-50
Meldingen LCD-display ............................................3-71
Meters en tellers.........................................................3-51
Waarschuwings- en controlelampjes .........................3-57
Interieurfilter .................................................................7-22
Filter controleren .......................................................7-22
Index
D
E
G
H
I
Page 560 of 564

I-5
Kinderzitjes (CRS) .......................................................2-37
Kiezen van een kinderzitje (CRS) .............................2-38
Onze aanbeveling: Vervoer kinderen
altijd op de achterstoelen ...........................................2-37
Plaatsen van een kinderzitje (CRS) ...........................2-40
Lampen .........................................................................7-57 Afstellen van koplamp (Europa) ...............................7-62
Dagrijverlichting ........................................................7-66
Derde remlicht ...........................................................7-72
Mistachterlicht ...........................................................7-72
Vervangen van koplamp, parkeerlicht,
lamp richtingaanwijzer ..............................................7-58
Vervangen van lamp achterlicht ................................7-67
Vervangen van lamp interieurverlichting ..................7-72
Vervangen van lamp kentekenplaatverlichting ..........7-72
Vervangen van lamp richtingaanwijzer opzij ............7-66
Lane keeping assist-systeem (LKAS) ..........................5-61 Beperkingen van het systeem ....................................5-68
Waarschuwingslampje en - melding ..........................5-66
Werking LKAS ..........................................................5-62
Wijzigen LKAS-functie .............................................5-67 LCD-display .................................................................3-82
Bediening LCD-display .............................................3-82
LCD-modi (instrumentenpaneel type A) ...................3-83
LCD-modus (instrumentenpaneel type B).................3-91
Luchtfilter .....................................................................7-20
Filter vervangen .........................................................7-20
Motor ..............................................................................8-2
Motorkoelvloeistof/inverterkoelvloeistof .....................7-13 Koelvloeistof verversen .............................................7-16
Koelvloeistofpeil controleren ....................................7-13
Motornummer .................................................................8-9
Motorolie ......................................................................7-11 Motorolie en filter controleren ..................................7-12
Motoroliepeil controleren ..........................................7-11
Motorruimte ............................................................1-6, 7-3
Multimediasysteem .........................................................4-2 Antenne ........................................................................4-3
Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) .......................4-5
Audiobediening op stuurwiel.......................................4-4
AUX-, USB- en iPod ®
-aansluiting ..............................4-2
Bluetooth ®
Wireless Technology handsfree ................4-5
Uitleg werking autoradio .............................................4-6
I
Index
K
LM